Durkje op Alto del Perdon (hoogte 770 meter) |
Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela
Camino Santiago > Roncesvalles – Santiago de Compostela
Camino Santiago > Roncesvalles – Santiago de Compostela
Van Pamplona naar Obanos
Woensdag 2 mei 2012 – 21,5 km.
Dag 121: 2560 – 2581,5 km.
Woensdag 2 mei 2012 – 21,5 km.
Dag 121: 2560 – 2581,5 km.
Vaarwel Pamplona
Om 7.30 uur ontbijten Durkje
en ik in de ontbijtzaal van het hotel in Pamplona. Een Brits echtpaar dat we
drie dagen geleden in Auritzberri ontmoetten, zit ook in de ontbijtzaal. Om
8.20 uur vervolgen we onze route in Pamplona. De stad uit wandelend, volgen we
de metalen Jacobsschelpen die hier om de vijf meter op het wegdek zijn
aangebracht.
Ook de overige bewegwijzering
de stad uit is hier voortreffelijk verzorgd. We lopen door het stadspark,
waarin nog een gedeelte van de oude stadsmuren van de vroegere citadel
zichtbaar is.
Via de uitgestrekte en groene
campus van de universiteit van Navarra lopen we deze stad uit, daarbij lopend
over een oud stenen bruggetje over de rivier de Sadar. Op de horizon zien we
een hoge bergrug met daarop een lange rij windmolens. Het thema van de route
die we vandaag lopen, is volgens onze wandelgids: ‘De berg van de windmolens’.
Een lange stoet pelgrims
In een lange rij lopen we
tussen andere pelgrims de stad uit. Vóór ons loopt een flinke groep Spaanse
senioren met lichte bepakking. Hun bagage wordt waarschijnlijk van slaapplaats
naar slaapplaats vervoerd, zodat ze tijdens de wandeling alleen de zaken voor
onderweg mee hoeven te nemen in een kleinere rugzak. Daar achter èn achter ons
lopen andere pelgrims uit verschillende landen, getuige de talen die zij spreken.
Het zijn alleengaande pelgrims, maar er zijn ook kleine groepjes van twee of
drie personen bij. Wij gaan in een lange rij lopend de stad uit en aan de
overzijde van de weg rijdt een lange rij automobilisten vanuit het zuiden het
campusterrein van de universiteit op. Tussen ons wandelpad en de stad ligt een
groot veld met prachtig geelbloeiend koolzaad.
Cizur Menor
Nadat we nog een rivier, een
spoorbaan en een snelweg zijn overgestoken, komen we aan in het dorpje Cizur
Menor.
In Cizur Menor passeren we
het oude brongebouwtje en een sporthal met een fronton, met een muur voor het
Baskische pelota-spel. We verlaten het dorp en gaan dan over een steenachtig
pad tussen de velden door in de richting van de hoge bergrug van de Sierra del
Perdón, de bergrug waarop veel windmolens staan.
Het pad naar de Sierra
Op dit pad ontmoeten we de
Duitse pelgrim Silvia weer, die we in de afgelopen dagen ook ontmoetten. We
lopen een eindje samen verder.
We komen steeds dichter bij
de hoge bergrug en achter ons wordt Pamplona voor het oog steeds kleiner.
Omdat Silvia langzamer loopt,
lopen wij een eindje vooruit. We zullen haar allicht nog wel ontmoeten op
bijvoorbeeld de momenten dat zij ons weer voorbij wandelt als wij even pauzeren
langs de route. We komen in de buurt van het dorp Zariquiegui. Rechts van het
pad staan op een hoger gedeelte twee oude gebouwen, waarvan er één een kerk is.
Verderop staan twee zitbanken
naast het pad. Op de tweede bank zitten drie oudere Nederlandse pelgrims, een
man en twee vrouwen. De eerste bank komt vrij, dus daarop nemen wij plaats om
te pauzeren. Tijdens het eten van de meegenomen broodjes passeert een groot
aantal groetende pelgrims, waaronder ook de uit Hamburg afkomstige Silvia.
It elps me!
Iets verderop is óók een
rustplaats langs de weg gemaakt. Er staat een ijzeren monument op deze plek ter
nagedachtenis aan een Franstalige Belg, die hier tijdens zijn pelgrimstocht
overleed. We blijven even staan om wat te drinken. Achter me hoor ik een geluid
aanzwellen als komt er een stoommachine op ons af. Het is een oudere dame, die
tijdens de klim naar deze rustplaats wel heel bewust bezig is met haar
ademhaling. Verderop loopt ze ons tijdens een klim nogmaals voorbij, met die
heftige stotende ademhaling. In haar gebrekkig Engels vertelt ze dat zij
tijdens haar klimmen baat heeft bij haar sterk puffende ademhaling. “It elps me”, zegt ze tussen twee
ademstoten door.
Zariquiegui
Als we het dorpje Zariquiegui
binnen zijn gewandeld, kopen we bij het kruidenierswinkeltje enkele flesjes
frisdrank. We drinken vandaag meer dan in de afgelopen dagen, want het is
schitterend zonnig weer. De temperatuur loopt zelfs op tot zo’n 20 graden
Celsius. Nadat we eerst onze jassen uit hebben gedaan, kon tijdens onze eerste
rustpauze ook de trui al uit. We wandelen inmiddels in onze wandelshirts.
Voorbij Zariquiegui volgt een
lange klim over de hoge helling van de Sierra. We komen steeds dichter bij de
windmolens.
De Pas van Perdón
Het pad is hier en daar nogal
drassig vanwege het stromende regenwater dat via dit wandelpad een weg naar
beneden vindt. Maar de uitzichten over het dal achter ons zijn magnifiek en
langzamerhand komen we boven.
Hier bovenop de bergrug van
de Pas van Perdón staat ook een langgerekt modern pelgrimsmonument, gemaakt van
Cortex-staal.
Dit kunstwerk bestaat uit een
verzameling pelgrims die op allerlei manieren hun pelgrimstocht ondernemen,
zoals alleen of samen wandelend, te paard of met een ezel of met een muilezel.
Het is een fotogeniek kunstwerk dat velen uitnodigt om er mooie foto’s van
en/of bij te maken.
Als we enkele minuten boven
zijn, arriveert ook Silvia. Eerder waren we haar voorbij gewandeld, toen zij
pauzeerde.
Voorzichtig bergafwaarts
Het waait hard boven op de
bergrug, maar de hoge temperatuur maakt het mogelijk om hier boven op de berg
aangenaam te vertoeven. Het is er gezellig met al die pelgrims, die hier even
halt houden en genieten van de weidse uitzichten aan beide zijden van de
bergrug. Wij gaan weer verder, over de bergrug heen, in zuidelijke richting.
Een lange, steile afdaling
volgt, over een rotsachtig pad met veel dikke rotsstenen, dus we moeten
voorzichtig afdalen om niet te vallen tijdens de daling. Verderop wordt het pad
minder steil. Daar bevinden zich aan beide zijden van het bergpad bebouwde
akkers, met onder andere graan en koolzaad.
We moeten even aan de kant,
want een Spaanse legerauto rijdt hier bergopwaarts over het pad. Voorin twee
soldaten en achterin zitten aan beide zijden op de zitbankjes zo’n vier
soldaten. Even later hebben we het autogeluid achter ons. Ze komen weer terug
en passeren ons nu weer, vanuit de cabine naar ons groetend.
Uterga
Het eerstvolgende dorp dat we
binnenwandelen, is Uterga.
In Uterga is een herberg voor
pelgrims. Daarbij hoort een restaurant en een terras aan de wegzijde. Een grote
groep pelgrims heeft op dit terras een zitplaats gevonden en men zit hier
zichtbaar genoeglijk te genieten van een hapje en een drankje in de heerlijk
verwarmende zon. Zo’n terras vol pelgrims en vol grote en kleine rugzakken is
een oase op het pelgrimspad. Ook wij vinden een plaatsje op dit terras, nabij
vier Scandinavische pelgrims.
Murazábal
Na deze pauze wandelen we
Uterga uit. De route gaat verder over een breed pad van witte steentjes. Dat
loopt aangenaam. Het is droog en vlak en gaat bovendien over de lengte van een
bergrug, waardoor we een schitterend uitzicht aan beide zijden verkrijgen over
akkers en over de hellingen met amandelbomen, druivenranken en olijfbomen. We
wandelen het dorpje Murazábal binnen.
Obanos
Voorbij Murazábal verlaten we
de doorgaande, geasfalteerde weg en gaan verder bergafwaarts over een voetpad
naar een tunneltje, waarmee we onder een brede verkeersweg door gaan. Verderop
stijgt het bergpad in de richting van onze bestemming voor vandaag, het dorpje
Obanos. Een breed betonnen pad voert ons naar het hoger gelegen dorp. Ook hier
weer vinden we metalen Jacobsschelpen op het wegdek.
Aan het eind van het betonpad
wandelen we Obanos binnen. We hebben vandaag 21,5 kilometer
gewandeld in zo’n zes uren.
Albergue de Peregrinos de Obanos
In het centrum van Obanos,
vlakbij de oude dorpskerk, vinden we de refugio, waar we vannacht willen
overnachten.
We lopen door de refugio,
want bij de ingang vinden we geen gastheer of gastvrouw. We vinden de gastheer
- vegend - op het binnenpleintje. Hij loopt met ons mee naar de receptie, waar
we ons inschrijven voor de nacht, waar we het ontbijt voor morgenochtend
bestellen, onze pelgrimspassen laten afstempelen en tenslotte betalen voor de
overnachting met ontbijt; totaal € 20,- voor ons beiden.
Daarna kunnen we de rugzakken
uitpakken, ons douchen en het verslag van de dag schrijven.
Het is een refugio met 36
slaapplaatsen, bestaande uit 18 stapelbedden in één grote ruimte.
Nagenoeg alle bedden zijn
vannacht in gebruik.
Duitse avond
We sluiten de dag af met een
Duitse avond. In de bar van Obanos delen we vanavond een lange tafel met vijf
Duitse pelgrims. We krijgen een uitgebreid pelgrimsmenu voorgeschoteld, te
beginnen met drie soorten soep: kikkererwtensoep, vermicellisoep en
doperwtensoep. Daarna kunnen we kiezen uit drie hoofdgerechten en drie
nagerechten. Het wordt wederom een gezellige avond, waarin de Duitse taal onze
voertaal is. Een avond volop verhalen over onder andere wandelen en pelgrimeren
in Nederland, Duitsland en Spanje. Zulke aangename avonden maken het
pelgrimeren mede tot een waar genoegen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten