dinsdag 28 augustus 2012

Pelgrimeren van San Martín del Camino naar Astorga

Vandaag passeren we de 3.000e kilometer pelgrimspad



















Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Camino Santiago > Roncesvalles – Santiago de Compostela

Van San Martín del Camino naar Astorga
Dinsdag 7 augustus 2012 – 23 km.
Dag 140: 2992 – 3015 km


San Martín del Camino
Het is 8.10 uur als Durkje en ik klaar staan in San Martín del Camino om vandaag de 23 kilometer te wandelen naar Astorga. We starten bij een temperatuur van 11 graden Celsius en we komen in Astorga aan bij een temperatuur van 32 graden Celsius. Het wordt dus een warme dag, met overigens ook maar nauwelijks tot weinig wind.
Bij de brug van de N120 over het Canal del Páramo wandelen we San Martín del Camino uit.

3000 kilometer gepelgrimeerd
De eerste kilometers lopen we over het wandelpad langs de N120 in de richting van Hospital de Orbigo. We weten dat we vandaag de 3000 kilometergrens zullen overschrijden, en schatten in dat het ongeveer op dit traject zal zijn. We maken een foto van onszelf op de locatie waarvan we denken dat het daar ongeveer zou kunnen zijn. Bij nader inzien blijken we de 3000 kilometergrens iets later vandaag te bereiken op het punt dat ongeveer halverwege Hospital de Orbigo en Villares de Orbigo ligt.
Op dat moment komt ook een Pools pelgrimsstel voorbij wandelen. Ze zijn twee maanden getrouwd en zijn nu samen op pelgrimstocht vanaf Saint-Jean-Pied-de-Port naar Santiago de Compostela. Hij vertelt dat hij ooit nog eens vanuit hun woonplaats in Polen via de nieuwe Poolse pelgrimsroute in een aaneengesloten wandeltocht naar Santiago de Compostela wil wandelen. De komende jaren zal dat er waarschijnlijk niet van komen, want ze willen in de komende tijd ook graag kinderen krijgen. De tijd zal hen leren of alle dromen uit zullen komen. Zij maakt hier bij het kruispunt van enkele irrigatiekanaaltjes een foto van ons samen.
We lopen een tijdje met zijn vieren verder en als het wandelpad daarvoor te smal wordt, gaan wij hen vooruit, want zij lopen langzamer dan wij.
Nog vóór we aankomen bij Puente de Orbigo, draait het pad weg van de N120. Rechtsvóór ons zien we al de watertoren en de kerktoren van Puente de Orbigo.
Voordat we de bebouwde kom binnenwandelen van Puente de Orbigo, passeren we het plaatsnaambord van het tweelingdorp Hospital de Orbigo.

Puente de Orbigo
Als we dichter bij Puente de Orbigo komen, zien we vijf ooievaars op enkele nesten zitten en staan van de klokkengevel van de plaatselijke dorpskerk. Een prachtig gezicht is het om vijf zulke grote vogels op drie verschillende nesten zo dicht bij elkaar te zien.
We steken de hoofdstraat van Puente de Orbigo over en komen dan bij de imposante brug over de Río Orbigo. Dit is de langste Middeleeuwse brug van de Spaanse camino, die - met een knik halverwege - de plaatsen Puente de Orbigo en Hospital de Orbigo al honderden jaren met elkaar verbindt over een grote afstand.
Van beide zijden van deze bijzondere brug maken we foto’s.
Een oudere Spaanse man die ons passeert, biedt aan om van ons samen een foto te maken met de brug op de achtergrond. Dat aanbod nemen we graag aan. Aan de andere zijde van de brug vragen we de drie Taiwanese meisjes of één van hen ook even een foto van ons samen wil maken. Wij hebben deze drie pelgrimerende jongedames al enkele dagen steeds onderweg ontmoet. Eén van deze Taiwanese pelgrims maakt van ons een foto.
Als we daarna de brug oversteken, passeren we het toernooiveld aan de voet van de brug, waar de bewoners van Hospital de Orbigo jaarlijks hun ceremoniële riddergevechten organiseren, zoals eeuwen geleden de ridder Suero de Quiñones dat hier al eens deed gedurende twee aaneengesloten weken.

Hospital de Orbigo
Aan de overzijde van de brug – in Hospital de Orbigo - nemen we plaats op het terras van het restaurant, met uitzicht op de brug, de rivier, de rivierbedding en Puente de Orbigo. Later komen daar nog twee Engelssprekende jongedames, een Belgische man en het Poolse stel van zojuist bij. Het Spaanse personeel bedient van achter de bar. Gedurende het half uur dat we hier zitten, zijn we met 9 personen van tenminste 5 nationaliteiten gezellig bijeen. De Antwerpse Belg is met zijn vriendin begonnen te pelgrimeren in Saint-Jean-Pied-de-Port, maar zij moest vanwege een blessure al vanuit Logroño weer huiswaarts keren. De Belg gaat nu alleen verder en zoekt hier bij ons enige Nederlandstalige conversatie.
Wij waren de eersten die hier het terras betraden en gaan ook als eersten weer weg. We nemen afscheid van de andere aanwezige pelgrims en zullen hen de rest van de dag ook niet meer ontmoeten.
In Hospital de Orbigo staat de kerkdeur open. We gaan naar binnen om de kerk te bezichtigen en krijgen van een oude mevrouw in de kerkzaal een stempel van de parochie in onze pelgrimspassen.
Verderop in de straat passeren we twee refugio’s, waarvan één wordt beheerd door de parochie van Hospital de Orbigo. Beide refugio’s hebben prachtige decoraties aan de gevel hangen.

Villares de Orbigo
Aan de rand van Hospital de Orbigo splitst de camino zich. Op dat kruispunt staan de drie
Taiwanese dames met hun GPS-systeem paraat te aarzelen welke route ze zullen nemen. De route rechtdoor gaat verder naar Astorga langs de N120 en de route rechtsaf gaat veel meer landinwaarts verder naar Astorga. Onze Nederlandse routegids adviseert rechtsaf te gaan om de autoweg N120 te mijden. Wij vertellen de drie Taiwanese pelgrims dat onze gids de mooie route door de velden en over de heuvelrug adviseert en dan gaan wij rechtsaf. De drie andere pelgrims blijven nog achter. We hebben hen de rest van de dag niet meer gezien en weten dus niet of ze de drukke verkeersroute of de rustige natuurroute van ons hebben verkozen. Wij gaan tussen de akkers door in de richting van Villares de Orbigo.
Het is na zoveel dagen langs drukke verkeerswegen een verademing om weer eens geruime tijd door het veld te lopen. Om 11.00 uur wandelen we Villares de Orbigo binnen.

Páramo
Voorbij Villares de Orbigo komen we aan de rand van het rivierdal aan de voet van de Páramo. Een prachtig heuvelpad ligt nu vóór ons. Dit schilderachtige pad voert ons naar boven tot op de Páramo. Hier en daar is zichtbaar dat men fruit en druiven verbouwt of vroeger verbouwde.
Aan de overzijde van deze heuvelrug gaan we heuvelafwaarts naar het dorpje Santibáñez de Valdeiglesias.

Santibáñez de Valdeiglesias
We wandelen het dorp binnen en bezoeken hier de oude dorpskerk. Binnen zetten we een stempel van de kerk in onze pelgrimspassen. Een gastvrouw is aanwezig. Op ons verzoek legt ze uit welke glas-in-lood-ramen aanwijsbaar te maken hebben met de Sint-Jacobsroute. In het midden van de kerk zien we links een raam dat Sint Jacobus voorstelt en rechts een raam dat een Emmaüsganger als pelgrim voorstelt.
Achterin deze kerk zien we links een raam met diverse pelgrimssymbolen en rechts een raam dat Sint Jacobus voorstelt.

Pas
Buiten het dorp gaan we over de erven van twee boerderijen heuvelopwaarts, over een lage heuvelpas. We passeren daarbij een picknickplaats met kruis en pelgrimsbeeld.
Een schitterende route door dit heuvelachtig terrein volgt.
We komen ook langs een voormalige zandafgraving, waarvan de afgronden metershoog opgaan.
Stijgend en dalend gaan we voort. Af en toe halen we enkele pelgrims in en worden wij ingehaald door camino-fietsers op mountain bikes.
Vanaf de hoger gelegen delen van de Páramo kunnen we kilometers vóór ons alvast de Montes de León zien.
De vegetatie wisselt regelmatig. We lopen nu eens door een eikenbos en dan weer boven op de hoogvlakte van de Páramo over een kaal landschap.

Case del Dioces
We waren van plan om - zo mogelijk op een picknickplek - voorbij Santibáñez de Valdeiglesias een lunchpauze te nemen. We hebben al kilometers gelopen en nog geen enkele picknickplek aangetroffen. Voorbij enkele akkers en een bos met steeneiken passeren we volgens onze routebeschrijving een eenzaam gelegen boerderij. Wellicht dat we daar even kunnen rusten en eten en drinken. Die boerderij blijkt niet meer te zijn dan een zwaar vervallen ruïne, maar deze plek is gekozen door een kluizenaar, die hier een oase voor pelgrims heeft gecreëerd, of – zoals hij het noemt – een ‘huis van de goden’.
De jonge heremiet biedt hier alle voorbijtrekkende pelgrims een hapje en een drankje aan. Hij vertelt dat het allemaal biologische verantwoord is en dat hij hier al geruime tijd dag en nacht en het hele jaar door buiten woont, om hier één te zijn met de natuur en met de passerende pelgrims. Een andere jongen die hier enige tijd geleden langs kwam als pelgrim, is na zijn aankomst in Santiago de Compostela teruggekeerd naar deze plek op de hoogvlakte om de  kluizenaar te ondersteunen. Hij vertelt ons dat deze jonge kluizenaar hier al drie jaar boven op de meseta woont en alleen voor nodige boodschappen de heuvel voor korte tijd afdaalt. Voor de rest is hij altijd hier boven op de hoogvlakte, in weer en wind, dag en nacht, het hele jaar door. Een Duits meisje vertelt dat ze hier twee dagen geleden uitgeput aankwam en hier nu enkele dagen bij de twee jongemannen blijft, om daarna weer verder te trekken.
Nagenoeg alle pelgrims die hier passeren, blijven even staan voor een praatje en om hier wat te eten en te drinken. Mooi is het om te zien hoe iedereen hier komt en ook weer gaat. Bij ons vertrek schenken we de kluizenaar een ‘donativo’ en na een foto nemen we afscheid van deze gepassioneerde wereldverbeteraar.

Crucero de San Toribio
We lopen tussen nieuwe bosaanplant van naaldbomen door naar de westelijke rand van deze hoogvlakte. Al spoedig verkrijgen we uitzicht over de stad Astorga; kilometers verder gelegen in het dal.
We passeren een klein bos van tamme kastanjes en komen dan bij een volgende, laatste rand van de hoogvlakte. Hier staat het kruis ‘Crucero de San Toribio’.
Voorbij dit veldkruis passeren we dan eindelijk de eerste picknickplaats. Vanaf deze plek heb je een royaal uitzicht over de plaatsen San Justo de la Vega en Astorga, diep in het dal gelegen.

San Justo de la Vega
Vanaf dit kruis aan de oude Sint-Jacobsroute gaan we heuvelafwaarts naar het volgende dorp: San Justo de la Vega.
We wandelen door de hoofdstraat van dit dorp en zijn dan ook al spoedig het dorp weer uit, mede doordat de dorpskerk – die we even wilden bezoeken - gesloten is. Voorbij San Justo de la Vega komen we bij de Río Tuerto. Een oude brug overspant deze rivier. Naast deze stenen brug ligt een metalen brug voor de wandelaars en de fietsers van de camino. Hier steken we de rivier de Río Tuerto over.

Kathedraal in zicht
Voorbij de brug verlaten we de doorgaande weg naar Astorga en gaan we via onverharde paden richting Astorga. Voortdurend hebben we een mooi uitzicht op de hooggelegen kathedraal van Astorga.
Bij een grotendeels drooggevallen waterloop passeren we een voormalige watermolen.
Deze waterloop steken we over via een kleine Middeleeuwse stenen brug.
We kunnen hier niet via een gelijkvloerse spoorwegovergang de spoorlijn over steken. We moeten naar een verderop gelegen metalen hoge fietsers- en voetgangersbrug om het treinspoor over steken.
Daarna staan we al spoedig aan de voet van de heuvel, waarop de stad Astorga is gebouwd.

Astorga
De oude Romeinse muren rijzen hoog boven ons op. We klimmen via de doorgaande wegen naar de binnenstad van Astorga. Daarbij komen we langs een refugio. Vóór deze refugio staat een mooi standbeeld van een pelgrim met een reiskoffer op zijn rug.
Tegenover dit standbeeld is een overdekte opgraving van Romeinse fundamenten van een villa te bezichtigen.
Alsmaar verder gaan we omhoog en dieper de binnenstad in. Om 14.30 uur komen we aan in het stadscentrum. We komen dan terecht op de drukke weekmarkt. Die warenmarkt is zojuist afgelopen, want grote bestelbussen rijden af en aan tussen de marktkramen door om de verkoopwaar en de marktkramen op te ruimen. We moeten zigzaggend tussen de marktkooplui, hun auto’s en kramen en het winkelend publiek door lopen, in de richting van de kathedraal van Astorga.
Omdat het hier overvol is, kunnen we in elk geval de richtingwijzers van de camino in het geheel niet zien, dus we volgen de voor ons meest aannemelijke route en iets verderop kunnen we de richtingwijzers van de stad volgen.
Na enige tijd komen we aan op het plein vóór het bisschoppelijk paleis rechts en de kathedraal links vóór ons.

Pelgrimswinkel
In een zijstraatje zien we een bijzonder speciaalzaakje, een winkel voor pelgrims. We gaan naar binnen en kopen enkele pelgrimsansichtkaarten voor onze verzameling en een aantal textielemblemen van de camino voor mijn pelgrimshoed. De Spanjaard Pedro Lorento is eigenaar van deze pelgrimsspeciaalzaak. Als hij hoort dat wij Nederlanders zijn, spreekt hij ons aan in de Nederlandse taal. Omdat hij Nederlandse vrienden heeft, heeft hij zich onze taal prima eigen gemaakt. In het najaar en in de winter - als weinig pelgrims op pad zijn - treft hij allerlei voorbereidingen voor het komende pelgrimswinkelseizoen en pelgrimeert hij zelf ook. In het voorjaar en in de zomer als alle pelgrims weer op pad gaan en zijn, heeft hij zijn pelgrimswinkel hier in Astorga zoveel mogelijk uren per dag open voor belangstellende pelgrims en voor andere belangstellende kopers.

Gaudi
Na dit winkelbezoek gaan we weer het stadsplein op. Eerst komen we langs het bisschoppelijk paleis, een schepping van de Catalaanse architect Antonio Gaudi, ook bekend van de Sagrada Familia te Barcelona. Zijn bisschoppelijk paleis hier in Astorga is gebouwd in neogotische stijl, maar in de decoraties kun je ook Arabische en ander invloeden herkennen.

Kathedraal
De kathedraal willen we graag bezichtigen, maar dat is ijdele hoop. Pedro Lorento vertelde ons zojuist dat de kathedraal nu is gesloten. Het duurt ons te lang om te wachten tot de kerkdeuren later vanmiddag weer open gaan, want we willen door met onze wandeling.
Tegenover de hoofdingang in de westgevel van de kathedraal nemen we de straat westwaarts. Tot aan het eind van deze straat kunnen we de kathedraal achter ons nog zien.
We gaan door de Camino de Santiago en arriveren dan bij een moderne kerk, ontworpen door Pedro Restivía.
Tegen de muren van de kerk zijn verschillende mozaïeken aangebracht. Op één van die mozaïeken staat een pelgrim en op een ander - veel groter – mozaïek zien we de Sint-Jacobsroute afgebeeld.

Heen en weer
Voorbij deze kerk komen we aan bij de N VI, waar we onze huurauto gisteren hebben geparkeerd. We rijden met deze huurauto terug naar San Martín del Camino om daar onze auto af te halen. Daarna brengen we de huurauto alvast naar Rabanal del Camino, waarna we met onze auto terugrijden naar de camping in Hospital de Orbigo.
We hebben bijna 7 uren nodig gehad om de 23 kilometer tussen San Martín del Camino en Astorga te overbruggen. Doordat we lange pauzes hadden, betrekkelijk veel mensen onderweg hebben gesproken en ondertussen ook veel foto’s hebben gemaakt, hebben we veel meer tijd dan normaal nodig gehad om deze afstand te overbruggen. Het was een prachtige pelgrimsdag met mooi weer en interessante ontmoetingen en schitterende bezienswaardigheden.

Geen opmerkingen: