Van Arles richting Santiago de Compostela
Camino Aragonés van Jaca naar Puente la Reina de Jaca
Camino Aragonés van Jaca naar Puente la Reina de Jaca
Dinsdag 6 augustus 2019 – 20,5 km
Dag 39: 850,2 – 870,7 km
Koffiepauze met vijf Spaanse pelgrims in Santa Cilia de Jaca |
Nog één dag zomerpelgrimage
Het einde is in zicht van
onze zomerpelgrimage. Dit is de laatste dag van deze zomervakantie 2019 op het
pelgrimspad.
Vandaag gaan Durkje en ik de pelgrims-etappe
vanuit Jaca naar Puente la Reina de Jaca lopen, over een afstand van 20,5 kilometer.
Deze dag begint voor ons in
de Spaanse Pyreneeën met een aangename ochtendtemperatuur, en die loopt vandaag
weer behoorlijk op, zonder al te warm te worden. Boven de Pyreneeën kun je ook
zien dat het qua weertype een overgangsdag is, want we missen vandaag de
helderblauwe lucht van de afgelopen dagen, en zien boven de toppen van de
Pyreneeën vlagen bewolking hangen. De bewolking neemt gedurende de dag toe. Het
waait af en toe lekker, maar als de wind even helemaal stil valt, is het
drukkend.
Vertrek uit Jaca
We staan om 6:00 uur op. Om
7.00 uur staan we bij de caravan klaar voor vertrek.
We zijn van plan om vanaf de
camping de doorgaande camino-route te lopen naar Puente la Reina de Jaca, om
dan bij aankomst op die plaats van bestemming vanmiddag te bepalen of we met de
lijnbus of met een taxi weer terug gaan naar onze camping.
We wandelen over een nog
stille camping om 7:00 uur naar de uitgang, en steken de N240 over, om onze
etappe vanmorgen te beginnen tegenover onze Camping Victoria Jaca.
Langs de N240
Ter hoogte van de camping verlaten we de bebouwde
kom van Jaca, om dan langs de N240 te lopen. Het is nu even na 7:00 uur nog
heerlijk koel in de ochtend, mede omdat de zon nog niet zichtbaar is, omdat die
nog achter de toppen van de Pyreneeën achter ons schuilgaat.
Een eind buiten Jaca kijken
we achterom, en dan zien we de eerste zonnestralen prachtig boven de bergtoppen
van de Pyreneeën uit komen, hetgeen een mooie zonsopkomst betekent.
Iets verderop komen we op de
locatie waar de nieuwe opgang is gecreëerd van de oude N240 naar de nieuwe A21.
Je kunt zien dat de camino-route hier iets is omgelegd. Een bijzonder
verkeersbord van een gele pijl op een rond blauw bord maakt duidelijk dat we
moeten afbuigen op het brede steenachtige pad, dat iets lager rechts vóór ons
onder het viaduct van die nieuwe snelwegopgang door gaat.
Nog weer een eindje verder
komen we bij de brug over de Rio Gas.
Voorbij deze brug over de Rio
Gas gaan de twee routevarianten van de Camino Aragonés uit elkaar. Linksaf is
de variant die wij eergisteren al hebben gelopen, via Monasterio de San Juan de
la Peña, en rechtdoor gaat de reguliere camino-route richting Puente la Reina
de Jaca. Vandaag gaan we rechtdoor verder, langs de N240.
Hellingpaden langs de riviervallei van de Rio Aragón
Langzaam begint de zon aan
kracht te winnen. Omdat de zon nog zo vlak boven de bergtoppen uit komt, werpt
de zon een hele lange schaduw tientallen meters vóór ons uit. Altijd weer een
bijzonder gezicht, met die lange benen en lange wandelstokken en het dan
betrekkelijk korte bovenlijf.
Ook als we verderop aan de
overzijde van de N240 een mooi bebost hellingpad gaan nemen, genieten we van
het prachtige schijnsel van het prille ochtendlicht op de bomen en andere
planten vóór ons.
Het pad brengt ons langs een
stenen hok.
Het opschrift boven de ingang
vertelt dat het oorspronkelijk een waterleidingfunctie heeft gehad, maar daar
is nu binnen niets meer van te zien. Rondom zijn binnen enkele zitbanken
gecreëerd voor passerende wandelaars en fietsers die binnen even willen
schuilen voor zonnehitte en regen. Op de voorkant van het gebouwtje heeft
iemand met grote letters geschreven: ‘Road to Santiago!’.
Dat we nog steeds door de
Pyreneeën lopen, blijkt ook wel uit het feit dat we over dit berghellingpad
weer omhoog gaan. Daarbij is heel goed te zien dat we vandaag op de zijkant van
de brede vallei van de Rio Aragón lopen. Ver beneden ons zien we de rivier, en
af en toe horen we vandaag op delen van het traject de betrekkelijk smalle
stroomversnellingen. Ook zien we een heel eind verderop in het lager gelegen
dal dat daar nog hard wordt gewerkt aan de aansluiting van een lokale weg op de
nieuwe A21.
Stijgend en dalend voorwaarts
Als we al een heel eind zijn
opgeschoten, en ook op behoorlijke hoogte zijn gekomen, hebben we inmiddels
twee groepjes pelgrims gepasseerd, waaronder een Spaans stel en een Spaans
drietal van twee mannen en een vrouw, waarvan zij overigens met een pijnlijk
gezicht de afdalingen over de rotsachtige paden neemt. Als we haar passeren,
roept ze ons toe: “Knee” en “Pain”; kniepijn dus. Later horen we van
haar dat ze zijn begonnen op de Puerto de Somport, en dat de steile afdalingen
haar gedurende die eerste wandeldag al parten hebben gespeeld.
Op een hooggelegen punt
krijgen we een schitterend uitzicht over de vallei vóór ons, en zien we in de
verte al de plaats Santa Cilia de Jaca liggen, waar we straks koffie willen
drinken.
Ineens staan we voor een
vlakte tussen twee berghellingen in. We moeten via een akkerpad oversteken,
tussen twee graanstoppelvelden door.
Daarna gaat het weer verder
over stijgende en dalende paden. De route brengt ons uiteindelijk op de locatie
waar de routevariant vanuit Monasterio de San Juan de la Peña en de hoofdroute
van de Camino Aragonés weer bij elkaar komen. Eergisteren kwamen wij van links,
om over de hoofdroute verder te gaan richting Santa Cilia de Jaca.
Spaanse Hagenezen uit Madrid
De route laat ons weer een
eindje langs de N240 lopen, en zo wandelen we dan de bebouwde kom van Santa
Cilia de Jaca in.
We komen evenals eergisteren
op het dorpsplein, waar het grote metalen standbeeld van Sint Jacob staat bij
het watertappunt. In het dorpsplantsoen erachter eten we in de schaduw een
broodje bij een picknickbank.
Daarna wijken we even van de
route af, omdat we het dorpje ook willen bekijken. Eerst gaan we op zoek naar
de oude Romaanse kerk. In één van de smalle straatjes staat een garagedeur
open, en staat een Volvo met Nederlands kenteken uit Den Haag met draaiende
motor. Als ik de man in de garage in het Nederlands vraag om de weg naar de
dorpskerk, verstaat hij me niet, en vertelt dat hij een Spanjaard is die bij
een internationaal bedrijf in Den Haag werkt. Zijn vrouw komt er ook bij staan,
en in het geanimeerd gesprek dat daarna ontstaat, blijkt dat haar voornaam
‘Camino’ is. Dat is wel een bekende Spaanse meisjesnaam, maar die komt in Spanje
niet veel voor. Ze zijn oorspronkelijk afkomstig uit Madrid; wonen en werken in
Den Haag, en zijn hier nu op vakantie, en daarom niet bekend met de situatie
hier ter plekke. We nemen afscheid en zoeken en vinden verderop de oude
dorpskerk van Santa Cilia de Jaca. In het tuintje vóór de kerk zien we drie
hele oude grafstenen – de ronde steles – staan.
Als we verderop door de
smalle dorpsstraatjes lopen, vallen ons mooie details op, zoals een houten
poortdeur en een stenen torentje boven op een huis.
Koffiepauze op zijn camino’s
Vlak voordat we bij de
plaatselijke bar komen, vinden we in een portiek de ingang naar de
gemeentelijke pelgrimsherberg van Santa Cilia de Jaca.
En als we dan de bocht om
gaan terug richting dorpsplein, komen we in het smalle straatje waar een groep
pelgrims zit te pauzeren tegenover een kleine dorpsbar. Binnen bestellen we
koffie, krijgen een stempel in onze pelgrimspassen, en gaan naar buiten, waar
we te midden van de vijf andere Spaanse pelgrims – die we eerder vanmorgen al
passeerden – koffie drinken en een broodje eten.
Binnen staan in de eetzaal op
twee lange tafels nog de restanten van het ontbijt voor de pelgrims die
vannacht hier in de refugio verderop hebben overnacht. Zo te zien hebben
vanmorgen meer dan tien pelgrims hier ontbeten in de bar nabij de refugio. Ze
hebben in elk geval geen stevig ontbijt gehad, ziende op de kleine stukjes
stokbrood met jam en de kleine fabriekscroissants in plastic, die
karakteristiek zijn voor het Spaanse pelgrimsontbijt.
Natte voetenpad
Na de koffiepauze wandelen we
Santa Cilia de Jaca uit, op weg naar Puente la Reina de Jaca. Aan de overzijde
van de N240 komen we langs de ruïne van een boerderij.
Een smal door planten
overwoekerd pad ligt vóór ons tussen de boerderijgebouwen door. Aanvankelijk
een mooi paadje, maar dat wordt snel anders, want dit pad lijkt iets verderop
meer op een beek dan op een pad. Het pad staat geheel onder stromend water, dus
is niet begaanbaar. Twee Spaanse pelgrims zijn er toch doorheen gegaan met hun
wandelschoenen aan, dus die hebben gegarandeerd natte schoenen en sokken. Wij
breken rechts door de begroeiing en komen dan op een graanstoppelakker, die ook
deels onder water staat. Met een beetje heen en weer laveren, kunnen we toch
droog een eigen route bepalen over de akker, om enkele tientallen meters verder
weer een droge aansluiting te vinden op het doorgaande – wel weer droge - pad
van de Camino.
Bospad naar de rivier
We komen wederom bij de N240
en volgen het smalle bermpad langs de drukke verkeersweg. In een bocht kunnen
we het bermpad verlaten, om aan de overzijde van de N240 tussen de bomen door
een mooi hellingbospaadje af te gaan. Hier gaan we heerlijk in de schaduw
langzamerhand bergafwaarts, om steeds dichter bij de Rio Aragón te komen.
Tussen de bomen door zien we de brede rivierbedding, waar hier en daar smalle
snelle waterstroompjes lopen. Op een plek waar de rivier veel kleine
rivierkeien heeft afgezet, hebben ettelijke pelgrims van die keien zogenoemde
steenmannetjes gebouwd, bestaande uit op elkaar gestapelde rivierkeitjes. We
hebben ze in al die jaren pelgrimeren al zo vaak gezien onderweg, maar zoveel
op één plek bij elkaar, dat is toch wel heel bijzonder.
Langs het bospad staat verderop
één mooie witte paddenstoel eenzaam mooi te wezen.
Over de Puente
Als we over dit schaduwrijke
bospad het bos verlaten vlakbij de rivieroever zien we iets verderop de lange
stenen brug (puente) over de brede rotsachtige rivierbedding. Dit is de brug
waar de plaats Puente la Reina de Jaca naar is genoemd.
De doorgaande camino passeert
op onze oeverzijde deze plaats, maar wij kiezen ervoor om hier via deze brug de
Rio Aragón over te steken, om de plaats Puente la Reina de Jaca binnen te
wandelen.
Dit is de plaats van onze
bestemming voor vandaag, en daarmee ook de tijdelijke eindhalte van onze
doorgaande Camino Aragonés.
Aan de overzijde van de brug
is het vanwege wegwerkzaamheden lawaaierig en een drukte van belang, dus we
lopen snel door naar de horecagelegenheid tegenover het benzinestation van het
dorp.
Afsluiting met Tortilla Patates
Het is nog geen 12:00 uur,
dus we hebben de afstand van 20,5 kilometer mooi vlot afgelegd vanmorgen. Er
zijn twee opties om weer terug te keren naar onze camping, te weten met de
lijnbus of met een taxi. De lijnbus vertrekt pas over tweeëneenhalf uur
richting Jaca, dus het is qua tijd aantrekkelijker om een taxi terug te nemen.
Bij het restaurant hangt een blauw Taxi-bord aan de muur van de bar. Als we
binnen de barkeeper vragen naar een taxi vertelt hij dat die over een uur hier
langs komt, en dat we dan mee kunnen naar Jaca. Dat komt mooi uit, want dan
kunnen we hier in de bar prima pauzeren alvorens we terugrijden.
We bestellen Café Americano
met overheerlijke Tortilla Patates met brood erbij, en genieten van een
heerlijke Spaanse lunch in de bar, zulks ter aangename afsluiting van onze
succesvolle zomerpelgrimage van 2019.
We zijn van plan om volgend
jaar de draad hier in Puente la Reina de Jaca weer op te pakken, om onze
pelgrimstocht over de Camino Aragonés voort te zetten richting Santiago de
Compostela.
Resumé van onze zomerpelgrimage 2019
- Gedurende deze zomervakantie hebben we 18 dagen gewandeld, waarvan
om te beginnen de laatste 15 etappes op de Franse Via Tolosana en tot slot
de eerste 3 etappes op de Spaanse Camino Aragonés.
- De kortste dag-etappe dit jaar had een lengte van 15,8 kilometer
en de langste dag-etappe die we tijdens deze vakantie liepen, was 33,7
kilometer.
- In deze 18 wandeldagen hebben we 435,6 kilometer afgelegd, hetgeen
een gemiddelde afstand van 24,2 kilometer per dag-etappe betekent.
- Bijzonder – toevallig - is dat we zowel dit jaar als ook vorig
jaar ongeveer 430 kilometer hebben gepelgrimeerd op de route vanuit Arles
richting Santiago de Compostela, en dat we daarmee totaal nu 870 kilometer
van deze pelgrimstocht hebben gelopen.
- Voor deze zomerpelgrimage hebben we gebruik gemaakt van vier
uitvalsbases, te weten de drie Franse campings in L’Isle-Jourdain, Marciac,
Oloron-Sainte-Marie en de Spaanse camping in Jaca.
- Voor het heen- en/of weer-verkeer hebben we gedurende elf dagen
gebruik gemaakt van een taxi, vier dagen alleen van de trein, twee dagen
alleen van de bus, één dag van een combinatie van taxi en trein, één dag
van een combinatie van bus en trein, en één keer konden we meeliften met
een vriendelijke mevrouw die op weg was naar de plaats van ook onze bestemming.
Dat heeft ons uiteindelijk 28 euro gemiddeld per dag gekost, en voor dat
bedrag van nog geen drie tientjes waren we elke dag in de gelegenheid om
weer terug te keren naar onze camping, waar onze caravan met alle
benodigdheden staat om ook buiten de wandeldagen/-uren om een aangenaam
verblijf te hebben in de streken die wij doorkruisen. Pelgrimeren en
(daarmee) vakantie vieren gaan zo voor ons op voortreffelijke wijze hand
in hand.
- Het hoogste punt dat we tijdens alle beklimmingen dit jaar hebben
bereikt, ligt op 1.632 meter, op de Frans-Spaanse grensplek Col du
Somport/Puerto de Somport, zijnde de bergpas over het hooggebergte van de
Pyreneeën, waar we Frankrijk verlieten en Spanje binnen wandelden.
- De dagtemperaturen die we tijdens deze 18 wandeldagen hebben
gemeten, lagen tussen de 12 en de 40 graden Celsius.
We zijn dankbaar dat het ons
is gegeven om samen deze prachtige zomerpelgrimage te maken en gezond en wel te
volbrengen. Ruim vierhonderd kilometer gelopen en geen blessure of ongeluk
opgelopen, en bovenal elke wandeldag de uitdaging aangegaan om de geplande
etappe goed te volbrengen, met af en toe riskante paden, maar toch overwegend
prachtige etappes met ook dit jaar weer bijzondere, onvergetelijke ervaringen.
Zo’n mooie zomervakantie wens je toch iedereen toe. Wij gaan in elk geval met
een heel goed gevoel en tevreden weer terug naar huis, om nog lang na te
genieten van onze belevenissen onderweg, en verwachtingsvol vooruit te kijken
naar het vele en goede dat ons hopelijk nog toe zal vallen in een toekomst op
deze en andere Camino’s.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten