Kleurrijk interieur van de Sint-Martinuskerk in het Belgische Kessenich |
Pelgrimspad van Amsterdam naar Visé
Pelgrimspad 2 van ’s-Hertogenbosch naar Visé
Van Tungelroy (Nederland) naar Maaseik (België)
Zondag 17 februari 2019 – 26,5 km.
Dag 15: 337,6 – 364,1 km
Pelgrimeren van Nederland naar Spanje
Op 20 februari 2013 zijn Durkje en ik aan een volgende lange pelgrimstocht begonnen, die loopt vanuit de kop van Noord-Holland naar noordwest-Spanje.
In zes dagen wandelden we in de periode van 20 februari 2013 tot en met 24 oktober 2013 via de pelgrimsroute van ‘Van Wad tot IJ’ vanuit het Noordhollandse Den Oever over een afstand van 135 kilometer naar Amsterdam.
In acht dagen wandelden we daarna in de periode van 14 oktober 2014 tot en met 6 mei 2015 via de pelgrimsroute deel 1 van het ‘Pelgrimspad’ vanuit het Noordhollandse Amsterdam over een afstand van 203 kilometer naar het Brabantse ‘s-Hertogenbosch.
Na de eerste 135 + 203 = 338 kilometers liggen nu de volgende 250 kilometers van het tweede deel van de wandelgids ‘Pelgrimspad’ vóór ons, waarvan we vandaag de derde dag van een tweede vierdaagse wandeling door Noord-Brabant, België en Limburg zullen lopen, van Tungelroy naar Maaseik, onze vijftiende etappe op het ‘Pelgrimspad’.
Al weer mooi wandelweer
De wekker wekt ons om 7:30 uur in Hotel La Ville Blanche in Thorn. Vanaf 8:00 uur kunnen we beneden in het restaurant terecht voor een stevig ontbijt, dat ons vandaag weer een eind op weg moet helpen tijdens onze 26,5 wandelkilometers die we hebben te gaan op deze mooie zonnige zondag. Om 9:30 uur arriveren we met onze auto op het dorpsplein vóór het multifunctioneel centrum en de dorpskerk van Tungelroy, waar we onze auto parkeren om vanaf dat dorpsplein te gaan wandelen.
Toen we vanmorgen bij het hotel wilden vertrekken, hoefden we in tegenstelling tot gisteren eerst geen ijs van de ramen te verwijderen. De temperatuur is op dit moment 3 graden Celsius, en met het prachtig zonnige weer van vandaag loopt die temperatuur snel op tot boven de 15 graden Celsius. Vandaag hebben we evenals gisteren betrekkelijk warm winterweer, met een helderblauwe lucht. Overal ontmoeten we veel wandelaars, fietsen en recreanten in auto’s.
Bomiis bij Tungelrooi
In Tungelrooi lopen we langs de grote glas-in-lood-panelen bij de dorpskerk, die jaren geleden zijn gered bij de sloop van de voormalige huishoudschool. Ze hebben hier buiten gelukkig een passende plek gekregen in het dorpscentrum.
Iets verderop passeren we de Sint-Annamolen, een ronde bovenkruier op een hoge belt, en daarmee een markant punt in het dorp, ook voor wie ver buiten het dorp naar de skyline van Tungelroy kijkt.
Buiten Tungelroy volgen we een karrenspoor dat langs Theurkes Lossing loopt. De begroeiing is nog bedekt met een witte laag rijp, en op de waterplassen in het pad ligt een heel dun laagje ijs, wat we in Fryslân ook wel ‘bomiis’ noemen. Halverwege ontmoeten we een oude man die hier opgewekt met nordic walking-stokken loopt. Hij geeft aan dat hij dit ook doet om vooral actief te blijven op zijn leeftijd.
Aan de overzijde van de doorgaande Pelmersheideweg komen we in en door het natuurreservaat De Krang. En daarna volgt een onverhard pad door de Laagbroek.
Als we de houten brug over de Tungelroyse Beek oversteken, komen we langs een grote visvijver in het Heijkers Broek, voor een belangrijk deel het resultaat van een oud werkverschaffingsproject, waaraan veel Rotterdamse mannen vlak vóór de Tweede Wereldoorlog een belangrijke bijdrage hebben geleverd.
Als we het Heijkers Broek uit wandelen, komen we in het dorpje Ell, dat we via de buitenrand passeren.
Bijzondere band met Schutterij Sint Jacobus van Hunsel
Via een halfverhard pad en verderop een veldpad komen we na zo’n vier kilometer aan in Hunsel, op de plaats waar een monument staat, ter herdenking aan het feit dat hier op deze plek in de Tweede Wereldoorlog in 1944 een geallieerde Lancaster-bommenwerper neerstortte.
Het is mooi om weer eens in Hunsel te zijn. Durkje en ik hebben een bijzondere band met de schutterij van Hunsel, omdat deze schutterij een vaandel heeft waarop een afbeelding staat van Sint-Jacobus, dat is ontleend aan een foto die wij in een Franse kerk hebben gemaakt van een schilderij dat wij zagen tijdens onze pelgrimage van Nederland naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela. In het jaar 2013 zijn Durkje en ik uitgenodigd voor, en aanwezig geweest bij de zegening van dat schutterij-vaandel, in de Heilige Jacobuskerk van Hunsel, onder leiding van de deken, pastoor Maessen. Nu – zes jaar later dus – zijn we hier weer terug.
Heilige Jacobuskerk en Schutterij Sint Jacobus van Hunsel
Bij het dorpscafé zien we dat dat pas open gaat om twaalf uur, en het is nu nog maar half twaalf. Daarom gaan we eerst verderop naar de Heilige Jacobuskerk, om die te bezoeken. Gelukkig staat de kerkdeur uitnodigend open. Deze pelgrimskerk – die gewijd is aan haar patroon Sint Jacobus – wordt door veel pelgrims bezocht tijdens hun pelgrimage. Er staat ook een beeld van Sint Jacobus in de kerk. Inmiddels is het voorportaal van de prachtige kerk afgesloten met een mooie transparante glazen toegangspartij, waarop ook een afbeelding staat van Sint Jacobus de Meerdere.
Na dit kerkbezoek wandelen we terug naar het dorpscafé, waar we een koffiepauze houden. De café-eigenaresse vertelt ons op onze vraag dat de voormalige voorzitter - Frans Everaers - van de schutterij enkele huizen verderop woont.
Met enig zoekwerk en navraag bij buurtbewoners vinden we het huis van de familie Everaers, en hebben we het geluk dat het gezin thuis is. Bij ons weerzien raadt Frans direct goed dat wij uit Stiens komen, waar wij in 2013 inderdaad woonden, en hij nodigt ons uit om met hem mee te komen naar de binnentuin, waar we heerlijk in de warme zon gezamenlijk koffiedrinken. Het is fijn om elkaar na zes jaar weer eens te ontmoeten. Het geeft ons de kans om weer even bijgepraat te worden over het wel en wee van deze gezellige schutterij van Hunsel.
Met ons bezoek zijn we de belofte van zes jaar geleden nagekomen, dat we tijdens onze pelgrimage op het Nederlandse pelgrimspad ons zouden melden als we Hunsel op die pelgrimage zouden passeren. We hebben dit weerzien als een waardevolle ontmoeting ervaren.
Het witte stadje Thorn
Maar we moeten wel weer door, want we hebben vandaag nog 15 kilometer te gaan.
Via de lange Jacobusstraat lopen we Hunsel uit. In de zonovergoten berm van de Mezenstraat zien we al weer krokussen bloeien tussen enkele knotwilgen, ten teken dat de lente al is begonnen in de winter.
Krokussen als voorjaarsboden in de berm tussen Hunsel en Ittervoort |
Dan komt Thorn al in zicht; het stadje waar we drie nachten overnachten, en dat we op het Pelgrimspad straks ook zullen doorkruisen.
In Thorn gaan we eerst naar de immense abdijkerk, en daarna voor een korte stop naar ons hotel La Ville Blanche. Bij het standbeeld van de muziek – aan de rand van het stadje – pauzeren we op een picknickbank, te midden van de vele passerende toeristen uit Nederland, België en Duitsland, die op deze zonnige zondagmiddag het stadje Thorn bezoeken.
Grensoverschrijdend pelgrimspad
Tussen Thorn en Kessenich passeren we de Nederlands-Belgische landsgrens.
In Kessenich bezoeken we de Sint-Martinuskerk, die een schitterend kleurrijk neo-gotisch interieur heeft; terecht een parel van de Maasvallei.
Voorbij Kessenich gaan we in zuidelijke richting naar de plaats Geistingen.
Vanaf Geistingen lopen we vrij dicht langs de oever van de Maas naar de jachthaven van Ophoven. Hier is men druk bezig met allerlei wegwerkzaamheden, tot aan de Taveerne-restaurant De Spaenjerd, die is gelegen op de Maasdijk, met vanmiddag een overvol zonterras aan de zuidzijde.
Over de Maasdijk lopen we dan naar de plaats Leeuwerik, en van daaruit naar het dorp Aldeneik, ook aan de Maas gelegen.
Belgisch Maaseik aan de Maas
Voorbij Aldeneik zien we verderop al de brug over de Maas, die de grensbrug is tussen het Belgische Maaseik en het Nederlandse Roosteren.
Bij het brughoofd van deze Maasbrug wandelen Durkje en ik het stadje Maaseik binnen, waar we gisteren onze auto hebben geparkeerd op de Markt, in het stadscentrum.
Vanuit Maaseik rijden we terug naar Tungelroy, waar we onze andere auto afhalen, om dan met beide auto’s naar Sittard te rijden, waar we een auto achterlaten, opdat we daar morgen een auto hebben staan als we in onze plaats van bestemming Sittard arriveren.
Tot slot rijden we met de andere auto weer terug naar ons hotel in Thorn, waar we een heerlijk warme douche nemen, om vervolgens te gaan eten in één van de restaurants van Thorn. Aansluitend schrijf ik nog dit verslag van deze schitterende, warme winterse wandeldag.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten