dinsdag 28 augustus 2012

Pelgrimeren van Rabanal del Camino naar Campo

Bij Cruz de Ferro























Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Camino Santiago > Roncesvalles – Santiago de Compostela

Van Rabanal del Camino naar Campo
Donderdag 9 augustus 2012 – 30 km.
Dag 142: 3035 - 3065 km


Rabanal del Camino
Durkje en ik hebben vandaag een lange wandeldag voor de boeg van 30 kilometer door de hoge bergen van Montes de León, dus we staan vroeg op om zo vroeg mogelijk op de camino te staan. Om 6.00 uur gaat de wekker en om 7.15 uur rijden we bij de camping uit Villamartín de la Abadia vandaan, naar onze startplaats van vandaag. Vanuit Ponferrada rijden we over de bergpas naar Rabanal del Camino, waar we om 8.30 uur bij Albergue del Pilar onze lange dagtocht naar Campo aanvangen.
Buiten Rabanal del Camino lopen we in de richting van de hoge bergen vóór ons.
We steken al spoedig de LE142 over en gaan dan richting Foncebadón, over een aan beide zijden mooi begroeid bergpad.

Foncebadón
Om 9.45 uur arriveren we in het bergdorpje Foncebadón.
Vroeger was Foncebadón voor pelgrims een belangrijke pleisterplaats, met een herberg, een klooster en een kerk. Duizend jaar geleden werd hier al een Spaans Concilie gehouden. Lange tijd is dit dorp echter verlaten geweest.
De ruïnes bij de entree van Foncebadón tonen de oude, maar ook vergane glorie van dit eeuwenoude bergdorpje.
Momenteel is men bezig om dit vervallen dorpje weer in oude en nieuwe luister te herstellen, met bijdragen van de Europese Unie. De kerk in het dorp is al gerestaureerd en de eerste pelgrimsherbergen zijn reeds geopend. De camino loopt langs de gerestaureerde kerk met de bijbehorende refugio. Buiten het dorpje passeren we nog de ruïne van een ander oud kerkje.
We gaan nagenoeg voordurend klimmend verder over het bergpad. Onderweg ontmoeten we een Nederlandse pelgrim, Pierre, afkomstig uit Amersfoort. Hij is in april 2012 zijn pelgrimage begonnen in Zwarte Haan aan de Friese Waddenzeekust. Vanuit Zwarte Haan is hij door Sint-Jacobiparochie via de westelijke variant van het Jabikspaad in zuidelijke richting gelopen. Hij loopt dus evenals wij van het Friese Sint Jacob naar het Spaanse Sint Jacob. Gedrieën lopen we naar het Cruz de Ferro.

Cruz de Ferro
Bovenop een 5 meter hoge boomstam op een hoge hoop stenen staat een ijzeren kruis.
De Amersfoortse pelgrim Pierre maakt een foto van ons samen bij Cruz de Ferro.
Rondom het kruis scharen zich wandelende en fietsende pelgrims, en een enkele toerist die met de auto naar deze 1504 meter hoge berg is gereden. Vanuit Rabanal del Camino hebben wij nu 354 meter geklommen.
Veel pelgrims gebruiken deze plaats om iets van zichzelf of van een ander hier achter te laten. Meestal is dat een steen, die ze van thuis hebben meegebracht, als symbool van wat ze in hun leven als emotionele last meedragen, om dat hier aan de voet van het ijzeren kruis achter te laten, om zich zo te bevrijden van de last die zij (of hun naaste(n)) in hun leven dragen. Maar het zijn niet alleen stenen, die hier worden achtergelaten. Een bonte verzameling van symbolen vinden we hier onderaan, in òf aan de hoge boomstam. Van briefjes tot foto’s, van kralen tot doekjes, van geld tot kruisjes en van visitekaartjes tot overlijdenskaarten. Die bonte verzameling laat íets zien van wat mensen hier hebben achtergelaten.
In 2007 stopten Durkje en ik een schelp bij de stadspoort in de oude stadsmuur van het Frans-Spaanse grensplaatsje Saint-Jean-Pied-de-Port, aan de voet van de Pyreneeën. Durkje nam toen vanuit deze plaats een witte steen mee. Toen wij in oktober 2011 deze pelgrimsplaats als pelgrims passeerden, vonden wij onze schelp niet meer in de diepe scheur in die stadsmuur. Tot vandaag droeg Durkje het witte steentje in haar wandelrugzak. Hier bij Cruz de Ferro schrijft ze met een stift onze beide namen op de steen en de datum van vandaag aan de onderzijde van de steen.
Het steentje wordt bovenop de steenhoop, aan de voet van de boomstam gelegd, als teken dat ook Durkje en ik deze bijzondere pelgrimsplek passeerden.
Dan dalen we af van de steenhoop en gaan we verder door de bergen.

41 graden Celsius
De zon brandt vandaag genadeloos. De temperatuur loopt vandaag op tot in elk geval 43 graden Celsius. Bij zó’n hoge temperatuur hebben Durkje en ik nog nooit zo’n eind gewandeld. Vanaf de voet van de steenhoop van Cruz de Ferro zien we het ijzeren kruis boven de verzengende zon uit steken.

Montes de León
Over de mooie bergpaden zullen we nu per saldo 46 meter dalen naar de volgende nederzetting in de Montes de León. Prachtige vergezichten krijgen we over de bergen rondom.
We hoeven hier geen grote hoogteverschillen te overbruggen. Wij lopen over goed begaanbare rotspaden.
Om 11.00 uur arriveren we in Manjarín. Qua tijd liggen we mooi op schema. Voor dit eerste deel van het traject staat 3 uren, die wij in 2,5 uur hebben afgelegd.

Manjarín
De Associacíon Circulo Templario uit Ponferrado runt hier in deze nederzetting een pittoreske herberg. Er is een klein winkeltje bij, waarin diverse souvenirs worden verkocht en waar je voor een vrijwillige bijdrage (donativo) een kop koffie, thee en/of water kunt drinken. Samen met de Nederlandse pelgrim Pierre nemen we hier een koffiepauze.
De beheerders van deze pleisterplek voor pelgrims proberen hier de oude Tempeliersgebruiken in ere te houden. Het is een bijzondere plek op de pelgrimsroute, die een bezoek zeker waard is. Aan de overzijde van de LE142 heeft men bovenop een verhoging en verscholen onder enkele bomen een ‘latrina’ gemaakt. Van de bezoekers van dit veldtoilet wordt gevraagd om een schep kalk over de uitwerpselen te gooien alvorens je het gat in de grond met een bijbehorend houten deksel afdekt.
Bij deze herberg staat een richtingbord, waarop ook staat vermeld dat het vanaf hier nog 222 kilometer is naar Santiago de Compostela.

Pelgrimeren met kinderen
De berghelling aan weerszijden van het bergpad is schitterend begroeid met een heidevegetatie.
Vanuit Manjarín gaan we verder over het hellingpad van de berg.
Links van het bergpad staan enkele bomen, waaronder ook een aantal vruchtdragende lijsterbessen.
Verderop passeren we een hoog in de bergen liggende waterbron met bijbehorende stenen drinkbak.
Verderop zien we enkele volwassenen met een groep kinderen over het bergpad gaan. Op de plek van een smalle doorgang passeert ons een pelgrim te paard.
Enkele minuten later passeren we de grote groep volwassenen met kinderen. Waarschijnlijk zijn het drie gezinnen, die met de kinderen op pelgrimstocht zijn. Ook de kinderen dragen een volledige bepakking voor meerdere dagen in hun rugzakken. Een klein meisje in de groep draag een zo grote rugzak, dat de onderkant van haar rugzak tot aan de knieholte reikt. De groep houdt - ook bij deze hoge temperatuur van vandaag - een prima wandeltempo aan, hier over dit stijgende en dalende bergpad.
Gelukkig hoeven we vandaag bijna niet over de LE142 te wandelen, alhoewel er weinig verkeer over deze asfaltweg door de bergen rijdt. Hier en daar lopen we op grotere of kleinere afstand langs deze geasfalteerde bergpas.

Montain bikes
Het bergpad is voldoende breed om over te lopen. Af en toe worden we gepasseerd door camino-fietsers die het aandurven om dit bergpad op hun mountain bikes te berijden. Tweemaal vandaag passeren wij fietsers met een lekke band. Sommige delen van het bergpad zijn vanwege de gevaarlijke ondergrond niet te fietsen, dus dan moet men even een stuk lopen met de fiets aan de hand. Soms is het pad vanwege de dichte begroeiing van struiken aan weerszijden van het pad moeilijk begaanbaar per fiets.

Cerezales
Voorbij Manjarín zijn we uiteindelijk over de Collado de las Antenas nog 57 meter geklommen tot we op de berg Cerezales een hoogte van 1532 meter hebben behaald. Dit is het hoogste punt voor vandaag.
We lopen nu over een terrein met wat minder begroeiing. De ondergrond is rotsachtig en vanaf dit hoogste punt gaan we voornamelijk naar beneden. We moeten voorzichtig lopen om niet uit te glijden over de losliggende rotsstenen.
Hier en daar is de heideachtige begroeiing weldadig en ligt het als een kleurrijk tapijt sprookjesachtig tegen de berghelling.
Voorbij een bocht in het bergpad kunnen we – heel verrassend – ineens al de stad Ponferrada kilometers ver in het diepe dal zien liggen. Daar ligt ook de volgende Spaanse regio, die we vandaag binnen zullen wandelen: El Bierzo.
Niet alleen de struiken zijn kleurrijk, ook de mossen die je hier op de rotsblokken ziet, bestaan uit een bonte schakering van allerlei vormen en kleuren.
Tegen 13.00 uur komt van bovenaf het veel lager gelegen dorpje El Acebo in zicht.

El Acebo
Vóórin het dorp El Acebo is een klein winkeltje, waar we ons drinken aanvullen. Vandaag hebben we samen ongeveer 6 liter gedronken, vanwege de hoge temperatuur en de fikse lichamelijke inspanning van dit bergtraject. De Belgische pelgrim die we eergisteren in Hospital de Orbigo ontmoetten, ontmoeten we hier nu ook weer. De Amersfoortse pelgrim Pierre zit al vóór het dorpscafé met een pilsje bij enkele andere pelgrims. Dit dorpje bestaat voor een groot deel van de inkomsten van doortrekkende pelgrims en bijkomende toeristen. Durkje en ik nemen onze lunchpauze hier op het schaduwrijke terras van het dorpscafé.
Langs de doorgaande dorpsstraat hebben de huizen hier vooruítstekende houten balkons. De dorpsstraat is maar smal, maar alle verkeer van de LE142 moet hier wel door die smalle dorpsstraat, wat met enig (aan)passen en meten doorgaans wel lukt.
Aan de rand van El Acebo lopen we langs een metalen monument van een fiets met pelgrimssymbolen, ter nagedachtenis aan een Duitse fietser die hier eens verongelukte. Wij lopen eerst een eind over en langs de geasfalteerde LE142 en gaan verderop weer verder over een breed bergpad. Hoog boven het dorp gelegen staat als vooraankondiging een plaatsnaambord van het dorpje Riego de Ambrós. Veel lager zien we het dorpje liggen.

Riego de Ambrós
Ook Riego de Ambrós is zo’n typisch bergdorpje met veel onbewoonbare, verlaten woningen.
We verlaten Riego de Ambrós over een steil afdalend oud muilezelpad, in de richting van een beekdal. Op de gaten in de rotsen heeft men vroeger van ingelegde stenen een wegdek gemaakt, maar die stenen zijn in de loop van de tijd los geraakt, waardoor het steile pad nu een allegaartje is van natuurlijke rotsbodem en hier en daar delen van oud plaveisel en verspreid liggende stenen van dat oude wegdek. We steken de beek over en gaan verder over een meer vlak weiland en door een kastanjebos met enkele eeuwenoude bomen.
Verderop langs het bergpad komen we langs een boom, die jaren geleden al dood is gegaan, maar die hier nog prominent het landschap domineert met zijn kale stam en takken.

Inhaalacties
Gedurende de hele dag ontmoeten we voordurend twee camino-fietsende dames. Het lijkt wel een dochter met moeder, beiden op een volbepakte mountain bike. Ze doen verwoede pogingen om het hele voetpad door de bergen te fietsen, wat hier en daar goed gaat, maar wat op heel veel plaatsen ook onmogelijk en onverantwoord is. Ze fietsen en lopen op dit stuk van de route voortdurend vóór en achter ons. Waar we een u-bocht rond een kleine bergvallei moeten maken, wordt het voortgaan hen bijkans onmogelijk gemaakt door het rotsachtige terrein. Ze slaan hulp echter af en willen vooral zelfstandig dit traject doorworstelen. Wij wandelen voort in afwachting van hun volgende inhaalactie.

Afdaling
Ondanks het feit dat we nagenoeg voordurend dalen, lopen we nog steeds hoog over het hellingpad van de bergen. Diep beneden ons zien we de LE142 slingerend door dit berggebied gaan.
Drie uren lang zijn we aan het dalen over rotsachtige bergpaadjes. Het gaat langzaam, want een val is zo gemaakt op dit pad met het vele losliggende gesteente. De wandelstokken van Durkje komen haar hier goed van pas.
Het is bijna 15.00 uur als we ver vóór ons en diep in het dal het dorp Molinaseca zien liggen.
Over een deels uitgehouwen bergpad gaan we dalend en af en toe nog eens stijgend naar het lager gelegen Molinaseca. Vlak vóór Molinaseca kunnen we langs de geasfalteerde LE142 naar het dorp lopen. We hebben nu vanaf de Cerezales een lange afdaling van 942 meter achter de rug.

Molinaseca
Het is 15.20 uur als we bij de oude stenen brug over de Río Meruelo het dorp Molinaseca binnen wandelen, op de plaats waar in deze rivier een deel is gekanaliseerd en waar aan weerszijden van de rivier een zwemgelegenheid is gecreëerd, waar op deze hete dag uiteraard volop gebruik van wordt gemaakt.
Aan de overzijde van de rivierbrug begint de gezellige hoofdstraat van Molinaseca.
Maar voordat wij verder gaan, nemen we eerst een welverdiende rustpauze op het terras van een café dat naast de brug aan de rivier ligt. In de schaduw zoeken wij verkoeling met een grote fles met anderhalve liter ijskoud bronwater. We hebben het zicht op de oude stenen rivierbrug, het zonnebadende publiek en de zwemmers in de rivier. Het is over de 40 graden Celsius; bloedheet. Je kunt je bij jezelf afvragen hoe je het in je hoofd haalt om bij zo’n hoge temperatuur 30 kilometer te gaan lopen. Beschouw het maar als een uitdaging, die is weggelegd voor geoefende langeafstandswandelaars, teneinde zo’n uitputtende afstandsmars zonder nadelige gevolgen te volbrengen. Natuurlijk hebben we last van de combinatie van het bergtraject, de afstand, de tijdsduur en de hoge temperatuur, maar het is met het nodige uithoudingsvermogen zeker haalbaar, zo blijkt ons vandaag.

Refugio’s
Na een flinke rust- en koelpauze lopen we door de gezellige winkelstraat Molinaseca uit. Links en rechts zien we in deze hoofdstraat een groot aantal pelgrimsherbergen. Aan het eind van de hoofdstraat staat een prachtig standbeeld van Sint Jacob als apostel en als pelgrim.
We lopen nu aan de rand van de bebouwde kom langs de LE142, richting Ponferrada. Aan onze linkerhand passeren we een refugio. Een Spaans meisje dat we al enkele dagen ontmoetten, groet ons vanaf het terras van deze refugio. Als we deze pelgrimsherberg voorbij wandelen, zien we dat men hier een rij stapelbedden buiten heeft staan onder een afdak. We kunnen ons heel goed voorstellen dat deze buitenbedden ’s nachts worden beslapen door pelgrims die de nachtelijke warme slaapzalen van zo’n refugio willen ontsnappen.

Campo
Vanuit Molinaseca volgt voor ons nog een heet traject van een uur naar het dorp Campo, dat we voor vandaag als onze bestemming hebben geselecteerd. Eerst moeten we een heel lang eind over een trottoir lopen, waarna een eveneens heet traject volgt over een onverhard pad heuvelafwaarts en daarna weer lang heuvelopwaarts. Eindelijk, om 16.45 uur, arriveren we in het dorpje Campo.
Zoveel mogelijk in de schaduw van de hoge woningen langs de smalle dorpsstraat wandelen we door Campo naar de plek waar we in dit dorp gisteren de huurauto hebben geparkeerd.
Met de huurauto gaan we weer de bergpas van de Montes de León over naar Rabanal del Camino. Onderweg zien we de Nederlandse pelgrims Klaas & Arianne op een terrasje zitten in het dorpje El Acebo. Ze vertellen dat zij vandaag - na de hersteldagen voor Klaas - weer hebben gewandeld, van Rabanal del Camino naar El Acebo.
Vanuit Rabanal del Camino rijden we met beide auto’s via Astorga over de A6 naar Villafranca del Bierzo, waar we de huurauto parkeren voor onze aankomst in dit stadje van overmorgen. Vanavond gaan we heerlijk uit eten op het terras van het restaurant van onze camping. We hebben vandaag besloten dat we morgen een rustdag nemen, om bij te komen van deze vermoeiende wandeldag, om boodschappen voor de komende dagen te kopen en om ons wandelverslag verder te schrijven.
We hebben de 30 kilometer van vandaag afgelegd in 8 uren en een kwartier. Dat is op zich geen snelle tijd, maar voor een zo zwaar bergtraject voor twee pelgrims van het Friese platteland vinden we dat in de Spaanse bergen een prima tijd.

Geen opmerkingen: