Posts tonen met het label Bétignicourt. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Bétignicourt. Alle posts tonen

zondag 2 augustus 2009

Pelgrimeren van Bétignicourt naar Dienville

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Bétignicourt naar Dienville
Woensdag 8 juli 2009 – 24 km.
Dag 53: 1088,7 – 1112,7 km.


Vanmorgen rijden Durkje en ik met de fietsen vanaf onze camping in Dienville naar ons beginpunt van vandaag: Bétignicourt. Het is weer kouder dan gisteren en de lucht is dreigend. Het is duidelijk te zien dat er vandaag regen op komst is. Om 9.30 uur parkeren we de fietsen in Bétignicourt en gaan we aan de wandel.

Eerst lopen we over de D75, de enige doorgaande straat van Bétignicourt, met aan beide zijden veelal vakwerkhuizen met boerenschuren ernaast.
Bijna buiten Bétignicourt nemen we een onverharde landweg, die behoorlijk stijgt tot boven op de heuvelrug. Als we bijna boven op de heuvel zijn, begint het fors te regenen. We schuilen even onder een aantal bomen, wandelen daarna verder met de paraplu, maar nóg een eindje verder - op een onbeschutte plaats boven op de kamweg - trekken we toch maar de regenponcho's aan daarna om door de stromende regen verder te wandelen.

Na bijna 4 kilometer komen we na een afdaling weer op de D75, die we tot aan het dorpje Chalette-sur-Voire volgen. We verlaten Charlette-sur-Voire via de D35 en steken vlak buiten de bebouwde kom over een brug de rivier La Voire over.

De regen is gestopt. De regenponcho's gaan nu uit. Iets verder nemen we links een onverharde landweg met rechts landbouwvelden en links La Voire tussen een brede bomenrij. We passeren een oude man – gehuld in een vuilniszak tegen de regen – die met een klein kind waarschijnlijk bramen zoekt, hier in Le Prieure. Daarna steken we de D35 over, passeren enkele oude grind-afgravingen en steken daarna ook de D960 over.

Via de D130 komen we dan 6 kilometer na Chalette-sur-Voire aan in het dorpje Précy-Saint-Martin. We vinden in Précy-Saint-Martin helaas geen dorpscafé voor een kop koffie, dus we pauzeren maar even in een diep metalen bushokje aan de doorgaande dorpsstraat.
Daarna volgt een onverharde landweg tussen akkers en kleine bospercelen door. Net als we Précy-Saint-Martin verlaten, begint het weer fiks te regenen. Met de poncho's weer aan kunnen we redelijk goed verder lopen. De landweg heeft echter een dunne bovenlaag van een kleiachtige substantie, die – als het nat wordt – met dikke klompen klei aan onze wandelschoenen kleeft. We lopen over dit pad alsof we op klompen door de sneeuw lopen: dikke bulten eronder en alle kanten uit glibberend.

Halverwege de kilometerslange landweg door Buisson Berthon en tussen het Bos van Neuville en het Bos van Pommereux door, is het gelukkig weer droog geworden en na deze 5 kilometer lange landweg arriveren we in Saint-Léger-sous-Brienne. Hier begint het weer te regenen. We schuilen onder een boom, die tegen een uitstekende dakgoot van een garage staat. Vanaf hier hebben we het zicht op de 16e-18e eeuwse dorpskerk.
Ter hoogte van het oorlogsmonument verlaten we de doorgaande dorpsstraat. Voorbij de basisschool van St.-Léger-sous-Brienne verlaten we de bebouwde kom, waar ons een behoorlijke klim heuvelopwaarts wacht, tot aan de telecommast boven op de heuvel.

Iets voorbij deze telecommast is een Arboretum, waar we pauzeren op een bankje in de zon om iets te eten en te drinken. Via een aantal bospaden door Champ Simon komen we 2 kilometer verder uit op de weg van Terme-Fontaine, ter hoogte van zijkant van het kasteel van Brienne-le-Château (gebouwd tussen 1770 en 1778). In deze plaats volgde Napoleon in de jaren 1779-1784 onderwijs aan de militaire academie. We lopen om het kasteelpark heen en komen dan aan het begin van een lange, brede laan, met uitzicht op het kasteel van Brienne-le-Château.

De routesignalen leiden ons eerst rechts langs de statige laan. Een smal, slingerend paadje tussen de bomen door, voert ons naar de Fontaine de l’Orme. Daarna komen we toch nog op het achterste deel van de brede laan achter het kasteel.

Aan het eind van de laan moeten we volgens de wandelgids de brede bosweg volgen. Die brengt ons echter bij de oude abdij van Basse-Fontaine, die nog resten heeft van een Romaanse kloostergang. Een Fransman die hier ook rondloopt, vertelt ons dat we niet meer op de goede route wandelen. We moeten een eindje terug, gaan vervolgens over een smal verbindingspaadje door het bos, parallel aan de rivier de Aube en dan komen we weer bij het bewegwijzerde pelgrimspad uit, midden in het Bos van Défaut.

Langs de oostoever van de Aube gaan we eerst over een spoorlijn en daarna langs een bosperceel tot aan Brienne-la-Vieille. Bij de entree van Brienne-la-Vieille horen we het geluid van een waterval. Als we door de bomen naar de rivier lopen, vinden we een brede overloop van de Aube, waarbij een bouwval staat van wat waarschijnlijk vroeger een waterkrachtcentrale was.

Daarna volgen we buiten Brienne-la-Vieille een kilometer lang de D11B in de richting van Lac Amance, het grote waterreservoir voor de Aube, ten zuiden van Radonvilliers, het meer waaraan ook onze camping in Dienville ligt.

Parallel aan de hier nogal slingerende Aube gaan we over drassige bospaden en over brede veldpaden langs de bosrand in de richting van Dienville. We wandelen hier door Prairie aux Brebis, het natuurreservaat waar de zeldzame Hommelorchis nog groeit.
Als we na zo'n 3 kilometer het bos uit komen, staan we op een hoek van een weiland met koeien. Hoog achter dit weiland zien we onze camping.

Wij moeten echter nog afdalen naar de Aube, om die tot aan de brug over de Aube nabij de grote dorpskerk te volgen. Bij de brug over de Aube verlaten we de pelgrimsroute, om rechtsaf naar onze Camping Du Tertre te wandelen. Hier arriveren we om 15.45 uur.
Onze wandelbroeken, wandelsokken en wandelschoenen zijn doornat en besmeurd met modder. Tijd voor een wasbeurt dus.

Vanaf onze camping rijden we met de auto naar Bétignicourt, om daar onze fietsen weer af te halen. We wandelden vandaag in ruim zes uren ongeveer 24 kilometer.

Pelgrimeren van Bailly-le-Franc naar Bétignicourt

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Bailly-le-Franc naar Bétignicourt
Dinsdag 7 juli 2009 – 24,5 km.
Dag 52: 1064,2 – 1088,7 km.

Durkje en ik brengen vanmorgen eerst de auto vanuit Dienville naar Bétignicourt, om vervolgens vanuit dit dorpje naar Bailly-le-Franc te fietsen. We parkeren de fietsen bij de 18e eeuwse vakwerk-kerk van Bailly-le-Franc. De temperatuur is 16 graden Celcius, bij een zwaar bewolkte lucht.

Vanuit Bailly-le-Franc lopen we 2,5 kilometer langs de D56, eerst door het Bos van Bailly en daarna door het Bos van Lentiles, totdat we rechtsaf een pad in westelijke richting nemen. Vrij spoedig komen we aan de bosrand van het Bos van Lentilles, met een mooi uitzicht over de vóór ons liggende velden.

De zon breekt door, het wordt warm, dus de trui kan uit. We nemen een naar het zuiden lopend pad, en dan passeren we de Fontaine de la Vierge en Les Grands Lendriers aan onze linkerhand en aan onze rechterhand de Pré Lacaille. Dit pad voert ons weer naar de D56, die we nogmaals volgen, maar nu slechts een kleine 100 meter. We gaan hier vervolgens tussen enkele kleine bospercelen door en verderop lopen we parallel aan het riviertje de Chavanges. Zoals we dat zoveel zien in Frankrijk, hebben de boeren ook hier hun grote bulten koemest aan de kant van hun akkers liggen, langs de doorgaande veldwegen. Het zwarte vocht dat er door het gewicht van de mest uitgeperst wordt, ligt in plassen rondom de mestbulten.

Almaar verder lopend, komen we na onze eerste 7,5 kilometer aan in het dorpje Lentilles. Lentilles heeft een opmerkelijke 16e eeuwse vakwerk-kerk. Ook het interieur van deze kerk wordt gedomineerd door het vakwerk. Boven het houten voorportaal van de kerk, staat een beeld van Sint Jacob. De kerk van Lentilles is in deze regio de meest beroemde vakwerk-kerk. Het voorportaal van deze bijzondere kerk doet denken aan het exterieur van de dorpskerken in Noorwegen. In één van de ramen in het koor van de kerk vinden we ook nog een glas-in-lood-raam met daarop de beeltenis van Sint Jacob.
We passeren deze mooie kerk van Lentilles en lopen het dorp uit over de D2. Net voorbij een brug gaan we rechtsaf een veldpad op.

Langs het bosperceel van Tourne-Queue, over de spoorlijn en ten noorden van het dorpje Villeret, lopen we een eind tussen bospercelen en velden door naar Montmorency-Beaufort, dat we bij La Maison Blanche binnenkomen. Bij de rand van de bebouwde kom pauzeren we op een picknickbank langs de D6.

Daarna verlaten we Montmorency-Beaufort over een sterk stijgend pad, dat ons door het bos leidt naar de top van een heuvel. Tussen enkele graanvelden door zigzaggend, komen we op een kruising met een loodrechte kamweg over een heuvelrug. We volgen deze kamweg over de heuvelrug totdat we bij de D62 komen, die we hier over moeten steken. Omdat we even een flinke regenbui over ons krijgen, schuilen we hier onder een goed beschuttende boomwal. Voorbij een motorcrossterrein daalt de kamweg.

We passeren nabij Côte Chevalier nog een oude steengroeve.
We komen dan uit bij de D193, die we ongeveer een kilometer in zuidwestelijke richting volgen. Voorbij Ferme de Presles nemen we een veldpad in zuidoostelijke richting. Dat pad leidt ons tot op een afstand van 7 kilometer van Lentilles uiteindelijk naar de noordzijde van Rosnay-l’Hôpital.

We komen het dorp binnen bij een kasteeltoren, die is gebouwd op een aantal hele grote, gestapelde rotsblokken.
Bij de 12e-16e eeuwse kerk rusten we op een bankje vlakbij de kerk, om weer even wat te eten en te drinken.
Dan lopen we om de kerk heen, gaan door een Platanenlaan en komen daarna in het centrum van Rosnay-l’Hôpital. We hebben de hele dag nog geen café gezien, waardoor onze dagelijkse kop koffie in gevaar dreigt te komen. Hier is wel een café, maar het is helaas dicht, dus ook hier geen koffie voor ons. We verlaten Rosnay-l’Hôpital via de D396.

Buiten het dorp steken we de D396 over om een stevige klim aan te vangen over een onverharde weg, die ons tot boven op de heuvelrug tot op de kamweg leidt. Wij lopen heerlijk in de zon, die af en toe behoorlijk warm is. Maar ten noordwesten van ons zien we – als we zo ongeveer ter hoogte van Ferme de la Garenne zijn - in de verte donkere luchten, waaruit zichtbaar veel regen valt. Net op het moment dat wij bij onze auto in Bétignicourt arriveren, begint het te regenen.
We hebben vandaag 24,5 kilometer gelopen. Met de auto halen we de fietsen weer uit Bailly-le-Franc.