donderdag 30 mei 2013

Kwaliteit & Accreditatie van Deeltijd-onderwijs


Donderdag 30 mei 2013
Presentatie van Henri Ponds in het Platform HBO van het NNK
















Aandacht voor Deeltijd & Duaal
Het Platform HBO van het Nederlands Netwerk voor Kwaliteitsmanagement (NNK) komt vandaag bijeen in het cursus- en vergadercentrum Domstad te Utrecht. We komen vandaag bijeen om te luisteren naar èn te spreken over het borgen van de kwaliteit van (verkorte) deeltijdse en duale onderwijsvormen in het Hoger Beroepsonderwijs (HBO).
Twee sprekers zijn uitgenodigd, om vandaag vanuit verschillende perspectieven een presentatie te verzorgen over dit onderwerp. Eerste spreker is Henri Ponds van de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) en tweede spreekster is Lucie te Lintelo van de Hogeschool van Amsterdam.

Perspectief van de accreditatieorganisatie
De eerste spreker – Henri Ponds – is beleidsmedewerker van de NVAO. Zijn presentatie heeft als titel: ‘Borging van de kwaliteit van deeltijdse en duale varianten en maatwerktrajecten’.
 Henri Ponds spreekt onder ander over de volgende zaken:

  • De Inspectie van het Hoger Onderwijs (IvHO) en de NVAO werken complementair. Aan de hand van een aantal voorbeelden wordt verteld dat deze twee organisaties steeds meer met elkaar samenwerken, nu ook op basis van een nieuw convenant.
  • In het kader van de goede werking van het huidige accreditatiestelsel wil de NVAO toewerken naar (meer) systeembrede analyses, zoals bijvoorbeeld HO-Domeinstudies.
  • Stelling over de zogenoemde ‘formele benadering’: Als je de wet- en regelgeving goed implementeert, bevordert dat de kwaliteit en het behalen van de vereiste resultaten.
  • De beste onderbouwing van het eindoordeel over de kwaliteit van een opleiding verkrijg je bij de input-throughput-output-benadering.
  • Als deeltijdse en duale onderwijsprogramma’s even lang duren als het voltijdse curriculum, vraagt dat om een stevige verantwoording. Ook als aan de student individueel maatwerk wordt geleverd, zul je daarin - meer dan voorheen – moeten zorgen voor  transparantie. Laat in dat kader bijvoorbeeld zien hoe in het concurrency-model het werkplekleren bijdraagt aan het realiseren van de eindkwalificaties. Ook een pro-actieve rol van de opleidingsexamencommissie is hierin gewenst.
  • We moeten toe naar een betere borging van de 240 EC’s, van vrijstellingen en van de studielast op de werkplek. Gebruik daarbij beoordelingskaders, die zijn gerelateerd aan de voltijdse onderwijsvorm van die opleiding.
  • Dat moet allemaal navolgbaar zijn. Individueel maatwerk en/of leerwegonafhankelijk studeren vraagt om extra kwaliteitsborging.

Perspectief van een hogeschool-opleiding
De tweede spreekster – Lucie te Lintelo – is projectmanager-consultant bij de HvA. Haar presentatie heeft als titel: ‘De flexibele Deeltijd: Modulair met extra’s’.
Lucie te Lintelo spreekt onder ander over de volgende zaken:

  • De context van deeltijds onderwijs schetst ze aan de hand van marktontwikkelingen, met kwaliteitsaspecten en verwijzend naar de insteek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, die een ‘leven lang leren’ stimuleert.
  • Ze gaat in haar presentatie uit van de doelgroep van de werkende student/cursist, die in het kader van een individueel loopbaanperspectief effectief en efficiënt onderwijs moet hebben, dat optimaal in balans is qua ‘leren – werken – leven’.
  • We moeten integraal denken over flexibiliteit bij de programmering van het deeltijdse onderwijs, dus rekening houden met onder andere beoogde kwalificaties, met behoeften van de werkenden, met organiseerbaarheid & betaalbaarheid en met de borging van het eindniveau.
  • Als de HvA voor wat betreft deeltijds onderwijs spreekt van ‘modulair met extra’s ‘, bedoelt men individuele leerroutes binnen een gestandaardiseerd aanbod. Elke onderwijsmodule zou een Taakgebied moeten dekken, waarmee het voor het werkveld herkenbaar is. Dus geen moduul ‘Statistiek’ aanbieden, maar bijvoorbeeld wel een moduul ‘Marktonderzoek’. Als zo’n door het werkveld (h)erkend moduul een geheel taakgebied dekt, kun je er ook een certificaat-uitreiking aan koppelen, dat dan weer een civiel effect heeft in dat werkveld.
  • Bij modulair onderwijs moet je onderwijsmodulen ontwerpen van een zodanige omvang, dat ze voldoende diepgang èn binding bieden. Werk bijvoorbeeld ook met verplichte delen èn met keuze-elementen. Samenhang tussen verschillende modulen kun je ook creëren door in de opeenvolgende modulen de studenten te laten werken aan generieke competenties, zoals 'methodisch denken' en 'resultaatgericht werken'. Je kunt binnen zulke modulen ook werken met ‘blended learning’ en met werkplekleren. Een ander ontwerpcriterium bij modulair onderwijs is dat je werkt met leerwegonafhankelijk toetsen, waarbij een beoordelingsmodel centraal staat, waarin de interne opleidingseisen èn de externe werkveldeisen elkaar aanvullen.
  • De borging van het te realiseren eindniveau van een opleiding zit in de één-op-één-relatie met de beoogde opleidingskwalificaties.

Vervolgtoezicht & Vervolgonderzoek
De Inspectie van het Hoger Onderwijs zal in het jaar 2014 vervolgonderzoek doen naar de kwaliteit van het deeltijds en duaal hoger onderwijs. Het inspectierapport ‘Goed Verkort’ van het jaar 2012, waarin met name het deeltijdse en het duale onderwijs onder de loep werd genomen, stelt dat bij de dertien toen door de inspectie onderzochte Nederlandse opleidingen onvoldoende werd voldaan aan de wettelijke kwaliteitswaarborgen, waardoor bij die opleidingen onvoldoende was gewaarborgd dat de beoogde eindkwalificaties in de volle breedte en op het gewenste niveau werden gerealiseerd.
De instellingen voor hoger onderwijs waarvan toen opleidingen werden onderzocht zullen te zijner tijd in het vervolgonderzoek van 2014 moeten aangeven hoe en dat ze hun toenmalige gebreken in hun verbetertrajecten hebben weggenomen. Ook andere opleidingen van andere hoger onderwijsinstellingen die in 2012 nog niet zijn onderzocht, zullen in het inspectieonderzoek van 2014 worden meegenomen.

Geen opmerkingen: