Van Arles richting Santiago de Compostela
Camino Aragonés van Monreal naar Puente la Reina
Zondag 31 juli 2022 – 28 km
Dag 43: 946,7 – 974,7 km
De vierde van de vier resterende etappes op de Camino Aragonés
Durkje en ik sluiten vandaag onze laatste vier etappes van de Spaanse Camino Aragonés af. Op 6 augustus 2019 pelgrimeerden we al tot aan Puente la Reina de Jaca, en was er geen tijd meer om de laatste vier dagen naar Puente la Reina te lopen, waar we de aansluiting op de Camino Franchés zouden maken, die we overigens jaren geleden al liepen. Door deze vier ontbrekende etappes nu dan toch wel nog te lopen, maken we de doorgaande lijn van de Frans-Spaanse pelgrimsroute vanuit het Franse Arles tot en met het Spaanse Santiago de Compostela en uiteindelijk Cabo Finisterre helemaal compleet.
Vandaag gaan Durkje en ik de laatste pelgrims-etappe vanuit Monreal naar Puente la Reina lopen, over een afstand van 28 kilometer.
Deze dag begint voor ons in de Spaanse Pyreneeën nagenoeg geheel onbewolkt, met een aangename ochtendtemperatuur van 19 graden Celsius, en de temperatuur loopt vandaag op naar 34 graden Celsius. Dat is voor een wandelende pelgrim wel een betrekkelijk hoge temperatuur, maar omdat het af en toe heel licht verfrissend waait, wordt het een warme, maar voor ons beiden toch nog een goede wandeldag.
Bijzonder, maar bovenal feestelijk
Dat we vandaag de laatste vier etappes afronden, en daarmee vooral het bijna 975 kilometer lange traject van het Franse Arles tot aan het Spaanse Puente la Reina, en daarmee de hele Via Tolosana en ook de hele Camino Aragonés, maakt deze dag wel heel bijzonder.
Maar bij die constatering blijft het niet, want dit is vandaag ook nog de 63e verjaardag van Durkje die we vieren – nota bene op deze Spaanse Camino – dus behalve dat het al een bijzondere dag is, is het ook nog een buitengewoon feestelijke dag voor ons vandaag.
Vertrek uit Monreal
We staan om 7:00 uur op. Om 8.15 uur staan we op onze kampeerplek tegenover de receptie van onze camping in Sangüesa klaar voor vertrek. We kunnen direct vertrekken richting Puente la Reina, want de grote auto-toegangspoort van de camping is al open.
Via de VVV van Sangüesa heb ik gisteren geregeld dat een taxi ons vanmorgen om 9:30 uur bij pelgrimsherberg Very in Puente la Reina afhaalt, om ons van Puente la Reina naar Monreal te rijden. Wij hadden gevraagd dat vanaf 9:10 uur te doen, maar dan zou onze taxi-chauffeuse nog niet beschikbaar zijn. Daarentegen meldt ze ons via de app dat ze nu wel al om 9:15 uur klaar kan staan voor ons, en omdat wij 20 minuten speling hadden aangehouden in de aanrijdtijd, geven we aan dat 9:15 uur voor ons akkoord is. De taxichauffeuse arriveert vlak vóór het afgesproken tijdstip, en vertelt dat ze iets verderop ook nog een fietspelgrim (die vanuit Santiago de Compostela terugkomt) mee neemt, om hem met zijn fiets naar Sangüesa te brengen, vanwaar hij met de fiets op zijn auto terug rijdt naar huis. Voor haar is dat een hele aantrekkelijke rit, omdat Monreal op de route ligt naar Sangüesa. Zo gezegd, zo gedaan. Bij hotel-restaurant Jaku – iets verderop – gaat de fiets op de fietsendrager, en ook de fietspelgrim gaat met ons mee.
Een zo geheel andere sfeer op straat
Puente la Reina gaf overigens wel een heel andere sfeer, dan die wij gewend waren van 3 mei 2012, toen wij hier op de Camino Franchés al eens passeerden. Toen waren er voornamelijk pelgrims op straat, maar nu op deze vroege zondagochtend zijn het voornamelijk verlate stappers, die na hun stap-nacht nog op straat rondhangen, en één voor één worden afgehaald door waarschijnlijk familieleden in hun auto’s. Kortom, geen pelgrimssfeer op straat, maar een verlopen uitgaanssfeer.
Stilte voor de storm
De taxi-chauffeuse brengt ons naar het centrum van Monreal. Zij rijdt dan door naar Sangüesa – waar wij eerder vanmorgen vandaan kwamen – en wij lopen naar de hoger gelegen hoofdstraat – de Calle Mayor – waar wij verder gaan op de plek waar we gisteren onze etappe beëindigden. De zon schijnt volop en het is al warm, dus je voelt dat het een behoorlijke warme pelgrimsdag gaat worden. Maar, we gaan ervoor!
Onze pelgrimsgids geeft aan dat het vandaag afwisselend bergop- en bergafwaarts zal gaan, met geen al te grote hoogteverschillen, maar dat de etappe toch vermoeiend en inspannend zal zijn. Het eerste gedeelte voornamelijk over bergpaden, en verder over onverharde wegen, en soms over geasfalteerde wegen. Alleen in Tiebas zullen we één café-restaurant passeren, en pas in Puente la Reina zullen we weer horeca-gelegenheden zien. We hebben in elk geval genoeg eten en drinken bij ons voor een lange wandeldag.
De door ons gebruikte wandelgids van de ANWB geeft deze etappe als titel mee: ‘Stilte voor de storm’, hetgeen verwijst naar het feit dat wij vandaag nog de laatste etappe lopen van de betrekkelijk stille Camino Aragonés, en dat na deze etappe het in het vervolg vanaf Puente la Reina tot aan Santiago de Compostela veel drukker zal zijn op de Camino Franchés, immers al vóór Puente la Reina zijn meerdere pelgrimswegen samengevoegd vanuit verschillende windstreken, en ook na Puente la Reina zullen ook nog andere pelgrimswegen – zoals bijvoorbeeld de Camino Primitivo en de Camino de la Costa zich aansluiten op de Camino Franchés. Vandaar vandaag nog één dag de stilte voor de storm.
Otano en Ezperun
Durkje en ik beginnen vandaag dus nabij de dorpskerk van Monreal. Over stijgende en dalende halfverharde wegen laten we Monreal achter ons. Na ongeveer anderhalf uur naderen we het eerste dorpje van vandaag: Otano.
Maar voordat we in Otano komen, moeten we eerst nog een eind over een prachtig bebost smal hellingpad gaan. Op een plek waar vanaf de berg links van ons grote rotsblokken en kleine rotsstenen naar beneden zijn gerold, steken we via een houten bruggetje een nu droogstand bergbeekje over.
Aan de rand van Otano vallen met name twee robuuste gebouwen op, namelijk de oude dorpskerk en daarnaast de dikke burchttoren van de boerderij naast de kerk. Ik maak even een rondje rond de kerk, in de hoop dat de kerk open zal zijn op deze zondagmorgen, maar dat blijkt ijdele hoop te zijn.
We gaan verder over schitterende stijgende en dalende bergpaadjes langs de dichtbegroeide helling.
Het volgende dorpje dat we naderen, is Ezperun, maar onze route gaat niet door dat dorp.
Wel kunnen we het dorpskerkje en de omliggende huizen van enige hoogte fotograferen in het voorbijgaan.
Canal de Navarra en Guerendiáin
De wandelgids kondigde aan dat we op enig moment het Canal de Navarre zouden zien, en dat blijkt al vrij snel het geval te zijn. Van achter ons komt het kanaal slingerend langs de helling, hoog boven het maaiveld aangelegd.
Even later komen we langs een sluiscomplex in het kanaal, waarmee de doorvoer van het kanaalwater kan worden gereguleerd.
Daarna krijgen we het dorpje Guerendiáin in zicht.
En ook hier geldt dat we eerst weer een eind over smalle hellingpaadjes langs de berg lopen. Hier en daar zien we grote gele bloemen bloeien, laag bij de grond, op hele grote groene rozetten. Het is opvallend geel en groen te midden van de doorgaans droge, dorre flora rondom.
Daarna wandelen we Guerendiáin binnen.
Daar ontmoeten we de Spaanse pelgrims uit de regio Valencia, die wij drie dagen geleden ook al ontmoetten vlak vóór Artieda. Zij lopen veel kortere trajecten dan wij, dus het moet wel zo zijn dat zij een stuk van de route hebben overgeslagen. Ze vertellen dat zij vandaag tot aan Tiebas wandelen, waar wij straks gaan pauzeren. Zij pauzeren nu even bij de kerk van Guerendiáin.
Bij de waterbron ontmoeten we nog een andere pelgrim. Het is een oudere vrouw uit Zuid-Afrika, die ons vertelt dat zij enkele jaren geleden tijdens haar pelgrimage vanuit Lourdes heel ernstig ten val is gekomen in Jaca, en dat ze in het ziekenhuis van Jaca vier dagen heeft moeten wachten om toen pas overgebracht te worden naar een particuliere kliniek in Barcelona, waar zij is geopereerd aan haar gebroken been en gebroken heup. Inmiddels is ze weer in staat om te pelgrimeren, en heeft ze zich voorgenomen om nu de pelgrimsroute van Jaca tot aan Puente la Reina te voltooien. Ze loopt moeizaam, voorzichtig langzaam, maar is wel vastberaden om haar doel te bereiken. Ook zij pauzeert nu even in Guerdiáin, en ook zij overnacht de komende nacht in Tiebas.
Voorbij de dorpskerk verlaten we Guerendiäin, en gaan verder, de andere drie pelgrims achter ons latend.
Pauze in Tiebas
Op weg naar Tiebas wandelen we door een voormalige steengroeve.
Tegen 13:30 uur krijgen we de burchtruïne van Tiebas in zicht. We moeten dan een eind naar beneden, en vervolgens langs een grote picknickplaats weer naar boven, en dan wandelen we aan de voet van de heuvel waar de burchtruïne op staat, de plaats Tiebas binnen.
Boven aan de weg begint de bebouwde kom.
In het dorp gaan we eerst langs de pelgrimsherberg, om daar een stempel te halen voor onze pelgrimspaspoorten, en om er toch ook maar een nieuwe fles bronwater te kopen, teneinde er helemaal zeker van te zijn dat we genoeg drinken voor onderweg bij ons hebben.
Voorbij de kerk is het dorpscafé-restaurant, vertelde de gastvrouw van de herberg.
Een groep Spanjaarden komt ons tegemoet, die enige tijd hebben verbleven op het terras van het café-restaurant verderop.
Wij nemen plaats op het terras en genieten hier van een lange pauze, in de schaduw, met hete koffie en ijskoude cola. Een broodje erbij, en zo versterken wij ons voor het vervolg van deze warme dagtocht.
Verderop in het dorp ontmoeten we een jongeman op de fiets, die ons op onze vraag adviseert om niet de route volgens de ANWB-gids te gaan wandelen, maar om de reguliere camino-route te volgen, die is bewegwijzerd in het veld. Die goede raad volgen we op, en dan lopen we even later ter hoogte van de nieuwe steengroeve het dorp uit, over een breed steenpad langs de autosnelweg AP15.
Muruarte en Olcoz
Nadat we verderop onder de autosnelweg door zijn gegaan, zien we het dorpje Muruarte liggen.
We moeten dan nog wel onder de oude spoorlijn door om het dorpje even later binnen te wandelen.
Voorbij Muruarte gaan we richting Olcoz. Dit dorpje heeft een enorm dikke burchtoren, maar daar gaat onze route niet langs, omdat het pelgrimspad direct al bij de ingang rechts om het dorp heen loopt.
Nu volgt een lang traject door een prachtig heuvelachtig landschap. Bij een graanstoppelveld maken we van Durkje – staande op zo’n groot stropak – een foto, die zij vandaag terug gaat sturen naar allen die haar vandaag via social media feliciteren met haar verjaardag. Zo krijgt men ook een mooi beeld van die uitgestrekte vallei waar we nu bij langs lopen.
Mooi is ook dat we even later over een heuveltop lopen, waarbij we duidelijk kunnen zien dat het Canal de Navarra onder ons door een kanaaltunnel loopt, dwars door de heuvel die wij over steken. Zoals auto’s door bergtunnels rijden, stroomt het kanaalwater er hier doorheen.
Vruchten in een dorre streek
Vlakbij San Martin Anorbe zetten we de afdaling in over smalle heuvelpaden door een droog en dor heuvellandschap.
Daarbij passeren we ook een boomgaard.
De meeste bomen van deze boomgaard zijn olijfbomen. De nog niet rijpe olijven hangen duidelijk zichtbaar tussen de bladeren.
Hier en daar zien we ook een walnootboom, met her en der al enkele walnoten in ontwikkeling.
Nog een eindje verder komen we langs een wijngaard.
Veel wijnranken zijn zwaar van de vele en dikke druiventrossen.
Dan zien we heel ver en hoog vóór ons een bijzonder gebouw hoog boven op een berg staan. Met de telelens van het fototoestel kunnen we zien dat het gaat om een bergkapel met een spitse punt, en bovendien daar bovenop ook nog een – waarschijnlijk – Jezusbeeld.
Enériz
Na een route door smalle paden door veel groener struweel krijgen we de plaats Enériz in beeld.
Op een minirotonde vóór in het dorp zien we een mooi camino-kunstwerk, gemaakt van Cortex-staal.
We hopen op het dorpsplein bij de kerk een open café aan te treffen, maar zien direct bij het betreden van het dorpsplein al dat het café nu gesloten is. Alle stoelen en tafels van het terras zijn terzijde geschoven, dus een pauze met een koel drankje zit er niet in hier in Enériz.
Dan maar weer door. En dat gaat door een brede rechte straat langs de nieuwbouwwoningen van het dorp.
Ermita de Santa María Eunate
Wat van deze Camino Aragonés wel heel mooi is, is het feit dat de route langs de Ermita de Santa María Eunate gaat. Dit 12e/13e–eeuwse godshuis is één van de bekendste monumenten van de Spaanse camino’s.
Men is het er overigen niet over eens voor welk doel exact dit gebouw eeuwen geleden hier is gebouwd. Er is namelijk geen zekerheid of dit is bedoeld als bijvoorbeeld Tempelierskerk, dodenkapel of bedevaartskerk.
Jammer overigens dat dit monument niet vrij toegankelijk is voor passerende pelgrims. Het ijzeren hek zit op slot, en je kunt niet zomaar naar binnen lopen.
Bij het huis naast deze kerk halen we een kerkstempel voor onze pelgrimspaspoorten.
Als we om het huis heen lopen naar de ingang, zie ik verderop net nog drie andere pelgrims achter dit gebouw verdwijnen. Even later zien we hen ver vóór ons op het pad richting Obanos.
Veel schade door recente bosbranden
Vanaf hier wordt ons maar al te duidelijk hoeveel schade onlangs de heftige bosbranden hier in dit gebied hebben geleverd. Nagenoeg alle bomen tegen de hele heuvelhelling links van ons zijn geheel verloren gegaan, compleet verbrand en zwartgeblakerd.
Iets fleuriger is dat we over een groen maïsveld in elk geval Obanos al zien liggen.
Ook ten noordoosten van Obanos echter zijn alle bomen boven op de heuveltop geheel verloren gegaan. Een heel triest gezicht is dat.
In de deels verbrande berm van het weggetje naar Obanos ligt een informatiebord over de camino, dat grotendeels is verbrand. Je ziet nog een geel Jacobsschelpje, maar de rest is weggebrand.
Tegen de oosthelling van Obanos zie je hetzelfde beeld. Alles verbrand, maar het lijkt erop dat de woningen bovenaan de helling van Obanos gespaard zijn gebleven. Deze bosbrand zal in elk geval heel erg spannend zijn geweest voor met name de bewoners van die huizen naast de bosbrand.
Stil Obanos
We lopen na een forse klim de bebouwde kom van Obanos binnen.
Op het wegdek zien we grote Jacobsschelpen, die ons door de smalle straten de weg wijzen naar het dorpsplein.
Omdat dat onze ervaring is van 2 mei 2012 – toen wij hier in de pelgrimsherberg overnachtten – dachten wij hier een gezellig stadje aan te treffen, met veel pelgrims.
Maar niets daarvan, want het is nagenoeg stil in de straten en in het hele dorp. Alles is gesloten, en nauwelijks mensen op straat, en al helemaal geen pelgrims.
Ook bij de kerk en de stadspoort nauwelijks mensen.
Slechts één vrouw komt ons hier tegemoet, en wenst ons nog een goede camino, maar verder is het doodstil op straat. En toch lopen we hier al op de Camino Franchés, waarvan toch altijd wordt gezegd dat het daarop zo druk is. Welnu, hier is geen pelgrim te zien, in de hele plaats niet één.
Bij het verlaten van Obanos worden we nog eens weer met de neus op de feiten gedrukt van de heftige bosbranden van kort geleden. De geblakerde heuvelhellingen staan in akelig schril contract met de gele zonnebloemakkers aan de voet van deze heuvelrug.
Bij het cortex-kunstwerk van de smalle pelgrimspoort maken we nog een laatste foto in dit nu zo stille pelgrimsoord.
Van Obanos naar Puente la Reina
Nu rest ons nog om over het brede witte steenpad vanuit Obanos heuvelafwaarts te lopen, naar de verkeersweg richting Puente la Reina. We steken deze verkeersweg over, en lopen dan over smalle hier en daar beschaduwde paden naar de entree van Puente la Reina.
Bij het beeld van de pelgrim wandelen we deze bijzondere pelgrimsstad binnen.
Daar ontmoeten we een Franse automobilist, die ons vertelt dat hij met zijn auto vanuit Santiago de Compostela op weg is naar huis, en dat hij graag wil dat wij een foto van hem maken met dit pelgrimsbeeld. Wij maken enkele foto’s van hem, en hij maakt enkele foto’s van ons bij het pelgrimsbeeld.
Verderop komen we aan de rand van de plaats langs een totaal uitgebrande wasstraat, met ernaast een auto die ook helemaal is uitgebrand. Ook de bomen en struiken ernaast zijn verbrand, dus kennelijk is dit ook schade van de recente bosbranden in deze regio. Zo lijkt het wel een waar rampgebied hier.
Op bezoek bij Santiago Beltza
Bij de grote pelgrimsherberg tegenover de oude kerk wandelen we de bebouwde kom binnen.
In de tuin van de herberg hangt aan de lange waslijnen veel was van pelgrims te drogen.
We gaan de hoofdstraat in, de Calle Mayor. Ook hier valt de stilte op. Nauwelijks mensen, met sporadisch hier en daar nog wel iemand van wie je kunt zien dat hij/zij pelgrim is.
We gaan de kerk van Santiago El Mayor binnen om die te bezichtigen.
Tegen de noordwand zien we het beeld van Santiago Mayor, van Sint Jacobus de Meerdere.
Deze Jacobus wordt ook wel ‘Santiago Beltza’ genoemd, ofwel de zwarte Jacobus, vanwege zijn opvallend donkere gelaatskleur.
We lopnaen de hele Calle Mayor door, en passeren slechts enkele terrassetjes met Spanjaarden, toeristen en pelgrims. Het is hier wellicht drukker dan in Obanos, maar de gezellige pelgrimssfeer van tien jaar geleden treffen wij hier en nu niet aan.
De puente de la reina
Aan het eind van de hoofdstraat komen we bij het begin van de beroemde pelgrimsbrug.
Deze zesbogige stenen boogbrug – gebouwd in opdracht van de toenmalige koningin van Navarra – overspant voor met name de pelgrims de rivier de Río Arga.
Deze brug is één van de sieraden van de Spaanse camino’s. Altijd indrukwekkend, en prachtig om te zien.
En zeker op deze nog steeds zonnige en warme zomeravond met die helderblauwe lucht is deze koninklijke brug een feest om naar te kijken.
Dubbel feest
Door de Calle Mayor gaan we weer terug, en onderweg halen we in het ene winkeltje dat open is, twee flesjes ijskoude cola; hetgeen een grote traktatie is na deze lange en hete etappe van vandaag.
Via de nogal stille Calle Mayor komen we verderop terug bij onze auto. We stappen in en rijden terug naar onze camping in Sangüesa. Daar gaan we snel onder de douche, want vanavond gaan we in het kader van Durkje haar verjaardag van vandaag uit eten bij één van de restaurants in de gezellige hoofdstraat van Sangüesa.
Het is tegen de grote poort-sluitingstijd van onze camping als wij wandelend vanuit het stadscentrum weer terugkeren bij onze caravan.
We hebben met ons heerlijke diner vanavond niet alleen de verjaardag van Durkje gevierd, maar ook dat we vandaag de hele aaneensluitende pelgrimstocht van de Via Tolosana en de Camino Aragonés tussen Arles en Puente la Reine voorspoedig hebben voltooid.
Korte terugblik op de pelgrimsroute van Arles naar Puente la Reina en verder
- Op 23 juli 2018 begonnen Durkje en ik in Arles aan de ‘Via Tolosana’, de Franse pelgrimsroute vanuit Arles tot bovenin de Pyreneeën.
- Op Durkje haar verjaardag van 31 juli 2019 voltooiden wij de Via Tolosana op de Franse zijde van de Col du Somport, en begonnen wij op dezelfde dag aan de Spaanse ‘Camino Aragonés’ vanuit hetzelfde Spaanse Puerto de Somport.
- De extra ‘Lourdes-variant’ van de Via Tolosana wandelden we van 20 juli 2022 tot en met 25 juli 2022.
- Op 6 augustus 2019 beëindigden we onze Spaanse zomerpelgrimage van 2019 op de Camino Aragonés in Puente la Reina de Jaca (met nog vier etappes te gaan), met het eindpunt Puente la Reina in zicht.
- En toen kwam de Corona-pandemie, die zorgde voor een twee jaar durende onderbreking van deze Spaanse pelgrimage op de Camino Aragonés.
- Van 28 juli 2022 tot en met vandaag – toevallig weer op Durkje haar verjaardag van 31 juli – voltooiden wij onze laatste vier etappes van (en daarmee) de Camino Aragonés, en kwamen we vanavond aan in het Spaanse Puente la Reina.
- In de periode die ligt tussen 3 mei 2012 en 21 oktober 2012 pelgrimeerden wij op de Spaanse ‘Camino Franchés’ van Puente la Reina naar Santiago de Compostela, en op 25 oktober 2012 kwamen we via de Spaanse ‘Camino Finisterre’ aan in Cabo Fisterra, op de Spaanse Atlantische Oceaan-kust, het ultieme eindpunt van deze Frans-Spaanse pelgrimage.
- Op bovenstaande wijze hebben we dus de volledige route vanuit Arles over de Pyreneeën en via Santiago de Compostela naar Cabo Fisterra voltooid, over een totale afstand van ruim 1.878 kilometer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten