Het klooster van Samos |
Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela
Camino Santiago > Roncesvalles – Santiago de Compostela
Van Triacastela naar Sarria
Woensdag 15 augustus 2012 – 22 km.
Dag 147: 3143 - 3165 km
Dag 147: 3143 - 3165 km
Triacastela
We zijn met onze huurauto onderweg van Portomarín via Sarria naar Triacastela. Durkje en ik willen vandaag van Triacastela naar Sarria wandelen. Als we door Sarria rijden, passeren we de taxistandplaats, waar enkele taxi’s wachten op klandizie. We realiseren ons dat het handiger is om hier onze huurauto te laten staan, om vanuit Sarria een taxi te nemen die ons naar Triacastela rijdt, want dan hoeven we vanmiddag na aankomst in Sarria niet eerst nog met de taxi terug naar Triacastela, om vervolgens met onze huurauto weer via Sarria naar Portomarin ter rijden. We parkeren dus de auto in Sarria en rijden met een taxi naar het centrum van Triacastela. Om 8.30 uur staan we in Triacastela op de camino, klaar voor vertrek.
Via Samos
Het is vanmorgen eerst koud, dus de jas of de trui kan nog wel aan. De zon komt af en toe al door de wolken. In de loop van de dag wordt het steeds zonniger en stijgt de temperatuur naar ruim boven de 20 graden Celsius. De regen van gisteren zijn we dan al snel weer vergeten.
De historische route van Triacastela naar Sarria loopt via het beroemde klooster van Samos. De afstand is dan zo’n 22 kilometer. Een alternatieve route loopt iets noordelijker via Pintin, over een afstand van 17 kilometer. Durkje en ik kiezen voor de historische route, die weliswaar iets langer is, maar die ons wel langs het immense kloostercomplex van Samos zal voeren.
Aan de westkant van Triacastela gaan we derhalve niet rechtsaf, maar linksaf, richting Samos. We passeren daarbij een monument met daarop de afbeelding van een zwaardkruis. Een klein eindje verder staat op een zuil een stenen beeldje van Sint Jacob.
Buiten Triacastela voert een smal voetpad ons langs de LU633.
Het eerste dorpje waar we doorheen komen, is San Cristobo do Real.
We komen dan door een dorpje waar een rivier doorheen stroomt. Via een overloop in de rivier wordt het teveel aan water afgevoerd.
Voorbij de overloop steken we via een brug het riviertje over.
Dan volgt een mooi hol hellingpad.
We komen langs een gehucht met een kerkje. De naam van dit gehucht valt hier niet te achterhalen. Het kerkje is gesloten. Het kerkhof is wel toegankelijk.
Lastres
Het eerste dorpje waarvan ons de naam bekend wordt gemaakt met een plaatsnaambord, is het plaatsje Lastres.
Tussen al het steen van de woningen en van het plaveisel valt een prachtig blauwbloeiende hortensia op.
Voorbij het huis met deze hortensia gaat de straat verder als onverhard hellingpad. Voorbij een boerderijtje gaan we over een volgend hol pad verder.
San Martiño
Het volgende dorpje waar we doorheen komen, is San Martiño. Ook het kerkje van dit plaatsje is gesloten voor het publiek.
Een erfhond bij een boerderijtje slaat ons in stilte gade als we het erf naast de dorpskerk passeren.
Als we San Martiño net voorbij zijn, volgt een stijgende onverharde en verharde weg. Eerst passeert ons een eerste tractor, direct daarna nog een andere tractor. De boeren hebben hier doorgaans kleine, goedkope en nogal oude tractoren. In dit gebied vind je geen grote akkerbouwbedrijven; wel veel kleinschalige veehouders. De percelen in dit bergachtige gebied zijn klein, hetgeen het mogelijk maakt om met betrekkelijk klein materieel te werken.
Samos in zicht
Na nog een behoorlijke klim over een onverhard pad krijgen we na bijna 2 uren wandelen het bijzondere klooster van Samos in zicht.
Een pelgrim zit hier op een muurtje. Ze heeft een klein schetsboek vóór zich en maakt een tekening van het klooster van Samos. Een Spaanse pelgrim voegt zich bij ons. Hij vertelt dat hij gisteren 37 kilometer heeft gelopen, omdat hij onderweg geen slaapplaats in refugio’s meer kon vinden. Pas na al die kilometers kreeg hij een slaapplaats toegewezen in een herberg. Hij is nu zo vroeg op de dag al uitgeput en geeft aan dat hij straks in Samos voor vandaag zal stoppen, om daar voor de rest van de dag te gaan rusten van de te grote inspanning van gisteren.
We lopen naar beneden, naar Samos. De Spanjaard volgt ons op enige afstand. Beneden aangekomen zie je pas goed hoe groot dit kloostercomplex van Samos is.
We steken via een brug de rivier over ter hoogte van het klooster. Zoals op meer plaatsen, vind je hier op de brug grote metalen Jacobsschelpen, verwerkt in een hekwerk.
Klooster van Samos
We lopen naar de hoofdingang van het klooster en komen dan binnen bij de souvenirwinkel van het klooster. De bedienende monnik geeft ons een groot stempel van het klooster in onze pelgrimspaspoorten. Daarna kopen we een aantal pelgrimage-ansichtkaarten voor onze verzameling. Ondertussen komt een buslading toeristen de kloosterwinkel binnen. Vanwege een mis kunnen we nog niet in de kloosterkerk en het duurt ook nog enige tijd voordat de rondleiding door het klooster zal aanvangen.
De vermoeide Spaanse pelgrim zit bij de ingang van de refugio van het klooster. Hij vertelt dat deze refugio pas om 15.00 uur open zal gaan en dat hij daarop zal wachten. Het is dan nog maar 10.30 uur. Wij willen nu verder trekken, dus we kiezen ervoor om de rest van het klooster niet te bezichtigen.
Tegenover het klooster nemen we plaats op het terras van een café, waar we in de aangename zon eerst genieten van een kop koffie.
Aan de rand van Samos passeren we daarna het standbeeld van een pelgrim.
Enkele meters verderop komen we langs nog een standbeeld van een pelgrim.
Foxos
Dan verlaten we Samos. We volgen het smalle voetpad dat langs de LU633 loopt. Het eerste dorpje dat we passeren, is Foxos.
Dan komen we over een picknickplaats langs de LU633, waar een grote steen is opgericht, waarop staat dat het vanaf hier nog 142 kilometer is naar Santiago de Compostela.
Links van ons stroomt een rivier. Iets voorbij de picknickplaats bevindt zich een overloop in de rivier, met daarnaast nog een kleine waterval. Waarschijnlijk door de regenval van gisteren stroomt hier vrij veel rivierwater over de overloop en over de rotsen van de kleine waterval.
Onbekende buurtschappen
Dan is het moment aangebroken dat de camino zich afsplitst van de LU633. Vanaf dit moment volgt een lang traject, waarin we alleen nog langs en door hele kleine buurtschappen zullen wandelen, waarvan we de plaatsnamen doorgaans niet kunnen achterhalen, omdat er geen plaatsnaamborden langs de route staan. Het eerste gehucht waar we langs lopen, bereiken we na een lange en steile klim over een asfaltweg.
Dan gaan we over een onverhard pad verder. Het pad voert ons dieper de bergen in, over schitterende hellingpaden. We passeren een eenzaam liggend, oud boerderijtje dat er zwaar vervallen uit ziet. Toch zit er een kat bij de ingang en als we het boerderijtje voorbij zijn, zien we een oude man in een tuintje onkruid wieden. Kennelijk woont er nog iemand in dit nagenoeg onbewoonbare pand, en als dat zo is, dan zal dit hoogstwaarschijnlijk de laatste bewoner van dit boerderijtje zijn en zal deze oude boerenbehuizing in de loop van de jaren verder aftakelen tot ruïne.
We gaan nog verder het berglandschap in, over bijzonder mooie hellingpaden.
Gorolfe
Geheel onverwacht lopen we tijdens een afdaling op een volgend gehucht af. Dit is het plaatsje Gorolfe, bestaande uit een kerkje en een boerderij.
De ANWB-routegids voor de camino geeft van deze dagmars van vandaag aan dat de oriëntatie van deze dagtocht niet overal eenvoudig is, maar dat de route goed is gemarkeerd met de gele camino-pijlen. Op het moment dat wij inderdaad geen idee meer hebben waar we ons op de kaart van de omgeving bevinden, zien we in de verte een boeren-buurtschap liggen, waar we – zo blijkt even later – niet doorheen zullen lopen.
Na enkele bochten over onverharde en verharde wegen, passeren we twee woningen. Direct daarna steken we via een oude stenen brug een beekje over. Een loslopende geit loopt hier in de berm heerlijk te grazen van al het lekkers dat hier groeit.
Camino richting Sarria
We blijven de gele camino-pijlen volgen, maar hebben nog steeds geen idee waar we zijn en hoever het nog is naar Sarria. We zien ook helemaal geen andere pelgrims lopen. Dat waren we de afgelopen weken helemaal niet meer gewend. Dan komen we langs twee tegenover elkaar liggende boerderijen. Een oude vrouw komt ons over de daartussen liggende asfaltweg tegemoet. We vragen haar of we nog steeds goed op de camino lopen en hoever het nog is naar Sarria. Ze antwoordt dat deze asfaltweg inderdaad onderdeel uitmaakt van de camino en dat het nog ongeveer vijf kilometer is naar Sarria.
We gaan verder, eerst hoog boven het dal achter ons en dan naar beneden, door een vallei met allemaal grasland. De weiden zijn hier in deze streek vaak afgescheiden door lage stenen muurtjes, zo ook in deze vallei.
Verderop komen we in een volgend dorpje. Ook van dit plaatsje is langs de route niet te achterhalen hoe het heet.
Rustpauze
We komen langs een dorpskerkje, dat gesloten is. Enkele vlaggetjes hangen boven het terrein vóór dit kerkje. Ernaast staat een woning met een dikke muur er omheen. Een houten bankje staat tegen die tuinmuur. We nemen daarop plaats om hier te pauzeren, om wat te eten en te drinken. Ondertussen is het weer hard gaan waaien. De zon schijnt wel heerlijk, maar toch is het aangenaam om in de beschutting van de tuinmuur uit de wind te blijven.
Aguiada
Daarna volgt weer een mooi onverhard pad en komen we langs een gehucht, dat - getuige een richtingbord verderop - Aguiada zou moeten heten.
Vanaf hier wordt het oriënteren weer wat gemakkelijker, want nu komen we uit bij een doorgaande verkeersweg richting Sarria. Het eerste gehucht dat we passeren, is San Mamede, waar een refugio is.
We lopen nu over een mooi voetpad langs de verkeersweg. Na een klim komen we over een bergrug en dan zien we in de verte de stad Sarria liggen.
Vlak vóór Sarria wandelen we langs de camping van Sarria.
Dan komen we het stedelijk gebied binnen bij Vigo de Sarria.
Sarria
En dan lopen we Sarria binnen. Vanaf dit moment is het bijkans onmogelijk om nog de weg kwijt te raken, want de combinatie van de gele camino-pijlen en de frequente Jacobsschelpen in het wegdek loodsen je eenvoudig de stad in en door.
Sarria is een ware pelgrimsplaats. Zelfs de vuilnisbakken in de stad zijn gemaakt in de vorm van een Jacobsschelp.
We gaan met een brug over de rivier, die door de stad stroomt. Dan volgt een klim naar het hoger geleden deel van de stad.
We willen nog even doorlopen tot aan de kerk, om daar een pelgrimsstempel te scoren voor onze pelgrimspassen. In de stad zijn mooie muurschilderingen aangebracht van pelgrims van eeuwen geleden.
De kerk is gesloten, dus een pelgrimsstempel van de kerk is niet verkrijgbaar. Daarom vragen en krijgen we een stempel in een refugio. Een prachtig uithangbord met daarin een pelgrim van houtsnijwerk hangt bij deze refugio aan de gevel.
Pelgrims uit Alkmaar
Als we omkeren om terug te wandelen naar onze (hier in Sarria geparkeerde) huurauto, ontmoeten we toevallig de Alkmaarse pelgrims Klaas & Arianne weer. We nemen even plaats op een bankje om elkaar te vertellen over onze pelgrimservaringen van de afgelopen dagen. We hebben als beide pelgrimsstellen van alles beleefd, dus een half uur is zomaar om.
Even na 15.30 uur wandelen we langs de rivier naar de huurauto. Daarmee rijden we terug naar onze caravan op de camping in Portomarín.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten