zaterdag 15 augustus 2020

Heilige onrust

Zaterdag 15 augustus 2020

Cover van 'Heilige onrust'

Pelgrimage naar het hart van de religie
Op 18 maart 2019 waren Durkje en ik aanwezig in de Sint-Laurentiuskerk in het Friese Raerd bij een lezing van professor Frits de Lange, over zijn boek 'Heilige onrust', dat als subtitel mee kreeg: 'Een pelgrimage naar het hart van de religie'. 
Na een boeiende avondlezing, gevolgd door een interessant groepsgesprek, kochten we van hem dit mooie boek.
Met zijn publicatie 'Heilige onrust' schreef Frits de Lange een boek voor hen die het besef hebben van iets groters en sterkers dan zijzelf, maar dat moeilijk onder woorden kunnen brengen. Dit geldt voor veel kerkverlaters, maar vaak ook voor zoekers die in een seculier milieu zijn opgegroeid.
De Lange identificeert zich met de moderne pelgrim, voor wie niet Santiago de Compostela of het hiernamaals de bestemming is, maar de spirituele en fysieke ervaring van de pelgrimage zelf. Zo probeert hij de kern van de joods-christelijke traditie te doorgronden.
Frits de Lange is hoogleraar Ethiek aan de Protestantse Theologische Universiteit te Groningen. Daarnaast doceert hij onder andere aan de filosofische Academie op Kreta. 

Wat beweegt die pelgrims eigenlijk?
Met uitzondering van dit Coronacrisisjaar 2020 trekken jaarlijks zo'n kwart miljoen pelgrims naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela. Ervan uitgaande dat onze Nederlandse - en de West-Europese - samenleving grotendeels afscheid heeft genomen van traditionele godsbeelden en van religieuze gebruiken, is dat aantal pelgrims groot te noemen. Dat grote aantal pelgrims roept de vraag op naar wat nu eigenlijk tegenwoordig de beweegredenen zijn van deze pelgrims. Ze verlaten hun huis en omgeving, en gaan het onbekende tegemoet.
Waarom wandelen of fietsen zoveel mensen tegenwoordig naar Santiago de Compostela?
En waarom nemen zij al die ongemakken van bijvoorbeeld blaren, slechte nachtrust en de onwelriekende lichaamsgeur van medepelgrims voor 'lief', als ze het thuis toch zoveel beter hebben?


Pelgrim versie 2
Dergelijke vragen verkent de theoloog en ethicus Frits de Lange in dit boek. Hij doet dat aan de hand van de mens, die hij de 'pelgrim 2.0’ noemt, waarmee hij de pelgrim beschrijft als een hedendaagse zinzoeker onderweg. De Lange constateert dat 'het heilige' niet verdwijnt uit onze cultuur, maar dat het een eigentijdse plaats zoekt en vindt in nieuwe woorden, in nieuwe gemeenschappen en in nieuwe rituelen. Aan de hand van het joodse denken, en van kerkvader Augustinus, van Meister Eckhart en van filosofen zoals Nietzsche en Derrida omschrijft professor De Lange ons huidige tastend en kwetsbaar zoeken naar zin. Hij onderscheidt daarbij begrippen zoals 'religie’ en 'geloof’. Religie beschouwt hij dan als het omhulsel, de rituelen, de regels en uiterlijkheden, die veranderen in de loop van de tijd. Volgens De Lange houdt het geloof ons gaande, want geloof trekt ons vooruit, klinkt door in de kwetsbare hoop en de liefde die altijd en overal stand houdt. De Lange streeft naar een zogenoemde 'minimal theology'.

Ware je een pelgrim, dan ......
Jammer is dat Frits de Lange zelf die lange pelgrimstocht naar Santiago de Compostela (nog) niet heeft gelopen. Daardoor moet en kan hij alleen maar putten uit gedachten en bespiegelingen van pelgrims die de tocht wel hebben gelopen. Als lezer vraag ik me dan af wat en hoe hij over het thema van dit boek had geschreven als hij eigen live-ervaringen van een lange pelgrimstocht wel had kunnen meenemen in dit boek.
Nu lees je bijvoorbeeld in hoofdstuk drie van dit boek over de gedachte van de auteur dat je je persoonlijk leven gaat beschouwen als een 'project', als een onderneming die vraagt om 'Planning & Control', in een levenswijze die ons zelf en ons collectief in de greep houdt. Velen zullen dat wel herkennen in hun eigen leven. Ik in elk geval wel, en zeker ook in mijn werk, en dat is misschien ook wel de reden dat het tamelijk ongecompliceerd en onbekommerd pelgrimeren mij als tegenwicht zo aanspreekt. Zou dat zo geheel andere tegenwicht dan wellicht zorgen voor een gelukmakende balans tussen beide levenswijzen?
Dit boek kan je bewust maken van wat je altijd al belangrijk hebt gevonden in je (samen)leven en (samen)werken, maar het kan je ook op het spoor zetten om bij jezelf eens te onderzoeken of je er wellicht goed aan doet om harmonie en balans in je leven te zoeken en te vinden door naast je veilige en zekere levensstijl juist ook eens iets geheel anders daar tegenover te stellen. Vanaf de overkant kun je dan eens goed kijken naar jezelf en naar je doen en laten. Op grond van mijn eigen ervaring kan ik je dat van harte aanbevelen. Het zal je leven verrijken.

Lopen loutert

  • Weggaan, dat is mijn doel.
  • De ervaring van het heilige overleeft alle afbraak, en zoekt onderdak in nieuwe woorden, gemeenschappen, rituelen.
  • Een theoloog is een veerman die heen en weer vaart tussen traditie en vandaag.
  • De nieuwe 21e-eeuwse generatie is grotendeels onbekend met het verhaal van de Bijbel en met het abc van het christendom.
  • In de religie gaat het van oudsher om liefde & overgave, passie & pijn, hoop & onvervuld verlangen.
  • Laten we, op onze zoektocht naar een nieuw begin, een eind gaan wandelen.
  • Een flinke wandeling helpt als je even niet meer weet hoe het verder moet.
  • Al wandelend krijg je soms plots een inval of zie je dingen helderder.
  • Religie is fysieke praktijk, gedrag, handeling, ritueel.
  • De pelgrim gelooft met zijn hele lijf. Zijn ziel gaat te voet.
  • De vitale kern van religie wordt door de moderne pelgrims door hun pelgrimage levend gehouden.
  • De pelgrimage is een centrale metafoor voor ons leven.
  • De pelgrims nieuwe stijl hebben de reis zelf als bestemming.

In het wandelen zelf zit iets dat uitnodigt boven jezelf uit te steken.

De nieuwe pelgrim als paradigma
In dit boek fungeert de Compostela-ganger, de  pelgrim 2.0' als een model voor geloof.
Dit boek gaat ook over Frits de Langes eigen heilige onrust, de harde, maar fragiele kern van zijn geloof in over-leven, voller, beter, anders, waarachtiger leven.
In dit hoofdstuk schetst de auteur een portret van de nieuwe pelgrim op weg naar Santiago de Compostela.
  • Ik pleit voor een theologie die body language spreekt.
  • De pelgrimstocht naar Santiago de Compostela moet je een keer in je leven gedaan hebben.
  • Ik ben zelf niet zo'n loper.
  • Ook ik ben het oude geloof kwijt, de dogma's waar ik mee opgroeide, de veilige zekerheid van het eigen groepsgelijk.
  • Religie blijft, ook al transformeert ze ingrijpend.
  • De pelgrimage nieuwe stijl is een zichtbare, collectieve praktijk waardoor mensen veranderen. Het is post-christelijke spiritualiteit, als concrete, geleefde religie, met routes en rugzakken.
  • De reis als beeld voor het leven is nagenoeg een universele metafoor.
  • De eerste christenen werden 'Mensen van de Weg' genoemd.
  • Jeruzalem werd als heilige stad de belangrijkste bestemming voor de christelijke bedevaart.
  • Het portret van de pelgrim nieuwe stijl die vandaag naar Compostela loopt, beschouw ik als een paradigma voor de manier waarop religie en geloof zich ontwikkelen.
  • De pelgrims van nu noemen zich pelgrim, omdat ze niet zomaar op weg zijn. Ze hebben het gevoel een heilige reis te maken.
  • Compostela gold als een geestelijk tegenwicht tegen de Islam.
  • Velen die zich op de wegen naar Compostela wagen, voelen zich aangetrokken door waarden als: onthechting, eenheid met de natuur en zelfontplooiing.
  • Je hebt natuurlijk pelgrims in soorten en maten. Sommigen kun je gewoon seculiere toeristen noemen. Je hebt ook cultuur-pelgrims. Dan zijn er eveneens de zoekers naar zin. Ook de devote katholiek loopt nog op de Camino. 
  • Pelgrims geven gehoor aan de innerlijke drang, die zegt dat ze op weg moeten gaan. Er wordt een appèl op hen gedaan, een verlangen gewekt, ze worden onrustig en kunnen niet meer blijven waar ze waren.
  • De reis is de bestemming.
  • De nieuwe pelgrim neemt een lange weg, opdat hij zijn doel nog lang niet zal bereiken.
  • Pelgrimage is de ultieme vorm van slow travelling.
  • Het doel van de toerist is relaxed thuiskomen. Onderweg is hij een afstandelijk waarnemer die zich niet te veel wil engageren.
  • Als veranderd mens goed thuiskomen is een wezenlijk onderdeel van de pelgrimage, die nog een flinke inspanning vraagt.
  • Minimal theology: De ene voet voor de andere.
  • Voor ons ligt het doel van dit leven in dit leven zelf.
  • Van oudsher draait het in religies om innerlijke overgave aan wat ons overstijgt, en om transformatie van de levenspraktijk.
  • Religie is het construct van praktijken, voorstellingen en geloofsuitspraken waarmee in de moderne cultuur aan geloof collectief gestalte is gegeven.
  • Wie gelooft, heeft iets van overstijgend, waarachtig leven ervaren en geeft zich aan die ervaring gewonnen. Je gewonnen geven aan die ervaring van transcendentie leidt tot een transformatie van de levenspraktijk en maakt je tot een ander mens.
  • De pelgrim speelt het spel van het geloof fysiek uit in ruimte en tijd.
  • Ook al is zijn pelgrimsreis een queeste, hij loopt op blaren. Zijn toegang tot het heilige loopt via het lichaam. 
  • Ik pleit voor een theologie die met het lichaam denkt.
  • We hebben geloof ongelooflijk hard nodig in cynische tijden als de onze.
  • Voor een pelgrim zijn de vragen die er echt toe doen: Waar kom ik vandaan, wat doe ik hier en waar ga ik naartoe?
  • De gelovige is een vreemdeling op aarde.
  • Hoe verfijnd en beschaafd hij bij het vertrek ook is, onder invloed van de Camino raakt de pelgrim binnen de kortste tijd zijn schroom en waardigheid kwijt.
  • Een pelgrim wordt niet gezien; telt niet mee.
  • De pelgrim benadert de kern van de pelgrimage vooral door zijn fysieke ervaring.
  • In het begin denk je enorm na. Je bent alleen met jezelf. Na een paar uur meldt zich het lichaam. Op een gegeven moment zie je scherper wat het werkelijke probleem is.
  • De eerste transcendentie die de nieuwe pelgrim ervaart, is er een naar achteren, niet naar boven.
  • De nieuwe pelgrim is een Einzelgänger; hij loopt de tocht voor zichzelf.
  • Het is dankzij de doorleefde lijfelijke eenzaamheid dat Jean-Christophe Rufin zich als pelgrim werkelijk kan openen voor de ontmoeting met anderen.
  • Pelgrimeren is een sociale onderneming.
  • De naakte pelgrim staat open voor de waarheid van de Camino.
  • De ware pelgrim reist niet langer vanuit of met zijn hoofd. Hij reist verder als lichaam en voelt een leegte vanbinnen. Dat moment van overgave ziet de pelgrim later als een soort verlossing, waarop hij zichzelf ervaart als een nieuw mens.
  • De zin van het op weg zijn, is voor de pelgrim dat hij op weg is. De reis is zijn bestemming.
  • Het is de ervaring die telt; niet de godsdienst die haar claimt.
  • Als ze hun geleidingsfunctie goed vervullen, zijn godsdiensten een vehikel naar de openheid 'voor iets dat groter is dan jezelf; groter dan alles'.
  • De leus die pelgrims elkaar al sinds de Middeleeuwen toeroepen: "Ultreia". Steeds verder!
  • De pelgrim nieuwe stijl zoekt niet meer, maar laat zich iets overkomen.
  • Een pelgrimage laat zich moeilijk navertellen; je moet hem fysiek ondergaan.
  • Eens een pelgrim, altijd een pelgrim.
Ik heb niets gezocht, en ik heb het gevonden.

2. De reis is de bestemming
In dit hoofdstuk presenteert Frits de Lange de pelgrim nieuwe stijl als een kind van onze tijd.

  • Eerst verlaat de pelgrim zijn vertrouwde omgeving om op weg te gaan naar een heilige bestemming.
  • Onderweg ontstaat een nieuwe gemeenschap.
  • Na het doel bereikt te hebben, keert de pelgrim ten slotte terug naar huis, en past zich - heilzaam veranderd door wat hij meegemaakt heeft - weer aan het dagelijkse leven aan. 
  • Pelgrims die naar Santiago de Compostela trekken, keren anders terug dan hoe ze weggegaan zijn. Zij hebben een ervaring ondergaan, waar de thuisblijvers geen deel aan hebben.
  • Onze hele samenleving bevindt zich steeds meer in een permanente staat van instabiliteit. In de geglobaliseerde wereld kun je nergens meer op rekenen.
  • Ik ben - net als de samenleving - in voortdurende transitie. Dat moet ook, om te kunnen overleven.
  • Je moet voortdurend bereid zijn uit je comfortzone te treden, risico's te durven nemen, open te staan voor spontane ontmoetingen en plotselinge gebeurtenissen, iemand anders te worden dan wie je tot dan toe was.
  • Alles had anders kunnen zijn, dan het is.
  • Het enige dat permanent is, is de verandering. De enige zekerheid is de noodzaak steeds weer opnieuw te beginnen.
  • Nu telt iemand pas mee als hij zichzelf telkens 'opnieuw weet uit te vinden'.
  • Friedrich Nietzsche geldt als de eerste onderweg-denker.
  • Er is geen Waarheid, alleen een veelvoud van waarheden. 'Waar' is: alleen dat, wat het leven dient en sterker maakt.
  • Al in de Middeleeuwen gold het labyrinth als substituut voor de echte pelgrimage. Tegenwoordig maakt een bloeiende spirituele labyrinth-beweging het lopen van een labyrinth tot een heilig ritueel.
  • Het labyrinth drukt uit dat je vooruit moet in het leven.
  • Je volgende stap kan een misstap zijn.
  • Het lineaire levensgevoel van de Verlichting correspondeert niet meer met de hedendaagse nomadische mentaliteit.
  • Chaosmos = wanorde en orde tegelijk.
  • Ook het theologisch denken is noodgedwongen labyrintisch geworden: er is geen goddelijk gezichtspunt van waaruit we de wereld menen te kunnen overzien. 
  • Het ware leven is elders, maar waar?
  • Voor Augustinus is een gelovige als een pelgrim op weg naar zijn ware hemelse thuis.
  • Peregrini (pelgrims) was de gangbare benaming voor vreemdelingen die zich in een stad vestigden. De pelgrim is oorspronkelijk iemand die niet thuishoort in het land (per agri: door velden en akkers trekkend) waar hij wandelt. ['Vreemdeling'; afgeleid van het Hebreeuwse 'ger'; van het Griekse 'xenos'; van het Latijnse 'peregrinus'] {in het Latijn: voor onze voorvaderen betekende 'vijand' (hostis), wat we nu aanduiden als 'vreemdeling'}.
  • Het woord 'peregrinatio' staat voor de ervaring dat je niet daar bent waar je eigenlijk wilt zijn. De peregrinatio van de christen duurt zolang hij hier op aarde leeft.
  • De christen is een vreemdeling op aarde; bestemd voor hoger burgerschap in de hemel.
  • Augustinus werd zich steeds meer van de onopgeloste spanningen en conflicten (onrust) in zichzelf bewust. Voor hem ging het in het leven om de vervulling van het hartstochtelijk verlangen naar een ander, beter, voller, echter leven. Voor dat reikhalzend verlangen reserveert Frits de Lange het woord 'geloof'.
  • Heeft men lief, dan wéét men wie God is.
  • Leven is uitstel van vervulling.
  • Geloof in een ander, mooier, waarachtiger, rechtvaardiger, vrediger leven, met en voor anderen, is wat ons menselijk maakt.
3. Ik ben mijzelf een raadsel
Dit hoofdstuk gaat over het onzekere zelf.
  • De pelgrim nieuwe stijl 'komt zichzelf tegen' en gaat vooral op weg om zichzelf te vinden.
  • Elke pelgrim overschrijdt zijn of haar fysieke en geestelijke grenzen, en wordt met zijn ware zelf geconfronteerd. 
  • De populariteit van de pelgrimage lijkt een symptoom van de moeite die mensen hebben om aan het ideaal te voldoen.
  • De pelgrim gelooft niet in planning en productie, maar in de omweg als de kortste weg naar zichzelf.
  • Het heeft ingrijpende gevolgen als we ons leven zelf ook als een project gaan beschouwen.
  • In een wereld waarin niets zeker en alles altijd in beweging is, hebben levens meer een labyrintische, dan een rechttoe-rechtaan-structuur.
  • Psycholoog en wetenschapsfilosoof Trudy Dehue legt een overtuigend verband tussen de enorme toename van het aantal mensen met een depressie (= te moe zijn om nog langer jezelf te zijn) en het morele dictaat dat de neoliberale cultuur aan elk individu oplegt om het lot in eigen hand te nemen.
  • Vrijheid, vrij zijn - het is een telkens terugkerende hartenkreet.
  • Wie naar Santiago de Compostela trekt, maakt zich los van begrippen als efficiency en effectiviteit. Voor de duur van de reis hoeft de pelgrim in elk geval niets van zichzelf te maken.
    Al vorderen we niet zoveel als we wel zouden wensen, toch is onze moeite niet vergeefs als de dag van heden die van gisteren overtreft.
  • Uiteindelijk geldt voor iedereen 'dat zij door hun eigen geloof hun heil moeten behalen'.
  • Christens levensweg is geen cumulatief leerproces, maar een constante tekst, of hij wel gefocust blijft op zijn zielenheil.
  • Ik moet iets van mijzelf maken, zodat ik de samenleving van dienst kan zijn. Mijn ik is een ethisch project.
  • Het zelf is geen project, maar een traject waarvan je niet weet waarheen het je voert.
  • Wij krijgen onszelf met zelfreflectie gewoon niet rond, stelt Augustinus vast.
  • Je vindt jezelf als er van je gehouden wordt.
  • Een overweldigende bekeringservaring krijg je op dat moment, tijdens die activiteit 'waarop het leven voller, rijker, dieper, meer de moeite waard en bewonderenswaard, meer is zoals het zou moeten zijn'.
  • We moeten zeker weten wie we zijn en wat we willen, en ons niet van de wijs laten brengen door wat ons toevalt.
  • Een stabiel zelf heeft het vermogen om zichzelf te herinneren.
  • Mijzelf zijn is tot mezelf komen.

4. Het ongemak van gastvrijheid
In dit hoofdstuk staat de pelgrimage als sociaal gebeuren centraal.

  • Je loopt de Camino voor jezelf, maar je doet het met anderen.
  • Je bent nooit alleen op de Camino. Er is een gevoel van familie, en je deelt van alles onderweg.
  • Niet alle contacten zijn even prettig.
  • De pelgrim heeft een kwetsbaar lijf dat wil douchen, eten en slapen.
  • In de onderlinge omgang doen sociale codes en conventies er even niet toe. De maatschappelijke rollen zijn opgeschort.
  • Als conventies wegvallen wordt het sociale verkeer losser, maar kunnen ontmoetingen ook heviger uitpakken dan normaal.
  • De elementaire vraag in elke pelgrimage: mag ik bij je binnenkomen - of niet?
  • Het dilemma van de gastvrijheid: je openen of sluiten.
  • In het latere Jodendom verbergt zich in elke ongenode gast de Messias. Wie de vreemdeling weigert, wijst de Messias zelf de deur. En de Messias is per definitie de komende: hij komt altijd; elke dag weer, opnieuw.
  • JHWH heeft een voorkeur voor outcasts. Dat moet dus ook in de politiek van het volk leidend zijn.
  • De oer-ervaring ontheemd te zijn, staat ook model voor gastvrijheid van moslims.
  • Gastvrijheid is voor de pelgrim een voorwaarde om te overleven.
  • In een wereld op drift loopt het recht voortdurend achter de feiten aan.
  • Onvoorwaardelijke gastvrijheid kan je ruïneren en je einde betekenen.
  • We gaan in werkelijkheid altijd berekenend met gastvrijheid om, en verbinden er voorwaarden aan.
  • Gastvrijheid blijft meestal in de sfeer van geven en nemen.
  • Gastvrijheid betekent hoe dan ook ongemak. We doen het nooit goed.
  • De gast kan zich als vreemde bij ons melden, maar mag geen vreemde blijven.
  • De vraag is hoe mensen in onderling respect kunnen samenleven, ook als ze vreemden voor elkaar zijn en blijven.
  • We trekken op in gescheiden werelden.
  • Net als alle migranten die zich ergens opnieuw vestigen, bezit je een hybride identiteit.
  • De pelgrim is altijd een vreemde tussen de vreemden; iemand die nooit thuiskomt.
  • Gastvrij samenleven met anderen betekent niet dat ze ons 'eigen' moeten worden (gast op onze condities), maar dat ze ons vreemd mogen blijven.
  • Het respect voor de vreemdheid van de ander is in de westerse filosofie pas heel laat opgepakt.
    Hafid Bouazza: "Het is niet erg ontworteld te zijn, tenminste zolang men er een verhaal van weet te maken".
  • De westerling reist de wereld over en neemt haar als souvenir weer mee naar huis.
  • Ik moet niet koste wat het kost de ander in mijn eigen 'verstaanshorizon' proberen te trekken. Je hoeft de ander niet te begrijpen, je moet hem in je antwoord recht doen.
  • Samenleven is geen heldhaftig avontuur, maar een gevaarlijke onderneming, waarbij je jezelf op het spel zet.
  • Als je respectvol wilt samenleven met anderen, moet je het erop wagen jezelf op het spel te zetten.
  • De mens die zich openstelt voor anderen ervaart zichzelf als een pelgrim; een brug naar hen toe.
  • In een geglobaliseerde samenleving hebben we wereldburgers nodig die het pijnlijk ongemak van de gastvrijheid ervaren als de pijn van God zelf.

5. De tijd van religie is voorbij
In dit hoofdstuk onderzoekt De Lange wat hedendaagse pelgrims op de been brengt en houdt, ook al geloven ze niet meer in God.

  • De meeste pelgrims hebben hun geloof in een hemelse bestemming verloren.
  • De God van het christendom is een schim van Zichzelf geworden.
  • De hedendaagse pelgrim bekommert zich niet zozeer om God, als wel om zichzelf, en om het leven. Exploreren is voor hen belangrijker geworden dan zoeken, vinden en krijgen.
  • De grenzen tussen 'religieus' & 'niet-religieus', gelovig'& 'ongelovig' zijn vloeiend geworden.
  • Geloof is de geleefde ervaring van overgave en transformatie; en religie is een sociale constructie.
  • Jezus roept niet op tot een nieuwe religie, maar tot het leven.
  • Bonhoeffer: "Religie is een kinderlijke escape voor de omarming van het leven in al zijn uitersten".
  • Bonhoeffer zag religie als een gedateerde manier om verschillende manieren te framen waarop mensen hun betrokkenheid op een transcendente werkelijkheid beleven en vormgeven. Volgens Bonhoeffer willen of durven mensen hun verantwoordelijkheid niet te nemen.
  • Het afscheid van deze twee-werelden-metafysica kost moeite.
  • Geloof is een manier om je tot het leven te verhouden.
  • In de kern komt geloof neer op liefde voor het leven, en op verlangen en hoop dat het in deze wereld morgen beter gaat dan vandaag, ook al is er geen garantie dat dit ook gebeurt.
  • Abraham is een oer-pelgrim.
  • Het Jodendom voelt zich meer thuis in de concrete ethiek, dan in de metafysica.
  • De ethische mens is altijd op weg; gaat altijd verder.
  • De jood leeft met passie naar voren. Elk moment kan de Messias komen.
  • JHWH ontsnapt aan elke greep.
  • God roept het verlangen naar een beter, rechtvaardiger, vreedzamer, voller leven wakker.
  • De bestemming van de mens is volgens de Franse postmoderne filosoof Jacques Derrida om geen bestemming te hebben, maar om altijd weer een ander doel te ontdekken en te kiezen.
  • We willen het liefst zo snel mogelijk klaar zijn met denken.
  • Het lukt je nooit om het begrip 'liefde' te definiëren. Altijd weer ontdek je nieuwe aspecten en dimensies, al naar gelang je ervaring met ... de liefde.
  • God is altijd anders en groter dan wat mensen over hem kunnen zeggen.
  • Alles wat ons overkomt, bergt de mogelijkheid van een ander leven in zich.
  • Een Messias die gekomen is, is in tegenspraak met wat een Messias tot Messias maakt. Hij kan altijd present zijn als de komende.
6. Geloof in het leven
In dit laatste hoofdstuk komt de auteur tot de slotsom dat je dit leven moet koesteren en behoeden door er verantwoordelijkheid voor te nemen.
  • De weg naar Santiago de Compostela ligt bezaaid met kerken en kloosters uit de bloeitijd van het christendom.
  • Iets maakt dat we de ene voet voor de andere willen blijven zetten. De niet te stillen onrust die dat teweegbrengt, noemt Frits de Lange: heilig.
  • Spiritualiteit gaat over dat deel van de werkelijkheid dat voor onze zintuigen niet waarneembaar is en voor ons verstand niet verklaarbaar en nauwelijks beredeneerbaar.
  • Voor een pelgrim is minstens van groot belang: "Wat gebeurt er vanbinnen met mij?"
  • De nieuwe pelgrim stelt wel degelijk belang in de binnenkant.
  • Compostela is een wereld op zich, met gemeenschappelijke rituelen, symbolen en praktijken.
  • Geloof is aards geworden en lichamelijk.
  • Voor de pelgrim is de weg naar buiten een weg naar binnen.
  • Denken begint met fysieke en emotionele gewaarwordingen.
  • Voor de nieuwe pelgrim is de reis de bestemming; hij is niet op weg naar iets, maar laat zich onderweg iets overkomen.
  • De essentie van geloof ligt in dagelijkse praktijken en in een concrete ethiek.
  • De aardse gerichtheid die in de Godsnaam lag opgesloten, verdween in de christelijke theologie naar de achtergrond.
  • Uiteindelijk zal over zo'n 4,5 miljard jaar onze ster (de zon) uitdoven, en rest er niets meer dan donkere chaos.
  • Onderdelen van de traditionele religie - in het idioom van het gewone leven - zijn: het leven gaat je te boven, je snapt er niks van, het leven moet toch geleefd worden, het maakt en breekt je, je verspilt, begint weer opnieuw, je hebt het leven te nemen zoals het komt, en het leven is zóóó mooi.
  • Het leven liefhebben heeft zin in zichzelf.
  • De nieuwe pelgrim geeft zich eerst fysiek over aan het mysterie van het leven; pas daarna probeert hij zich te realiseren wat hem overkomt.
  • Kun je het leven ooit omarmen als het verschrikkelijk is?
  • Overleven is meer dan een simpelweg opschorten van de dood; het staat voor de intense bevestiging van het bedreigde, fragiele leven, omdat je gelooft dat het meer is dan wat het is.
  • God woont waar men Hem binnenlaat.
  • Geloven is verantwoordelijkheid nemen voor God, of: met jezelf instaan voor Zijn ja, ja! tegen het leven.
  • Geloofszekerheid is even zwak en fragiel als het leven waarin het gelooft.
  • Voor de nieuwe pelgrim is aankomen doorgaans een afknapper.
  • De 'abrazo' is de rituele omhelzing van het reusachtige beeld van Jacobus, bij aankomst in de kathedraal van Santiago de Compostela.
  • Een bestemming kiezen, is een goed excuus om op reis te gaan. Haar bereiken is niet de vervulling van, maar het eind aan het verlangen.
  • Er is niets moeilijker dan er gewoon te zijn en van niets of niemand iets te hoeven.
  • Het waarachtige leven komt altijd, maar is er nooit (Messiaanse gedachte).
  • Wie pelgrimeert, wordt tot zijn essentie teruggebracht.
  • Pelgrimeren is afscheid nemen van dikdoenerij, en het laten varen van illusies over de wereld, over anderen, over God en over jezelf.
  • Thuiskomen is alleen nog maar verlangen naar een plek 'waar het beter is dan daarvoor'.


Geen opmerkingen: