zaterdag 12 juni 2010

Friese Hofjes

Zaterdag 12 juni 2010

Verspreid door de hele provincie Fryslân staan huizen, die gebouwd zijn uit liefdadigheid. Vanaf de late Middeleeuwen tot in de 20e eeuw bouwden bijvoorbeeld rijke Friezen en kerkbesturen als “goed werk van barmhartigheid” woningen voor armlastige ouden van dagen en voor zogenaamde proveniers. Proveniers zijn ouderen, die - als een soort van oudedagsverzekering - een verzorgd leven voor zichzelf “kochten” door voortijds een bedrag te schenken of te legateren. Ze woonden in onder andere gasthuizen, hofjes, diaconiehuizen en armenhuizen. Vaak waren deze gasthuizen gebouwd rond een tuin, ook wel “bleek” genoemd. Armen woonden daarin – zoals dat destijds werd genoemd – “om Godswil”, ofwel: gratis. De veelal strenge regels van arbeid, bezinning, kerkgang, gebed en andere huisregels namen de gasthuisbewoners doorgaans volgzaam en voor lief op de kost toe.

In 2007 publiceerde de Friese Pers Boekerij het boek “Friese Hofjes” met als ondertitel “Gasthuizen, Diaconiehuizen en Armenhuizen”. De twee architectuurkenners Peter Karstkarel en Leo van der Laan bespreken in dit boek zo’n 50 – doorgaans nog steeds bestaande - liefdadigheidswoningen en -wooncomplexen in Fryslân. Speciale aandacht schenkt het boek ook aan de her en der nog terug te vinden resten van andere, inmiddels verdwenen hofjes. De vele illustraties en de grote aandacht voor de ontstaansgeschiedenis èn het architectonische belang van deze Friese wooncomplexen maken van dit boek een uniek standaardwerk over de gasthuizen in Fryslân. Het boek laat de lezer veel zien en lezen over de geschiedenis van de woonzorg voor de medemens, zoals weduwen & weduwnaars, minderbedeelden & welgestelden en alleenstaanden & oudere echtparen en voor “oververmoeide vrouwen”.

Karstkarel en Van der Laan beschrijven in dit boek met als architectuurhistorisch perspectief onder andere:
- Gasthuizen van particuliere stichtingen;
- Jonge gasthuizen;
- Diaconale stichtingen en stichtingen van vergelijkbare organisaties;
- Armenhuizen, gesticht door de plaatselijke overheid.

Na een inleidend hoofdstuk nemen de auteurs de lezer mee door de provincie naar de volgende hofjes, gasthuizen, diaconiehuizen en armenhuizen in:
- Akkrum: Coopersburg en Welgelegen;
- Arum: Diaconiehuizen;
- Beetsterzwaag: Diaconie Armenhuis en Van Teylens Fundatie;
- Bolsward: Hendrik Nanneshof, Huize Martinus en Sint-Anthonygasthuis;
- Damwoude: Talmahoeve;
- Dokkum: Laurentiusgasthuis;
- Dronrijp: Armenhuizen en Gasthuis Vredenhof;
- Franeker: Stadsarmhuis en Armenhuisjes van de diaconie, Westergasthuis, Gast- en Weeshuis Godsacker;
- Hallum: Diaconiewoningen;
- Harlingen: Hervormd Rusthuis en Sint-Annahof;
- Kollum: Bethesda en Oostenburg;
- Leeuwarden: Bollemanskamers, Boshuisengasthuis, Fundatie Fribourg, Gabbemagasthuis, Gosen hofje, Hillemakamers, Hofwijck, Liefdes- of Sint-Frederikusgesticht, Luilekkerland, Marcelis Govertsgasthuis, Nieuw Sint-Anthonygasthuis, Oude Sint-Anthonygasthuis, Poptakamers, Ritske Boelemagasthuis en Stadsarmhuis;
- Marssum: Poptagasthuis;
- Menaldum: Armhuis;
- Noardburgum: Armhuis;
- Oudeschoot: Julia Jan Woutersstichting;
- Pingjum: Diaconiegebouw en –huisjes;
- Sint-Annaparochie: De Vlaswiek;
- Sint Nicolaasga: Wilhelminaoord;
- Sloten: Van der Wal’s Rusthuis;
- Sneek: Armhuis, Cruysebroederhof en Nieuw Frittemahof;
- Swichum: Aytta Godshuis;
- Tytsjerk: Stichting op Toutenburg;
- Veenwouden: Talmahuis;
- Vlieland: Armhuis of Diaconiehuis;
- Vrouwenparochie: Armhuis;
- Warten: Armhuis;
- Wergea: Popmagasthuis;
- Workum: Huisjes aan het Skil.

Geen opmerkingen: