Pelgrimssymbolen van de Spaanse Camino |
Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela
Camino Santiago > Roncesvalles – Santiago de Compostela
Van Nájera naar Santo Domingo de la Calzada
Dinsdag 24 juli 2012 – 21 km.
Dag 127: 2686,5 – 2707,5 km
Dinsdag 24 juli 2012 – 21 km.
Dag 127: 2686,5 – 2707,5 km
Vertrek vanaf El Ruedo
Durkje en ik zijn blij dat we
vanmorgen al vroeg onze pelgrimstocht kunnen beginnen. Rond 6.30 uur staan we
op, zodat we even na 7.30 uur wandelend onze arena-camping in Nájera kunnen
verlaten. We nemen afscheid van onze buren: de twee vrouwelijke fietspelgrims
uit Uden, die op 1 juli 2012
in Uden hun pelgrimage zijn begonnen en die nu inmiddels
hier in Nàjera zijn aangekomen. Zij weten nog niet of ze vandaag 40 of 90 km zullen gaan fietsen; de
dag zal het hen leren.
Vertrek uit Nájera
Het is nog lekker fris weer.
De lucht is onbewolkt, dus het zal vrij spoedig warm worden. We zijn van plan
vandaag van Nájera naar Santo Domingo de la Calzada te lopen, over een afstand
van 21 kilometer.
Vanaf camping El Ruedo lopen
we naar de brug over de rivier de Rio Najerilla. De vroege ochtendzon straalt
warm gekleurd licht op de huizen aan de andere kant van de rivier.
Over de brug slaan we
linksaf, langs de rivier, in de richting van de gemeentelijke refugio. Enkele
jongeren maken zich op het pleintje vóór deze refugio klaar voor vertrek. De
camino-gele Jacobsschelpen en pijlen op het wegdek wijzen ons de weg door de
smalle straatjes van Nájera; onder andere langs het plaatselijke klooster Santa
María la Real.
Aan de rand van de bebouwde
kom doen we onze truien al uit, want inmiddels heeft de zon zoveel aan kracht
gewonnen, dat een trui overbodig is geworden. Over een steil bospad - dat
onderdeel is van een lage pas - verlaten we Nájera door een dennenbos. De nog
laag staande zon werpt onze schaduwen al ver vóór ons uit.
Op de pas ontmoeten we een
Canadese pelgrim. Ze vertelt dat ze uit Toronto komt en daar Frans als tweede
taal onderwijst aan kleine groepen kinderen uit achterstandsgezinnen. Het zijn
veelal Afrikaanse kinderen, waarvan de ouders of de kinderen zelf doorgaans
afkomstig zijn uit de Franstalige kolonies, zoals bijvoorbeeld Kongo. Als we
boven op de pas zijn, lopen we tussen rode rotswanden door.
Irrigatie van Rioja-wijngaarden
We krijgen vanaf dit hoogste
punt ook al een mooi uitzicht over de vóór ons liggende akkers van de glooiende
heuvels. Overal zie je nog de restanten van een oud irrigatiesysteem. Lange
watergoten met aan het eind ronde waterbassins zijn links en rechts van het pad
te zien. Ze worden niet meer gebruikt.
Wijnboeren zijn met lange
buizen en lange slangen in de wijngaarden bezig om de druivenranken zoveel
mogelijk water te geven in deze droge en warme periode.
De oude betonnen watergoten
blijven daardoor doelloos liggen.
Azofra
We lopen door een licht
glooiend akkerbouwgebied. Aan de overzijde van een weg steken we de Arroyo de
Pozuelos over. Daarna volgt een asfaltweg, die wij volgen in de richting van
het dorp Azofro. Na vijf kwartier wandelen, hebben we Azofra in zicht.
Tegen 9.00 uur wandelen we na
de eerste zes kilometers het dorpje Azofra binnen.
Ook hier ben je op de camino
nooit alleen, want zolang we door het heuvelgebied hebben gelopen, hadden we
steeds enkele of groepjes pelgrims vóór ons èn achter ons. In de hoofdstraat
van Azofra komen we langs een bar met een terras aan de straatkant. Daar zitten
al enkele pelgrims, waaronder een Franse jongeman, die ons vertelt dat hij
medicijnen studeert en in deze zomer vanuit het zuiden van Frankrijk
pelgrimeert tot aan Santiago de Compostela. De Fransman loopt alleen en zijn
tocht verloopt voorspoedig, vertelt hij.
Boven ons terras - op de
derde verdieping – begint iemand van binnenuit de buiten hangende planten water
te geven. Dat wordt nogal scheutig gedaan, want binnen de kortste keren drupt
het water en stroomt het langs de gevel tot op ons terras. De Franse pelgrim
moet een andere plaats zoeken om droog te blijven en de barkeeper begint geagiteerd
zijn terras droog te maken met een doek.
