vrijdag 31 augustus 2012

Camino-koekjes van Spaans deeg voor Jabikspaad-bestuurders

Donderdag 30 augustus 2012
Camino-koekjes en Sint Jacobsbidprentjes met een verhaal















De pelgrim komt weer thuis
Ook de bestuursleden van de Stichting Jabikspaad Fryslân hebben in de afgelopen weken en maanden vele kilometers gelopen op pelgrimspaden en op andere paden andere in Fryslân, in Nederland en in het buitenland. Vanavond komen we als voltallig bestuur van de Stichting Jabikspaad Fryslân weer voor het eerst in het nieuwe seizoen bijeen. Meer dan voltallig, want vanavond mogen we ons nieuwe bestuurslid Gosse Ytsma verwelkomen in ons stichtingsbestuur. We hebben weer een nieuwe seizoen voor de boeg, met ook voor het komende jaar weer een aantal mooie uitdagingen voor ons Fries-Overijsselse pelgrimspad, het Jabikspaad.

Spaanse Koekjes en bidprentjes voor Friese pelgrims
Maar voordat we aan het zakelijke deel van de vergadering beginnen, nemen we eerst voldoende tijd om aandachtig te luisteren naar alle pelgrimsverhalen, wandelavonturen en andere zomergebeurtenissen van de afgelopen zomervakantieweken. Als pelgrims eenmaal beginnen te vertellen over wat ze onderweg op het pelgrimspad hebben meegemaakt, kun je het beste even alle andere dingen loslaten, om volop mee te genieten van hun beeldende beschrijvingen over schilderachtige plekken en vooral ook van de vele bijzondere ontmoetingen en de verrassende gebeurtenissen.
Bestuurslid Klaske Wijbenga heeft de koffie klaar en ik heb van de Spaanse camino een doos vol Spaanse koekje meegenomen, koekjes in de vorm van Jacobsschelpen, het symbool van de pelgrim die loopt of die liep naar Santiago de Compostela. Voor iedereen heb ik uit het Galicische Boente een bidprentje meegenomen, waarop Sint Jacobus de Meerdere staat afgebeeld, het beeld dat Durkje en ik op 18 augustus 2012 bezochten in het kleine dorpskerkje van Boente.

Terzake
In het tweede deel van onze bestuursbijeenkomst behandelen we in sneltreinvaart een groot aantal items, die in de afgelopen maanden en weken de revue zijn gepasseerd. Groot nieuws is dat de herdruk van onze routegids onlangs is gepubliceerd en ook al via de website van het Jabikspaad en via bijvoorbeeld VVV's en bij de boekhandel verkrijgbaar is. We bespreken kort welke activiteiten in de komende maanden door en voor pelgrims worden georganiseerd in ons Pelgrimsinformatiecentrum in De Groate Kerk van Sint-Jacobiparochie, of elders in Fryslân en in Nederland. Het Jabikspaad en onze routegids genoten in de afgelopen weken volop belangstelling van de media, in kranten en tijdschriften en bij de regionale radio.
Tenslotte bespreken we nog enkele routezaken voor wat betreft het Jabikspaad. Zo'n langeafstandspad vraagt voortdurend onderhoud qua bewegwijzering en attent zijn op allerlei mogelijke obstakels en route-aanpassingen. We doen al het mogelijke om met een optimale mix van routegids, actuele wijzigingsinformatie op onze website en een duidelijke bewegwijzering met borden en stickers langs het pad de pelgrims en andere wandelaars en fietsers op ontspannen wijze over ons Jabikspaad te geleiden.

SSW 2012 @ Stenden van start

Maandag 27 augustus 2012 
Gelegenheid om kennis met elkaar te maken in de Canteen















Vroege vogels
Als ik tegen 7.30 uur het parkeerterrein van Stenden Hogeschool aan de Rengerslaan in Leeuwarden op rijd, komen de eerste studenten ook al op de fiets het parkeerterrein op. Je kunt zien dat ze nog niet precies weten waar ze langs moeten. Ze kijken tijdens het fiets zoekend om zich heen, waar ze worden verwacht.

SSW 2012 @ Stenden
Vandaag gaat de StudieStartWeek van Stenden Hogeschool van start. De StudieStartWeek is de algemene introductieweek voor alle beginnende eerstejaars studenten van Stenden Hogeschool. Het is de gelegenheid bij uitstek om de studentenstad Leeuwarden te ontdekken, om onze Stenden Hogeschool te leren kennen en om allerlei andere aspecten van het boeiende studentenleven te beleven.
In de komende werkdagen worden verschillende activiteiten ondernomen en evenementen bezocht. Je maakt onder andere kennis met je medestudenten, maakt kennis met het onderwijs en met de hogeschool. Verder zijn er diverse spelactiviteiten en uiteraard avontuurlijke studentenfeesten in de avonduren., want ook dat hoort er allemaal bij.

Host-students
De StudieStartWeek is een verplicht onderdeel van de studie en valt niet te vergelijken met een ontgroeningweek, zoals die door sommige studentenverenigingen worden georganiseerd. Het is een week van entertainment en kennismaking. Je krijgt als studiestarter in zo'n week belangrijke informatie, die je kan helpen bij de start van je studie. De indeling van de groepen gebeurt per opleiding doorgaans at random en en de meeste groepen krijgen voor de hele week twee begeleiders toegewezen. Dat zijn ouderejaars studenten van je opleiding - de 'hosts' - die de hele week met je mee gaan als gids, om je wegwijs te maken.

Klaar voor de start
Als ik vanmorgen door de Canteen van het bestuursgebouw naar het onderwijsgebouw loop, is het een drukte van belang in onze hogeschoolkantine. De studenten groeperen zich in groepen rond de tafels in de Canteen. Aan de kleuren van de shirts herken je de verschillende rollen die eerstejaars en ouderejaars studenten hier vervullen. De Stenden-roze shirts worden gedragen door de Host-students en aan de Stenden-paarse shirts herken je de eerstejaars studenten. Verder zie ik studenten van de studentenvereniging en ook hogerejaars studenten die deze StudieStartWeek organiseren en coördineren en hier en daar zie ik een enkele begeleidende docent.
De rollen zijn duidelijk, het programma is klaar, de studenten zitten klaar om van start te gaan; het is hier in de Canteen en ook elders in de hogeschool gezellig druk, dus het zal vast weer een fantastische StudieStartWeek worden.

Laatste Hulp Bij Zeehonden

Woensdag 22 augustus 2012
Overdracht van de Zeehondentransporter in de Zeehondenambulance


















Terug in Nederland
Op onze driedaagse terugreis vanaf de Spaans-Galicische camino naar Fryslân passeren we vanmiddag de Belgisch-Nederlandse grens. Onze laatste rustpauze nemen we in Meerkerk, langs de A27, iets ten noorden van Gorinchem. We parkeren de auto met de caravan naast twee opvallende auto's, die met de ruggen tegen elkaar aan staan. De laadklep van de witte auto ligt in de bagageruimte van de gele.Vier mensen zijn in en bij de auto druk bezig.

Dood
"Hij is al dood, hoor!", roept één van de mannen, als Durkje en ik langs de beide auto's lopen. Als we in de witte auto kijken, zien we een twee meter lang grijze zeehond liggen; inderdaad dood.

Zeeuws Zeehondentransport
De witte wagen is de Zeehondentransport-auto van de Regio Zuid-west in Zeeland. Met rode letters staat op de auto de afkorting EHBZ: Eerste Hulp Bij Zeehonden. Het is een auto van de Zeehondencrèche van Lenie 't Hart. De EHBZ kwam in dezen te laat, want het dier was al dood toen men de zeehond afhaalde van de Zeeuwse kust. De maand augustus is doorgaand een drukke maand voor de medewerkers van de Zeehondencrèche, want in deze maand spoelen veel bruinvissen en jonge zeehonden aan op de Nederlandse kust. Voor deze grote grijze zeehond kwam de toegesnelde hulp helaas te laat.

Groningse Zeehondenambulance
De gele auto is de Zeehondenambulance van de Zeehondencrèche in het Groningse Pieterburen, waar de zeehondencrèche is gevestigd. Eén van de aanwezige medewerkers vertelt dat Meerkerk de vaste plaats is waar de Zeeuwen zieke en dode zeehonden overdragen aan de Groningers. Vandaag moet deze dode grijze zeehond worden getransporteerd van Zeeland naar Groningen, om daar nader te worden onderzocht op de doodsoorzaak van deze zeehond.
Met vereende krachten schuiven de vier medewerkers van de Zeehondencrèche het zware kadaver van de dode zeehond langzaam van de witte in de gele auto. Als we van onze koffiepauze terugkomen, is de Zeehondenambulance al naar Noord-Nederland vertrokken.

woensdag 29 augustus 2012

Pelgrimeren van Arzúa naar Pedrouzo

Als pelgrims bij Sint Jacob onder de grote Jacobsschelp in de kerk van Pedrouzo

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Camino Santiago > Roncesvalles – Santiago de Compostela

Van Arzúa naar Pedrouzo
Zondag 19 augustus 2012 – 19 km.
Dag 151: 3236 - 3255 km

De op één na laatste etappe
Het thema dat de ANWB in haar routegids gaf aan het pelgrimstraject dat Durkje en ik vandaag gaan wandelen, is: ‘De op één na laatste etappe’. Dat thema is in haar eenvoud voor elke pelgrim klip en klaar. Je loopt als pelgrim je voorlaatste etappe van Arzúa naar Pedrouzo, en daarna wandel je op je laatste pelgrimsdag van Pedrouzo naar Santiago de Compostela.
Morgen brengen we onze huurauto terug naar Ponferrada en halen we daar onze gerepareerde auto weer op. Omdat onze zomervakantie vandaag de laatste week in gaat, reizen we morgen weer richting Nederland.
Wij lopen vandaag nog wel de voorlaatste etappe, maar we bewaren de laatste etappe voor later. We willen hier in Galicië nóg een keer terug komen, om dan eerst het laatste traject van Pedrouzo naar Santiago de Compostela te lopen, om daarna nog in enkele dagen van Santiago de Compostela naar Finisterre aan de Atlantische Oceaankust te lopen.

Arzúa
Vanmorgen vertrekken we rond 7.15 uur met onze huurauto vanaf de camping in Portomarín, om naar Arzúa te rijden. Daar begint onze voorlaatste pelgrimsetappe bij de plaatselijke, gesloten kerk om 8.20 uur. De veters van de schoenen nog even checken ….
En dan lopen we door een nauwe straat het stadje uit. In de Middeleeuwen liep dit straatje hier ook al als onderdeel van de Sint-Jacobsroute. Je loopt tegenwoordig over een vrij recent aangelegde calzada, die buiten Arzúa over gaat in een onverharde weg.
We steken de Río Landrón over en wandelen door het gehucht As Barrosas.
Daarna nemen we de geasfalteerde weg naar het dorpje Pregontoño.
Voorbij Pregontoño steken we eerst een asfaltweg over en dan gaan we een klein eindje verder onder de N547 door. Vanuit die onderdoorgang volgt een flinke klim, waarna we vanaf een pad langs akkers een mooi uitzicht hebben over de stad Arzúa, die we zojuist achter ons hebben gelaten.

Warm tot heet
Het is bewolkt. De temperatuur is vanmorgen zo vroeg al 15 graden Celsius en het is broeierig weer. De temperatuur loopt vandaag tijdens onze wandeling op tot 27 graden Celsius, maar later op de dag – als we onze wandeling al lang achter de rug hebben - meten we ook 37 graden Celsius. Tijdens onze wandeling is het dus nog warm, maar het wordt heet vandaag.
We lopen vlak langs het dorp Cortobe en komen door het dorpje Peroxa.
Daarna volgt eerst een loofbos. Nadat we daarin eerst omhoog zijn gegaan, gaan we naar een heel mooi beekdal, dat door een eikenbos voert. Vanuit het dal gaan we over de helling omhoog naar een niet zo hoog gelegen plateau. Daarna komen we in het gehucht Taberna Vella.

A Calzada
Dan zijn we van plan om naar A Calzada door te lopen. Onderweg wordt de voormalige, doorgaande route van de camino tijdelijk onderbroken. We kruisen namelijk de plaats waar men met graaf- en grondwerkzaamheden bezig is om de nieuwe autosnelweg naar Santiago de Compostela aan te leggen.
We moeten een hele kleine omweg maken om van de ene kant van de nieuwe snelweg de verbinding van de camino aan de andere kant van de snelweg te maken.
Na dit ‘avontuur’ kunnen we over de oude camino verder lopen naar de plaats A Calzada.
Tegenover een boerderij vindt Durkje een brede haag met rijpe bramen.
In die tijd van bramen plukken en bramen eten, ben ik in de gelegenheid om even een kijkje te nemen in de koeienstal van de veeboer hier ter plaatse.
De in gebruik zijnde bedrijfsgebouwen lopen in de pas met 2012, maar de oude bedrijfsgebouwen en woonruimte die aan de andere zijde staan, lopen meer in de pas met een jaartal van zo’n honderd jaar eerder.
Voorbij A Calzade lopen we langs een perceel nieuwe bosaanplant van Eucalyptussen.

Schilderachtig Calle
We volgen een schitterend oud pad met op een gegeven moment aan onze linkerzijde een metershoge, mooi begroeide rotswand.
Zo’n tien minuten later komen we in het plaatsje Calle.
Onze routegids vertelt dat we hier straks onder een hórreo door zullen lopen, die over de straat heen is gebouwd. Welnu, de basis van die hórreo ligt Anno 2012 inderdaad nog hoog boven de straat, maar de hele opbouw van de hórreo is verdwenen.
We gaan verder door de smalle straatjes van dit schilderachtige dorpje.
Verderop lopen we onder een afdakje door, dat is begroeid met druivenstruiken.
Dit dorp zou een prachtige filmlocatie kunnen zijn van een romantische film over het leven op het oude Spaanse platteland.
Aan het eind van het dorp bij een stromend beekje, lopen we over de beekbrug langs de oude stenen wasplaats van het dorp.
Dan volgt aan onze rechterhand nog een idyllisch plaatje van twee oude wagenwielen, een hooggebouwde hórreo en de kopgevel van een oud natuurstenen gebouwtje. Met de aankledende begroeiing erbij zomaar weer een schilderachtig plaatje en voldoende aanleiding voor al wéér een mooie foto.

Boavista
Voorbij Calle volgt een holle weg van de oude Sint-Jacobsroute, gevolgd door een stukje asfaltweg en een onverhard pad, dat ons naar het gehucht Boavista voert.
Boavista en het volgende dorp Salceda zijn twee kleine boerendorpen, waar men voor een groot deel bestaat van veeteelt. Links en rechts van ons rijden de camino-fietsers door de smalle straatjes van de dorpjes en over de brede en smalle paden van de camino om ons heen. De ene camino-fietser heeft een fietsbel, een ander een alarmerende hoorn, een derde roept al van verre dat hij of zij eraan komt, en een ander laat het er volledig op aan komen en vliegt zonder enige waarschuwing - soms bijna onverwacht - om je heen. Gelukkig gaat het tot nu toe altijd goed tijdens het passeren, maar een ongeluk zit wel in een klein hoekje. Ook tussen Boavista en Salceda zoeven de camino-fietsers om ons heen. Wandelaars en fietsers zijn hier als het ware één mobiele gemeenschap. Nagenoeg iedereen die elkaar hier voorbij gaat, groet de ander hartelijk met bijvoorbeeld: “olla” en/of “buen camino’.

Salceda
We hebben bepaald dat we in Boavista of in Salceda koffiepauze zullen nemen. Boavista heeft geen horecagelegenheid, dus we moeten op enige afstand van de N547 over een mooi voetpad boven deze drukke verkeersweg nog even doorlopen naar Salceda.
Als we bij de N547 komen, zien we in de verte enkele horeca-gelegenheden voor pelgrims aan beide zijden van de N547. We kiezen voor de middelste, aan de overzijde van de weg. En wie zien we daar al vanuit de verte op het terras staan, zich klaarmaken voor vertrek? Juist, het pelgrimsduo Klaas & Arianne uit Alkmaar, dat wij ook gisteren tijdens onze koffiepauze ontmoetten. Ze hebben net hun koffiepauze afgerond, dus we praten nog even en dan gaan zij verder en wij aan de koffie.

Brea en Rabiña
We lopen langs het plaatsje Ras en gaan dan over een onverharde weg naar het plaatsje Brea.
Voorbij Brea zien we een oude vrouw op een aantal dode boomstammen zitten onder een grote blauwe paraplu. Ze houdt als waakzame schaapherder de schapen goed in de gaten, die een eindje verder in het weiland grazen.
Het volgende dorp waar we doorheen komen, is het plaatsje Rabiña.
Daarna  komen we weer bij de N547. Een richtingbord dat ons de richting van Santiago de Compostela wijst, is door passerende pelgrims geheel beschreven met boodschappen voor volgende pelgrims. Veel verkeersborden zijn onderweg langs de camino op deze wijze beklad.

Alto de Empalme
We volgen de N547 om naar het hoogste punt voor vandaag te klimmen, over het pad langs deze verkeersweg. We arriveren dan op de 405 meter hoge Alto de Empalme, ook wel de Alto de Santa Irene genoemd, omdat iets lager het dorpje Santa Irene ligt. Boven op deze heuveltop bevinden zich enkele horecagelegenheden.
Aan de andere zijde van de heuveltop gaan we naar beneden. Langs het bospad van de camino bloeien mooie planten.

Santa Irene
Met een korte tunnel gaan we onder de N547 door. Bij de ingang van de tunnel wordt de locatie van de kerk en van enkele nabije pelgrimsherbergen getoond op een natuurstenen plaat, die is opgehangen tegen de tunnelwand.
Aan de andere zijde van de tunnel onder de N547 staat een kleine kapel bij een waterbron, waar pelgrims enkele memoria hebben gedeponeerd.
We proberen een stempel te krijgen in de kapel van Santa Irene, maar die kapel is helaas gesloten. We moeten om groot rooi-materieel heen lopen van bosbouwers, die vandaag – zondag – vrij zijn. Hun bosbouwmachines en materieel staat hier in de berm langs de oude doorgaande weg.

Rúa
We steken de N547 weer over en dan ontmoeten we de jonge Spanjaard, die wij enkele dagen geleden uitgeput ontmoetten bij het klooster in Samos. Hij is toen de hele dag bij en in het klooster van Samos gebleven en is de dag erna weer verder gaan lopen. Inmiddels heeft hij een Spaanse wandelmaat ontmoet, met wie hij nu al enkele dagen loopt.
We komen bij het dorpje Rúa en passeren daar een huis met een grote moestuin achter de woning. Veel Spanjaarden hebben op het platteland nog een moestuin, hebben we onderweg gezien.
We komen dan bij, in en door een bos met hoge, ranke Eucalyptusbomen.
Aan het eind van het bos passeren we een herdenkingsmonument, ter nagedachtenis aan een Ierse pelgrim die in het jaar 2003 in Santiago de Compostela in haar slaap overleed, vlak nadat ze in Santiago de Compostela was gearriveerd.
Bij een metershoge rots komen we in Rúa het bos weer uit.
Een oude houten boerenkar staat hier in een nis langs de doorgaande weg.
Het is een schilderachtig straatje van Rúa waar we hier doorheen wandelen.

Pedrouzo in zicht
Dan komen we weer bij de N547. Als we de N547 oversteken, zien we links van ons in de verte de eerste gebouwen van onze bestemming voor vandaag: Pedrouzo.
We lopen over een bospad achter de gebouwen van Pedrouzo langs. Nadat we om een sporthal en langs een sociaal-cultureel centrum zijn gelopen, komen we op een splitsing, waar de camino rechtsaf gaat en daar iets verderop in het bos verder gaat.
Op dit punt beëindigen wij onze pelgrimage voor deze zomervakantie. We wandelen linksaf naar het centrum van Pedrouzo. Daar vragen we aan een man en een oude vrouw waar we de plaatselijke kerk kunnen vinden. Aan de overzijde van de hoofdstraat vinden we in een buitenwijk van Pedrouzo de dorpskerk.

Afsluitend kerkbezoek in Pedrouzo
Gelukkig is de kerk open, want we willen graag deze pelgrimsdag en deze vier pelgrimsweken afsluiten met een mooi kerkstempel van Pedrouzo. Gelukkig is de kerk wel open en kunnen we een stempel zetten in onze pelgrimspaspoorten.
In deze kerk vinden we een schilderij van Sint Jacob de Meerdere en van Sint Jacob de Mindere.
In het koor van de kerk zien we een enorme Jacobsschelp in een kleur van parelmoer.
We willen aan de vier hier ook aanwezige Spanjaarden vragen om van ons samen een foto te maken bij deze enorme Jacobsschelp. Als ik naar de ingang van de kerk loop – waar die Spanjaarden staan – zie ik dat Arianne de kerk ook binnenloopt. We hadden niet verwacht dat we haar en haar echtgenoot Klaas nog (eens) zouden ontmoeten vandaag. Klaas zit verderop te wachten en Arianne komt hier even om pelgrimsstempels te halen. Arianne maakt een aantal foto’s van ons bij de grote parelmoer Jacobsschelp in het koor van deze dorpskerk.
Dan stempelt Arianne hun stempelkaarten ook af, zoals wij dat zojuist al hebben gedaan.

Pedrouzo - Molinaseca
Daarna lopen we met Arianne weer terug naar het centrum van Pedrouzo. Daar nemen we opnieuw afscheid van elkaar. Zij gaat weer terug naar Klaas. Ze willen vandaag nog een stukje verder lopen.
Durkje en ik lopen door de hoofdstraat van Pedrouzo, op zoek naar een taxi. We kopen nog enkele pelgrimsansichtkaarten in de pelgrimsspeciaalzaak van Pedrouzo en dan belt de winkelier voor ons een taxi, die ons van Pedrouzo weer terug rijdt naar Arzúa.
Vanuit Arzúa rijden we met onze huurauto naar Ponferrada, waar we morgen onze eigen auto weer gerepareerd af kunnen halen bij de garage.
Uiteindelijk rijden we nog even door naar Molinaseca, waar we inchecken in een hotel voor de komende nacht. We dineren vanavond op het terras van een restaurant naast de oude Romeinse brug van dit dorp. We waren hier ook al op onze pelgrimsdag van 9 augustus 2012. In dit gezellige pelgrimsstadje sluiten we onze vier weken durende pelgrimsreis van de zomervakantie van 2012 op passende wijze af.

Terugblik
Met dit laatste dagtraject is een eind gekomen aan onze bijzondere 26 zomervakantiedagen pelgrimeren over de Spaanse camino. In deze 26 dagen hebben we totaal 585,5 kilometer gelopen, bij een gemiddelde afstand van 22,5 kilometer per wandeldag; iets hoger dan ons reguliere daggemiddelde van 21,6 kilometer. Het wandelen is in de afgelopen vier weken voor ons beiden perfect verlopen.

Nog 100 kilometer
We beëindigen hiermee onze 151e pelgrimsdag, waarbij de totaalstand van het afgelegde pelgrimspad vandaag op 3.255 kilometer is komen te staan. Na deze 26 dagen hebben we het traject van Navarrete tot Pedrouzo achter de rug. Dit betekent dat we bijna onze gehele pelgrimage achter de rug hebben en dat we nog ongeveer 20 kilometer Spaanse camino vóór ons hebben liggen alvorens we in Santiago de Compostela arriveren. Daarna volgt nog de ongeveer 80 kilometer van Santiago de Compostela naar Finisterre, het absolute eindpunt aan de kust van de Atlantische Oceaan. Nog 20 + 80 = 100 kilometer!

Pelgrimeren van Palas de Rei naar Arzúa

Vijf Nederlandse pelgrims: Arianne & Klaas en Marloes en Wiep & Durkje



















Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Camino Santiago > Roncesvalles – Santiago de Compostela

Van Palas de Rei naar Arzúa
Zaterdag 18 augustus 2012 – 27 km.
Dag 150: 3209 - 3236 km


Palas de Rei
In de ochtendschemering verlaten Durkje en ik om 7.10 uur met de huurauto Camping Santa Marina te Portomarín. We rijden van Portomarín naar Palas de Rei, om vandaag van Palas de Rei de 27 kilometer naar Arzúa te wandelen. We parkeren de auto in het centrum van Palas de Rei en staan daar om 7.45 uur klaar bij het standbeeld van de pelgrim.
Het is vanmorgen nog fris; de thermometer geeft 9 graden Celsius aan. We weten van een Spaanse pelgrim dat het vandaag warm zal worden; zij had ons eerder deze week al een warme zaterdag beloofd.
Het thema van deze pelgrimsdag is volgens de ANWB-wandelgids ‘Calzades en corredoires’. In dat thema had ook het woord ‘Hórreos’ niet misstaan, want ook vandaag zien we weer veel van deze maïsopslagplaatsen op de erven van boerderijen en van andere woningen.
Vanuit het centrum gaan we door een nauw straatje naar de N547, om die over te steken. We passeren in dit lager gelegen deel van Palas de Rei een pelgrimsbeeld van twee expressief tegenover elkaar staande pelgrims.

A Lagua
We lopen door het dorpje Carballal, dat we verlaten als we de N547 weer oversteken.
We lopen even langs de N547 en gaan dan heuvelafwaarts, op grotere afstand van de N547. Het mooie pad dat we bewandelen, gaat door het vochtige gebied van A Lagua. Op de laagste plek zijn stapstenen langs het pad gelegd, om bij een hoge waterstand met droge voeten door dit lage deel te kunnen lopen.
Verderop gaan we door een corredoire (hol pad). De eerste zonnestralen vallen nu over de linker aarden wal van het holle pad. Als we over het holle pad lopen, loopt onze schaduw vóór ons uit over die aarden wal.

Dorpjes en gehuchten
In het dorpje San Xiau de Camiño komen we langs enkele mooie hórreos, de kenmerkende Galicische maïsopslagplaatsen van natuursteen, die op een verhoging zijn gebouwd.
Daarna volgen de dorpjes Pallota en Ponte Campaña.We gaan door een eikenbos en door het gehucht Grana, eigenlijk niet veel meer dan de ruïne van een huis met een daar achter staand ogenschijnlijk nog bewoond huis.
Direct daarna volgt het plaatsje Casanova. De herberg aan het eind van het dorp is op dit nog vroege moment van de ochtend al gesloten. De laatste pelgrims zijn vertrokken en vanaf 13.00 uur gaat de refugio weer open voor de komende nacht.
De pelgrimsroute gaat hier wisselend omhoog en omlaag. We besluiten dat we koffie zullen drinken in Furelos of desnoods in Melide. Dan hebben we in elk geval de eerste 10 van de 27 kilometers achter de rug. Eerst passeren we het gehucht Coto. De routegids meldt dat hier bij Casa de la Somoza een bar is met een gezellig terras, dat een populair trefpunt is van pelgrims.

Koffie in Coto
We zijn dus van plan om dit koffiepunt voorbij te wandelen. Maar dan zien we tot onze verrassing het Alkmaarse pelgrimsduo Klaas & Arianne en de Sneker pelgrim Marloes met zijn drieën hier op het terras zitten. Dan kun en dan wil je niet meer verder lopen, want het is een unieke gelegenheid om deze pelgrims - die wij in de afgelopen dagen steeds afzonderlijk ontmoetten - nu eens tegelijk te ontmoeten. We nemen plaats bij hen op het terras en zitten geruime tijd gezellig met zijn vijven te praten over onze pelgrimages, over wat we onderweg allemaal hebben beleefd.
Eerst vertrekken Klaas & Arianne en daarna ook Marloes. We zullen ze vandaag vast later nog wel eens zien, schatten we in.
Tenslotte gaan ook Durkje en ik verder. Voorbij Coto gaan we over een pad, waar voor een deel nog het oude plaveisel ligt van de vroegere calzada, waar de camino al eeuwen over voert.

Leboreiro
We komen in het dorpje Leboreiro. Door de dorpsstraat komt een paardenkar aanrijden. Het paard trekt een kar, waarop drie jongens zitten. De middelste jongen ment het paard.
Links van ons zien we dat tegen de gevel 13 Jacobsschelpen zijn ingemetseld. Ze zijn alle geverfd met een gele camino-verf en ingemetseld in de vorm van een camino-pijl, die ons de juiste richting wijst.
In de kerk van Leboreiro halen we een kerkstempel voor onze pelgrimspaspoorten. Hier ontmoeten we de Friese pelgrim Marloes weer, die hier ook een stempel verkrijgt.
Ook aan de andere zijde van Leboreiro gaan we verder over de restanten van de oude calzada. Grote en kleinere stukken natuursteen vormen hier het wegdek van de calzada. Je moet de oorspronkelijke st(r)aat wel met een korreltje zout nemen, want door het midden van dit pad loopt een rioolstelsel met putten voor een vlotte afvoer van hemelwater.
Ook de brug met spitsbogen die we verderop over steken, herinnert aan de al lang vervlogen tijden van de eeuwenoude camino.

Pelgrimskunstwerken
Verderop is het pad weer met steenslag bedekt. We passeren het gehucht Disicabo.
Als we de stad Melide naderen, lopen we over een breed voetpad langs een bedrijventerrein. Langs het pad staat een metalen pelgrimskunstwerk.
Iets verderop staat een metalen zwaardkruis op een hoge natuurstenen zuil.
Veel pelgrims leggen op alle mogelijke plaatsen grotere of kleinere steentjes neer. Ook hier zie je dat reeds gepasseerde pelgrims gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid om kleine steentjes neer te leggen, als symbool van wat hen beweegt of raakt. De natuurstenen zuil onder dit zwaardkruis heeft horizontale groeven. In die inkepingen hebben pelgrims hun steentjes gelegd.

Furelos
Nog voordat we Melide bereiken, komen we eerst door het dorpje Furelos. Vlak voordat we Furelos in wandelen, ontmoeten we de Noordhollandse pelgrims Klaas & Arianne weer.

We lopen met zijn vieren Furelos binnen via de fraaie oude stenen brug over de Río Furelos.
In dit mooie dorpje lopen we eerst naar de dorpskerk, om daar een pelgrimsstempel te vragen. Ook hier zit een jonge Spaanse om alle pelgrims een stempel te geven, met daarbij de datum van vandaag geschreven, zoals dat te doen gebruikelijk is hier op de camino.

Melide
Voorbij Furelos gaan we verder omhoog naar de stad Melide. Op de plaats waar we de hoofdstraat van Melide bereiken, heeft een horecaondernemer een mooi beeld van Sint Jacob tegen de binnenmuur van een portiek laten bevestigen.
Het is buitengewoon druk op dit moment van de zaterdagochtend in de hoofdstraat van Melide. We steken de drukke doorgaande weg over en lopen in de richting van de stadskerk. In de viswinkel - waar we recht op af lopen - wordt door dames vis verkocht en gekocht.
In de winkelstraat worden we in het Duits aangesproken door een oudere Spanjaard, die tijdens zijn werkzame leven 30 jaar heeft gewerkt in Duitsland en in het Duitstalige deel van Zwitserland. Hij geeft ons enkele tips met betrekking tot kerkbezoek en toont ons de beste pelgrimsroute de stad uit.  

Kerkbezoek in Melide
We bezoeken de stadskerk van Melide. De rode loper is uitgelegd en die wordt op dit moment gestofzuigd. Het ruikt heerlijk naar de bloemendecoratie. De man en de vrouw die binnen bij de ingang zitten om pelgrims te ontvangen en om hen stempels te geven, vertellen dat hier straks een huwelijk zal worden ingezegend. De aanwezige Duitssprekende priester die ons een pelgrimsstempel geeft, vertelt dat hij vroeger in het Duitse München en in het Oostenrijkse Innsbruck theologie heeft gestudeerd. Hij is nu priester in Madrid, maar helpt hier in de zomer de pelgrims die deze kerk bezoeken.
In deze kerk hangt een oud schilderij van Santiago, ofwel Sint Jacob.
Na dit kerkbezoek, gaan we nog naar binnen in een kapel, die vlakbij de centrale stadskerk staat. In een nis van de kapelmuur zie ik een beeldje van een op één knie geknielde Sint Jacob.

Santa María
We verlaten Melide en lopen naar het nabijgelegen dorp Santa María.
Daar lopen we over de calzada naar de oude dorpskerk. In deze kerk kunnen we zelf een pelgrimsstempel in onze credentials zetten. Aan het Spaanse meisje dat ons als gastvrouw ontvangt, vraag ik of hier in het kerkkoor ook een afbeelding is te vinden van Sint Jacob.
Ze vertelt dat het eerste fresco aan de linkerzijde een afbeelding is van Santiago.
Over het kerkhof van deze dorpskerk verlaten we het kerkpad. Vanaf het kerkhof loopt een voetpad met zwarte steenslag naar het beekdal. Bij het bruggetje dat hier over de beek ligt, staat een oude stenen wasplaats, zoals we die ook veel in Frankrijk hebben gezien.

Río Catasol
Voorbij de wasplaats wordt het bospad breder. Van het ene beekdal gaan we stijgend en dalend naar een volgend beekdal. Over de Río Catasol ligt een bruggetje, dat is gemaakt van naast elkaar en op elkaar gestapelde platte keien. Het is hier vrij druk vóór, op en over deze brug, want er wordt regelmatig gefotografeerd en aan de overzijde staat een fietspelgrim geld in te zamelen voor het goede doel, waarvoor hij naar Santiago de Compostela fietst.
Hierna komen we langs het plaatsje Parabispo, en dan gaat het vanuit het beekdal omhoog naar het gehucht Peroxe. Hier passeren we een herberg met terras.

Boente
Direct daarna wandelen we het dorpje Boente binnen,
In de kerk van Boente kunnen we een stempel halen. Daarna bekijken we het interieur van de kerk.
We vinden in het koor van de kerk een prachtig beeld van Sint Jacob als pelgrim en als apostel.
En boven dat beeld zien we een kleiner beeldje van Sint Jacob als Morendoder, ofwel: Santiago Matamoros.
Buiten Boente volgen we het pad door de velden. We dalen af naar het beekdal van de Río Boente. Door een korte tunnel gaan we onder de N547 door en dan gaan we met een brug over de Río Boente. Aan de overkant van deze beek volgt een behoorlijk steile klim naar het dorp Castañeda. Bij de entree van het dorp is het beschaduwde terras van een café. Hier nemen we een rustmoment voor onze rustpauze. Na deze theepauze lopen we door het dorp Castañeda.

Eucalyptusbossen
Na Castañeda komen we door het dorpje Rio.
Voorbij Rio komen we op een onverharde weg die eerst heuvelopwaarts en daarna heuvelafwaarts door een Eucalyptusbos voert.
Tijdens deze pelgrimsdag loopt de temperatuur op van 9 naar 29 graden Celsius, dus het is een vrij warme dag om te wandelen. Omdat we regelmatig door bospercelen lopen, krijgen we voldoende beschaduwde paden, waardoor het gemakkelijker valt om bij deze temperatuur zo’n eind te lopen. Op het moment dat we door het Eucalyptusbos lopen, zien we ook rechts van ons tegen de verderop gelegen heuvel een behoorlijk groot perceel Eucalyptusbomen tussen de andere bomen staan. De glanzende zilverkleur van de Eucalyptusbomen is zelfs op grote afstand duidelijk te herkennen.

Ribadiso
Via een viaduct steken we de N547 over en na enige tijd wandelen, steken we via een oude brug de Río Iso over.
Direct rechts na deze brug en iets verderop links van de weg passeren we twee refugio’s. In de tweede refugio die we passeren, zien we de groep Spaanse jongeren, die we eerder ontmoetten op de route van Sarria naar Portomarín, op de dag dat zij hun eerste pelgrimsdag ervoeren. Zij overnachten vannacht hier in Ribadiso. Ze nodigen ons uit om hier ook te overnachten, maar wij vertellen hen dat wij nog doorlopen naar de plaats Arzúa.
Na deze herberg gaan we steil naar boven naar de N547, die we kruisen via een tunnel onder deze autoweg door. Aan de overzijde komen we in het hoger gelegen deel van Ribadiso.
Vanuit Ribadiso volgen we dan het pad van de doorgaande weg naar de plaats Arzúa.

Arzúa
Nadat we de bebouwde kom van Arzúa binnen zijn gelopen, volgt nog een lange rechte doorgaande weg in de richting van het oude centrum van Arzúa. Ons doel is om hier onderweg naar het centrum een taxi te vinden, die ons terug kan rijden naar Palas de Rei. Twee taxi’s komen we voorbij; beide zonder chauffeur. Als we vlakbij de dorpskerk in het centrum van Arzúa komen, zien we aan de overzijde van de hoofdstraat een taxichauffeur juist zijn auto afsluiten. We lopen naar de taxi en dan blijkt dat hij beschikbaar is voor een volgende taxirit. We stappen in en worden dan naar Palas de Rei gereden.

Palas de Rei - Arzúa – Palas de Rei
Vanuit Palas de Rei rijden we met onze huurauto weer terug naar onze camping in Portomarín.
We waren om 15.00 uur in het centrum van Arzúa, dus we hebben er uiteindelijk bijna 7 uren over gedaan om de 27 kilometer van Palas de Rei naar Arzúa af te leggen. Het was een flinke afstand met regelmatig kort klimmen en dalen, maar het landschap, de ontmoetingen en alle andere bijzonderheden van deze dag maakten deze dag voor ons weer een pelgrimsdag van bijzondere betekenis.

Pelgrimeren van Portomarín naar Palas de Rei

Op het erf van een boerderij in Ligonde, op het platteland van Galicië



















Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Camino Santiago > Roncesvalles – Santiago de Compostela

Van Portomarín naar Palas de Rei
Vrijdag 17 augustus 2012 – 23 km.
Dag 149: 3186 - 3209 km


Ochtendgloren op Camping Santa Marina
We verwachten dat het vandaag een warme dag zal worden, dus we staan vroeg op om bij het ochtendgloren onze wandeldag aan te kunnen vangen. Om 6.00 uur gaat de wekker en om exact 7.01 uur staan we bij onze caravan op de camping in Portomarín klaar om vanaf de rivieroever van de Río Miño naar boven te lopen, naar het centrum van Portomarín, om bij de kerk op het kerkplein verder te gaan, waar we gisteren onze pelgrimsdag eindigden.
Het Nederlands wandelend pelgrimsduo uit Venray op onze camping is met hun kampeerbusje iets eerder vertrokken. We nemen afscheid van de twee Nederlandse camino-fietsende meisjes, die in het donker nog hun tentje af breken, om vandaag hun laatste fietsdag naar Santiago de Compostela te volbrengen. Het Oostenrijkse wandelend pelgrimsduo (een jongen en een meisje) zijn zojuist begonnen om hun tentje op te breken.
Durkje en ik verlaten wandelend het kampeerterrein. Om 7.15 uur staan we bij de kerk in het centrum van Portomarín; klaar voor vertrek.

Portomarín
Helaas is ook nu de kerk nog gesloten. We gaan derhalve zonder kerkstempel vandaag op stap. We zullen deze dag van Portomarín naar Palas de Rei lopen, over een afstand van 23 kilometer.
Een lange stoet pelgrims verlaat op dit moment de stad. We zijn gisteren over de grote hoge brug Portomarín binnen gewandeld. Nu verlaten we de stad over de kleinere, oudere brug, die iets verderop ligt. Diep onder ons bevindt zich het stuwmeer Embalsa de Belesar van de Río Miño. Deze voetgangersbrug loopt naar rechts over een smalle baai in het stuwmeer.

Pelgrimeren met een plastic zak
Het thema van deze wandeletappe is ‘Graniet en cruzeiros’, verwijzend naar de bergrug met het graniet, waarover het eerste deel van het wandeltraject van vandaag gaat èn naar de stenen wegkruisen die we hier in het Spaanse Galicië onderweg passeren.
Aan de overzijde van het water nemen we een verhard pad steil naar boven, naar de ruim 200 meter hoger liggende Monte Torros. Als na ongeveer 20 minuten het terrein vlakker wordt, ontmoeten we een pelgrim, die ons gisteren ook al opviel. Het is een wandelende dame in een korte rok met een schoudertasje, een wandelstok en een kleine witte plastic tas in de hand en met een wit zomerhoedje. Toen we haar gisteren voorbij liepen in een bewoond gebied, dachten we dat ze lokaal ergens op visite ging. Maar later op de dag passeerden we haar nogmaals. En ook nu is deze pelgrim op precies dezelfde wijze op pad. Zó eenvoudig kun je dus kennelijk ook pelgrimeren.

C535
Het was vanmorgen vroeg eerst nog wel wat fris, dus Durkje was van start gegaan met de jas aan. Na de eerste klim kan de jas wel uit. De zon komt nu boven de bergtoppen en de temperatuur begint al langzaam op te lopen.
We lopen geruime tijd links en rechts van de C535 en passeren daarbij onder andere een oude steenfabriek en twee hele grote, moderne boerenbedrijven. Voordat we langs het gehucht Toxibo lopen, passeren we de afslag richting Belade.
We komen door een naaldbosperceel met een heerlijke bosgeur en op de grond hele grote dennenappels.
Verderop langs de C535 komen we door het dorpje Gonzar, waar we een plaatselijk café en een pelgrimsherberg passeren.

Castromaior
Over mooie paden lopen we tussen oude muurtjes van natuursteen naar een iets verder van de C535 af gelegen dorpje: Castromaior. Vóór het eerste grote huis van dit dorp staat een hoge hórreo, een Galicische maïsdrooginstallatie.
Het dorpskerkje is helaas gesloten. Naast de kerk staat een oude boerenschuur met een ronde muur, een vorm die we hier in Castromaior - en ook elders - meer zien.

Calamiteiten
Daarna volgt een lange stijging over een brede geasfalteerde weg. We klimmen nu eerst naar een hoogte van 680 meter. De camino loopt hier weer langs de C535. Op het vrij recent aangelegde pad langs deze weg zie ik op een gegeven moment een plasje bloed op een aantal uítstekende stenen liggen. Veel verderop, op een verhoging van de C535, staat een ambulance. Het lijkt erop dat een pelgrim door de ambulance wordt afgehaald. Langzaam en voorzichtig rijdt de ambulance langs ons, keert verderop en gaat dan langzaam rijdend weer aan ons voorbij, nog steeds met draaiend zwaailicht.
Langs dit wegstuk is een groot deel van het bosgebied door een bosbrand verwoest. Op de bodem begint het eerste groen al weer te komen, maar daarboven zien we over een grote afstand alleen maar verbrande bomen en struiken.
Als we bij het plaatsje Hospital de la Cruz komen, besluiten we niet in het verderop gelegen plaatsje, maar hier in Hospital de la Cruz een kop koffie te drinken.

It paad werom
Als we op het terras komen, zien we de Friese pelgrim Marloes in de bar staan wachten op koffie. Wat een verrassing dat je elkaar zo weer ontmoet, want Marloes hebben we in de afgelopen weken al vele malen onderweg ontmoet op het pelgrimspad. Met zijn drieën drinken we koffie op het terras. We kijken vooruit naar de komende dagen. Durkje en ik halen Santiago de Compostela net niet in deze zomervakantie, maar Marloes kan en gaat nog wel door tot aan Santiago de Compostela. Haar aanvankelijke insteek om ook nog enkele dagen door te wandelen naar Finisterre aan de Atlantische Oceaan heeft ze laten varen; het is zo wel goed geweest, vindt ze. Nog enkele dagen en dan zal ook Marloes na vier maanden pelgrimeren weer huiswaarts keren, naar Sneek. Voordat we verder gaan, beluisteren we vanaf de telefoon van Marloes met zijn drieën nog even het lied ‘It paad werom’, gezongen door de Friese troubadour Piter Wilkens. De andere pelgrims op dit terras luisteren op afstand mee naar de Friese klanken, die hier klinken over dit terras in het Spaanse Galicië.

Ventas de Narón
Na de weemoed van dit mooie Friese lied gaan Durkje en ik verder. Marloes volgt straks. Na ongeveer 1,5 kilometer komen we door het volgende plaatsje, genaamd Ventas de Narón. Ook hier is een gezellig terras ingericht op de driesprong, die alle pelgrims hier passeren. Achter de bar is ook nog een picknickplaats, voor de pelgrims die wel willen rusten, maar die niet van de horecavoorziening gebruik willen maken. Voorbij een eenvoudig houten kruis verlaten we Ventas de Narón.

Grote idylle van kleine plaatsen
Voorbij Ventas de Narón gaat het voetpad langs de weg langzaam omhoog. We krijgen een mooi uitzicht over de omgeving. Links van ons ligt de Sierra de Ligonde, met kale granieten heuveltjes uittorenend boven het rijk begroeide landschap. We komen dan in het plaatsje Lameiros.
In Lameiros zien we het eerste Galicische ‘cruceiro’, een stenen wegkruis, met hierop de voorstelling van Maria met in haar armen haar zoontje Jezus.
Daarna komen we door het dorpje Ligonde.
Een boer en een heel klein vrouwtje zijn op het erf van een dorpsboerderij druk aan het werk om een tractor gebruiksklaar te maken.
Als de tractor wegrijdt, zie ik een andere man. Hij is bezig om op een wetsteen een sikkel te slijpen. De erfhond houdt onze verrichtingen van het fotograferend voorbij wandelen waakzaam in de gaten. Een heel mooi tafereel van het Spaans Galicische platteland.

Evangelisatie in Ligonde
In de bocht van de weg, bijna aan het eind van het dorp, staan enkele pelgrims koffie te drinken. We worden welkom geheten door een Spanjaard, die ons uitnodigt om er ook even bij te komen en hij biedt ons ook koffie of thee aan. In de boerenschuur is een expositie ingericht van enige Spaanse boerengereedschappen.
Maar dat is slechts decoratie. Het gaat hier om een evangelisatiepunt van de actieve lokale christelijke gemeenschap. We krijgen een stempel in onze pelgrimspassen.
Ook krijgen we enig Engelstalig evangelisatiemateriaal mee, dat hier in verschillende talen ruimschoots aanwezig is. Naast de ontvangstruimte is een stiltecentrum. Daar hangen onder andere briefjes met voorbeden aan de muur.
Met camino-gele letters op een houtblok wordt de gasten Gods Zegen gewenst (God bless you) en een ‘buen camino’.
Voorbij Ligonde kunnen we via een heel oud en smal veldpaadje tussen bermmuurtjes een stukje van de doorgaande asfaltroute afsteken. Eén voor één gaat de rij pelgrims over dit rotsachtige veldpaadje.
Vrij snel daarna wandelen we het dorpje Airexe binnen.

Galicische eucalyptussen
Voorbij Airexe kruisen we twee wegen en dan volgt een goed voetpad langs een lange rechte asfaltweg. Automobilisten worden door een duidelijk verkeersbord geattendeerd op de in de berm lopende pelgrims.
De camino loopt hier door een mooi heide-achtig landschap.
Verderop zien we een kleurcontrast in het bosperceeltje aan de rechterzijde van de weg. We vermoeden dat daar de eerste Eucalyptussen staan, die we in Galicië allicht meer zullen zien.
Schitterend zilverachtig steken de zonovergoten bladeren van de Eucalyptusbomen af tegen de helderblauwe lucht.

Ketting van gehuchten
We komen nu door het gehucht Portos.
Achter een woning is een groot terras ingericht voor pelgrims, toeristen en andere voorbijgaande gasten.
Het volgende gehucht dat we doorlopen, is Calzada.
Op dit traject ontmoeten we regelmatig een Spaans pelgrimsduo, een man en een vrouw, met twee kinderen. Het ene meisje loopt zelf en heeft een veel te grote rugzak. Het andere meisje zit - vrolijk naar ons zwaaiend - in een buggy, die om de beurt door de man en de vrouw wordt voortgeduwd. Wij arriveren in het gehucht Lestedo.
Spoedig daarna komen we door het gehucht Valos.

Drie Slowaken op de fiets
Voorbij Valos komt de camino bij de drukke verkeersweg van de N547. Op de plaats waar de C535 van de camino en de N547 bij elkaar komen, is een bar-restaurant gevestigd met de naam Méson a Brea. Hier houden we onze lunchpauze. Een kop thee, een flesje koud drinken, ons meegenomen brood en een leuk gesprek vormen de goede ingrediënten van een genoeglijke rustpauze. We spreken hier met een Slowaakse man en twee jongens (waarschijnlijk zijn beide zoontjes). Met zijn drieën zijn zij met hun fietsen vanuit Bratislava naar Saint-Jean-Pied-de-Port met de trein gegaan. Vanaf de Frans-Spaanse grens hebben ze inmiddels tot hier gefietst. Vandaag hopen ze in Santiago de Compostela aan te komen.
Na de lunch lopen we eerst een eindje over een goed voetpad links van de autoweg N547. Bij de Alto de Rosario nemen we een dalend bospad door een eikenbos richting O Rosario. Daar krijgen we tegenover de pelgrimsherberg van de gemeente een stempel in onze pelgrimspaspoorten. Op het moment dat we met een oudere Duitse pelgrimerende vrouw staan te praten, komt ook de Friese pelgrim Marloes aanlopen. Samen met Marloes lopen we naar Palas de Rei.

Palas de Rei
Langs de kerk, een pelgrimsherberg en het gemeentehuis komen we in het lager gelegen stadscentrum van Palas de Rei. Marloes loopt nog een eindje door naar een volgende pelgrimsherberg. We nemen afscheid van Marloes, want wij nemen vanuit Palas de Rei nu een taxi terug naar onze camping in Portomarín.
Het is inmiddels warm geworden. Op het moment dat we in Palas de Rei arriveren om 13.30 uur is het daar 26 graden Celsius. We hebben deze 23 kilometer in ruim 6 uren afgelegd. Alweer een hele mooie pelgrimsdag, door een prachtig landschap. Het is alleszins een feest om met dit prima zomerse weer zo’n mooie route te lopen, te midden van zoveel pelgrims en van alle Spanjaarden die ons daarbij zo goed faciliteren.

Pelgrimeren van Sarria naar Portomarín

Veel jongeren in de pelgrimsstoet op weg naar Brea



















Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Camino Santiago > Roncesvalles – Santiago de Compostela

Van Sarria naar Portomarín
Donderdag 16 augustus 2012 – 21 km.
Dag 148: 3165 - 3186 km


Sarria
Gistermiddag hebben we voor vanmorgen een taxi besteld, om ons om 7.30 uur vanaf Camping Santa Marina te Portomarín naar Sarria te brengen. Vijf minuten eerder staan Durkje en ik klaar en precies op dat moment rijdt de taxi de camping op. Twintig minuten later worden we afgezet bij de kerk van Sarria, die aan het pelgrimspad ligt, dat door de stad gaat. De kerk is nog gesloten, dus gaan we helaas zonder kerkstempel Sarria uit. Bij het mozaïek van Sarria krijgen we nog even een mooi panoramisch uitzicht over de stad en haar omgeving. De eerste zonnestralen vallen over de stad.
We wandelen vandaag 21 kilometer van Sarria naar Portomarín. Daarbij zullen we zo’n 20 dorpen en gehuchten passeren. We lopen naar de rand van Sarria en komen eerst langs de groente- en fruitmarkt, en daarna langs het klooster.

De stad uit
Ter hoogte van dit klooster lopen we over een behoorlijk steil weggetje langs de muren van een kerkhof heuvelafwaarts. Na een stukje asfaltweg slaan we linksaf naar een onverhard pad. Om op dat pad te komen, steken we een beek over via een oude stenen brug.
Tussen de beekbedding en een spoorlijn gaan we verder. Iets verderop steken we de spoorlijn over, op de plaats waar we tevens onder een hoog viaduct van een autoweg door lopen.
Voordat we via een houten bruggetje een bosbeek oversteken, halen we een Spaans gezin in dat met twee kinderen van de basisschoolleeftijd pelgrimeert.
Bij deze oversteekplaats staat een hele dikke, oude boom.
Het is hier druk op de camino. Zowel wandelaars als fietsers gaan hier over hetzelfde pad. Het bospad is op enkele plaatsen behoorlijk steil. Wandelaars kunnen met verhoogde inspanning doorlopen, maar de camino-fietsers met hun mountain bikes zijn vanwege de steile helling genoodzaakt om af te stappen, om hun fiets met daarop hun bagage naar boven te duwen.

Vilei
Het eerste dorpje waar we doorheen komen, is Vilei.
We kopen hier enkele pelgrimsansichtkaarten voor onze verzameling. We lopen langs het dorpje Barbadelo. Op de kilometerzuil 107,5 bij Barbadelo heeft een pelgrim kennelijk een paar wandelschoenen achtergelaten, want op deze mijlpaal van de camino staan twee behoorlijk versleten wandelschoenen.

Rente
Bij het plaatsje Rente verlaten we de asfaltweg en gaan we over de dorpsstraat door dit dorpje heen.
Voorbij Rente komen we langs een picknickplaats met aan de voorzijde een metalen hekwerk, waarin gestyleerde Jacobsschelpen zijn verwerkt.
Langs het bospad van een eikenbos is een laag muurtje van keien gebouwd. In de loop van de jaren heeft de vegetatie de stenen deels overwoekerd. Mossen, varens en bloeiende heide maken dat deze muurtjes schilderachtig ogen.

Peruscallo
We komen langs Mercado da Serra. Zo’n vijftig meter verderop zien we pelgrims op het terras van een bar-tienda zitten. Het is voor ons nog te vroeg voor een koffiepauze, dus we gaan door. Links en rechts zien we veelal weidegebied. De betrekkelijk kleine percelen zijn vaak begrensd door lage stenen muurtjes. Na een waterbron steken we een doorwaadbare plaats van een beekje – de Rego de Marzán - over. Aan de zijkant van het pad zijn in de lengte grote stenen gelegd, waardoor een hoger liggend voetpad is gecreëerd. Daarna steken we de asfaltweg van de C535 over en komen we in het dorp Peruscallo. Een oudere Spanjaard met zijn linkerhand in een mitella wandelt met een klein paard vóór ons uit door het dorp. Het is alsof hij het paardje uitlaat, zoals men dat doorgaans met een hond doet.
Voorbij Peruscallo lopen we over een ‘corredoira’ (een holle weg) en gaan we een waterloopje over via een lange rij stapstenen.
We lopen door kleine gehuchten, zoals bijvoorbeeld: Cortiñas, Lavandeira en Casal.

Oude en nieuwe pelgrims
Dan gaan we door een doorgaans vochtig dal. Het is ons al opgevallen dat het nu behoorlijk druk is op de camino. Veel Spanjaarden, vooral veel jongeren, lopen de laatste honderd kilometer van de camino. Dat is een minimumvereiste om in Santiago de Compostela in aanmerking te komen voor een verklaring – Compostela – dat je de camino hebt gelopen. Om die honderd kilometer te lopen, moet je beginnen in de pelgrimsstad Sarria, waar we vandaag zijn gestart. Vanuit Sarria gaat dus vooral in het hoogseizoen een lange stoet wandelaars de stad uit om op de laatste honderd kilometer van de camino een pelgrim te worden. Als we door dit onnatuurlijk geplaveide dal lopen, zien we vóór en achter ons de lange rij oude en nieuwe pelgrims gaan; pelgrims die al lang op reis zijn en pelgrims die nog maar net op weg zijn.

Nog 100 kilometer
We wandelen zo’n nieuw groepje jonge Spaanse pelgrims voorbij. Ze merken dat we geen Spanjaarden zijn en willen vooral graag weten waar we vandaan komen. We vertellen hen ook dat we over een kleine kilometer de 100-kilometerpaal van de camino zullen passeren. Daar waren zij nog niet van op de hoogte. Ze hebben er zin in om in vijf dagen over de camino naar Santiago de Compostela te lopen. De Spanjaarden die het beste Engels verstaan en spreken, vertalen voor de anderen waarover wij spreken. Dat wij vanuit Nederland al bijna 3200 kilometer hebben gewandeld in enkele jaren, wekt hun verbazing en respect.
Vlak vóór het gehucht Brea komen we bij een kilometerpaal. Daar staat ‘100’ op, dus wij vermoeden dat dit de bewuste mijlpaal is. Als we erbij blijven staan, komt een oud Spaans vrouwtje op ons af met een kruiwagen en vertelt dat dit niet de wáre mijlpaal is. We moeten nog iets verder, want dáár staat hij, volgens de Spaanse. Dan lopen we met zijn allen nog een eindje verder, en inderdaad, daar staat de 100-kilometerpaal.
Een Spaanse jongedame biedt aan om ons samen op de foto te zetten bij deze kilometerpaal, waarvan we graag gebruik maken.
En dan volgt een gezellige fotosessie, want uiteraard wil nu iedereen graag op de foto bij deze mijlpaal. Arriverende wandelaars blijven staan en wachten om zichzelf ook te – laten – fotograferen. Caminofietsers die vanwege hun snelheid wellicht niet in de gaten hebben wat hier aan de hand is, stuiven met hoge snelheid tussen het fotograferende publiek door.
Na enige tijd gaan we verder. Voor de pas in Sarria gestarte pelgrims is dit al een ware mijlpaal in het fotografisch verslag van hun pelgrimage. Het is een gezellige boel met al die enthousiaste, beginnende pelgrims.

Soepkom koffie in Morgade
Wij wandelen door naar het dorpje Morgade. In een smalle doorgang tussen enkele gebouwen is een klein terras gecreëerd, dat al behoorlijk vol zit. Een Spaanse pelgrim wijst ons twee nog vrije stoelen aan de tafel waaraan hij zit. Hij vertelt dat hij uit het Spaanse Toledo komt, de stad van de mooie keramiek.
Als ik binnen in de bar – want men serveert op de camino doorgaans niet op het terras – een ‘grande’ kop koffie bestel, pakt de barkeepster een koffiekop ter grootte van een soepkom en schenkt die vol.
Met twee ‘sloten’ koffie (totaal € 2,30) kom ik weer buiten op het terras bij Durkje. We genieten van deze heerlijke traktatie.
Even later komen twee Spaanse jongedames bij ons aan tafel zitten. Zij komen uit het Spaanse Sevilla en zijn vandaag in Sarria ook hun vakantie-pelgrimage begonnen. Ze hebben zichtbaar zin in deze vijf camino-dagen. Mooi dat zoveel jonge mensen zo genieten van de gezelligheid van het samen recreatief wandelen.
Na deze koffiepauze wandelen we via een corredoira verder door een vochtig beekdal naar een volgend gehucht.

Ferreiros
Het volgende dorpje waar we naar toe lopen, is Ferreiros.
Ferreiros is niet veel groter dan enkele huisjes, een kerk, een kerkhof en een bar. Bij de ingang van de bar verkoopt men versierde, kleurrijke Jacobsschelpen.
Voorbij de bar gaan we het terrein van het dorpskerkje op, om te bekijken of de kerkdeur open staat en of we hier dan een kerkstempel voor onze pelgrimspassen kunnen krijgen. Helaas is de kerkdeur gesloten, dus we wandelen over het kerkhof weer naar de doorgaande weg van de camino.

Mo(nu)ment
Voorbij Ferreiros volgen dorpjes en gehuchten, zoals: Pena, Rozas, Moimentos en Mercadoiro. Over een onverhard pad komen we langs de plek waar een pelgrim eens is overleden. Ter nagedachtenis staat hier een houten kruis. Voorbijgaande pelgrims hebben op, aan en bij het kruis een bonte verzameling voorwerpen achtergelaten ter nagedachtenis aan de hier overleden pelgrim. Veel pelgrims blijven even stilstaan om te kijken naar deze collectie memoria.

Hórreo
We passeren ook regelmatig een Galicische hórreo. Dat zijn droogkasten op hoge palen, waarin men vruchten droogt en bewaart. Ze worden voornamelijk voor maïs gebruikt, maar ook wel voor vruchten en noten. Ze staan op uítstekende natuurstenen op palen, om te voorkomen dat muizen tussen de droogkieren kruipen om al die lekkernijen op te eten.
Bij Parocha komen we weer op een geasfalteerde weg. Langs deze weg staan ook braamstruiken, waarvan Durkje graag de vruchten plukt en eet.

Tellade
Vanaf dit moment hebben we voortdurend een mooi uitzicht over het nog kilometers verder liggende stadje Portomarín, waar we vandaag naar toe wandelen. Nabij Tellade bijvoorbeeld, kunnen we Portomarín duidelijk tegen de berghelling zien liggen, aan de oever van de rivier de Río Miño.
Tussen de veldmuurtjes door wandelen we verder. In één van de gehuchten die we passeren, staan koeien op stal. Het is een oude, donkere stal. De koeien staan in de stal vastgezet met een metalen beugel om de nek.

Parrocha
We zijn nu gearriveerd in het dorpje Parrocha.
Aan de andere zijde van Parrocha komen we langs een kippenhok, van waaruit de kippen een vrije uitloop in een grote kippenren hebben.

Vilachá
Het laatste dorpje waar we nog door komen, is Vilachá.
Evenals in veel andere Spaanse dorpjes, gehuchten en buurtschappen, zien we ook hier weer de bekende ruïnes van wat ooit vast en zeker trotse boerenbehuizingen zijn geweest.
Voorbij Vilachá komen we weer op een veldweg in het open veld.
We zien hier een mooi glooiend landschap en vóór ons steeds ook de vele witte gebouwen van Portomarín.
Verderop wandelen we omlaag naar het dal van de rivier de Minho ofwel Miño en van het stuwmeer van Belesar. We komen dan uit bij de grote brug over de rivier de Miño.

De brug naar Portomarín
Als we over de lange en hoge rivierbrug wandelen, hebben we een mooi uitzicht over het brede rivierdal, waarin we overigens ook onze camping zien liggen.
Omdat de waterstand laag is, zie je ver beneden je in het rivierdal nu de restanten van de voormalige bebouwing van Portomarín, in de tijd dat het stadje nog hier beneden in het rivierdal lag.
Aan het einde van de immense rivierbrug is een hoge stenen trap gebouwd over een deel van de eronder liggende rotonde, waarover je naar het momenteel veel hoger liggende stadje Portomarín wandelt.
Vlak na ons volgen alweer de volgende pelgrims en zo gaat dat dag in dag uit maar door.

Portomarín
Door de Rúa Xera Franco wandelen we naar het stadsplein.
Op het stadsplein vragen we twee overstekende monniken waar we een pelgrimsstempel kunnen verkrijgen. De ene monnik wijst naar de - inmiddels gesloten - kerk aan de overzijde van het stadsplein. De andere monnik wijst naar het gemeentehuis naast de kerk, en vertelt dat de kerk op dit moment is gesloten. Wij halen een stempel in het gemeentehuis. Hier staat ook een stenen beeld van een pelgrim, die met zijn rechterhand wijst naar de doorgaande route van de camino, richting Santiago de Compostela.
Het is nu 13.00 uur. We hebben de mooie 21 kilometers van vandaag in 5 uren gelopen. Het is inmiddels aangenaam warm geworden. Een frisse wind verkoelt af en toe de wandelende pelgrims. Hier en daar in het centrum van Portomarín zien we pelgrims, die rusten en wachten tot de plaatselijke refugio’s open gaan.
Anderen, die zeker willen zijn van een slaapplaats in de herberg voor pelgrims, stellen zich op in een lange rij om zich straks één voor één in te schrijven in de refugio voor de komende nacht.

Santa Marina
Durkje en ik wandelen vanuit het centrum in enkele minuten naar de veel lager gelegen Camping Santa Marina, waar onze caravan staat. Onderweg kopen we bij de bakker vlakbij de camping nog enkele broodjes, waarvan we bij de caravan heerlijk eten. Dan is er de middag en de avond voldoende tijd om te rusten en te genieten van het mooie zomerweer hier op de camping van Portomarín. Het is al wéér een prachtige pelgrimsdag.

Pelgrimeren van Triacastela naar Sarria

Het klooster van Samos



















Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Camino Santiago > Roncesvalles – Santiago de Compostela

Van Triacastela naar Sarria
Woensdag 15 augustus 2012 – 22 km.
Dag 147: 3143 - 3165 km


Triacastela
We zijn met onze huurauto onderweg van Portomarín via Sarria naar Triacastela. Durkje en ik willen vandaag van Triacastela naar Sarria wandelen. Als we door Sarria rijden, passeren we de taxistandplaats, waar enkele taxi’s wachten op klandizie. We realiseren ons dat het handiger is om hier onze huurauto te laten staan, om vanuit Sarria een taxi te nemen die ons naar Triacastela rijdt, want dan hoeven we vanmiddag na aankomst in Sarria niet eerst nog met de taxi terug naar Triacastela, om vervolgens met onze huurauto weer via Sarria naar Portomarin ter rijden. We parkeren dus de auto in Sarria en rijden met een taxi naar het centrum van Triacastela. Om 8.30 uur staan we in Triacastela op de camino, klaar voor vertrek.

Via Samos
Het is vanmorgen eerst koud, dus de jas of de trui kan nog wel aan. De zon komt af en toe al door de wolken. In de loop van de dag wordt het steeds zonniger en stijgt de temperatuur naar ruim boven de 20 graden Celsius. De regen van gisteren zijn we dan al snel weer vergeten.
De historische route van Triacastela naar Sarria loopt via het beroemde klooster van Samos. De afstand is dan zo’n 22 kilometer. Een alternatieve route loopt iets noordelijker via Pintin, over een afstand van 17 kilometer. Durkje en ik kiezen voor de historische route, die weliswaar iets langer is, maar die ons wel langs het immense kloostercomplex van Samos zal voeren.
Aan de westkant van Triacastela gaan we derhalve niet rechtsaf, maar linksaf, richting Samos. We passeren daarbij een monument met daarop de afbeelding van een zwaardkruis. Een klein eindje verder staat op een zuil een stenen beeldje van Sint Jacob.
Buiten Triacastela voert een smal voetpad ons langs de LU633.
Het eerste dorpje waar we doorheen komen, is San Cristobo do Real.
We komen dan door een dorpje waar een rivier doorheen stroomt. Via een overloop in de rivier wordt het teveel aan water afgevoerd.
Voorbij de overloop steken we via een brug het riviertje over.
Dan volgt een mooi hol hellingpad.
We komen langs een gehucht met een kerkje. De naam van dit gehucht valt hier niet te achterhalen. Het kerkje is gesloten. Het kerkhof is wel toegankelijk.

Lastres
Het eerste dorpje waarvan ons de naam bekend wordt gemaakt met een plaatsnaambord, is het plaatsje Lastres.
Tussen al het steen van de woningen en van het plaveisel valt een prachtig blauwbloeiende hortensia op.
Voorbij het huis met deze hortensia gaat de straat verder als onverhard hellingpad. Voorbij een boerderijtje gaan we over een volgend hol pad verder.

San Martiño
Het volgende dorpje waar we doorheen komen, is San Martiño. Ook het kerkje van dit plaatsje is gesloten voor het publiek.
Een erfhond bij een boerderijtje slaat ons in stilte gade als we het erf naast de dorpskerk passeren.
Als we San Martiño net voorbij zijn, volgt een stijgende onverharde en verharde weg. Eerst passeert ons een eerste tractor, direct daarna nog een andere tractor. De boeren hebben hier doorgaans kleine, goedkope en nogal oude tractoren. In dit gebied vind je geen grote akkerbouwbedrijven; wel veel kleinschalige veehouders. De percelen in dit bergachtige gebied zijn klein, hetgeen het mogelijk maakt om met betrekkelijk klein materieel te werken.

Samos in zicht
Na nog een behoorlijke klim over een onverhard pad krijgen we na bijna 2 uren wandelen het bijzondere klooster van Samos in zicht.
Een pelgrim zit hier op een muurtje. Ze heeft een klein schetsboek vóór zich en maakt een tekening van het klooster van Samos. Een Spaanse pelgrim voegt zich bij ons. Hij vertelt dat hij gisteren 37 kilometer heeft gelopen, omdat hij onderweg geen slaapplaats in refugio’s meer kon vinden. Pas na al die kilometers kreeg hij een slaapplaats toegewezen in een herberg. Hij is nu zo vroeg op de dag al uitgeput en geeft aan dat hij straks in Samos voor vandaag zal stoppen, om daar voor de rest van de dag te gaan rusten van de te grote inspanning van gisteren.
We lopen naar beneden, naar Samos. De Spanjaard volgt ons op enige afstand. Beneden aangekomen zie je pas goed hoe groot dit kloostercomplex van Samos is.
We steken via een brug de rivier over ter hoogte van het klooster. Zoals op meer plaatsen, vind je hier op de brug grote metalen Jacobsschelpen, verwerkt in een hekwerk.

Klooster van Samos
We lopen naar de hoofdingang van het klooster en komen dan binnen bij de souvenirwinkel van het klooster. De bedienende monnik geeft ons een groot stempel van het klooster in onze pelgrimspaspoorten. Daarna kopen we een aantal pelgrimage-ansichtkaarten voor onze verzameling. Ondertussen komt een buslading toeristen de kloosterwinkel binnen. Vanwege een mis kunnen we nog niet in de kloosterkerk en het duurt ook nog enige tijd voordat de rondleiding door het klooster zal aanvangen.
De vermoeide Spaanse pelgrim zit bij de ingang van de refugio van het klooster. Hij vertelt dat deze refugio pas om 15.00 uur open zal gaan en dat hij daarop zal wachten. Het is dan nog maar 10.30 uur. Wij willen nu verder trekken, dus we kiezen ervoor om de rest van het klooster niet te bezichtigen.
Tegenover het klooster nemen we plaats op het terras van een café, waar we in de aangename zon eerst genieten van een kop koffie.
Aan de rand van Samos passeren we daarna het standbeeld van een pelgrim.
Enkele meters verderop komen we langs nog een standbeeld van een pelgrim.

Foxos
Dan verlaten we Samos. We volgen het smalle voetpad dat langs de LU633 loopt. Het eerste dorpje dat we passeren, is Foxos.
Dan komen we over een picknickplaats langs de LU633, waar een grote steen is opgericht, waarop staat dat het vanaf hier nog 142 kilometer is naar Santiago de Compostela.
Links van ons stroomt een rivier. Iets voorbij de picknickplaats bevindt zich een overloop in de rivier, met daarnaast nog een kleine waterval. Waarschijnlijk door de regenval van gisteren stroomt hier vrij veel rivierwater over de overloop en over de rotsen van de kleine waterval.

Onbekende buurtschappen
Dan is het moment aangebroken dat de camino zich afsplitst van de LU633. Vanaf dit moment volgt een lang traject, waarin we alleen nog langs en door hele kleine buurtschappen zullen wandelen, waarvan we de plaatsnamen doorgaans niet kunnen achterhalen, omdat er geen plaatsnaamborden langs de route staan. Het eerste gehucht waar we langs lopen, bereiken we na een lange en steile klim over een asfaltweg.
Dan gaan we over een onverhard pad verder. Het pad voert ons dieper de bergen in, over schitterende hellingpaden. We passeren een eenzaam liggend, oud boerderijtje dat er zwaar vervallen uit ziet. Toch zit er een kat bij de ingang en als we het boerderijtje voorbij zijn, zien we een oude man in een tuintje onkruid wieden. Kennelijk woont er nog iemand in dit nagenoeg onbewoonbare pand, en als dat zo is, dan zal dit hoogstwaarschijnlijk de laatste bewoner van dit boerderijtje zijn en zal deze oude boerenbehuizing in de loop van de jaren verder aftakelen tot ruïne.
We gaan nog verder het berglandschap in, over bijzonder mooie hellingpaden.

Gorolfe
Geheel onverwacht lopen we tijdens een afdaling op een volgend gehucht af. Dit is het plaatsje Gorolfe, bestaande uit een kerkje en een boerderij.
De ANWB-routegids voor de camino geeft van deze dagmars van vandaag aan dat de oriëntatie van deze dagtocht niet overal eenvoudig is, maar dat de route goed is gemarkeerd met de gele camino-pijlen. Op het moment dat wij inderdaad geen idee meer hebben waar we ons op de kaart van de omgeving bevinden, zien we in de verte een boeren-buurtschap liggen, waar we – zo blijkt even later – niet doorheen zullen lopen.
Na enkele bochten over onverharde en verharde wegen, passeren we twee woningen. Direct daarna steken we via een oude stenen brug een beekje over. Een loslopende geit loopt hier in de berm heerlijk te grazen van al het lekkers dat hier groeit.

Camino richting Sarria
We blijven de gele camino-pijlen volgen, maar hebben nog steeds geen idee waar we zijn en hoever het nog is naar Sarria. We zien ook helemaal geen andere pelgrims lopen. Dat waren we de afgelopen weken helemaal niet meer gewend. Dan komen we langs twee tegenover elkaar liggende boerderijen. Een oude vrouw komt ons over de daartussen liggende asfaltweg tegemoet. We vragen haar of we nog steeds goed op de camino lopen en hoever het nog is naar Sarria. Ze antwoordt dat deze asfaltweg inderdaad onderdeel uitmaakt van de camino en dat het nog ongeveer vijf kilometer is naar Sarria.
We gaan verder, eerst hoog boven het dal achter ons en dan naar beneden, door een vallei met allemaal grasland. De weiden zijn hier in deze streek vaak afgescheiden door lage stenen muurtjes, zo ook in deze vallei.
Verderop komen we in een volgend dorpje. Ook van dit plaatsje is langs de route niet te achterhalen hoe het heet.

Rustpauze
We komen langs een dorpskerkje, dat gesloten is. Enkele vlaggetjes hangen boven het terrein vóór dit kerkje. Ernaast staat een woning met een dikke muur er omheen. Een houten bankje staat tegen die tuinmuur. We nemen daarop plaats om hier te pauzeren, om wat te eten en te drinken. Ondertussen is het weer hard gaan waaien. De zon schijnt wel heerlijk, maar toch is het aangenaam om in de beschutting van de tuinmuur uit de wind te blijven.

Aguiada
Daarna volgt weer een mooi onverhard pad en komen we langs een gehucht, dat - getuige een richtingbord verderop - Aguiada zou moeten heten.
Vanaf hier wordt het oriënteren weer wat gemakkelijker, want nu komen we uit bij een doorgaande verkeersweg richting Sarria. Het eerste gehucht dat we passeren, is San Mamede, waar een refugio is.
We lopen nu over een mooi voetpad langs de verkeersweg. Na een klim komen we over een bergrug en dan zien we in de verte de stad Sarria liggen.
Vlak vóór Sarria wandelen we langs de camping van Sarria.
Dan komen we het stedelijk gebied binnen bij Vigo de Sarria.

Sarria
En dan lopen we Sarria binnen. Vanaf dit moment is het bijkans onmogelijk om nog de weg kwijt te raken, want de combinatie van de gele camino-pijlen en de frequente Jacobsschelpen in het wegdek loodsen je eenvoudig de stad in en door.
Sarria is een ware pelgrimsplaats. Zelfs de vuilnisbakken in de stad zijn gemaakt in de vorm van een Jacobsschelp.
We gaan met een brug over de rivier, die door de stad stroomt. Dan volgt een klim naar het hoger geleden deel van de stad.
We willen nog even doorlopen tot aan de kerk, om daar een pelgrimsstempel te scoren voor onze pelgrimspassen. In de stad zijn mooie muurschilderingen aangebracht van pelgrims van eeuwen geleden.
De kerk is gesloten, dus een pelgrimsstempel van de kerk is niet verkrijgbaar. Daarom vragen en krijgen we een stempel in een refugio. Een prachtig uithangbord met daarin een pelgrim van houtsnijwerk hangt bij deze refugio aan de gevel.

Pelgrims uit Alkmaar
Als we omkeren om terug te wandelen naar onze (hier in Sarria geparkeerde) huurauto, ontmoeten we toevallig de Alkmaarse pelgrims Klaas & Arianne weer. We nemen even plaats op een bankje om elkaar te vertellen over onze pelgrimservaringen van de afgelopen dagen. We hebben als beide pelgrimsstellen van alles beleefd, dus een half uur is zomaar om.
Even na 15.30 uur wandelen we langs de rivier naar de huurauto. Daarmee rijden we terug naar onze caravan op de camping in Portomarín.