Posts tonen met het label Rwanda. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Rwanda. Alle posts tonen

zondag 6 maart 2011

Kloosterpad 1453 van Burgum naar Sijbrandahuis (deel 2)

Zondag 6 maart 2011

Op 21 februari 2011 liepen Durkje en ik het eerste traject van het Kloosterpad 1453 van Smalle Ee naar Burgum. Vandaag bewandelen we de tweede helft, namelijk: van Burgum naar Sijbrandahuis. Dat is een traject van ongeveer 24 kilometer. Even na 9.00 uur vertrekken we onder het imposante klokgelui van de Kruiskerk van Burgum. De kerk gaat in en wij wandelen over de Kerklaan Burgum uit. Tussen het Streekmuseum/Volkssterrenwacht van Burgum en Noardermar ontmoeten we mijn ex-Stenden-collega Robert Veenstra in het trainingspak van zijn nieuwe werkgever SC Heerenveen. Kortom, hier een korte rustpauze van wandelen en rennen om eerst even bij te praten.

Via een zandpad en de Zomerweg komen we ter hoogte van Noardburgum bij de Rijksstraatweg. Aan de overzijde lopen we over het zandpad van de Oostersingel naar Kuikhorne, waar we de Goddeloaze Singel op gaan. Eerst steken we de spoorlijn Leeuwarden-Groningen over en daarna ten oosten van Veenwouden de N356. Voorbij de Skillige Piip komen we in het schitterende Staatsbosbeheer-natuurgebied De Houtwiel, dat we weer verlaten bij de brug over de Valomstervaart bij het Goddeloos Tolhuis. In Broeksterwâld drinken we vervolgens koffie bij de ouders van Durkje.

Ter hoogte van de Broekmolen van Broeksterwâld komen we op de Schwarzenberglaan langs het Doopmonument nabij de waterloop de Lits. Dit is de plaats waar in 1861 de eerste bekeerlingen tot de 'Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen in Nederland' werden gedoopt. Op het monument-reliëf zien we een man en een vrouw voor een watervlakte, de man wijzend naar de overvliegende duif, hèt bijbelse symbool van de Heilige Geest, en daarmee ook goed passend langs dit eeuwenoude Kloosterpad.

Via Damwâld lopen we door naar Rinsumageest, waar we vlakbij de unieke 'gibbeflecht' (een stenen duivenhuis van meer dan 200 jaar oud, met gimmengaten). Een tweede verwijzing vandaag naar de Heilige Geest, maar nu in Rinsumageest. In Rinsumageest bezoeken we de romaanse Sint-Alexanderkerk, de meest bijzondere kerk langs dit Kloosterpad, met als enige kerk hier in het noorden een crypte. Op de buiten hoorbare, uitnodigende orgelklanken gaan we even naar binnen. De organist oefent nu in de kerk, alvorens over drie kwartier hier de middagkerkdienst aanvangt.

Wij steken de Lauwersseewei over en gaan via de Trekweg in de richting van de Klaarkampster Mar. Over een smal boerenweggetje langs dikke knotwilgen lopen we naar de locatie waar vroeger het beroemde Friese klooster Klaarkamp heeft gestaan. Niets is hier in het landschap nog te zien van de voormalige cisterciënzerabdij Klaarkamp, al vóór 1163 hier op deze nu desolate plek gesticht. Nu hebben we de oorspronkelijke kloosterroute van het klooster van Smalle Ee tot aan het klooster Klaarkamp afgelegd.

Wij gaan door naar het Hervormde kerkje van Sijbrandahuis. Bij de ingang van deze kerk ontmoeten we onze Stienser dorpsgenoot Anne Dijkstra, die hier druk in de weer is om met een groep muzikanten het concert 'Diversity, Music for Education' voor te bereiden, het benefietconcert dat leerling Nadieh Wesseling hier in dit kerkje organiseert in het kader van haar Profielwerkstuk, waarvan de middagopbrengst is bestemd voor betere educatie in het Afrikaanse Rwanda. Alweer een verwijzing naar de Heilige Geest, hier, in het zicht van het voormalige klooster Klaarkamp. Toeval of niet?

Het duurt nog wel twee uren alvorens dit benefietconcert aanvangt, en wij moeten nog door naar de Bonifatiusstad Dokkum. We verlaten Sijbrandaburen en lopen langs de Birdaarderstraatweg naar de Friese Elfstedenstad Dokkum. Bij de Woudpoortbrug in Dokkum worden we door Pieter met de auto afgehaald, waarna Pieter ons terug rijdt naar de Kruiskerk van Burgum, waar wij vanmorgen onze auto parkeerden.

zaterdag 30 mei 2009

De Crisiskaravaan

Zaterdag 30 mei 2009

Rwanda, Darfur, Somalië, Afghanistan, Sudan, Congo, Sierra Leone en de Balkan. De bevolking van zo’n vijftig landen zijn de afgelopen jaren slachtoffer geweest van oorlog, genocide en/of hongersnood. Neutrale, onpartijdige en onafhankelijke hulp wordt dan beschouwd als een menselijke plicht. Nog nooit er waren zoveel hulporganisaties als tegenwoordig. Een karavaan van niet-gouvernementele organisaties (NGO’s) trekt over onze planeet, van crisisgebied naar oorlogszone, met in hun voetspoor (vaak embedded) popsterren, acteurs, politici en journalisten.

De humanitaire hulpverlening is een industrie geworden, waarin organisaties met elkaar strijden om een zo groot mogelijk aandeel. Miljarden euro’s per jaar gaan erin om. Van duizend organisaties per crisis kijken we niet meer op. En ze gaan door met helpen, ook als de strijdende partijen hun geld en goederen rechtstreeks laten verdwijnen in oorlogskassen.

Waarom krijgen sommige landen hulp met bakken tegelijk, terwijl andere het moeten doen met de restjes? Waarom zijn de resultaten vaak zo schamel? Waarom worden de hulporganisaties maar zo zelden ter verantwoording geroepen? Waar houden humanitaire beginselen op nog ethisch te zijn?

In haar boek “De crisiskaravaan, achter de schermen van de noodhulpindustrie” (uitgegeven in 2008) analyseert journalist Linda Polman de zin en de moraal van de internationale humanitaire hulpverlening. Over de tegengestelde visies van Henri Dunant en Florence Nightingale. Over de totale ethische ramp van de Rwandese Hutu’s en de Tutsi’s in het Zaïrese Goma. Over de contractkoorts van de elkaar beconcurrerende hulporganisaties. Over de particuliere Mongo’s (My own NGO’s). Over de met hulp overspoelde Donor Darling-projecten. Over het gebruiken van hulp als oorlogswapen. Over de explosie van geweld, veroorzaakt door Refugee Warriors in vluchtelingkampen. Over hoe honger wordt ingezet als wapen. Over situaties waar niet de NGO’s, maar de ontvangers van hulp de regie hebben. Over Afghaniscam: het systematisch gebrek aan controle op hulpfondsen. Over de geldende logica van ons actuele humanitaire tijdperk.

Met dit boek geeft Linda Polman een aanzet om kritische vragen niet langer uit de weg te gaan en om de discussie op gang te brengen over hoe het beter kan. Voor de niet-ingewijden voegt ze een omvangrijk hoofdstuk “Aid Speak” toe, waarmee ze met praktijkvoorbeelden het jargon van de humanitaire hulpverlening uitgebreid uitlegt. Polman sluit af met het gedicht “Het Wijnglas” van Dirk Witte, dat gaat over de Eerste Wereldoorlog. Vier regels van dit vandaag nòg actuele gedicht tekenen zo treffend de inhoud van haar boek:

“Elke dag brengt nieuwe ellende,
Elke dag brengt nieuwe rouw,
Elke dag krijgt ons vertrouwen,
In de mensen weer een knauw.”