Dan zie ik dat hoog boven het
terras enkele pelgrimssymbolen zijn opgehangen, in een combinatie van een
zwaardkruis boven op een pelgrimsstaf, met daarbij een kalebas en een
Jacobsschelp op een kruishout aan de staf.
Na een flinke kop koffie (Café
Americano) lopen we verder door de hoofdstraat van Azofra. In een hele grote
verkeersspiegel kunnen we een foto van ons samen maken.
Rollo de Azofra
We verlaten deze oude
pelgrimsplaats. Al in 1168 heeft de adellijke Isabella de Azofra hier ter
plekke een pelgrimshospitaal laten bouwen, dat hier tot 1835 heeft bestaan.
Buiten Azofra nemen we een
asfaltweggetje de velden in, dat overgaat in een onverhard pad. Na ongeveer een
kwartier passeren we de Rollo de Azofra. Dit is een stenen zuil, staande op een
akker; een oud symbool van de rechtsmacht van de landheren van Azofra. Deze
zuil heeft de vorm van een in de grond gestoken zwaard. Op het moment dat we de
stenen zuil fotograferen, passeert ook de Spaanse dame, een pelgrim, die wij
gisteren al enkele malen ontmoetten, op onder andere het terras van Ventosa.
Aanleg A12
Daarna lopen we verder naar
de N120. We kruisen een asfaltweg en lopen even later parallel aan de N120,
waar men momenteel druk bezig is om de nieuwe autosnelweg A12 aan te leggen.
Een ondiep afwateringskanaal
wordt naast de nieuwe autosnelweg aangelegd. Vandaag wordt hier gewerkt om
tussen de rotsblokken die de kanaalbodem en de kanaalwanden vormen cement te
storten, om bodem en wanden van het kanaal een stevig verband te geven.
Het pad voert ons steeds
verder af van de in aanleg zijnde nieuwe snelweg. Achter ons horen we langzaam
en zonder al te veel geluid een zware auto aan komen. Even later passeren drie
leden van de Guardia Civil ons in hun zware terreinwagen. Ze groeten
vriendelijk en houden hier kennelijk een oogje in het zeil op de plaats waar de
pelgrims de weg- en waterbouwwerkzaamheden van de nieuwe A12 passeren.
Plateau van Ciriñuela
Het brede dal waar we nu
doorheen lopen, wordt verderop aan de noordzijde begrensd door steile
hellingen, met bovenaan deze hellingen een hoogvlakte. Wij lopen door het dal
in de richting van een vóór ons liggend hooggelegen plateau. Bij de enkele boom
langs dit pad en bij een hoge stapel stro, dat gezien de hoeveelheid afkomstig
is van diverse omliggende graanvelden, hebben enkele pelgrims aangename schaduw
gevonden voor een korte rustpauze. De temperatuur is al weer behoorlijk
opgelopen, want hier in het dal is het behoorlijk warm. Elk briesje frisse wind
is ons welkom.
Bijna bovenaan de rand van
het plateau vóór ons, passeren we twee Duitse pelgrims. Deze dames fotograferen
elkaar met het prachtige uitzicht over de velden, die we hier achter ons laten.
Boven op het plateau is nog
een klein eikenbos; een restant uit lang vervlogen tijden, toen hier nog
uitgestrekte bossen het landschap domineerden. Veel van de bossen zijn in het
afgelopen decennium gerooid om van het hout bijvoorbeeld huizen, schuren, wegen
en bruggen te maken.
Boven op het plateau ligt een
golfbaan. We moeten rechts om deze golfbaan wandelen om bij de nieuwbouw van
het dorpje Ciriñuela te komen.
Bij de ingang van de golfbaan
passeren we een pelgrimskunstwerk, bestaande uit een uitsnede uit cortex-staal.
Een klein eindje verder staat
een Jacobsschelp, ook gesneden uit een plaat cortex-staal.
Bar Jacobea van Cirueña
We lopen door Ciriñuela heen
en komen vlak buiten deze plaats aan in het dorpje Cirueña. Het ziet er aan de
rand van de bebouwde kom allemaal wat sjofel uit, zeker in vergelijking met de
moderne nieuwbouwwijk nabij de luxe golfbaan, die we zojuist passeerden.
Aan de rand van het dorpje
staan hier en daar schaduwrijke zitbankjes. Wij wandelen hier echter even van
de route af, het dorp in, om verderop te gaan naar Bar Jacobea, de
horeca-gelegenheid, die op borden langs de weg al was aangekondigd. Bar Jacobea
heeft een flink terras, waar we plaatsnemen om hier te eten en een kop thee te
drinken.
Als we na deze theepauze aan
de rand van de bebouwde kom komen, krijgen we tussen de bosschages door een
mooi uitzicht in westelijke richting over de uitgestrekte akkers.
Spoedig lopen we het dorp
Cirueña uit.
We komen dan bij een rotonde
waarop twee kunstwerken van cortex-staal zijn geplaatst. Het ene kunstwerk is
een uitsnede van een Jacobsschelp en het andere beeld is een uitgesneden
pelgrim.
Vermoedelijk is deze pelgrim
uitgesneden uit de cortex-plaat die bij de zojuist gepasseerde golfbaan staat
en is de Jacobsschelp bij de golfbaan uitgesneden uit de plaat cortex-staal,
die hier op de rotonde staat. Dat is mooi bedacht, want zo kun je van één
staalplaat dus twee kunstwerken maken.
Glooiende akkers
Voorbij deze rotonde gaan we
een weids landschap van licht glooiende akkers in. De akkers liggen in
prachtige vormen en kleuren om ons heen.
Na zo’n 20 minuten gelopen te
hebben over een recht en breed stijgend en dalend onverhard pad, zien we - nadat
we enkele heuvelruggen over zijn gestoken - de stad Santo Domingo de la Calzada
liggen. De kerktoren van de kathedraal steekt prominent hoog boven de
omliggende bebouwing uit. We wandelen
verder door de vlakte van de Rio Oja, de rivier waar de stad Santo Domingo de
la Calzada aan ligt.
Domingo de la Calzada
Over een bedrijventerrein met
grote aardappelloodsen lopen we de stad binnen. Vlak vóór 13.00 uur wandelen we
het centrum van Santo Domingo de la Calzada binnen, waar bij de entree van de
Calle Mayor een groot figuur van een gele caminopijl – met daarbij een pelgrimskunstwerk - ons de Camino de Santiago de stad in wijst.
In de Calle Mayor passeren we
de Cistenciënser pelgrimsherberg. Aan de voorzijde van dit kloostercomplex
staat ook een pelgrimskunstwerk, voor fietsers en voor wandelaars.
Verderop in de Calle Mayor
passeren we nog een andere refugio. Een lange rij pelgrims staat op straat vóór
de ingang van deze refugio om voor de komende nacht hier een slaapplaats te
verwerven.
Kathedraal van Sint Dominicus
We lopen door naar de ingang
van de kathedraal en horen daar dat we een toegangskaartje voor de kathedraal
moeten kopen bij het toeristeninformatiepunt enkele panden verderop. We krijgen
een stempel van de kathedraal in onze pelgrimspassen en kopen twee kaartjes
tegen gereduceerd pelgrimstarief (€ 2,50) om toegang tot deze beroemde
kathedraal te krijgen. We zijn hier nu, dus nu willen we eindelijk ook wel eens
het kippenhok in de kathedraal bekijken, dat verwijst naar de Spaanse legende
van de kip en de haan.
In de kathedraal vinden we
achter tralies een standbeeldje van Santo Domingo, met aan weerszijden de
legendarische haan en kip.
In het naastgelegen museum
van de kathedraal staan we ineens oog in oog met een standbeeld van Sint Jacob,
hier afgebeeld als zowel pelgrim als apostel.
Geen haan kraait in het kippenhok
Omdat we tijdens onze
rondwandeling door de kerk met de rug naar het kippenhok waren gelopen naar het
standbeeld van Sint Dominicus, hebben we het kippenhok niet gevonden. Bij
navraag bij één van de aanwezige gastdames wordt ons het hooggeplaatste
kippenhok getoond. En inderdaad, er zitten een levende kip en een haan in het
hok. Het zou voor ons een gunstig voorteken zijn geweest dat de haan zou
kraaien in onze aanwezigheid, maar dat geluk valt ons niet ten deel. Wij zullen
zonder haangekraai onze pelgrimage moeten vervolgen.
Na dit kathedraalbezoek
wandelen we door het centrum van Santo Domingo de la Calzada naar onze hier
nabij geparkeerde auto. Tussen de gebouwen door zien we nog de prominente,
opvallende kerktoren van de kathedraal.
Rioja
Met de huurauto halen we onze
auto vanuit Santo Domingo de la Calzada op uit Nájera en dan rijden we de
huurauto naar Belorado, waar we morgen onze volgende dagmars willen beëindigen.
Tenslotte rijden we met onze auto weer terug naar de camping in Nájera.
In een tijdsbestek van 5,5
uren hebben we vandaag de 21
kilometer van Nájera naar Santo Domingo de la Calzada
gelopen.
Onderweg viel ons op dat zo
langzamerhand het betrekkelijk groot aantal wijngaarden over gaat in
graan(stoppel)velden. Kennelijk verlaten we zo gaandeweg de wijnstreek Rioja.
Duidelijk is dat op dit traject de donkergroene wijngaarden over gaan in de
goudgele graanstoppelvelden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten