Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela
Marloes en Durkje, twee Friese pelgrims op de camino |
Camino Santiago > Roncesvalles – Santiago de Compostela
Van Belorado naar San Juan de Ortega
Donderdag 26 juli 2012 – 24 km.
Dag 129: 2732,5 – 2756,5 km
Donderdag 26 juli 2012 – 24 km.
Dag 129: 2732,5 – 2756,5 km
Stempelplaats Santa Maria de Belén van Belorado
Precies om 8.00 uur rijden Durkje en ik vanmorgen de plaats Belorado binnen. We hebben met de auto en de caravan vanmorgen vroeg de camping in Nájera verlaten en parkeren nu de auto met caravan in het centrum van Belorado, om hier te starten met onze wandeling, om dan na de wandeling voor de komende nachten een nieuwe camping te gaan zoeken in Burgos. Om 8.15 uur staan we in de parochiale refugio, naast de kerk van Santa María de Belén. De pelgrims hebben de refugio inmiddels verlaten en de Zwitserse hospitalero’s zitten in de eetzaal aan het ontbijt. We vragen en krijgen van één van deze hospitalero’s een pelgrimsstempel in onze pelgrimspassen. Daarna verlaten we deze refugio om met ons volgende wandeltraject te beginnen.
Pelgrimage-graffiti
In de smalle straatjes van Belorado passeren we enkele muren en schuttingen, die schitterend zijn bespoten met graffiti met pelgrimsgerelateerde voorstellingen. Zo is een lange muur bijvoorbeeld kleurrijk gewijd aan het heilige Jacobusjaar van twee jaar geleden, in 2010.
Verderop in de straat zien we nòg een graffiti-wand met daarop onze wandelroute van vandaag, vanuit Belorado. Op die muur zien we een pelgrim met staf en kalebas bij de kerk van Belorado.
Rio Tirón
Door de oude straatjes wandelen we in westelijke richting Belorado uit. We passeren eerst nog een klooster in Belorado.
Buiten Belorado steken we de N120 over. Dan steken we via een lager (dan de N120) gelegen brug de rivier de Río Tirón over.
Aan de overzijde van de rivier – net voorbij een tankstation - is een boer aan het werk om zijn stropakjesmachine gebruiksklaar te maken. Het hele graanstoppelveld ligt nog vol stroruggen.
Tosantos
Het is rustig op het brede pad, dat we op ruime afstand van de N120 bewandelen. We ontmoeten enkele Spaanse wandelaars en een jogger. Slechts enkele pelgrims passeren we onderweg. Lang het pad staan hazelnootstruiken, braamstruiken en kersen- en pruimenbomen. Dit pad voert ons naar het plaatsje Tosantos.
Als we het dorpje Tosantos aan de andere zijde verlaten, zien we rechts van ons aan de overzijde van de N120 de hoge rode zandsteenrots van Tosantos met de hermitage Virgen de la Peña.
Voorbij Tosantos lopen we langs een veld met roodbloeiende klaprozen, een gewas dat we hier af en toe op de akkers aantreffen.
Villambistia
Het volgende plaatsje dat we binnenwandelen, is Villambistia. We komen het gehucht binnen bij de kerk.
In Villambistia drinken we een kop koffie op het terras van het plaatselijke café. Een oude man haalt naast het café enkele plastic tonnen water uit de dorpsbron. Met een zware kruiwagen vol watertonnen loopt hij voorbij ons terras. Twee honden volgen hem kwispelend.
Na de koffiepauze wandelen we Villambistia weer uit. Vóór ons wandelen twee oude vrouwen, langzaam en onderwijl gezellig met elkaar pratend. Ze wensen ons hartelijk een ‘buen camino’ als we hen groetend passeren.
Espinosa del Camino
Aan het eind van het brede steenachtige pad steken we de N120 over. Dan komen we in het dorpje Espinosa del Camino.
Aan de rand van dit dorpje komen we langs de plaatselijke refugio van Espinosa del Camino.
Buiten Espinosa del Camino volgt een mooi wandelpad - tussen de akkers door - in de richting van de Montes de Oca. Als we een eind zijn gestegen over dit pad, zien we ver vóór ons de Montes de Oca al liggen. Daar zullen we later op de dag over heen moeten, omdat we vandaag willen eindigen in San Juan de Ortega, voorbij en aan de voet van de Montes de Oca. Grote zendmasten en een aantal windmolens staan op deze hoge heuvelrug.
Hermitage San Felíce
Tijdens de nu volgende afdaling komen we langs de ruïne van een kerk, die vroeger bij de hermitage San Felíce hoorde. Slechts een klein deel van de kerk staat nog overeind, als een stille getuige van wat vroeger ooit een veldkerk was.
Na een bocht naar links komen we langs een veld met uitbundig bloeiende zonnebloemen, altijd weer een lust voor het oog en een sieraad tussen overwegend graan(stoppel)akkers.
Villafranca Montes de Oca
Verderop komen we weer uit bij de N120. Het voetpad gaat door een graanveld, dicht langs de N120.
Dan komen we spoedig aan in het dorp Villafranca Montes de Oca. In de dorpswinkel aan de N120 kopen we onder andere koud drinken voor de lunchpauze. Bij de hoger liggende kerk vinden we een zitbank in de schaduw naast de kerkdeur.
De zon is vanmorgen vroeg al door de wolken gebroken. De bewolking houdt de zonneschijn echter doorgaans tegen en er waait een verkoelend briesje, nu vanuit westelijke richting. Rond deze tijd wordt het steeds zonniger en de temperatuur loopt vandaag snel op van 18 naar 33 graden Celsius. Een pauzeplek in de schaduw is dan een weldaad. Het meegenomen brood en de pas gekochte koude melk smaakt heerlijk.
Sneker pelgrim Marloes
We zijn nog maar net weer aan de wandel in Villafranca Montes de Oca als we in het Fries worden aangesproken door een pelgrim, die op een bankje onder een boom in de schaduw zit te roken. Ik zie een Friese vlag op haar rugzak. We maken kennis met elkaar. Het is Marloes de Jong uit Sneek. Marloes vertelt dat ze in april van dit jaar op het Jabikspaad vanuit Sint-Jacobiparochie haar pelgrimage is begonnen en dat ze nu inmiddels tot hier is gewandeld. In november 2011 – dus nog maar acht maanden geleden – werd ze thuis in Sneek getroffen door een herseninfarct. Maar gelukkig kan ze haar geliefde wandelsport blijven uitoefenen. Haar werk in Sneek had ze opgezegd; daardoor is ze nu in de gelegenheid om in één keer de hele pelgrimage van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela te maken, zowaar een hele prestatie.
Eén grote pelgrimsfamilie
Marloes heeft gedurende haar hele pelgrimage vanaf Fryslân tot hier in Noord-Spanje nog geen enkele andere Friese pelgrim ontmoet, maar ze had inmiddels van andere pelgrims al wel gehoord dat twee andere Friezen - wij – in haar nabijheid waren, dus ze wist dat een ontmoeting met ons één dezer dagen er wel in zou zitten. Pelgrims op de camino zijn eigenlijk één grote familie; de nieuwtjes gaan je ook in dit gezelschap pelgrims vaak al snel vooruit. Zo ook hier.
Met zijn drieën gaan we verder op pad. Een steile klim naar de top van de Montes de Oca hebben we voor de boeg. Zelfs hier passeren ons nog enkele camino-fietsers op mountain bikes. Vlak vóór ons moeten ze echter afstappen, want de helling is te steil om verder te fietsen. De fiets met volle bepakking duwen ze de heuvelrug op, totdat ze weer een stuk kunnen fietsen. Vóór ons valt een camino-fietser bijna in de armen van een pelgrimerende man, die zij juist voorbijgaat.
Iets verder komt ons een jonge pelgrim tegemoet. Hij daalt weer af naar Villafranca Montes de Oca.We denken dat hij daar iets is vergeten, maar later horen we van andere pelgrims - die hem al enkele dagen vergezellen - dat deze jonge Italiaan ineens misselijk is geworden tijdens de klim en na enig overgeven ervoor kiest om terug te gaan naar Villafranca Montes de Oca. De klim over deze heuvelrug is niet alleen zwaar, maar vooral lang tot aan San Juan de Ortega.
Als Marloes, Durkje en ik een eind zijn gestegen op het pad, volgt een schitterend traject door het bos op de heuvelrug, met prachtig bloeiende heide langs het wandelpad.
Buen Camino Marloes!
Op het hoogste punt van de heuvelrug nemen we bij de Franco-gedenksteen 1936 afscheid van de Friese pelgrim Marloes de Jong. Marloes loopt al zo’n twee weken veelal samen met een andere Nederlands pelgrim uit Doetinchem. Deze Nederlandse vrouw loopt nu waarschijnlijk ergens achter ons, dus Marloes sms’t haar om te weten of ze al onderweg is naar deze heuveltop. We nemen afscheid van Marloes, maar het kan best zijn dat we haar later vandaag of wellicht morgen nog wel ergens zullen ontmoeten. We wensen Marloes in elk geval sterkte en succes bij het volbrengen van haar pelgrimage naar en in Santiago de Compostela. Ze is nu al zover gekomen, dus ze zal het over enkele weken allicht wel halen; daar hebben we alle vertrouwen in.
Camino-fietsers op mountain bikes
Voor Durkje en mij volgen dan weer enkele dalende en stijgende stukken over de camino in de Montes de Oca.
Op het moment dat we weer boven aan een heuvel staan, haalt een Spaanse camino-fietser ons in. Het is de fietser voor wie zojuist de beklimming te steil werd. Toen ze bijna in de armen van een wandelende pelgrim viel, bezeerde ze zich tot bloedens toe. Inmiddels is ze weer volop in de ‘strijd’, en ze fietst ons vrolijk groetend nu voorbij.
Na een dal komen we weer op een hoger gelegen deel van de heuvelrug. Het pad vóór ons wordt ineens wel heel erg breed. Vóór ons in het bos ligt namelijk een kilometers lange brandgang van wel zo’n 15 meter breedte.
We volgen kilometers lang deze brede brandgang door het bos. Dit pad kent nauwelijks hoogteverschillen. De fietsende pelgrims op hun mountain bikes kunnen hier behoorlijk vaart maken, dus regelmatig rijden ze ons hartelijk groetend snel voorbij en verdwijnen ze vóór ons als spoedig uit het zicht.
De bodem van deze brandgang heeft voortdurend een andere kleur, van zandgeel tot oranjerood.
Houtkap
Waar het pad weer wat smaller wordt, passeren we hoge en lange stapels kaphout.
Nog iets verder hebben bosarbeiders en een vrachtwagenchauffeur zojuist een lange vrachtwagen geheel volgeladen met boomstammen. Op het moment dat wij passeren, vertrekt de volle vrachtwagen en een volgende komt enkele tientallen meters verderop al leeg aanrijden, om ook te worden volgeladen met kaphout.
San Juan de Ortega
Na zo’n anderhalf uur langzaam dalend wandelen door dit hellingbos van de Montes de Oca, nemen we een afslag linksaf. Daarbij verlaten we de brede brandgang die nog steeds rechtdoor gaat, maar ons pad gaat verder door het grote bosgebied.
Onze route gaat geleidelijk verder omlaag, bij de heuvelrug naar beneden. Als we bij een open plek het naaldbos verlaten, zien we een eind vóór ons al het klooster van San Juan de Ortega staan achter een boszoom. Ons eindpunt voor vandaag is dus vanaf nu in zicht.
Om 13.45 uur wandelen we het gehucht San Juan de Ortega binnen.
We bezoeken eerst de kerkgebouwen van het klooster, waar we onder andere de sarcofaag en de graftombe van San Juan de Ortega (1080-1163) bezichtigen.
Domingo & Juan
Juan de Ortega was een leerling van Domingo de la Calzada. Juan zette de infrastructurele werken van zijn leermeester Domingo voort en Juan was degene die er al in de 12e eeuw voor zorgde dat het wandelpad door en over de Montes de Oca voor de vele pelgrims werd aangelegd door het bos en over de heuvelrug. Zo’n duizend jaar later maken wij dus nog gebruik van de route door en over de Montes de Oca, die de inmiddels heilig verklaarde San Juan de Ortega heeft geïnitieerd.
Afstempelen en verkassen
Bij de refugio van het klooster halen we een pelgrimsstempel voor onze beide pelgrimspassen. Op het verderop gelegen terras van de bar drinken we een kop thee bij onze laatste boterhammen.
Daarna rijden we met de huurauto vanuit San Juan de Ortega terug naar Belorado. Dan rijden we tenslotte met beide auto’s en de caravan naar de stad Burgos, waar we ten zuiden van deze pelgrimsstad een gemeentelijke camping vinden, waar we de komende nachten zullen doorbrengen. Nadat we de caravan op de camping hebben geïnstalleerd, parkeren we de huurauto in het centrum van Burgos, waar we morgen heen zullen lopen.
De 24 kilometer lange, prachtige wandeltocht van vandaag hebben we afgelegd in vijf uren. Een hele mooie wandeling vandaag, met ook een bijzondere ontmoeting met de Friese pelgrim Marloes uit Sneek.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten