zaterdag 17 augustus 2019

Pelgrimeren van Jaca naar Puente la Reina de Jaca


Van Arles richting Santiago de Compostela

Camino Aragonés van Jaca naar Puente la Reina de Jaca
Dinsdag 6 augustus 2019 – 20,5 km 
Dag 39: 850,2 – 870,7 km

Koffiepauze met vijf Spaanse pelgrims in Santa Cilia de Jaca


















Nog één dag zomerpelgrimage
Het einde is in zicht van onze zomerpelgrimage. Dit is de laatste dag van deze zomervakantie 2019 op het pelgrimspad.
Vandaag gaan Durkje en ik de pelgrims-etappe vanuit Jaca naar Puente la Reina de Jaca lopen, over een afstand van 20,5 kilometer.
Deze dag begint voor ons in de Spaanse Pyreneeën met een aangename ochtendtemperatuur, en die loopt vandaag weer behoorlijk op, zonder al te warm te worden. Boven de Pyreneeën kun je ook zien dat het qua weertype een overgangsdag is, want we missen vandaag de helderblauwe lucht van de afgelopen dagen, en zien boven de toppen van de Pyreneeën vlagen bewolking hangen. De bewolking neemt gedurende de dag toe. Het waait af en toe lekker, maar als de wind even helemaal stil valt, is het drukkend.

Vertrek uit Jaca
We staan om 6:00 uur op. Om 7.00 uur staan we bij de caravan klaar voor vertrek.
We zijn van plan om vanaf de camping de doorgaande camino-route te lopen naar Puente la Reina de Jaca, om dan bij aankomst op die plaats van bestemming vanmiddag te bepalen of we met de lijnbus of met een taxi weer terug gaan naar onze camping.
We wandelen over een nog stille camping om 7:00 uur naar de uitgang, en steken de N240 over, om onze etappe vanmorgen te beginnen tegenover onze Camping Victoria Jaca.

Langs de N240
Ter  hoogte van de camping verlaten we de bebouwde kom van Jaca, om dan langs de N240 te lopen. Het is nu even na 7:00 uur nog heerlijk koel in de ochtend, mede omdat de zon nog niet zichtbaar is, omdat die nog achter de toppen van de Pyreneeën achter ons schuilgaat.
Een eind buiten Jaca kijken we achterom, en dan zien we de eerste zonnestralen prachtig boven de bergtoppen van de Pyreneeën uit komen, hetgeen een mooie zonsopkomst betekent.



Iets verderop komen we op de locatie waar de nieuwe opgang is gecreëerd van de oude N240 naar de nieuwe A21. Je kunt zien dat de camino-route hier iets is omgelegd. Een bijzonder verkeersbord van een gele pijl op een rond blauw bord maakt duidelijk dat we moeten afbuigen op het brede steenachtige pad, dat iets lager rechts vóór ons onder het viaduct van die nieuwe snelwegopgang door gaat.
Nog weer een eindje verder komen we bij de brug over de Rio Gas.
Voorbij deze brug over de Rio Gas gaan de twee routevarianten van de Camino Aragonés uit elkaar. Linksaf is de variant die wij eergisteren al hebben gelopen, via Monasterio de San Juan de la Peña, en rechtdoor gaat de reguliere camino-route richting Puente la Reina de Jaca. Vandaag gaan we rechtdoor verder, langs de N240.

Hellingpaden langs de riviervallei van de Rio Aragón
Langzaam begint de zon aan kracht te winnen. Omdat de zon nog zo vlak boven de bergtoppen uit komt, werpt de zon een hele lange schaduw tientallen meters vóór ons uit. Altijd weer een bijzonder gezicht, met die lange benen en lange wandelstokken en het dan betrekkelijk korte bovenlijf.
Ook als we verderop aan de overzijde van de N240 een mooi bebost hellingpad gaan nemen, genieten we van het prachtige schijnsel van het prille ochtendlicht op de bomen en andere planten vóór ons.
Het pad brengt ons langs een stenen hok.
Het opschrift boven de ingang vertelt dat het oorspronkelijk een waterleidingfunctie heeft gehad, maar daar is nu binnen niets meer van te zien. Rondom zijn binnen enkele zitbanken gecreëerd voor passerende wandelaars en fietsers die binnen even willen schuilen voor zonnehitte en regen. Op de voorkant van het gebouwtje heeft iemand met grote letters geschreven: ‘Road to Santiago!’.
Dat we nog steeds door de Pyreneeën lopen, blijkt ook wel uit het feit dat we over dit berghellingpad weer omhoog gaan. Daarbij is heel goed te zien dat we vandaag op de zijkant van de brede vallei van de Rio Aragón lopen. Ver beneden ons zien we de rivier, en af en toe horen we vandaag op delen van het traject de betrekkelijk smalle stroomversnellingen. Ook zien we een heel eind verderop in het lager gelegen dal dat daar nog hard wordt gewerkt aan de aansluiting van een lokale weg op de nieuwe A21.

Stijgend en dalend voorwaarts
Als we al een heel eind zijn opgeschoten, en ook op behoorlijke hoogte zijn gekomen, hebben we inmiddels twee groepjes pelgrims gepasseerd, waaronder een Spaans stel en een Spaans drietal van twee mannen en een vrouw, waarvan zij overigens met een pijnlijk gezicht de afdalingen over de rotsachtige paden neemt. Als we haar passeren, roept ze ons toe: “Knee” en “Pain”; kniepijn dus. Later horen we van haar dat ze zijn begonnen op de Puerto de Somport, en dat de steile afdalingen haar gedurende die eerste wandeldag al parten hebben gespeeld.
Op een hooggelegen punt krijgen we een schitterend uitzicht over de vallei vóór ons, en zien we in de verte al de plaats Santa Cilia de Jaca liggen, waar we straks koffie willen drinken.
Ineens staan we voor een vlakte tussen twee berghellingen in. We moeten via een akkerpad oversteken, tussen twee graanstoppelvelden door.
Daarna gaat het weer verder over stijgende en dalende paden. De route brengt ons uiteindelijk op de locatie waar de routevariant vanuit Monasterio de San Juan de la Peña en de hoofdroute van de Camino Aragonés weer bij elkaar komen. Eergisteren kwamen wij van links, om over de hoofdroute verder te gaan richting Santa Cilia de Jaca.

Spaanse Hagenezen uit Madrid
De route laat ons weer een eindje langs de N240 lopen, en zo wandelen we dan de bebouwde kom van Santa Cilia de Jaca in.
We komen evenals eergisteren op het dorpsplein, waar het grote metalen standbeeld van Sint Jacob staat bij het watertappunt. In het dorpsplantsoen erachter eten we in de schaduw een broodje bij een picknickbank.
Daarna wijken we even van de route af, omdat we het dorpje ook willen bekijken. Eerst gaan we op zoek naar de oude Romaanse kerk. In één van de smalle straatjes staat een garagedeur open, en staat een Volvo met Nederlands kenteken uit Den Haag met draaiende motor. Als ik de man in de garage in het Nederlands vraag om de weg naar de dorpskerk, verstaat hij me niet, en vertelt dat hij een Spanjaard is die bij een internationaal bedrijf in Den Haag werkt. Zijn vrouw komt er ook bij staan, en in het geanimeerd gesprek dat daarna ontstaat, blijkt dat haar voornaam ‘Camino’ is. Dat is wel een bekende Spaanse meisjesnaam, maar die komt in Spanje niet veel voor. Ze zijn oorspronkelijk afkomstig uit Madrid; wonen en werken in Den Haag, en zijn hier nu op vakantie, en daarom niet bekend met de situatie hier ter plekke. We nemen afscheid en zoeken en vinden verderop de oude dorpskerk van Santa Cilia de Jaca. In het tuintje vóór de kerk zien we drie hele oude grafstenen – de ronde steles – staan.
Als we verderop door de smalle dorpsstraatjes lopen, vallen ons mooie details op, zoals een houten poortdeur en een stenen torentje boven op een huis.

Koffiepauze op zijn camino’s
Vlak voordat we bij de plaatselijke bar komen, vinden we in een portiek de ingang naar de gemeentelijke pelgrimsherberg van Santa Cilia de Jaca.
En als we dan de bocht om gaan terug richting dorpsplein, komen we in het smalle straatje waar een groep pelgrims zit te pauzeren tegenover een kleine dorpsbar. Binnen bestellen we koffie, krijgen een stempel in onze pelgrimspassen, en gaan naar buiten, waar we te midden van de vijf andere Spaanse pelgrims – die we eerder vanmorgen al passeerden – koffie drinken en een broodje eten.
Binnen staan in de eetzaal op twee lange tafels nog de restanten van het ontbijt voor de pelgrims die vannacht hier in de refugio verderop hebben overnacht. Zo te zien hebben vanmorgen meer dan tien pelgrims hier ontbeten in de bar nabij de refugio. Ze hebben in elk geval geen stevig ontbijt gehad, ziende op de kleine stukjes stokbrood met jam en de kleine fabriekscroissants in plastic, die karakteristiek zijn voor het Spaanse pelgrimsontbijt.

Natte voetenpad
Na de koffiepauze wandelen we Santa Cilia de Jaca uit, op weg naar Puente la Reina de Jaca. Aan de overzijde van de N240 komen we langs de ruïne van een boerderij.
Een smal door planten overwoekerd pad ligt vóór ons tussen de boerderijgebouwen door. Aanvankelijk een mooi paadje, maar dat wordt snel anders, want dit pad lijkt iets verderop meer op een beek dan op een pad. Het pad staat geheel onder stromend water, dus is niet begaanbaar. Twee Spaanse pelgrims zijn er toch doorheen gegaan met hun wandelschoenen aan, dus die hebben gegarandeerd natte schoenen en sokken. Wij breken rechts door de begroeiing en komen dan op een graanstoppelakker, die ook deels onder water staat. Met een beetje heen en weer laveren, kunnen we toch droog een eigen route bepalen over de akker, om enkele tientallen meters verder weer een droge aansluiting te vinden op het doorgaande – wel weer droge - pad van de Camino.

Bospad naar de rivier
We komen wederom bij de N240 en volgen het smalle bermpad langs de drukke verkeersweg. In een bocht kunnen we het bermpad verlaten, om aan de overzijde van de N240 tussen de bomen door een mooi hellingbospaadje af te gaan. Hier gaan we heerlijk in de schaduw langzamerhand bergafwaarts, om steeds dichter bij de Rio Aragón te komen. Tussen de bomen door zien we de brede rivierbedding, waar hier en daar smalle snelle waterstroompjes lopen. Op een plek waar de rivier veel kleine rivierkeien heeft afgezet, hebben ettelijke pelgrims van die keien zogenoemde steenmannetjes gebouwd, bestaande uit op elkaar gestapelde rivierkeitjes. We hebben ze in al die jaren pelgrimeren al zo vaak gezien onderweg, maar zoveel op één plek bij elkaar, dat is toch wel heel bijzonder.
Langs het bospad staat verderop één mooie witte paddenstoel eenzaam mooi te wezen.

Over de Puente
Als we over dit schaduwrijke bospad het bos verlaten vlakbij de rivieroever zien we iets verderop de lange stenen brug (puente) over de brede rotsachtige rivierbedding. Dit is de brug waar de plaats Puente la Reina de Jaca naar is genoemd.
De doorgaande camino passeert op onze oeverzijde deze plaats, maar wij kiezen ervoor om hier via deze brug de Rio Aragón over te steken, om de plaats Puente la Reina de Jaca binnen te wandelen.
Dit is de plaats van onze bestemming voor vandaag, en daarmee ook de tijdelijke eindhalte van onze doorgaande Camino Aragonés.
Aan de overzijde van de brug is het vanwege wegwerkzaamheden lawaaierig en een drukte van belang, dus we lopen snel door naar de horecagelegenheid tegenover het benzinestation van het dorp.

Afsluiting met Tortilla Patates
Het is nog geen 12:00 uur, dus we hebben de afstand van 20,5 kilometer mooi vlot afgelegd vanmorgen. Er zijn twee opties om weer terug te keren naar onze camping, te weten met de lijnbus of met een taxi. De lijnbus vertrekt pas over tweeëneenhalf uur richting Jaca, dus het is qua tijd aantrekkelijker om een taxi terug te nemen. Bij het restaurant hangt een blauw Taxi-bord aan de muur van de bar. Als we binnen de barkeeper vragen naar een taxi vertelt hij dat die over een uur hier langs komt, en dat we dan mee kunnen naar Jaca. Dat komt mooi uit, want dan kunnen we hier in de bar prima pauzeren alvorens we terugrijden.
We bestellen Café Americano met overheerlijke Tortilla Patates met brood erbij, en genieten van een heerlijke Spaanse lunch in de bar, zulks ter aangename afsluiting van onze succesvolle zomerpelgrimage van 2019.
We zijn van plan om volgend jaar de draad hier in Puente la Reina de Jaca weer op te pakken, om onze pelgrimstocht over de Camino Aragonés voort te zetten richting Santiago de Compostela.

Resumé van onze zomerpelgrimage 2019
  • Gedurende deze zomervakantie hebben we 18 dagen gewandeld, waarvan om te beginnen de laatste 15 etappes op de Franse Via Tolosana en tot slot de eerste 3 etappes op de Spaanse Camino Aragonés.
  • De kortste dag-etappe dit jaar had een lengte van 15,8 kilometer en de langste dag-etappe die we tijdens deze vakantie liepen, was 33,7 kilometer.
  • In deze 18 wandeldagen hebben we 435,6 kilometer afgelegd, hetgeen een gemiddelde afstand van 24,2 kilometer per dag-etappe betekent.
  • Bijzonder – toevallig - is dat we zowel dit jaar als ook vorig jaar ongeveer 430 kilometer hebben gepelgrimeerd op de route vanuit Arles richting Santiago de Compostela, en dat we daarmee totaal nu 870 kilometer van deze pelgrimstocht hebben gelopen.
  • Voor deze zomerpelgrimage hebben we gebruik gemaakt van vier uitvalsbases, te weten de drie Franse campings in L’Isle-Jourdain, Marciac, Oloron-Sainte-Marie en de Spaanse camping in Jaca.
  • Voor het heen- en/of weer-verkeer hebben we gedurende elf dagen gebruik gemaakt van een taxi, vier dagen alleen van de trein, twee dagen alleen van de bus, één dag van een combinatie van taxi en trein, één dag van een combinatie van bus en trein, en één keer konden we meeliften met een vriendelijke mevrouw die op weg was naar de plaats van ook onze bestemming. Dat heeft ons uiteindelijk 28 euro gemiddeld per dag gekost, en voor dat bedrag van nog geen drie tientjes waren we elke dag in de gelegenheid om weer terug te keren naar onze camping, waar onze caravan met alle benodigdheden staat om ook buiten de wandeldagen/-uren om een aangenaam verblijf te hebben in de streken die wij doorkruisen. Pelgrimeren en (daarmee) vakantie vieren gaan zo voor ons op voortreffelijke wijze hand in hand.
  • Het hoogste punt dat we tijdens alle beklimmingen dit jaar hebben bereikt, ligt op 1.632 meter, op de Frans-Spaanse grensplek Col du Somport/Puerto de Somport, zijnde de bergpas over het hooggebergte van de Pyreneeën, waar we Frankrijk verlieten en Spanje binnen wandelden.
  • De dagtemperaturen die we tijdens deze 18 wandeldagen hebben gemeten, lagen tussen de 12 en de 40 graden Celsius.
We zijn dankbaar dat het ons is gegeven om samen deze prachtige zomerpelgrimage te maken en gezond en wel te volbrengen. Ruim vierhonderd kilometer gelopen en geen blessure of ongeluk opgelopen, en bovenal elke wandeldag de uitdaging aangegaan om de geplande etappe goed te volbrengen, met af en toe riskante paden, maar toch overwegend prachtige etappes met ook dit jaar weer bijzondere, onvergetelijke ervaringen. Zo’n mooie zomervakantie wens je toch iedereen toe. Wij gaan in elk geval met een heel goed gevoel en tevreden weer terug naar huis, om nog lang na te genieten van onze belevenissen onderweg, en verwachtingsvol vooruit te kijken naar het vele en goede dat ons hopelijk nog toe zal vallen in een toekomst op deze en andere Camino’s.


Geen opmerkingen: