Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela
Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Bétignicourt naar Dienville
Woensdag 8 juli 2009 – 24 km.
Dag 53: 1088,7 – 1112,7 km.
Vanmorgen rijden Durkje en ik met de fietsen vanaf onze camping in Dienville naar ons beginpunt van vandaag: Bétignicourt. Het is weer kouder dan gisteren en de lucht is dreigend. Het is duidelijk te zien dat er vandaag regen op komst is. Om 9.30 uur parkeren we de fietsen in Bétignicourt en gaan we aan de wandel.
Eerst lopen we over de D75, de enige doorgaande straat van Bétignicourt, met aan beide zijden veelal vakwerkhuizen met boerenschuren ernaast.
Bijna buiten Bétignicourt nemen we een onverharde landweg, die behoorlijk stijgt tot boven op de heuvelrug. Als we bijna boven op de heuvel zijn, begint het fors te regenen. We schuilen even onder een aantal bomen, wandelen daarna verder met de paraplu, maar nóg een eindje verder - op een onbeschutte plaats boven op de kamweg - trekken we toch maar de regenponcho's aan daarna om door de stromende regen verder te wandelen.
Na bijna 4 kilometer komen we na een afdaling weer op de D75, die we tot aan het dorpje Chalette-sur-Voire volgen. We verlaten Charlette-sur-Voire via de D35 en steken vlak buiten de bebouwde kom over een brug de rivier La Voire over.
De regen is gestopt. De regenponcho's gaan nu uit. Iets verder nemen we links een onverharde landweg met rechts landbouwvelden en links La Voire tussen een brede bomenrij. We passeren een oude man – gehuld in een vuilniszak tegen de regen – die met een klein kind waarschijnlijk bramen zoekt, hier in Le Prieure. Daarna steken we de D35 over, passeren enkele oude grind-afgravingen en steken daarna ook de D960 over.
Via de D130 komen we dan 6 kilometer na Chalette-sur-Voire aan in het dorpje Précy-Saint-Martin. We vinden in Précy-Saint-Martin helaas geen dorpscafé voor een kop koffie, dus we pauzeren maar even in een diep metalen bushokje aan de doorgaande dorpsstraat.
Daarna volgt een onverharde landweg tussen akkers en kleine bospercelen door. Net als we Précy-Saint-Martin verlaten, begint het weer fiks te regenen. Met de poncho's weer aan kunnen we redelijk goed verder lopen. De landweg heeft echter een dunne bovenlaag van een kleiachtige substantie, die – als het nat wordt – met dikke klompen klei aan onze wandelschoenen kleeft. We lopen over dit pad alsof we op klompen door de sneeuw lopen: dikke bulten eronder en alle kanten uit glibberend.
Halverwege de kilometerslange landweg door Buisson Berthon en tussen het Bos van Neuville en het Bos van Pommereux door, is het gelukkig weer droog geworden en na deze 5 kilometer lange landweg arriveren we in Saint-Léger-sous-Brienne. Hier begint het weer te regenen. We schuilen onder een boom, die tegen een uitstekende dakgoot van een garage staat. Vanaf hier hebben we het zicht op de 16e-18e eeuwse dorpskerk.
Ter hoogte van het oorlogsmonument verlaten we de doorgaande dorpsstraat. Voorbij de basisschool van St.-Léger-sous-Brienne verlaten we de bebouwde kom, waar ons een behoorlijke klim heuvelopwaarts wacht, tot aan de telecommast boven op de heuvel.
Iets voorbij deze telecommast is een Arboretum, waar we pauzeren op een bankje in de zon om iets te eten en te drinken. Via een aantal bospaden door Champ Simon komen we 2 kilometer verder uit op de weg van Terme-Fontaine, ter hoogte van zijkant van het kasteel van Brienne-le-Château (gebouwd tussen 1770 en 1778). In deze plaats volgde Napoleon in de jaren 1779-1784 onderwijs aan de militaire academie. We lopen om het kasteelpark heen en komen dan aan het begin van een lange, brede laan, met uitzicht op het kasteel van Brienne-le-Château.
De routesignalen leiden ons eerst rechts langs de statige laan. Een smal, slingerend paadje tussen de bomen door, voert ons naar de Fontaine de l’Orme. Daarna komen we toch nog op het achterste deel van de brede laan achter het kasteel.
Aan het eind van de laan moeten we volgens de wandelgids de brede bosweg volgen. Die brengt ons echter bij de oude abdij van Basse-Fontaine, die nog resten heeft van een Romaanse kloostergang. Een Fransman die hier ook rondloopt, vertelt ons dat we niet meer op de goede route wandelen. We moeten een eindje terug, gaan vervolgens over een smal verbindingspaadje door het bos, parallel aan de rivier de Aube en dan komen we weer bij het bewegwijzerde pelgrimspad uit, midden in het Bos van Défaut.
Langs de oostoever van de Aube gaan we eerst over een spoorlijn en daarna langs een bosperceel tot aan Brienne-la-Vieille. Bij de entree van Brienne-la-Vieille horen we het geluid van een waterval. Als we door de bomen naar de rivier lopen, vinden we een brede overloop van de Aube, waarbij een bouwval staat van wat waarschijnlijk vroeger een waterkrachtcentrale was.
Daarna volgen we buiten Brienne-la-Vieille een kilometer lang de D11B in de richting van Lac Amance, het grote waterreservoir voor de Aube, ten zuiden van Radonvilliers, het meer waaraan ook onze camping in Dienville ligt.
Parallel aan de hier nogal slingerende Aube gaan we over drassige bospaden en over brede veldpaden langs de bosrand in de richting van Dienville. We wandelen hier door Prairie aux Brebis, het natuurreservaat waar de zeldzame Hommelorchis nog groeit.
Als we na zo'n 3 kilometer het bos uit komen, staan we op een hoek van een weiland met koeien. Hoog achter dit weiland zien we onze camping.
Wij moeten echter nog afdalen naar de Aube, om die tot aan de brug over de Aube nabij de grote dorpskerk te volgen. Bij de brug over de Aube verlaten we de pelgrimsroute, om rechtsaf naar onze Camping Du Tertre te wandelen. Hier arriveren we om 15.45 uur.
Onze wandelbroeken, wandelsokken en wandelschoenen zijn doornat en besmeurd met modder. Tijd voor een wasbeurt dus.
Vanaf onze camping rijden we met de auto naar Bétignicourt, om daar onze fietsen weer af te halen. We wandelden vandaag in ruim zes uren ongeveer 24 kilometer.
zondag 2 augustus 2009
Pelgrimeren van Bétignicourt naar Dienville
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten