Onafscheidelijk waren Ab & Betty Brouwer |
Een bijzonder leven
Deze week kregen we het bericht dat onze oud-buurman en vriend Ab Brouwer is overleden. Vandaag vindt de crematieplechtighed in verband met de Corona-verordeningen in besloten kring plaats.
Met zijn overlijden is het einde gekomen van een bijzondere man, die zijn leven begon en leefde met een buitengewoon verhaal. Een verhaal dat getekend werd door veel ups en downs. Een leven van gemis en verdriet, maar ook een leven van onvoorwaardelijke liefde voor zijn vorig jaar al overleden echtgenote Betty.
Over het bijzondere levensverhaal van Ab zou je een boek kunnen schrijven, maar ik beperk me hier tot een kort In Memoriam.
Overgrootouders, grootouders en ouders Brouwer
In mei 1934 is Ab geboren in Makassar, op het Indonesische eiland Celebes. Geboren als Albert Willem Jan Brouwer ging hij door het leven als Ab Brouwer.
Zijn overgrootvader Frederik Adolf Brouwer (1853-1899) emigreerde vanuit het Friese Leeuwarden naar Nederlands Indië. Hij trouwde daar met de Indonesische Esther, later ook wel oma Tjong genoemd.
Ze kregen een zoon, Wim Brouwer, die trouwde met Mien Horst (grootouders van Ab).
Dit echtpaar kreeg zes zonen, waarvan Joop Brouwer er één was, geboren in Gombong. Joop trouwde met Wietje Buys, geboren in Batavia (maar wel met een Friese grootvader). Uit dit echtpaar werd Ab op de 18e mei van 1934 geboren. Bijna vier jaar later werd Ab zijn zusje Irma geboren in Keboemen.
Ab zijn vader mocht van Ab zijn grootouders Brouwer niet beroepsmilitair worden, want daarmee zou hij zijn leven in gevaar kunnen brengen. Vader Brouwer werd derhalve - na zijn kweekschool-opleiding in Nederland - onderwijzer (aan een Javaans-Chinese school), en later schoolhoofd in Koedoes.
Verschrikkingen van vriend en vijand in de oorlog
De Japanse bezettingsjaren van Indonesië hebben Ab zijn leven getekend. In de bijna twintig goede jaren die Ab & Betty naast ons hebben gewoond in Stiens, heeft Ab ons stapje voor stapje ook meegenomen in zijn verhalen over zijn Indische tijd en daarna, waarbij ons pas in de loop van de jaren duidelijk werd hoeveel verschrikkingen uit die oorlogsjaren en erna zijn leven zo pijnlijk hebben getekend.
Ab zijn moeder werd samen met Ab en met Ab zijn zusje Irma door de Japanners uit veiligheidsoverwegingen opgesloten in een zogenoemd 'Jappenkamp', waarmee het gezin Brouwer in elk geval veilig was voor de represaille-acties van de 'pemuda's' van de inlandse bevolking, die gericht waren tegen alles was geheel of door huwelijksbanden koloniaal Nederlands was.
Ab heeft ons enkele malen verteld over de bloedige slachtpartijen die hij als kind als ooggetuige heeft gezien. Het zijn die verhalen die Ab nu ook meegenomen heeft in zijn afscheid van dit leven.
Ab zag zijn vader voor het laatst toen hij acht jaar was. Vader Brouwer mocht dan wel niet in het leger, maar toch is Ab zijn vader in en door de oorlog om het leven gekomen. De Japanners namen hun krijgsgevangenen mee als kanonnenvlees op het dek van hun schepen, in de hoop en verwachting dat de Amerikaanse bommenwerpers - als ze de burgers op het dek zagen staan - die Japanse schepen niet zouden bombarderen. Dat dit lang niet altijd succesvol was, bleek wel toen het gezin te horen kreeg dat vader Brouwer op zee bij Benkoelen om het leven is gekomen bij zo'n aanval op zo'n Japans schip, de 'Junyo Maru'. Vader-onderwijzer Brouwer verloor zijn leven als kansloze prooi van Amerikaanse boordkanonnen.
Door dergelijke verhalen heb ik leren te begrijpen waarom het voor Ab zijn leven lang zo moeilijk is geweest om onderscheid te maken tussen bezetter en bevrijder. Ab zijn vader verloor het leven door toedoen van onze Amerikaanse vrienden-bevrijders, en Ab daarentegen bleef in leven door ingrijpen van hun vroegere Japanse vijand-bezetter.
Wie is dan je vriend en wie is je vijand?
Naar Nederland
Na hun vrijlating uit het Japanse kamp, verliet zijn Indische moeder haar moederland om samen met Ab en zijn zusje een nieuw leven op te bouwen in Nederland. Zijn ouders hadden vóór de oorlog gespaard om ooit terug te gaan naar Nederland, om zich daar te verenigen met de rest van de Brouwer-familie die (weer) in Nederland woonde.
Totaal berooid van alle bezittingen scheepte weduwe Brouwer met zoon en dochter in op de Willem Ruys, het schip waarmee zij in 1950 naar Nederland voeren.
De Nederlandse familiebanden en ook de behandeling door de Nederlanders waren voor deze emigranten ronduit teleurstellend, en moeder Brouwer leidde in het koude Nederland een moeilijk bestaan. Radeloos werd ze ervan.
Heel schrijnend was dat de jonge Ab op een dag wakker werd in het ziekenhuis. Hij bleek de enige overlevende te zijn, want zijn moeder en zijn zusje stierven enkele nachten daarvóór in hun slaap.
Ab was de laatste overlevende van zijn gezin en naaste familie; moederziel alleen in het vreemde en kille Nederland.
De nog jonge Ab (16 jaar) werd door de in Nederland wonende Brouwer-familie opgevangen, en maakte zo zijn doorstart in een Nederlands gezin.
Zonder vader, zonder moeder, zonder zusje.
Ter zee
Maar Ab gaat niet bij de pakken neerzitten.
Hij gaat studeren aan de Noorderkweekschool Abel Tasman, de zeevaartschool van Delfzijl. Hier studeert hij af in 1955, en dan treedt hij als leerling-stuurman in dienst van de Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschappij. Ondertussen doorstuderend klom hij op naar de rang van tweede stuurman.
Zijn militaire dienstplicht vervulde Ab bij de Koninklijke Marine op de HM De Ruyter, die hij als reserve-officier verliet.
Prachtig zijn de verhalen die Ab ons vertelde over zijn varend bestaan tussen en in allerlei Europese havens, maar ook die van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika.
Hij vertelde ons evenwel ook regelmatig over de wijze waarop hij in zijn jonge jaren leed aan discriminatie en ongelijke behandeling. Zo vertelde hij hoe pijnlijk het was om - reizend in Amerikaanse bussen - zelf te ervaren hoe vernederend het is dat je met je Indische uiterlijk alleen maar plaats mocht nemen op de zitplaatsen in de bus die waren bestemd voor de 'black people'.
Tot op hoge leeftijd heeft zijn strijd tegen ongelijke en onredelijke behandeling van hem zelf en van zijn medemensen een grote rol in zijn leven gespeeld.
Te land
En toen leerde hij in Twente zijn latere echtgenote Betty kennen. Een lieve, maar toch ook wel stevig eigenzinnige vrouw veroverde zijn hart, of eigenlijk was het net andersom, want Ab moest er wel hard voor werken om zijn geliefde Betty tot vrouw te krijgen.
En met Betty kreeg hij er eigenlijk nog een tweede vrouw bij in zijn leven. Zijn schoolmoeder, de moeder van Betty, werd voor Ab ook een belangrijke vrouw in zijn leven.
Ab beëindigde in 1962 zijn varend bestaan en trad in dienst bij Hollandse Signaal, en later - in 1970 - bij Philips.
Het echtpaar ging wonen in Noord-Brabant, en (schoon)moeder verbleef vaak en lang bij hen in huis. Ab was hier zielsgelukkig met zijn twee vrouwen, en deed er alles aan om het leven van zijn vrouw en van zijn schoonmoeder goed te maken.
Groot was hun genieten van de jaarlijks terugkerende zonvakantie in het Spaanse Blanes. Zij kregen echter geen kinderen.
Ab had zich opgewerkt tot ICT-specialist voor automatisering en logistiek, en ging wederom de wereld over, maar nu om her en der allerlei computercursussen te verzorgen aan mensen die computers en software van zijn Nederlandse werkgever kochten. Hij kon prachtig vertellen over zijn reizen, en met name ook over zijn passie voor al die mensen die in bedrijven hard moesten werken met computers, en over de voorrang die hij deze uitvoerende werknemers gaf boven al die hoge heren, die - vooral in de Aziatische landen - neerkeken op de medewerkers op de werkvloer. Als fel tegenstander van ongelijke behandeling en wars van uiterlijk vertoon jegens baasjes en bazen, kreeg hij van zijn Nederlandse werkgever vaak kritiek op houding en handelen. Hij moest voor zijn bedrijf immers vooral de bazen paaien. Maar Ab bleef zijn principes trouw, maakte zijn eigen keuzes, en accepteerde de vervelende consequenties daarvan.
Naar Stiens in Fryslân
In 1991 nam hij afscheid van zijn werkzaam leven, en toen vatten Ab & Betty het plan op om naar het mooie Fryslân te gaan wonen; vanuit Waalre terug naar de provincie waar zijn overgrootvader Brouwer vandaan kwam.
Hij belde me in 1998 en vertelde dat hij de kavel naast de onze had gekocht in Stiens. En of ik een geschikte aannemer kende, die daar voor hen een mooi huis zou kunnen bouwen. Ons huis was net naar alle tevredenheid opgeleverd, dus ik adviseerde hem onze aannemer in de arm te nemen. Zo gebeurde het dat Ab & Betty in 1998 naast ons kwamen wonen.
We hebben daar altijd fijne buren aan gehad en hadden in Ab altijd de beste oppasser voor huis, tuin en konijn als wij op vakantie waren. Hun beider dierenliefde was onmetelijk groot. Ze deden alles wat mogelijk was - en meer - voor hun poes Vlokje en hond Sproudy, en de zomervakantieweken die Ab op het konijn van ons paste, waren voor Knabbel de beste weken van het jaar, want Ab spaarde kosten noch moeite om keer op keer de lekkerste verse groenten voor het konijn te kopen, dus als we terug kwamen van vakantie stonden huis, konijnenren en Knabbel er glanzend bij.
Als onze kinderen bijvoorbeeld de sportplaatjes van korfbal verzamelden van de supermarkt, dan ging Ab elke dag naar die supermarkt om ervoor te zorgen dat hij bij zijn boodschappen die korfbalplaatjes verkreeg die wij nog niet in huis hadden.
Als Ab ergens voor stond en er voor ging, was er geen sprake van opgeven, want het was pas klaar als het helemaal klaar was.
Samen beleven
In de laatste jaren hebben we met zijn vieren gezellige ontmoetingen beleefd.
Zo hebben we eens een deal gesloten dat Ab zijn aloude Indische kookkunst zou inzetten voor een overheerlijke Indische meergangenmaaltijd, en dat Durkje en ik onze kennis van de eeuwenoude Friese volksliteratuur en streekhistorie zouden inzetten om tussen de maaltijdgangen door aan Ab & Betty aan tafel oude Friese volksverhalen te vertellen. Een groot succes werd dat.
Vanwege dat succes zijn we enkele weken later naar Broeksterwoude geweest, waar de bekend Friese meestervertellers Jacob Bijlstra en Douwe Kootstra oude Friese (moord)verhalen vertelden over het Goddeloos Tolhuis nabij De Valom.
In 2014 werd Ab tachtig jaar. Ter gelegenheid van hun beider verjaardagen hebben Durkje en ik hen een verjaardagslunch aangeboden in het Friese Dokkumer Nieuwe Zijlen. Dit was ook de laatste keer dat het mogelijk was om nog met zijn vieren op stap te gaan. De conditie van Betty liet het niet toe om nog lang van huis te zijn. Gelukkig hebben we hier nog een prachtige herinnering aan die verjaardagslunch bij De Pater.
Strijd
Vorig jaar in april overleed Betty na een lange periode van slopende ziekte. Een periode die niet alleen voor Betty moeilijk was, maar die bovenal voor Ab een van de moeilijkste perioden in zijn leven is geweest. Tot het echt niet meer anders kon, heeft Ab thuis in Stiens nog voor Betty gezorgd. Niets was voor hem onmogelijk, alles werd eraan gedaan om het voor Betty zo goed mogelijk te maken, en kosten noch moeiten werden gespaard om Betty zo lang mogelijk in huis te houden. Onvoorwaardelijk was zijn leven en inzet voor zijn zo geliefde Betty.
En heel pijnlijk was het en bleef het om toe te geven dat het niet meer ging. Toen wij een keer midden in de nacht uit bed werden gebeld en Betty met een botbreuk onder aan de trap lag, begon het begin van het eind, wat er later toe leidde dat Betty ging wonen in een begeleid en kleinschalig wonen-accommodatie in Leeuwarden.
Ab verkocht het huis en verhuisde van Stiens naar Leeuwarden, om vlakbij Betty te gaan wonen. Zo kon hij toch elke dag bij Betty zijn en toezien op haar verzorging. Ondanks de vele en goede hulp die Ab & Betty van goedwillende buren en van professionele zorgverleners hebben gekregen, bleef het leven voor Ab voortdurend één grote strijd, want het kon voor Betty en voor hem zelf natuurlijk altijd sneller, altijd beter, altijd meer, en altijd mooier. Grenzeloos hoog lag zijn lat, en gezondheidsbedreigend voor Ab zelf was zijn inzet voor de goede zaak.
Sterven
Toen Betty stierf, was zijn leed heel groot. Hoe groot zijn inzet ook was geweest, nog altijd bleef die vraag bij hem knagen of hij voor Betty wel de goede keuzes had gemaakt, en of hij misschien niet beter toch .....?
Bij onze bezoeken in zijn Leeuwarder flat en enkele maanden geleden nog bij ons thuis in Feinsum, zagen we echter een zekere rust over hem komen, en was goed zichtbaar dat zijn conditie iets vooruit was gegaan, met name doordat zijn strijd voor Betty gestreden was, en hij niet meer elke dag, elk uur, elke minuut iets voor Betty hoefde te doen. Hij leek uitgerust en vitaler dan voorheen, ondanks het feit dat hij zelf al jarenlang chronisch ziek was, en op de kritische grens zat van medisch behandelbaar en uitbehandeld zijn.
En dan krijg je deze week bericht van zijn overlijden. Gelukkig dat er tot zijn sterven nog zulke lieve mensen nabij waren die goed voor Ab hebben gezorgd, want als er iets is wat deze strijder en overlever alleszins verdiende, dan was dat wel aandacht, liefde en zorg. Hij was in vertrouwde handen geborgen.
Als je nog eens iemand ontmoet, die een voorbeeld nodig heeft van hoe je onvoorwaardelijk je echtgenote liefhebt, en hoe je grenzeloos voor haar zorgt, dan moet je het verhaal eens gaan aanhoren van mensen die Ab goed hebben gekend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten