woensdag 31 oktober 2012

De pelgrims komen thuis

Zondag 28 oktober 2012
Een hartverwarmend welkom op Schiphol



















Een tijd van ...
Het is nog geen 10.00 uur als we uitchecken uit Hostal Fornos in het centrum van Santiago de Compostela. On doel is om in elk geval om 11.00 uur op het vliegveld van Santiago te arriveren. Omdat aan de andere zijde van het plein tegenover ons hotel een taxistandplaats is, waar vanmorgen vijf taxi's klaar staan, zijn we al spoedig door de stad onderweg naar het vliegveld, dat tussen Santiago en O Pedrouzo ligt.
Pas als we in de vertrekhal bij een matrixbord van de vertrektijden staan, hebben we het in de gaten. Vannacht is de wintertijd ingegaan, dus de klok is een uur terug gegaan, waardoor we een uur eerder dan nodig op het vliegveld zijn. Zo zorgt een week zonder radio, televisie en krant en de camino ervoor dat dit soort automatismen volledig uit je denksysteem verdwijnen.
Vandaag dus geen zomertijd, maar wintertijd; en geen tijd van komen, maar een tijd van gaan.

Vliegen met de aartsbisschop
In de vertrekhal checken we in bij de incheckbalie, voor onze terugvlucht van Santiago de Compostela naar Schiphol, met een overstap in Madrid.
Dat we een uur meer hebben dan verwacht, is een mooie bijkomstigheid, want het betekent dat we een uur meer hebben op het vliegveld om aan het schrijven van ons wandelverslag te werken.
Om 13.10 uur kunnen we na het 'boarden' het vliegtuig in. Vanaf de 'gate' wandelen we buiten naar de vliegtuigtrap. Als we in het vliegtuig zitten, kunnen we door het vliegtuigraampje de andere passagiers ook bij de vliegtuigtrap zien staan. Durkje vertelt me dat we vandaag ook geestelijke verzorging aan boord zullen hebben, want aan de kleding te zien, stappen twee geestelijken het vliegtuig in. Als we nog eens goed kijken, denken we te zien dat de aartsbisschop één van de heren van dat tweetal is. Als ik de foto's van gisteren nog eens goed op onze camera bekijk, zijn we er vrijwel zeker van dat de Spaanse aartsbisschop Julián Barrio Barrio daar nu instapt; dus de aartsbisschop bij wie wij gisteren in de kathedraal van Santiago de pelgrimsmis bijwoonden. Als hij ons passeert in het vliegtuig vraag ik hem of hij inderdaad de aartsbisschop is. Dat bevestigt hij. Dan laat ik hem de foto zien die ik gisteren van nabij van hem maakte na afloop van de pelgrimsmis. Hij bedankt ons daarop voor het feit dat wij als pelgrims naar Santiago zijn gekomen en voor het feit dat we gisteren zijn pelgrimsmis hebben bijgewoond.

Santiago de Compostela > Madrid > Schiphol
Een half uur later vertrekt ons vliegtuig naar Madrid. In Madrid hebben we precies genoeg tijd om over te stappen op de tweede vlucht naar Schiphol, want als we bij de 'gate' aankomen, is het 'boarding time'.
Iets eerder dan gepland, arriveren we zo rond 18.30 uur op Schiphol Airport. Als we bij de bagageband staan te wachten op onze rugzakken, sms't Durkje nog even met Pieter over onze aankomst, waarop Pieter sms't dat hij straks voor ons een warme maaltijd klaar heeft staan als wij thuis komen. Dat zal dan zo rond 21.30 uur zijn. Het duurt betrekkelijk lang voordat de bagage op de band ligt en dan zijn we klaar om naar huis te gaan. We wandelen naar de aankomsthal om de bus naar het parkeerterrein van Schiphol te nemen, waar onze auto staat.

Petje af Pelgrims!!
Als we door de schuifdeuren de aankomsthal betreden, staan daar tot onze grote verrassing Baukje & Rauke en Pieter. Het is net een stel supporters, met petjes op, rugzakken op de rug, een regenponcho aan, wandelschoenen om de nek en een groot spandoek, met daarop de tekst 'Petje af Pelgrims!! Wat een hartverwarmend welkom van onze kinderen. Dan blijkt dat ze met zijn vijven eigenlijk van plan waren om ons in Santiago te verwelkomen, maar omdat wij niet in de meivakantie, maar al in de herfstvakantie in Santiago arriveerden en Jan Wijbe & Gaby nu drie maanden in Midden-Amerika verblijven, hebben ze gekozen voor een andere variant, maar voor ons zeker ook waardevol.Een buitenlandse jongedame die hier ook staat te wachten, maakt van ons vijven een mooie aankomstfoto.

Een bijzonder ervaring rijker
Die maaltijd thuis in Stiens wordt hem dus niet, dus daarom kiezen we ervoor om hier op Schiphol een restaurant in de aankomsthal te zoeken, waar we met zijn vijven even gezellig kunnen eten, alvorens we naar Stiens rijden. Als we het eten hebben besteld, krijgen Durkje en ik nog een welkomstkado van onze kinderen. Onze ouders en broers en zussen hebben allemaal een tekstbijdrage met felicitaties en waarderende woorden bij onze kinderen aangeleverd, die zij hebben gebruikt om een mooie pelgrimsjaarkalender voor ons te maken voor het jaar 2013. Daarbij hebben ze een perfecte selectie gemaakt van enkele van de mooiste wandelfoto's van onze pelgrimage van de afgelopen jaren, met als resultaat een hele mooie jaarkalender.
Na de maaltijd gaan Baukje & Rauke weer met de trein terug naar Groningen en rijdt Pieter met ons mee in de auto naar Stiens.
Thuisgekomen, ruimen we snel de meeste bagage uit de rugzakken op, gaat onze wandelkleding in de wasmachine en is het de hoogste tijd om naar bed te gaan. Morgen moeten we weer vroeg op, want om 7.30 uur gaan we weer aan het werk; een bijzondere ervaring rijker.

Een bijzondere mis in Santiago de Compostela

Zaterdag 27 oktober 2012
De botafumeiro wordt gebruiksklaar gemaakt























Late cafégasten
Pelgrims zijn gewend om vroeg op te staan, om al vóór dag en dauw de eerste kilometers op het pelgrimspad te wandelen. Durkje en ik zijn vandaag de hele dag in Santiago de Compostela, en niet van plan om vandaag nog kilometers te maken op de camino, ondanks het mooie, zonnige weer hier in Spanje. Vandaag is een rustige vakantiedag in deze prachtige pelgrimsstad, waar het bruist van Spanjaarden, toeristen en pelgrims.
We staan laat op en verlaten tegen 10.30 uur ons hotel om naar een café in de binnenstad te wandelen, waar we eerst een goed ontbijt zullen nemen. Vanuit het café dat we binnen gaan, hebben we óver het Praza Fonseca èn dóór de smalle Rúa do Franco het zicht op het Praza do Obradoiro, het grote plein dat vóór de kathedraal ligt.
We zijn voor de ontbijtkaart van dit café-restaurant late cafégasten, want tot uiterlijk 11.00 uur serveren ze hier een diep assortiment van verschillende soorten ontbijt. We zijn dus mooi om tijd om hier de dag met een stevig ontbijt te beginnen.

Vroege kerkgangers
Als we het ontbijt op hebben, lopen we direct naar de kathedraal, want Durkje en ik willen vandaag nogmaals de pelgrimsmis bijwonen in deze imposante kathedraal van Santiago de Compostela. Bij onze aankomst voor de mis van gisteren waren nagenoeg alle zitplaatsen al bezet, dus we willen er vandaag vroeg bij zijn om een mooi plaatsje in één van de zijbeuken van de kathedraal te verkrijgen.
Bij binnenkomst worden we door twee zaken verrast. Ten eerste zien we al direct bij binnenkomst dat er nog maar enkele zitplaatsen zijn bezet, dus er is nog volop gelegenheid om een mooie zitplaats te kiezen. 
Ten tweede zien we ook direct al dat het enorme wierookvat – de botafumeiro – vóór in de kerk hangt. Gisteren hing die er niet en hebben we ook het slingeren van dit wereldberoemde wierookvat niet meegemaakt. Het lijkt dus zo te zijn dat we vandaag geluk hebben, dat het wierookvat aan het eind van de mis wèl zal worden ingezet.

Pelgrims Elly & Wim
Zelfs op de twee voorste kerkbanken van één van de zijbeuken van de kathedraal is nog zitplaats vrij voor twee personen, dus we kunnen nog kiezen ook. We nemen plaats op de kerkbank met het beste zicht, met rechts van ons twee pelgrims, een man en een vrouw, en links van ons een enkele pelgrim, een man. We stellen ons aan elkaar voor. De man links van mij is een Spaanse pelgrim van middelbare leeftijd, die geen woord Engels spreekt, maar die wel graag een gesprek aangaat. Met het beetje Spaans dat ik beheers, kunnen we toch nog onze ervaringen uitwisselen. De Spanjaard heeft gisteren zijn pelgrimstocht volbracht. Hij vertelt dat hij de minimumvariant heeft gelopen, dus de laatste honderd kilometers van Sarría naar Santiago de Compostela. Hij vraagt naar onze reis. Als ik hem vertel dat wij in zeven jaren de hele afstand van de Nederlandse Waddenzee naar de Spaanse Atlantische Oceaan hebben gelopen, moet ik de hartelijke felicitatie van hem in ontvangst nemen, want van die prestatie is hij nogal nadrukkelijk onder de indruk.
De pelgrims die aan onze rechterzijde zitten, blijken Elly & Wim te zijn, afkomstig uit Nederlands Limburg. Zij hebben de hele tocht vanuit Maastricht naar Santiago de Compostela in twee delen gelopen, met een korte onderbreking van tien wandeldagen terug in Nederland, vanwege een peesontsteking van Elly en door het plotseling ziek worden van haar moeder in Nederland. Maar nu zijn ook zij gearriveerd in Santiago de Compostela en wonen - net als wij na gisteren - ook vandaag de mis bij. Zij gaan hierna nog door naar Finisterre en Muchía, alvorens ze huiswaarts keren. Er is elkaar veel te vertellen, dus voordat we het in de gaten hebben, is het al zover dat de mis aanvangt.

De mis van de aartsbisschop van Santiago de Compostela
Het loopt allemaal wat anders dan gisteren. We hebben al snel in de gaten dat het een bijzondere mis zal worden, niet alleen omdat de botafumeiro in het kruis van de kathedraal hangt. Het wordt voor ons een unieke mis, omdat de aartsbisschop van Santiago de Compostela, Julián Barrio Barrio, zèlf zal voorgaan in deze mis. In een lange stoet geestelijken betreedt de aartsbisschop het liturgisch centrum in het koor van de kathedraal. Alle pelgrims en alle andere aanwezigen worden welkom geheten en bedankt voor hun komst naar de mis in deze bijzonder kathedraal. Er wordt gezongen, gebeden en uit de Bijbel gelezen. Vertegenwoordigers van enkele gearriveerde Spaanse pelgrimsgroepen spreken de aartsbisschop toe, waarna Julián Barrio Barrio ook deze pelgrims in het bijzonder bedankt voor hun pelgrimage naar Sint Jacobus.

Eén lichaam wereldwijd
Aansluitend vieren we de communie. De aanwezigen worden genodigd om mee te doen aan deze viering en om een hostie in ontvangst te nemen. Ook Durkje en ik delen vandaag - samen met andere pelgrims en met honderden andere kerkgangers van over de hele wereld - mee in dat ene lichaam van Jezus Christus, die voor ons aan het kruis is gestorven om onze zonden te kunnen vergeven. Waar wij als pelgrims onderweg op de Spaanse camino al één grote, gezegende familie vormden, ontstaat hier in de viering als het ware één groot lichaam van de mensen van de Kerk van alle tijden en plaatsen. Ontvang en vorm hier en nu het lichaam van de Heer. Honderden mensen schuifelen stapje voor stapje naar voren om dat lichaam te delen, te vieren en te vormen.

Bewieroken van pelgrims
Na het dankgebed wordt de viering afgesloten. Een lange rij geestelijken in lange bruine pijen komt naar voren om het grote wierookvat naar beneden te halen en gebruiksklaar te maken. Daarna gaan ze naar het dikke slingertouw en trekken ze met zijn allen de botafumeiro weer de lucht in. Eén van de mannen trekt het wierookvat in de richting van de pelgrimspoort en duwt hem dan in onze richting.
Dan begint het spektakel van de slingerende botafumeiro. Middels een ingenieus systeem in de kruiskoepel van de kathedraal brengen de mannen aan de touwen het ongeveer 60 kilo zware wierookvat in een lange, indrukwekkende slingerbeweging tot grote hoogte in de zijbeuken van de kathedraal. Het wierookvat raakt de koepel van de zijbeuken net niet en komt dan met een enorme snelheid aan de dikke kabel weer naar beneden, om daar vlak boven onze hoofden langs te scheren, om dan weer naar de andere kant van de kathedraal door te slingeren.
Vele malen suist de botafumeiro vlak boven onze hoofden, daarbij één en al rook en geur van wierook in de kathedraal achter latend. Al vele jaren worden de pelgrims van Sint Jacobus door dit wierookvat bewierookt. Wie pelgrim is of is geweest, en wie derhalve de geur van pelgrims op de camino kent, kan zich heel goed voorstellen dat het bewieroken van pelgrims in deze kathedraal geenszins een overbodige luxe was, en nog is.
Als de botafumeiro langs ons suist, hoor ik niet alleen dat suizen, maar ook de kreten van vrees, verbazing en verrukking van de mensen om ons heen. Dit moet je (als pelgrim) eens meemaken in je leven.

Nabetrachting
Na de mis blijven we met zijn vieren nog even napraten in de kathedraal. Ook een ouder Canadees pelgrimspaar voegt zich bij ons. Zij hebben in de afgelopen dagen regelmatig Wim & Elly ontmoet. De Canadese steekt haar belevenis van zojuist niet onder stoelen of banken; ook zij heeft hier in de kathedraal zonet iets moois beleefd. De grootsheid van dit botafumeiro-spektakel vergelijkt zij met de grootsheid van God, maar tegelijk geeft ze ook aan dat de grootsheid van deze wierookslinger slechts een fractie laat zien van wie God voor ons is en betekent.

Passie delen
Durkje en ik gaan weer terug naar ons hotel, waar we eerst lunchen. We nemen dan even rustig de tijd om wat te lezen en om ons reisverslag te schrijven. Ondertussen check ik ook de mailbox van de afgelopen week. Daarin valt mijn oog op een bijzonder mailtje, geschreven door Baukje Douma, een studiegenote van mij van wel 30 jaar geleden, met wie ik al die jaren geen contact heb gehad. Baukje schrijft me dat zij op internet heeft gezien dat ik bestuursvoorzitter ben van de Stichting Jabikspaad Fryslân en dat ze afgelopen zondag met haar echtgenoot de laatste wandeletappe van het Fries-Overijsselse Jabikspaad heeft volbracht. Dat is dus op dezelfde dag waarop Durkje en ik het Spaanse Jabikspaad (de camino) hebben afgerond. Vandaag blijkt me dat we de passie voor langeafstandswandelen delen en dertig jaar na afstuderen delen we nota bene op dezelfde zondag het afronden van een Jacobspad, weliswaar ruim 3.200 kilometer van elkaar verwijderd, maar toch als beide echtparen op dezelfde zondag aankomen bij Sint Jacobus. 

Spaans slotdiner
Aan het eind van de middag wandelen Durkje en ik nog eens weer door de middeleeuwse winkelstraten van Santiago de Compostela. Op het moment dat de eerste winkels sluiten, gaan we naar een restaurant in de Rúa do Vilar dat we eerder vandaag al selecteerden. Het is een modern restaurant, met een menukaart met vooral Spaanse menu’s. We sluiten onze pelgrimage af met een goede fles Spaanse wijn, waarbij we een heerlijke Paëllaschotel laten serveren.

Vaarwel Sant-iago
Na ons slotdiner wandelen we nog even naar de voorzijde van de kathedraal van Santiago (de Compostela), om nog een laatste blik op deze bijzondere kathedraal van deze bijzondere bedevaartsstad te werpen. Het is stil op het Praza Obradoiro. Schijnwerpers werpen hun licht stemmig op de imposante gevel van de kathedraal. Op het midden van het plein, waar bij enkele gedenkstenen in de bestrating de diagonalen van het plein bij elkaar komen, sluiten Durkje en ik onze jarenlange pelgrimage op passende wijze samen af. Hier eindigt onze indrukwekkende pelgrimstocht op deze al even indrukwekkende plaats, in het donker, dat weliswaar wordt verbroken door het hoog over ons gaande schijnsel van de schijnwerpers boven op het gemeentehuis, licht aangevuld door het heldere schijnsel van de volle maan, die boven de kathedraal staat.
Vele eeuwen zijn hier pelgrims aangekomen, hebben hier pelgrims gestaan, hebben pelgrims gelachen en gehuild, uitgelaten gesproken en intiem gezwegen, en zijn vanaf deze plaats miljoenen pelgrims weer teruggekeerd naar huis.
Nog één nacht, en dan gaan ook wij weer naar huis terug.
De kathedraal laten we hier achter, maar wat we voor altijd met ons mee zullen dragen, zijn de mooie beelden, de waarde(n)volle ontmoetingen en de dierbare herinneringen aan al die (ook niet) beschreven unieke ervaringen; al die verhalen, die we tijdens de rest van ons leven zorgvuldig in ons hart zullen bewaren, die ons zullen blijven vormen tot wie wij zijn, voor elkaar en voor een ieder met wie wij (samen)leven & (samen)werken.

Terug in Santiago de Compostela

Vrijdag 26 oktober 2012 
De pelgrimsmis in de kathedraal van Santiago de Compostela


















Vroege cafégasten
Om 7.10 uur worden we wakker van de wekker. Gisteravond hebben we onze rugzakken al ingepakt, dus we kunnen nu na opstaan, wassen en aankleden spoedig uitchecken uit het hotel, om naar het busstation van Finisterre te wandelen.
Tegenover het busstation is een café, waar zes andere pelgrims op een ontbijt wachten. Durkje en ik bestellen hier eveneens ontbijt en de cafébaas doet erg zijn best om voor iedereen het ontbijt zo snel mogelijk op de tafels te serveren. Alles moet tegelijk: koffie zetten, brood roosteren, ontbijtbestek en broodbeleg klaarleggen en sinaasappels uitpersen om verse jus d’orange te serveren. Ondertussen komen ook nog twee andere pelgrims binnen en daarna ook nog de drie Canedese pelgrims uit de ‘Kamloops-area’, maar die laatste drie oudere dames hoeven straks de bus niet te halen, want zij wandelen vandaag eerst nog door naar Muchía.

Bus(je) komt zo
Onze bus vertrekt om 8.20 uur richting Santiago de Compostela, althans, dat staat op de dienstregeling. Dat het uiteindelijk 8.45 uur wordt, daarover horen we niemand klagen. Iedereen is al lang blij dat de bus er is en dat men mee terug kan naar Santiago de Compostela.
Als de bus arriveert, moet hij verderop in de zeehaven eerst nog keren, en als hij dan weer terug komt, kan iedereen zijn rugzakken onder in de bus leggen. De fietsende pelgrim mag als laatste zijn fiets aan de andere zijde onderin de bus leggen. Hij hoeft niet terug te fietsen, maar kan de busrit van ruim twee en een half uur in alle rust ook meemaken.

Stopdienst
De bus zit voor ongeveer driekwart vol met ongeveer 40 terugkerende pelgrims. Tijdens het wachten op de bus stond iedereen nog gezellig met elkaar te praten, maar nu de bus vertrekt, zitten de meesten stil naar buiten te kijken, zachtjes met hun wandelmaatje te praten en af en toe even een uiltje te knappen.
De bus maakt een lange tocht langs de zuidelijke kustroute van het schiereiland waar Finisterre op ligt. We rijden door een groot aantal kustplaatsjes. Hier en daar stappen Spaanse passagiers in en uit. De bus komt en blijft nagenoeg de hele reis vol, maar door het in- en uitstappen is er voortdurend nog net voldoende zitplaats voor alle passagiers.

Een inpandig busstation
Als we ongeveer twee uren langs de oceaankust hebben gereden, gaan we landinwaarts, richting Santiago de Compostela, nu nog ongeveer 40 kilometer. Het laatste stuk gaat snel, namelijk over de snelweg. 
In Santiago aangekomen, rijdt de buschauffeur behendig met de grote bus door het drukke verkeer van de stad en brengt hij ons naar het busstation van Santiago. Het is een bijzonder busstation, want het is gelegen in een heel groot gebouw van twee verdiepingen, waar alle bussen aan de achterzijde naar binnen rijden en in het gebouw stoppen bij de inpandige bushalte. Na het uitstappen ga je met de roltrap naar boven en dan sta je op de begane grond aan de voorzijde van het busstation.

Inchecken in Santiago
Omdat het busstation aan de buitenrand van de stad ligt en we nog 55 minuten hebben alvorens de mis aanvangt in de kathedraal, kiezen we ervoor om ons met de taxi naar ‘ons’ hostal Fornos in de binnenstad te laten rijden. Daar krijgen we direct een mooie hotelkamer toegewezen, waar we linea recta onze rugzakken deponeren, om dan onmiddellijk het hotel weer te verlaten, om naar de kathedraal te lopen, waar om 12.00 uur de mis begint.

Net op tijd voor de mis
Als we door de pelgrimspoort om 11.40 uur de kathedraal betreden, zijn nagenoeg alle kerkbanken al vol. In een zijbeuk vinden we nog een plaatsje voor twee personen. Dan wachten we ongeveer een kwartiertje, alvorens de mis aanvangt in deze volle kerk.
Een non betreedt het koor van de kerk en zingt ons alvast een aantal korte liederen voor, opdat we die tijdens de mis kunnen meezingen. Eén van die liederen is het welbekende ‘Ubi caritas’, dat straks tijdens de communie gezamenlijk zal worden gezongen.

Ontmoeting met pelgrim Joost Bol
Tijdens de mis lopen ook mensen in de rondgang van de kathedraal. Links van ons loopt een man, die iets verderop aan de voet van een pilaar gaat zitten, om de mis ook bij te wonen. Ineens zie ik dat het Joost Bol is, de voorzitter van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob, de organisatie waarmee wij als Stichting Jabikspaad Fryslân nauw samenwerken voor wat betreft het faciliteren van het pelgrimeren in en vanuit Fryslân, Nederland en richting Santiago de Compostela. Als voorzitters van onze beide pelgrimsorganisaties kennen we elkaar, dus dan is het verrassend om elkaar zo onverwacht hier in Santiago de Compostela te ontmoeten, op de plaats waar het in onze beide organisaties grotendeels om draait: dit Spaanse bedevaartsoord en de pelgrimage er naar toe.
We begroeten elkaar tijdens de mis even kort en spreken na de mis nog wat langer met elkaar. Joost is gisteren gearriveerd vanuit Irún, vanwaar hij zijn pelgrimage over de 'Camino del Norte' richting Santiago de Compostela heeft volbracht. Hij liep de Camino del Norte en Durkje en ik de Camino Francès, en allen nu als pelgrims bijeen in Santiago de Compostela.

Installeren en communiceren
Na de mis gaan we terug naar ons hostal, om ons daar te installeren. We hadden daar zojuist namelijk alleen de rugzakken in de hotelkamer gelegd en zijn direct daarna richting kathedraal gegaan voor de mis.
In het hotel is ook gelegenheid om ons wandelverslag verder te schrijven en om via Facebook en email familie, vrienden en kennissen op de hoogte te stellen van onze voortgang en positie.

Voorzitter&Voorzitter in Santiago
Halverwege de middag wandelen Durkje en ik weer het centrum in.
In de aanlooproute naar de kathedraal van Santiago de Compostela komen we toevallig Joost Bol weer tegen, in nota bene de Rua do Vilar, de straat waar ook het pelgrimsbureau is gevestigd. Een mooi moment is dit om met zijn drieën even terug te blikken op onze beide camino’s, de Camino del Norte die Joost heeft gelopen en de Camino Francès die Durkje en ik hebben gelopen.
Het is allemaal teveel voor alleen een koffiesessie, dus we verlengen onze terrassessie met een goed glas Spaanse rode wijn en zo zitten we tamelijk lang genoeglijk bijeen, terwijl af en toe andere – ons al dan niet bekende – pelgrims voorbij wandelen.
We nemen afscheid en zullen elkaar over acht dagen in Nederland allicht weer ontmoeten, tijdens de najaarsvergadering van ons pelgrimsgenootschap, dat we op 3 november 2012 in Zwolle zullen hebben.

Pilgrim Brian from Florida
Joost gaat de kathedraal in en wij wandelen door de smalle middeleeuwse straatjes van het voetgangersgebied nabij de kathedraal van Santiago de Compostela. De populatie hier in deze gezellige winkelstraten van Santiogo bestaat grotendeels uit Spanjaarden, maar je ziet ook een groot aantal buitenlandse toeristen, en zeker ook veel pelgrims van over de hele wereld.
We sluiten deze mooie dag af met een diner in één van de restaurants in de Rua do Vilar. Als we genieten van ons hoofdgerecht, zie ik pelgrim Brian ons restaurant binnenwandelen met zijn echtgenote en haar ouders. We hebben Brian in de afgelopen dagen enkele malen ontmoet op de Camino Finisterre tussen Santiago de Compostela en Finisterre. Brian en zijn vrouw liepen de Camino Francès samen, maar doorlopen naar Finisterre was voor haar een station te ver vanwege een knieblessure. Hier in Santiago zijn ze weer herenigd en ook haar ouders zijn er hier bij gekomen. Ze nemen plaats aan de tafel naast ons. Het resultaat is al weer een gezellige pelgrimsavond.

Pelgrimeren van Finisterre naar Cabo Fisterra

Dit is het eindpunt van onze pelgrimage op Cabo Fisterra



















Van Zwarte Haan naar Cabo Fisterra

Camino Finisterre > Santiago de Compostela – Cabo Fisterra

Van Finisterre naar Cabo Fisterra
Donderdag 25 oktober 2012 – 4 km.
Dag 156: 3362 - 3366 km.
 

De laatste vier kilometers
Het is al bijna 10.00 uur als ik het grote dubbele raam van onze hotelkamer van Hotel Finisterre open draai. De geluiden van de zeemeeuwen nabij ons hotel in Finisterre zijn direct goed hoorbaar. De zee is maar zo’n honderd meter verwijderd vanaf ons hotel, en luid roepende meeuwen horen dan ook echt bij zo’n havenplaatsje aan de Atlantische Oceaan.
Durkje en ik doen het vanmorgen rustig aan. We hoeven vandaag maar 4 kilometer te lopen, van Finisterre naar Cabo Fisterra. En hetzelfde aantal kilometers terug brengt de kilometerteller voor vandaag maar op totaal acht kilometer. Die twee uurtjes wandelen willen we aan het begin van de middag doen.
Om 12.00 uur zitten we aan een stevig ontbijt op het overdekte terras van één van havenrestaurants van Finisterre. 

Twee camino’s
Als we aan het ontbijt zitten, komt de Nederlandse pelgrim Peter Gog ook op het terras. Hij vertelt dat hij gisteren tot aan Cee is gelopen en dat hij daar heeft overnacht in een nagenoeg lege pelgrimsherberg. Vanmorgen is hij van Cee naar Finisterre gewandeld en zojuist heeft hij zijn rugzak achtergelaten in de herberg, waar hij de komende nacht overnacht. Met z’n drieën drinken we gezellig nog een kop koffie. Wij vertrekken; Peter neemt dan nog een extra kop koffie.
Om 12.30 uur staan Durkje en ik bij de zeehaven klaar voor onze laatste dag op de camino. We kopen nog enkele ansichtkaarten en tappen wat geld uit een gelduitgifteautomaat van de plaatselijke bank, en dan zijn we klaar voor onze laatste etappe.
Na afgelopen zondag de Camino de Santiago afgerond te hebben, zullen we vandaag ook de Camino Finisterre achter ons laten. Vier dagen wandelen van Santiago de Compostela naar Cabo Fisterra vormen voor ons samen de Camino Finistera. Als we vandaag in Cabo Fisterra arriveren, hebben we in 156 wandeldagen de hele afstand van de Nederlands-Friese Waddenzeekust naar de Spaans-Galicische Atlantische Oceaankust afgelegd, over een afstand van 3.366 kilometer. Nog maar vier kilometer, en dan het is voorbij. We vertrekken na ons ontbijt vanuit het centrum van Finisterre.

Naar de kaap
Door de smalle straatjes van Finisterre gaan we stijgend in zuidelijke richting het havenplaatsje uit. In Finisterre passeren we de kapel Bo Succeso en aan de rand van Finisterre komen we langs de Sint-Mariakerk. Dan volgt een hooggelegen asfaltweg langs de oostkust, naar het meest zuidelijke punt van het schiereiland, naar de Kaap (Cabo) van Fisterra.
Als we vlak buiten Finisterre zijn, zien we dat ook medepelgrim Peter al onderweg is. Hij loopt een eindje vóór ons.
We laten Finisterre achter ons. Het is een heerlijk zonnige dag. Het is lichtbewolkt en de blauwe lucht zorgt ervoor dat ook het oceaanwater een mooie blauwe kleur heeft. Het is een mooie nazomerdag om hiermee onze pelgrimage af te sluiten.
Aan de rechterkant van de weg staan enkele kleine bouwwerken, waarvan de buitenmuren zijn beschilderd met onder andere een pelgrim en met enkele woorden van welkom in Finisterre.
Ongeveer halverwege dit traject passeren we het pelgrimsmonument langs de kant van de weg.
Vanaf dit punt kunnen we in de verte de vuurtoren op de kaap van Fisterra al zien staan. Nu nog bijna twee kilometer en dan zijn we er.
De laatste kilometer loop je recht op de vuurtoren af.

Cabo Fisterra
Het is ongeveer 13.10 uur als we Cabo Fisterra naderen.
Bij het kruis ‘Cruz da costa da morta’ biedt een andere pelgrim ons aan een foto van ons samen te maken. Dat aanbod accepteren we graag. Hij maakt een mooie foto van ons, waarbij wij staan op de hoog boven het oceaanoppervlak uitstekende rots.
Het stenen ‘Cruz da costa da morte’ staat vlakbij de vuurtoren van Cabo Fisterra.

0,00 km
De volgende ‘mijl’paal hier op Cabo Fisterra is de nul-kilometerpaal. Jarenlang hebben Durkje en ik vele kilometers gelopen, en steeds onderweg kilometerpalen zien staan, waarop grote afstanden stonden tussen die paal en het eindpunt van onze tocht. Maar nu staan we eindelijk bij de kilometerpaal met het opschrift ‘0,00 km’. Duidelijker kun je het niet krijgen. We zijn nu dus onherroepelijk gearriveerd op het eindpunt van onze pelgrimstocht: Cabo Fisterra!
We lopen door naar de vuurtoren van Cabo Fisterra.

Pelgrimskleding verbranden
Links van het vuurtorengebouw is een stenen trap naar beneden, naar de rotsen van de oceaankust.
Beneden vóór ons op de brede rotspunt staan hier en daar groepjes mensen bij verschillende brandhaarden.
Hier is het gebruikelijk dat de arriverende pelgrim zijn of haar oude, versleten pelgrimskleren uittrekt om die te verbranden. Zo wordt het pelgrimsleven achter zich gelaten. Het is een oude ceremonie, die tot op heden nog in ere wordt gehouden.
Ook een groep jongelui die gezamenlijk vóór ons uit naar Cabo Fisterre is gelopen vanuit Finisterre heeft zich voorbereid op dit pelgrimsritueel. Hier en daar staan groepjes jongeren bij een brandhaard om één voor één iets van hun kleding te verbranden.
Hier op de rots ontmoeten Durkje en ik ook pelgrim Peter Gog weer. Ook hij voltooit hier op ‘het eind van de wereld’ (Finisterre/Fisterra) zijn wekenlange pelgrimstocht. We vieren dat met zijn drieën als Nederlanders op deze Spaanse rotskust.
Dan is het ook aan ons om deel te nemen aan het pelgrimsritueel. Oude wandelsokken komen uit de rugtas. Versleten sokken zijn het, die dun zijn geworden van de vele kilometers die ze hun dienst aan ons hebben bewezen tijdens de lange wandeldagen van de afgelopen jaren. Durkje en ik zoeken een brandhaard op de rotsen, om ook tot verbranding van dit gering ogende, maar wel essentiële wandeltextiel over te gaan. Peter Gog legt dit alles met onze fotocamera vast.
De lichtgekleurde wandelsokken worden al snel prooi van het vuur.
Als de sokken eenmaal vlam hebben gevat, staan ze in een ommezien in lichte laaie en resteert al snel slechts een beetje as.
Ook om ons heen gaat de kledingverbranding bij de jongelui onverminderd door.
Nog een laatste blik over de grote rotssteen heen is genoeg om te constateren dat niet meer zichtbaar is dat wandelsokken van Durkje & Wiep hier hun eind vonden. Rituelen horen bij het leven, zo ook hier.
Een groepje Aziatische toeristen is druk in de weer om me te fotograferen als ‘de kledingverbrandende pelgrim’. Ergens aan de andere kant van de wereld zullen allicht die beelden worden getoond en gezien; van die pelgrim met zijn grote pelgrimshoed en pelgrimsuitrusting, die een deel van zijn kleding verbrandde op het eind van de wereld, zoals een pelgrim dat betaamt.
Vanaf hier kunnen Durkje en ik alleen nog maar terug wandelen. Verder kan niet, want hier houdt de bewandelbare wereld echt op.

Video-boodschappen
Nu wil het geval dat wij van onze kinderen eergisteren al een sms-je kregen, waarin stond dat we ervoor moesten zorgen dat wij in elk geval onze minilaptop bij ons moesten hebben op de dag dat wij het laatste traject van onze pelgrimstocht zouden lopen. Pieter zou namelijk op onze laptop - ergens tussen ‘program files’ - voor ons enkele boodschappen hebben verstopt van alle kinderen afzonderlijk, die wij zouden moeten bekijken op het moment dat wij niet meer verder kunnen op het eind van onze pelgrimage. Boodschappen op het keerpunt van heen en terug staan dus kennelijk op onze kleine reiscomputer. Nieuwsgierig proberen we al op de rotspunt te bekijken wat die boodschappen zouden kunnen zijn. Maar door het felle zonlicht kunnen we niets op het beeldscherm van de laptop zien.
We zullen dus ergens binnen - in één van de gebouwtjes hier op de Kaap - een donkere plek moeten zoeken, waar we wel kunnen zien welke boodschappen onze kinderen aan ons meegeven voordat we terugkeren.
Als we bij de rotsen omhoog klimmen, komen we langs het bronzen beeldje van een wandelschoen van een pelgrim, die hier is bevestigd op een rots.

Wandelen in de Bijbel
In de vuurtoren is een expositie. We gaan daar naar binnen en zoeken in één van de tentoonstellingsruimtes een tafel waarop we het laptopje kunnen plaatsen, om de boodschappen te kunnen lezen.
Diep in een onbeduidende mappenstructuur vinden we op aanwijzing van het ontvangen sms-bericht een map met daarin enkele bestanden van onze kinderen. Vol verwachting openen we achtereenvolgens de berichten.
In het filmbestand van Pieter verschijnt een filmpje van Pieter vóór de webcam van zijn computer thuis. Pieter verontschuldigt zich voor zijn gebrek aan creativiteit, maar komt daarna wel met een indrukwekkende boodschap. Pieter heeft in de Bijbel teksten gezocht die gaan over wandelen. Hij leest ons in zijn videoboodschap voor over wandelen in de Bijbel. Daarna volgt een korte uitleg, waarbij hij de link legt naar de wijze waarop en de opgewekte stemming waarin wij altijd weer thuis komen na meerdaagse langeafstandswandelingen.

Petje af
Het tweede filmpje is van Baukje & Rauke. Ze zitten thuis naast elkaar in beeld en doen tegelijk een oranje petje op. Na hun introductie doen ze de petjes weer af, onder het roepen van hun thema ‘Petje Af’. Ze vertellen dat ze af en toe wel eens gekscherend een foto of een filmpje maken, waarbij zij Durkje en mij als fanatieke wandelaars portretteren (waarbij ze illustratief een voorbeeld van zo’n foto en filmpje als bestand bijsluiten), maar dat ze de prestatie inzake onze lange pelgrimstocht vooral waarderen.  Een ander filmpje dat ze hebben bijgesloten, is het filmpje van ‘The making of Petje af”. Dat is een humoristisch filmpje met daarin alle bloopers tijdens de productie van hun videoboodschap. Petje Af!

Message from Panama City
We willen ook het derde bestand nog bekijken, maar dan komt een medewerker van de vuurtoren ons vertellen dat de vuurtoren nu dicht gaat. We nemen de laptop mee naar buiten en gaan naar het restaurant enkele meters verderop. Om de emotie van de eerste filmpjes even weg te drinken, bestellen we eerst maar eens twee koppen thee.
Dan gaan we ook het filmpje van Jan Wijbe & Gaby bekijken. Zij zijn al twee weken onderweg in Centraal-Amerika en hebben op de boulevard van Panama Stad een videoboodschap gemaakt, waarin ze ons feliciteren met onze wandelprestatie, en tenslotte de suggestie dat het voor ons nu wellicht tijd wordt om vooral te genieten van de rust ná dit intensieve wandelproject.

Kinderen zo ver weg en toch ook zo dichtbij
Buitengewoon indrukwekkend en emotioneel is het om van onze kinderen zulke hartverwarmende videoboodschappen te ontvangen, waarin ze laten zien en horen hoe zij persoonlijk aankijken tegen ons jaren durend doorzettingsvermogen om de hele pelgrimage van begin tot eind te voltooien. Dankbaar voor het geluk dat ons van onze kinderen - en op deze wijze - ten deel valt, praten we na over wat wij samen op het scherm zagen, wat we in de boodschappen hoorden en wat dat voor ons betekent.
Het eerste wat Durkje daarna doet, is alle kinderen een uitgebreid sms-bericht sturen, waarin we melden dat we het eindpunt hebben bereikt, dat we hun videoboodschap hebben bekeken, en dat we hen hartelijk bedanken voor deze gevoelige woorden en beelden.
Als ouders en kinderen zijn we nu duizenden kilometers van elkaar verwijderd, maar hier op de Cabo Fisterra zijn we dit uur wel héél dicht bij elkaar.
Dan is toch het moment gekomen om terug te keren. We verlaten het restaurant op de kaap.

Peace please
We realiseren ons dat we de Vredespaal hier op Cabo Fisterra nog niet hebben gezien. Vanaf de hoge rots waarop het restaurant staat, zien we dat de Vredespaal tussen het restaurant en de vuurtoren staat. We gaan nog even naar het uitzichtpunt waar de Vredespaal staat. Op de paal staat in vier talen de volgende tekst: ‘May Peace Prevail On Earth’. Daar hoef je geen woord aan toe te voegen.
Durkje en ik blikken hier op het eindpunt van onze pelgrimstocht nog eenmaal over de oceaan. De dreigende bewolking trekt op in onze richting. Je kunt zien dat er regen op komst is. Helemaal in de verte, op de horizon, schijnt de zon op het water. We zien de horizon als een witte – door de zon beschenen – streep op de scheiding van lucht en water.

Na zonneschijn komt regen
Dit beeld betekent het eind van onze pelgrimstocht. We keren om en wandelen terug naar Finisterre.
We zijn nog maar net op weg, als het al begint te regenen. Eerst zacht, later harder en zo wisselt die hevigheid van de regen voortdurend. Twee pelgrims, de één met poncho, de ander met paraplu, komen weer aan in de haven van een regenachtig Finisterre.
Ter hoogte van het emigrantenmonument bij de haven overleggen we wat we nu gaan doen.

Ga heen in Vrede
Vanaf het hoger gelegen buitenterras van het havenrestaurant horen we roepen. Eén van de drie oudere dames van het Canadese pelgrimstrio roept en zwaait naar ons. We besluiten daar bij hen een kop koffie te gaan drinken, om ook afscheid van de Canadezen te nemen. Op het terras aangekomen, zien we dat ook de Duitse pelgrim Ralf bij hen op het terras zit.
Ralf moest de laatste dag alleen lopen, omdat zijn wandelmaat uitviel wegens een ernstige voetblessure. Gisteren zijn we samen met Ralf onze pelgrimsdag begonnen, onderweg hebben we hem veel ontmoet en met zijn drieën zijn we in Finisterre aangekomen. In het gemeentehuis van Finisterre hebben we gedrieën onze pelgrimscertificaten van de Camino Finisterre in ontvangst genomen.

Met zijn zessen sluiten we hier op het terras in Finisterre onze pelgrimstocht af: drie Canadezen, één Duitser en twee Nederlanders. Gezien onze samenstelling qua nationaliteiten realiseer ik me dat er sinds de bevrijding aan het eind van de Tweede Wereldoorlog ook veel ten goede is veranderd. We leven in een tijd van eenwording, in Europees verband, maar ook in ‘global’ opzicht.
De camino is een mooi en waarde(n)vol voorbeeld van een ontmoetingsplaats van mensen van over de hele wereld. De populatie van pelgrims op de camino gaat door alle nationaliteiten, religies en culturen heen. Het is één grote familie van pelgrims, die elkaar op de camino leren kennen en waarderen in de ontmoetingen onderweg, en in alle momenten van rust.

  • Hier op de camino is het niet van belang welke status je hebt in je thuisland.
  • Hier op de camino is iedereen gelijk, namelijk: pelgrim door ruimte en tijd.
  • Hier op de camino telt alleen maar dat je mens bent voor elkaar.
  • Hier op de camino wordt iets zichtbaar van het met Kerst zoveel bezongen ‘Vrede op Aarde’.

Of, zoals de Vredespaal op Cabo Fisterra,
op het eind van wereld zegt:
‘May Peace Prevail On Earth’.

Pelgrimeren van Olveiroa naar Finisterre

Uitzicht op Cabo Fisterra en op Finisterre




















Van Zwarte Haan naar Cabo Fisterra

Camino Finisterre & Santiago de Compostela – Cabo Fisterra
Van Olveiroa naar Finisterre
Woensdag 24 oktober 2012 – 31 km.
Dag 155: 3331 - 3362 km.


Ontbijt in herberg As Pias
Om 7.30 uur checken we uit en verlaten we Casa Loncho, de pelgrimsherberg waar we vannacht hebben overnacht. Het is nog donker als we door het centrum van Olveiroa lopen, maar met behulp van de nog brandende straatverlichting vinden we prima de weg naar de andere pelgrimsherberg, waar we vanmorgen ontbijten. De vriendelijke – nog jonge - herbergier, die ons gisteravond bediende tijdens ons pelgrimsdiner, staat nu in de vroegte al weer achter de bar om ons ontbijt klaar te maken en te serveren. Een Spanjaard leest de krant aan de bar, gaat weg, een andere Spanjaard komt binnen, neemt plaats aan de bar en leest ook de krant. Een typisch ochtendritueel van dorpsbewoners, die ’s ochtends even een kop koffie komen drinken in het dorpscafé. Wij ontbijten ondertussen; ook dat zal zeker een typisch ochtendritueel zijn hier het café.
De Duitse pelgrim die we gisteren nog met zijn vriend onderweg enkele malen ontmoetten, komt nu ook in het café. Zij hebben hier in deze herberg overnacht. De jongeman nuttigt hier ook zijn ontbijt. Tegen 8.00 uur – als Durkje en ik het ontbijt op hebben – gaan we naar buiten. Bij de uitgang van deze herberg staat het kunstwerk van een waterput, met daarop twee wandelschoenen en een pelgrimshoed erboven tegen de muur, alles geheel van steen.

Te donker
Vol goede moed gaan we op pad. Door een bijzonder goed verlichte hoofdstraat verlaten we Olveiroa. Dan komen we bij een drukke verkeersweg, die we naar links moeten volgen, via de brug over de Rego do Santa Lucia. Hier is het vanwege het ontbreken van straatverlichting echter nog één en al duisternis. Je kunt hier op de weg nagenoeg geen hand voor je ogen zien. Oriënteren is hier dus volstrekt onmogelijk. Alleen in het schijnsel van de verlichting van een enkele voorbijrijdende auto kun je tijdelijk even een stuk van de weg, de witte streep op het wegdek èn de berm zien. Maar dan is het weer donker om je heen. Ongeveer honderd meter verderop is een afslag naar links. We moeten volgens de routebeschrijving inderdaad ergens naar links, maar we kunnen in het geheel niet zien of dat hier op deze plaats zou moeten zijn, of eerder, of later pas? En ook voorbij die afslag is geen enkel licht, dus het heeft totaal geen zin om nu verder te gaan. We zullen even moeten afwachten tot het een beetje licht begint te worden en we richtingwijzers kunnen zien in het schemer. We lopen terug naar de plaats waar de hoofdstraat van Olveiroa en de autoweg elkaar kruisen. Op deze splitsing is het volop licht van de straatverlichting. We gaan op enkele rotsblokken zitten en wachten tot het licht wordt.

De hoofdlamp van Ralf
Het wachten duurt niet lang, want al na enkele minuten komt de Duitse pelgrims van zojuist op ons af. Hij stelt voor dat hij zijn hoofdlamp uit de rugzak haalt, om dan met zijn drieën te gaan spoorzoeken in het donker verderop. O.k., dat doen we.
Op de afslag waar we zojuist waren, vinden we met de hoofdlamp enkele meters naar links op de afslag een gele caminopijl. En daar achter - bij een splitsing nog zo’n tien meter verderop - weer één, nu naar rechts. Vanaf de verkeersweg gaan we dus linksaf bij de eerste splitsing en rechtsaf bij de daaropvolgende splitsing. Dan volgt een breed pad de heuvels in. Ondertussen wordt het al een beetje licht. Gedrieën gaan we verder op dit nog donkere pad.
Als we de Duitser – Ralf is zijn naam – vragen waar zijn wandelmaat is, vertelt Ralf dat diens voetklachten (heel veel blaren) gisteren zo ernstig pijnlijk zijn geworden, dat hij het niet meer zag zitten om nog verder te lopen. Ralf gaat dus vanaf vandaag alleen verder, tot aan Cabo Fisterra. Zijn wandeltempo is hoger dan die van ons, dus als het voldoende licht is, laten we hem vóór gaan. Ondertussen zien we de caminopalen zonder hoofdlamp ook wel staan. We lopen over een heuvelpad en zien in het ochtendgloren enkele windmolens boven op de heuvel vóór ons staan.
Het pad is rotsachtig, dus we moeten voorzichtig tussen de keien door en over de stenen heen. Het wordt nu snel licht.

Heuvels en rivieren
Als we in het prille ochtendlicht wat verder voor ons uit kunnen kijken, zien we dat we al behoorlijk hoog over het hellingpad lopen en dat beneden in het dal tussen de heuvels door een vrij brede rivier stroomt. Dat is de Río Xallas.
Na een afdaling gaan we over een vrij nieuwe betonnen brug - Puente - over een aftakking van die brede rivier. Hier steken we de Río do Hospital over.

Logoso
Een eindje voorbij deze brug komen we na een stijgend heuvelpad in het dorpje Logoso. Vooraan in dit dorpje is een nieuwe pelgrimsherberg, waarin Ralf inmiddels een kop koffie drinkt. Hij vertelt dat deze herberg pas dit jaar is geopend. Vandaar dat deze refugio en het café dus nog niet in onze wandelgids (2011) worden vermeld.
Als we buiten met Ralf staan te praten, komt ook de Nederlandse pelgrim Peter Gog het dorpje binnenwandelen. Ralf blijft hier nog even, en Peter loopt met ons mee door het dorp.
Midden in Logoso zie ik links van me ineens een grote kop van een koe door een deuropening naar buiten steken. De koe was onderweg naar buiten, maar schrikt en blijft staan. Achter de koe hoor ik een vrouw deze koe aansporen om toch wel naar buiten te lopen. Op het moment dat ik doorloop, loopt de koe achter me aan. De vrouw volgt de koe op de voet en enkele meters verder verdwijnen ze beiden door een openstaande staldeur van de boerderij.
Door een heuvelachtig gebied lopen we verder. Het begint te motregenen, dan is het even droog, en begint de motregen weer en dan wordt de regenval heviger. Over een asfaltweg arriveren we in de regen in het dorpje Hospital.

Hospital
Op een heuvel staat een industrieel complex. Het lijkt wel een oude kolengestookte electriciteitscentrale.
Hier is ook een herberg met café-bar. We hebben nu 5,5 kilometer gelopen en volgens de wandelkaart is de volgende horecagelegenheid pas in de stad Cee, bijna 13 kilometer verderop, dus de verleiding is wel groot om hier onze eerste pauze te nemen. De meeste pelgrims doen dat ook, maar wij besluiten toch door te lopen. Verderop zien we dan wel waar we even kunnen pauzeren. We hebben voldoende eten en drinken bij ons, dus we zijn niet afhankelijk van de plaatselijke horeca.
Via een klein ommetje over een oud weggedeelte komen we voorbij Hospital weer terug op de brede doorgaande weg. Dan komen we op een grote driesprong. Dit is de plaats waar twee camino’s bijelkaar komen, danwel uitelkaar gaan. Op deze driesprong kun je rechtsaf naar Muchía en linksaf naar Finisterre. Wij gaan richting Finisterre.
Dan volgt verderop een kilometers lang pad door heuvelachtig terrein. Omdat we op behoorlijke hoogte wandelen, hebben we een mooi uitzicht over de omgeving.

Ermita das Nieves
Twee kilometer voorbij de driesprong komen we bij een kleine kapel, de Ermita das Nieves. Deze kapel is gesloten, maar naast de ingang is een overdekte ruimte met een hoge stenen tafel tegen de kapelmuur. Daarop liggen allerhande zaken, die pelgrims hier hebben achtergelaten. In een afsluitbaar nisje in de kapelmuur staat een gastenboek achter een te openen glazen deurtje.
Ik blader in dit gastenboek en zie dat een Nederlandse pelgrim – die wij nog niet hebben ontmoet – hier gisteren passeerde.
Als ik het gastenboek teken, komen ook de Duitse pelgrim Ralf en de Nederlandse pelgrim Peter naar deze ‘buitenkapel’. Ralf tekent het gastenboek ook.
Bij de kapel is ook een grote picknickplaats met picknickbanken, waar Durkje en ik pauzeren. Peter en Ralf nemen hier ook een rustpauze.
Vanaf hier is het nog ongeveer acht kilometer naar de stad Cee. Af en toe ontmoeten we enkele andere pelgrims, onder andere een jong Spaans stel en twee meisjes uit Zwitserland. Zo langzamerhand kennen we de meeste pelgrims die iets voor of iets achter ons lopen.

Zee in zicht
Ongeveer halverwege dit traject zien we in de verte ineens de oceaan. Dit is de eerste keer dat we de Atlantische Oceaan op onze jarenlange pelgrimstocht in beeld krijgen. De baai waar we nu het zicht op hebben, is de Ría do Corcubión.
Met dit ruime sop in beeld, komen we wel heel dicht bij het eindpunt van onze pelgrimstocht. Men zegt wel eens dat de pelgrim het einddoel vreest, maar zo voelt dat voor ons niet. We voelen ons bevoorrecht dat we al jaren in goede conditie zijn om deze ruim 3.300 kilometer lange pelgrimage te beginnen, voort te zetten en ook af te ronden.
We gaan alsmaar voort over het steenachtige heuvelpad en passeren daarbij de Alto do Cruceiro. We komen steeds dichter bij de kust.
Voorbij Alto do Cruceiro gaat het heuvelpad behoorlijk steil naar beneden. Als we genieten van het uitzicht en ondertussen langzaam en voorzichtig naar beneden lopen, nadert de Nederlandse pelgrim Peter ons van boven achter ons.
Hier op deze plek kunnen we heel duidelijk de stad Cee en haar zeehaven in de diepte vóór ons zien liggen. Vanaf hier hebben we ook een royaal uitzicht over de oceaan, die tot voorbij de einder reikt. Dit is trouwens ook de eerste keer dat je een heel eind in de verte voor het eerst Finisterre en Cabo Fisterra kunt zien liggen, ver achter Cee.

Spoorzoeken in Cee
We dalen af naar de stad Cee. Als we Cee binnen wandelen, begint het vreselijk te regenen. We schuilen af en toe even bij enkele gebouwen langs de weg als de regen weer verhevigt. Zo lopen we door de hoger liggende delen van Cee in de richting van het stadscentrum. In het centrum ontbreekt helaas de bewegwijzering. Alle pelgrims klagen hierover. Tegenover het busstation gaan we een café binnen voor een rustpauze en om hier te lunchen.
Na deze lunch is het weer droog. Langs het ziekenhuis lopen we naar het stadsstrand van Praia da Concha. Ook hier zie je enkele pelgrims zoekend om zich heen kijken. Nog steeds is er geen bewegwijzering zichtbaar. Op de plaats waar een routevariant aftakt van de doorgaande camino, staan enkele Spanjaarden vertwijfeld te kijken en te overleggen wat nu te doen. Ik pak onze wandelgids erbij en laat op de kaart zien en vertel dat ze hier moeten kiezen om de routevariant richting Corcubión te kiezen, of door te gaan op de oorspronkelijke route. Durkje en ik volgen de camino volgens het oorspronkelijke pad. De Spanjaarden volgen ons en lopen met ons mee naar boven, in de richting van de Capela de Santo Antonio.
Aan de rand van de stad, moeten we over een heel smal en sterk stijgend pad, tussen twee hoge muren door.
In een vrij lange rij gaan we allen langzaam klimmend naar boven. We krijgen een steeds mooier uitzicht over de stad Cee en op de oceaanbaai achter ons. Ook pelgrim Ralf heeft zich weer bij onze tijdelijke groep gevoegd.
Boven komen we door een woonwijk. Verderop lopen we geruime tijd langs een bosperceel. Ook hier staan mooie grote paddenstoelen langs het pad.

Kustroute
We komen dan door dorpjes als Vilar, San Roque en Amarela.
Langs de C-552 (de weg naar Finisterre) komen we in Estorde.
Estorde heeft een strand, genaamd Praia de Estorde. Aan de overzijde van de C-552 ligt de ‘Ruta Finisterre Camping’. De toegangshekken zijn gesloten; het kampeerseizoen is ontegenzeggelijk voorbij.
We verlaten Estorde via de C-552.
Daarna volgt een wat grotere plaats: Sardiñeiro.

Sardiñeiro
De camino neemt hier een oude route, die aftakt van de C-552. We lopen tussen de eerste bebouwing van Sardiñeiro door. Enkele huizen zijn hier bont geschilderd; bruin, geel, groen en blauw; wel een vrolijk gezicht op deze regenachtige dag.
Het blauw-bruine huis is geheel gedecoreerd in pelgrimsstijl. Tegen de gevel van dit woonhuis is bijvoorbeeld een groot blauw tegeltableau aangebracht met daarop een voorstelling van Sint Jacobus de Meerdere als evangelist in Galicié. Jacobus predikt in pelgrimstenue voor een Galicisch gezelschap en links in de verte zie je de kathedraal van Santiago de Compostela afgebeeld.
Nog een ander tegeltableau is aan de muur bevestigd. Dit is een afbeelding van allerlei Galicische pelgrimsroutes richting Santiago de Compostela.
En naast dit huis staat – hoe kan het ook anders – een standbeeldje van Santiago (Sint Jacob) in pelgrimstenue.
We lopen door de hoger liggende woonstraten van Sardiñeiro. We proberen vooral door te lopen, ondanks de onophoudelijke en harde regen. Ter hoogte van één van de laatste huizen van Sardiñeiro passeren we een heel klein kippenhok aan de straatzijde, dat tjokvol kippen zit.
Als we Sardiñeiro over een heuvelpad uit lopen, is het weer even droog. We hebben hier een mooi uitzicht over de Spaanse oceaankust.

Dagbestemming Finisterre
We lopen in de richting van Praia Talón. In een bocht van het heuvelpad krijgen we ineens een heel mooi wijds uitzicht over de kust, met zicht op Finisterre en op Cabo Fisterra.
Nog maar zo’n vier kilometer naar Finisterre en acht kilometer naar Cabo Fisterra.
We hebben besloten dat we vandaag vanuit Olveiroa niet verder zullen gaan dan Finisterre. Die route is 31 kilometer lang. Als je dan ook nog door zou lopen naar Cabo Fisterra, moet je daarna weer terug naar Finisterre; dan zou je totaal voor vandaag op 39 kilometer komen. Dat is ons een beetje al te gortig, dus we lopen vandaag de 31 kilometer naar Finisterre, en dan gaan we morgen op en neer naar Cabo Fisterra.
We genieten even van het uitzicht op onze bestemming voor vandaag en voor morgen.
Daarna dalen we verder, steken we de C-552 over en aan de overzijde gaan we over een steil dalend pad verder naar de kust.
We lopen boven langs een strand. Het waait hier nogal en het ons welbekende geluid van de branding is nadrukkelijk aanwezig.
De Duitse pelgrim Ralf voegt zich weer bij ons. Met zijn drieën lopen we de laatste kilometers.
We arriveren bij het strand van Praia de Langosteira, een top-toeristische strand-locatie hier aan de kust.
Heel even breekt de zon door. Een heerlijk gevoel is dat hier op het strand, nadat we zoveel uren aaneengesloten vrijwel constant regen hebben gehad. We genieten hier van de zon en Ralf legt dat vast op een mooie foto van Durkje en mij.
Over een natuurstenen voetpad lopen we langs het strand van Langosteira verder richting Finisterre. Eerst komen we nog door de kustdorpjes Anchoa en Baixamar.

Fisterrana
Bij het café langs de promenade staan enkele Spanjaarden te roken. Als we ze passeren, groeten ze buitengewoon hartelijk met een ‘buen camino!’.
Bijna ongemerkt gaan deze dorpjes over in de plaats Finisterre. Bij het gemeentehuis komen we Finisterre binnen. Ralf, Durkje en ik gaan hier naar binnen. Ik had onderweg van een Spanjaard gehoord dat de refugio van Finisterre momenteel is gesloten en dat dit de plaats is waar het pelgrimscertificaat normaal gesproken wordt uitgereikt aan pelgrims die Finisterre bereiken. Ik wil binnen vragen of we hier die ‘Fisterrana’ (want zo heet dit certificaat) kunnen verkrijgen. Als we het gemeentehuis binnen lopen, staan we direct bij een brede balie. Vier gemeenteambtenaren staan voor ons klaar om ons de Fisterrana uit te reiken. Maar eerst moet grondig onderzoek worden gedaan of wij dit getuigschrift wel verdienen.
De eerste ambtenaar onderzoekt ons pelgrimspaspoort. Nauwkeurig worden alle pelgrimsstempels bestudeerd, kijkend naar de namen van stempeladressen en naar de stempeldata. Onze pelgrimspassen worden goedgekeurd.
De tweede ambtenaar onderzoekt onze paspoorten. Bij elk paspoort behoort een vraaggesprek, om te achterhalen wat onze voornaam en wat de achternaam is.
De derde ambtenaar krijgt daarna van de tweede instructie om voornaam en achternaam te noteren op de Fisterrana.
Als ik aan de tweede en de derde vraag waar we in Finisterre geschikte overnachtingsadressen kunnen vinden, wordt ons te verstaan gegeven dat de vierde ambtenares Engels spreekt en dat zij ons dat wel duidelijk zal maken. O.k.; we moeten dus de heren vooral geen vragen stellen, want ze spreken geen Engels en hebben het bovendien te druk met hun eigen taak. Prima, doen we het zo!

Hartelijk welkom in Finisterre
De vierde ambtenares is met een precies knipwerkje bezig. Op enkele kopieën staan tabellen, met daarin de vertrektijden van de bussen vanuit Finisterre naar Santiago de Compostela. De tabellen worden dus al klaargemaakt, nog voordat we haar kunnen vragen om de vertrektijden van de bussen. Hier wordt goed voor ons gezorgd, zo blijkt. Bovendien is de dame in kwestie een vrolijke tante, die zichtbaar plezier heeft in het ontvangen en helpen van pelgrims. Ze legt ons uitgebreid uit op welke plaatsen we in Finisterre geschikte accommodaties kunnen vinden en als service geeft ze ook een bustijdentabel als toegift bij de plattegrond van Finisterre. We bedanken haar en haar drie collega’s voor de vriendelijke ontvangst en voor de goede wijze waarop ze ons hebben bediend met certificaat en advies. Alleszins dus een hartelijk welkom in Finisterre.

Einde in zicht
We hebben de 31 kilometers van Olveiroa naar Finisterre vandaag in ongeveer acht uren gelopen. Nog maar vier kilometers morgen en dan is die lange pelgrimage voorbij. Maar eerst zoeken we een hotelkamer in Finisterre. In ‘Hotel Finisterre’ checken we in voor een mooie hotelkamer voor twee nachten. Ook Ralf neemt in dit hotel een kamer. Ralf vertelt dat hij zijn Duitse wandelmaat via de telefoon nog steeds niet heeft kunnen bereiken en dat Ralf vermoedt dat hij vanuit Olveiroa inmiddels terug is gereisd naar Santiago de Compostela. Vanuit Bilbao zullen zij over enkele dagen weer terug vliegen naar Duitsland.
Wij gaan naar onze hotelkamers om een heerlijk warme douche te nemen, als afsluiting van deze regenachtige – maar toch ook wel weer mooie – wandeldag. Vanavond nog een goed restaurant zoeken in de haven, lekker eten en dan na een goede nachtrust morgen de laatste vier kilometers. Het einde is in zicht!

Pelgrimeren van Negreira naar Olveiroa

Drassige bospaden van de camino in de herfst


















Van Zwarte Haan naar Cabo Fisterra

Camino Finisterre > Santiago de Compostela – Cabo Fisterra
Van Negreira naar Olveiroa
Dinsdag 23 oktober 2012 – 33 km.
Dag 154: 3298 - 3331 km.



De duisternis is
Na een overdadig pelgrimsmaal gisteravond, en een goede nachtrust, ontwaken Durkje en ik vanmorgen rond 7.00 uur in Hotel Tamara in Negreira. Om 7.30 uur gaan we voor ons ontbijt naar beneden, waar ons een kop koffie, een glas jus d’orange en een croissant wordt voorgezet. Niet bepaald een stevig ontbijt, maar het kan ermee door. De rest van ons eten zullen we vandaag ergens onderweg wel zoeken en vinden. Even na 8.00 uur steken we vóór ons hotel de drukke verkeersweg over, om in de duisternis te verdwijnen op een smal en stijgend paadje, dat ons weer terug voert naar de verderop hoger gelegen camino.


Negreira
Als we weer op de camino staan, volgen we de asfaltweg, die dalend het dorp Negreira in gaat. Het is niet alleen donker, maar ook mistig. In het centrum van Negreira zien we een standbeeld van Sint Jacob. We maken een foto van dit beeld, maar dat valt niet mee, omdat de cameraflits de mistdruppeltjes weerkaatst.
We hebben een lange wandeling gepland, want we willen vandaag van Negreira naar Olveiroa lopen, over een afstand van 33 kilometer. We vermoeden daar toch zeker zo’n 8 tot 9 uren over te gaan doen.
Vanaf de hoofdweg door Negreira slaan we linksaf om het dorp uit te wandelen. We verlaten Negreira door één van de doorgangen van de oude stadspoort.
We moeten het eerste half uur bijzonder goed letten op de gele caminopijlen op het wegdek en op de betonnen caminopaaltjes met daarop de Jacobsschelp afgebeeld. Het lukt ons om in het duister de goede weg te blijven volgen. Als we in het veel hoger gelegen oude deel van Negreira komen, wordt het al een beetje licht. We passeren verderop de oude dorpskerk van Negreira.

Finisterre of Fisterra
Voorbij de kerk staat in het oude dorpscentrum een hoge betonpaal met daarop een Jacobsschelp en een naambordje van de ‘Camino Fisterra’. Drie Spaanse jonge pelgrims vragen ons of we hen bij dit naambord op de foto willen zetten. Op mijn vraag wanneer je nu ‘Fisterra’ zegt en schrijft in plaats van ‘Finisterre’ vertelt het Spaanse meisje ons dat ‘Fisterra’ de Galicische naam is en dat ‘Finisterre’ de Spaanse naam is. Vervolgens maken zij ook een foto van Durkje en mij bij dit Galicische naambord.
We gaan buiten Negreira over een hellingpad van de beboste heuvelhelling verder. We lopen een stukje langs een brede asfaltweg. Het wordt langzamerhand lichter, en dan zien we ook meer van de mist, die over de velden en over de maïsakkers hangt.

Zonsopgang
We wandelen af en toe door een open gebied en vrij veel door bospercelen. De opgaande zon dringt vanaf de oostzijde door de bomen heen en zorgt samen met de herfstachtige begroeiing langs de bospaden voor een sprookjesachtige sfeer.
Vanwege de aanhoudende regen van de tweede helft van gistermiddag en gisteravond zijn de bospaden nog behoorlijk drassig. We moeten af en toe dan slingerend onze weg zoeken om over de meest droge gedeelten van de bospaden te lopen. Zo houden we onze voeten droog en glijden we niet zo snel uit over de drassige bodem.
De varens langs het bospad variëren qua kleur al van zomers frisgroen tot herfstig diepbruin. Als het ochtendzonlicht hier en daar aan de achterzijde door de varenbladen schijnt, krijg je een prachtige gouden gloed.
De zon komt steeds hoger en zorgt zo voor veel licht in het bos.
Nu het zonlicht over de velden en akkers schijnt, kun je ook goed zien waar dichtbij en veraf de mist nog boven het land blijft hangen.
Dichtbij de grond langs het bospad kun je alles scherp zien, de enigszins bewolkte lucht is kraakhelder, maar tussen land en lucht hangt nog een deken van mist, die hier en daar nog lang blijft hangen. Een heel mooi gezicht is dat.

Camino in de herfst
We komen langs een groentetuin van iemand die hier waarschijnlijk ergens in de buurt woont. Mooie gele, groen en geelgroene courgettes liggen hier in de tuin nog na te rijpen in de vroege ochtendzon. De opbrengst is goed, zo te zien.
Hier en daar passeren we eens één of enkele pelgrims, of worden we door hen ingehaald, als we bijvoorbeeld een foto maken van al het moois om ons heen. We lopen hier en daar door een hol bospad, waar de bruine varens in herfsttooi aan beide zijden van het bospad hoog boven ons uit steken.

A Pena en Portocamiño
Vanwege het grote aantal foto’s dat we nu al hebben gemaakt en vanwege het vele klimmen en dalen, schieten we niet erg op. Het valt ons dan ook wel een beetje tegen dat het al 10.30 uur is als we het gehucht A Peña binnenwandelen. We zijn nu al anderhalf uur onderweg en hebben nog maar zo’n vijf kilometer gelopen. Wel vijf mooie kilometers, overigens.
We zouden hier linksaf kunnen gaan om een eindje van de camino af een kop koffie te gaan drinken in Portocamiño. We blijven echter op de doorgaande route en lopen zo met een ruime bocht om Portocamiño heen.
We gaan verder in westelijke richting en zien op een gegeven moment rechtsonder in het dal dat daar nog steeds een mistbank van vanmorgen in dat dal is blijven hangen.
We gaan door een prachtig heuvelachtig gebied, waarvan een deel natuurgebied is en een ander deel al door boeren in cultuur is gebracht. Er wordt hier in deze regio veel maïs verbouwd. Het is overwegend agrarisch qua bedrijvigheid, met voornamelijk veeteelt. De maïsverbouw staat hier in het teken van het veevoer. Grote bulten oude en nieuwe snijmaïs liggen op de boerenerven en in de voeropslagen van de veeschuren. Op een gegeven moment lopen we dwars door een maïsveld. De camino wordt hier door boer en wandelaars open gehouden, zodat wij vrij baan hebben over het wandelpad met links en rechts maïs.

Vilarserio
Het volgende dorp waar we komen, is Vilarserio.
In onze wandelgids hadden we al gezien dat hier een café is, waar we even wat kunnen eten en drinken en rusten. Volgens diezelfde routegids is het volgende horeca-adres zo’n negen kilometer verder, dus we gaan pauzeren in Vilarserio. Op het terras van A Nosa Casa zitten al enkele andere pelgrims. Af en toe gaan enkele pelgrims weer verder en komen er ook weer andere pelgrims bij, dus het is hier binnen in het café en buiten in de zon op het terras een gezellige boel. We bestellen koffie met een bocadillo en zien tot onze verrassing dat daartoe een hele stokbrood wordt gehalveerd, en dat het brood met kaas en grote plakken spek heerlijk worden gegrild op een grote grillplaat. Het resultaat is een fors belegd brood(je), dat ons voortreffelijk smaakt.

Cornado
Na ook een tweede kop koffie gaan we ruim gevoed en gelaafd weer verder. Het weer is prachtig. Volop zon en een heerlijke temperatuur voor onze nogal lange wandeling van vandaag. Maar we klagen daar niet over, want dit zijn voor ons ideale weersomstandigheden voor een perfecte langeafstandswandeling.
Het is nu al over twaalven en we hebben in vier uren nog maar zo’n 14 kilometer gelopen. Als we in dit tempo door gaan, zullen we tussen 18.00 en 19.00 uur pas in Olveiroa arriveren. We zullen proberen om ons tempo enigszins op te voeren, zodat we in elk geval vóór of uiterlijk 18.00 uur aankomen in Olveiroa.
Het eerste dorp waar we vervolgens door komen, is Cornado.
Daarna volgt een traject van zo’n vijf kilometer door een open heuvelachtig landschap. We lopen overwegend over boerenlandwegen, waarop regelmatig tractoren ons passeren.

Maroñas en Santa Mariña
We steken via een betonnen brug een beek over. Een boer is hier in de beek zijn giertank aan het schoonspoelen. Voorbij de brug arriveren we in het dorp Maroñas; ook een volop agrarisch dorp met veel boerderijen, en bovendien ook veel traditionele horréos (droogplaatsen/opslagplaatsen voor bv. maïs).
Daarna volgt het dorpje Santa Mariña. Voorbij deze plaats moeten we een klein stukje langs de LC-403 lopen. Hier passeren we ook een café, waar enkele pelgrims zitten te rusten onder het genot van een hapje en een drankje. Ook wij nemen plaats op het terras aan de doorgaande weg en drinken hier een lekkere kop thee; ook heerlijk op een warme dag als vandaag.
Voorbij dit café gaan we verder naar het westen, richting Bon Xesús. Vóór ons zien we de hoge bergrug van de Monte Aro, waar we straks over heen zullen gaan.

El Monte Aro
Voorbij het gehucht Gueíma zijn we al een behoorlijke eind geklommen, en hebben we een mooi uitzicht over het dal waar we uit zijn gekomen.
Dan volgt het laatste stuk van de beklimming van de Monte Aro.
Als we over dat hoogste punt heen zijn, zien we rechts vóór ons in het dal het grote stuwmeer ‘Embalse de Ferrenza’ liggen.
Als we dit stuwmeer voorbij zijn, passeren we het dorpje Lago.

Abeleiroas
Het volgende dorpje waar we door wandelen, is Abeleiroas.
Buiten Abeleiroas ontmoeten we een Duitse jongen, die vandaag als pelgrim voortdurend vóór of achter ons loopt. We lopen een eindje met elkaar op. Tijdens het wandelen en praten hebben we niet eens in de gaten dat we over de asfaltweg voortdurend stijgen en dat langzamerhand het landschap ook verandert. Tot onze verrassing zijn we na een aantal bochten in de weg ineens aangekomen bij de top van een heuvel. Een groot rotsblok vormt de top van die heuvel.
Het landschap is hier ook volledig anders dan we de afgelopen kilometers gewend waren. Vandaag liepen we voornamelijk door agrarisch gebied met veel grasland en veeteelt-bedrijven. Hier op de heuvel staan we in een veel meer heideachtig landschap, met behoorlijke hoogteverschillen en een rotsachtige bodem.

Een warme wandeldag
We gaan van de heuvel naar beneden en komen dan langs de begraafplaats van San Christóvo.
Het is een lange wandeldag, waarin de temperatuur stijgt naar zo’n 25 graden Celsius. Een ware pelgrimsdag voor doorzetters, die de volledige afstand van 33 kilometer op één dag willen afleggen. Durkje en ik zijn voornemens om tenminste door te lopen tot Olveiroa, het eindpunt van dit traject. Het eindpunt is overigens ook in zicht als we om 16.15 uur het dorpje O Ponte Olveira binnenwandelen.

Refugio aan de Rio Xallas
Bij de hoofdstraat aangekomen, gaan we rechtsaf en dan zien we direct al de brug liggen die hier over de rivier de Río Xallas ligt. Dit is kennelijk een belangrijke brug over de rivier, want het verkeer rijdt hier af en aan.
Direct voorbij de brug over de rivier ligt buiten de bebouwde kom een vrij nieuwe, gemeentelijke herberg. Een vijftal pelgrims zit op het terras voor de open refugio. Het is nu nog zo’n twee kilometer naar Olveiroa, dus nog ongeveer een half uur lopen. Voor wie dat net een station te ver is, is dit een mooi punt om intrek te nemen in deze refugio. De dagtocht van vandaag is normaal gesproken 33 kilometer, dus voor wie 31 kilometer voor vandaag genoeg of meer dan genoeg is, is dit de kans om te stoppen.
Vanaf het terras begroeten de pelgrims bij de refugio ons als we deze herberg voorbij wandelen. Even later komen we aan in de bebouwde kom van Olveiroa.

Casa Loncho
Al direct vooraan in Olveiroa is een particuliere herberg, gehuisvest in een groot woonhuis. Als we langzaam dit huis voorbij wandelen, komt de vrouw des huizes roepend achter ons aan. Ze probeert ons ervan te overtuigen dat we bij haar intrek zouden moeten nemen. Op onze vraag wat we voor een nacht moeten betalen, vertelt ze dat we voor 12 Euro per persoon kunnen overnachten, inclusief ontbijt, maar als we vragen of we bij haar ook een maaltijd kunnen krijgen, verwijst ze ons door naar de dorpskern verderop, want daar is een herberg met restaurant en een herberg met een kleine winkel, een ‘tienda’.
Durkje en ik besluiten door te lopen, want we waren van plan om in het dorpscentrum een slaapplaats te zoeken in één van die beide herbergen. Als we de dorpskom in wandelen, lopen we recht op de eerste herberg af. Dit Pension Casa Loncho ziet er gezellig uit met een terras op het erf, waar ook al enkele pelgrims zitten. Binnen, in het café met de tienda, vragen we naar een geschikte slaapplaats en die krijgen we direct toegewezen: op de bovenverdieping een hele mooie kamer, inclusief badkamer met douche en toilet; wel luxe voor een pelgrim, maar we mogen onszelf ook best verwennen na zo’n betrekkelijk zware dagtocht. Er zijn op de bovenverdieping ook kamers met gemeenschappelijke badkamer en op de begane grond zijn de slaapzalen met stapelbedden, óók met gemeenschappelijk sanitair. De Nederlandse medepelgrim Peter Gog heeft voor vannacht hier onderdak gekregen in één van beide slaapzalen.
Nadat we ’s avonds heerlijk hebben gegeten van het pelgrimsmenu in het restaurant van de pelgrimsherberg verderop in het dorp, wandelen we weer terug naar ons overnachtingsadres.