Hoogopgaande rotspartijen tussen Iraxe en Azqueta |
Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela
Camino Santiago > Roncesvalles – Santiago de Compostela
Van Estella naar Los Arcos
Vrijdag 4 mei 2012 – 22 km.
Dag 123: 2606 – 2628 km.
Door de Portal de Castilla
Omdat we in ons overnachtingsadres van afgelopen nacht geen ontbijt kunnen krijgen, maken we ons eigen ontbijt klaar in de hotelkamer van het pension, waarin Durkje en ik vannacht in Estella hebben overnacht aan het Plaza de Santiago. Tegen 8.00 uur staan we weer bij het koninklijk paleis van de voormalige koningen van Navarra. Op het moment dat we de eerste stappen zetten op de camino, die door deze stad loopt, slaan de kerkklokken van de links van ons staande stadskerk van San Pedro de la Rúa acht uur. Door de stadspoort Portal de Castilla verlaten we het oude stadscentrum, om vervolgens via de nieuwere stadswijken de stad Estella uit te wandelen. Op de hoek van een woning staat een gele Caminopijl als richtingwijzer, en daarbij een samengestelde figuur van Jacobsschelpen en een geschilderde voorstelling van Sint Jacob aan de muur erbij.
Ayegui
Het eerste dorpje dat we passeren, is Ayegui, dat eigenlijk al één geheel vormt met Estella. We gaan dan in de richting van Irache, dat aan de overzijde van de N111 ligt. Eerst komen we bij het Wijnhuis Irache. Veel pelgrims blijven hier even staan, want hier bevindt zich een bijzondere bron, namelijk een water- en wijnbron.
De wijnbron van Irache
Dit wijnhuis heeft in de muur twee kranen bevestigd. Met de ene kraan kun je water tappen en met de andere kraan kun je wijn tappen. Niemand tapt hier water; bijna iedereen tapt hier wijn. De wijn kun je in een plastic beker tappen, of in een zelf meegenomen beker, mok of – zoals sommigen doen – in een dop van bijvoorbeeld een veldfles. Het is hier een vrolijke boel, want de meesten drinken een half glaasje wijn en moeten dan uiteraard bij deze wonderbaarlijke wijnbron ook even op de foto. Rustig wacht iedere pelgrim tot hij of zij ook aan de beurt is om van dit geestrijke vocht te drinken.
Twee wegen leiden naar Los Arcos
Nadat we iets verderop ook het kloostercomplex Irache zijn gepasseerd, komen we op een splitsing van paden. Er staat een wegwijzer bij deze splitsing, die duidelijk maakt dat je hier twee verschillende routes kunt nemen naar Los Arcos. Iedereen die hier langs komt, houdt even halt om even goed te beoordelen of hij of zij hier nu linksaf of rechtsaf verder moet gaan. Een Aziatische pelgrim staat stil en wacht en kijk wat de anderen gaan doen. Bij de andere pelgrims ontstaat een gesprek wat we hier nu het beste zouden kunnen doen. Onze routebeschrijvingen bieden namelijk die duidelijkheid niet. Een Amerikaanse pelgrim weet te vertellen dat de kortste route de route is met de hoogste klimpartijen en dat de langste route minder zwaar stijgen en dalen kent. Een Nederlandse pelgrim komt er ook bij staan. Als we goed op de borden kijken en dat vergelijken met onze routekaarten, zien we dat beide wegen wel naar Los Arcos leiden, en dat op het linker bord een plaatsnaam staat, die niet op onze routekaart voorkomt, en dat op het rechterbord wel twee plaatsnamen zijn vermeld die op onze routekaarten staan. We kiezen derhalve voor de rechter route, want die gaat in elk geval door het dorpje Villamayor de Monjardín en dat is één van de beroemde plaatsen langs de camino die we in elk geval niet willen missen. Wij gaan dus rechtsaf verder.
Monjardín
We lopen dan langs Hotel Iraxe en verlaten Iraxe door een buitenwijk, langs een recreatiepark met een camping. We gaan door een tunnel en zien dan in de verte al de berg Monjardín met op de top van deze spitse berg een oud bouwwerk.
Ook wandelen we over mooie bospaden door een schitterend bos van steeneiken. Het is mooi fris weer; al voldoende warm genoeg om zonder jas te lopen. De uitzichten vanaf deze hoogte zijn mooi, vooral ook het prachtige uitzicht op de grote rotspartij in de verte aan onze rechterhand.
Azqueta
Als we het bosperceel uit wandelen, zien we na een dubbele bocht het volgende dorp in de verte al liggen: Azqueta.
Als we dichtbij Azqueta komen, halen we drie Duitse pelgrims in, een oudere vrouw met twee mannen. De beide heren kennen we, want daarmee hebben we afgelopen woensdag in Obanos een avond aan tafel gedineerd. Met zijn vijven wandelen we even later het dorpje Azqueta in.
In Azqueta is alles gesloten, dus voor een welverdiende kop koffie moeten we nog even doorlopen naar het volgende dorp. Stijgend en dalend gaan we verder door dit mooie landschap. Al snel ligt Azqueta ver achter ons.
Tussen akkers, velden en wijngaarden door komen we steeds dichter aan de voet van de berg Monjardín.
Villamayor de Monjardín
Om 10.00 uur wandelen we Villamayor de Monjardín binnen.
Grote reclameborden wijzen ons de weg naar de horecagelegenheid waar pelgrims kunnen rusten en genieten van een koude of warme consumptie. Hoog ten opzichte van de kerk staat de refugio van dit dorp en daarbij ligt een groot plein. Op dat plein is een hele grote scheef aflopende overkapping gebouwd, waaronder terrastafels en tientallen stoelen staan vóór het plaatselijke café. Het is er druk, maar we vinden nog wel een zitplaats op het terras. We bestellen twee grote koppen koffie en eten een paar stukken brood om voldoende gevoed aan een volgend stuk van de route te kunnen beginnen.
Dodenherdenking
We hebben nu twee uren gelopen, dus het is een mooi moment voor een koffiepauze, althans zo denken wij. Ook de andere Nederlanders zitten aan een kop koffie en eten hun brood, al dan niet hier in de bar gekocht. Het merendeel van de Duitse pelgrims heeft duidelijk een andere drinkcultuur dan de Nederlanders, want de meeste Duitsers zitten nu al achter een groot glas bier. Nu wonen we als Nederlanders en als Duitsers in Europa zo dicht bij elkaar, toch is er tientallen jaren geleden een afschuwelijke kloof geweest tussen de Duitsers en de Nederlanders (het is vandaag voor ons immers ook niet voor niets Dodenherdenking) en toch zijn we hier als Nederlanders en Duitser zo kameraadschappelijk met elkaar op stap; maar op die kleine momenten van zo’n koffiepauze zie je dat er zich in grote lijnen toch een verschil aftekent in cultuur tussen beide buurlanden, ook al is het hier en nu alleen al het verschil tussen koffie en bier om 10.00 uur in de ochtend. Als wij de koffie op hebben, gaan we verder. Onderaan het dorpsplein tappen we nog wat water bij de waterbron tegenover de kerk.
De schaapherder en de pelgrim
We weten dat we vandaag na Villemayor de Monjardín tot aan onze bestemming Los Arcos geen steden, dorpjes en gehuchten meer door zullen komen. Een route van ruim 12,5 kilometer door open landschap zal nu nog volgen. Onderweg passeren we een schaapherder met zijn kudde schapen bij een grote schuur. De actieve hond van de herder houdt de schapen keurig bijeen.
Een lange weg volgt over steenachtige paden tussen weiden en akkers door. Ver vóór je en ver achter je zie je de pelgrims gaan en komen.
Natuur en landschap
Het is prachtig weer met af en toe lichte zonneschijn. Het is nog wel behoorlijk bewolkt, maar het waait nauwelijks en de temperatuur loopt op tot 20 graden Celsius. Lopen in ons wandelshirt is een genoegen bij dit mooie weer. Aan de rechterzijde van ons pad vinden we op een gegeven moment een prachtige plantengroei. Onze wandelgids geeft aan dat hier nog de oorspronkelijke vegetatie van deze streek wordt aangetroffen. Landschap en vegetatie zijn een lust voor het oog.
Als je af en toe weer even een stukje hoger bent geklommen, verkrijg je schitterende uitzichten over dit weidse landschap. De frisse voorjaarskleuren, het mooie ochtendzonlicht en de vrij donkere luchten met wolkenpartijen maken dat het uitzicht doorgaans magnifiek is.
Op een gegeven moment krijgen we schitterend roze gekleurde hoge struiken langs het pad.
Ook als we met een kleine houten brug de Arroya de Riomayor oversteken, vinden we links en rechts van het pad die mooie roze gekleurde struiken.
Komen en gaan
Ergens midden in het bergachtig gebied vinden we een passende zitplaats op een muurtje van een lage stenen brug. Rustend, etend en drinkend kunnen we zo de vele voorbijgaande pelgrims groeten. De meesten hebben we in de afgelopen dagen al eens of enkele malen gezien. De een loopt groetend door, de ander blijft even zittend of staand een praatje maken en daarna gaat het weer verder. Contacten zijn hier heel ongedwongen. Je praat even met elkaar en daarna gaat ieder weer verder, alleen of in een groepje.
Sint Jacob in Los Arcos
Als we de 22 kilometer van vandaag achter onze rug hebben, wandelen we onze bestemming voor vandaag binnen, het dorpje Los Arcos.
Hier en daar zien we dat pelgrims al hun intrek hebben genomen in de pelgrimsherbergen. Sommigen zitten al lekker aan een hapje en een drankje op de terrassen van de plaatselijke bars.
Het interieur van de kerk van Santa María is fraai versierd, in een combinatie van gotiek en barok, de zogenoemde churriguereske stijl, ofwel uitbundige Spaanse barok. Wij vinden er ook een beeld van Sint Jacob.
Wij wandelen voorbij de Santa Maríakerk door dit oude dorpscentrum, op zoek naar een geschikte slaapplaats voor de komende nacht. We wandelen door de stadspoort het oude centrum uit.
Albergue Casa Alberdi
Zoekend naar een slaapplaats bezoeken we onder andere de gemeentelijke refugio. Daar is het al erg vol en bovendien moet je hier slapen op plastic matrassen, wat niet bijzonder aangenaam ligt. Achter de gemeentelijke herberg, is een particulier overnachtingsadres. Een groot standbeeld van een pelgrim staat naast het huis.
Als we aanbellen, roept de gastvrouw boven ons vanaf het balkon dat we even moeten wachten. Ze hangt op het balkon juist de laatste was op. Als ze na zo’n 5 minuten bij ons beneden komt, laat ze ons een gastenverblijf zien. Het ligt bovenop een achter het grote gasthuis staand gebouw. Onder in dat bijgebouw is een grote slaapzaal. Boven zijn twee gescheiden gastenkamers met een gemeenschappelijke douche en toilet. Het ziet er goed uit en bovendien hebben we dan ook een heel dakterras tot onze beschikking, en het is bovendien mooi weer om daar te zitten. De andere kamer is nog niet bezet, maar die zal allicht wel vol komen, want het is nu al druk op de camino. We schrijven ons in, krijgen een stempel in ons pelgrimspaspoort en we betalen voor de nacht. Dan krijgen we de kamer toegewezen.
Buurvrouw Silvia
Als we enige tijd later onze grote rugzakken uit Estella hebben gehaald en weer terug komen bij ons nachtverblijf, ontmoeten we tot onze verrassing de Duitse pelgrim Silvia weer, die enkele nachten geleden bij ons in een refugio sliep in Larrasoaine. Silvia heeft de kamer naast ons genomen. Daarmee is ons dakterras ook al direct weer een stuk gezelliger geworden. Als ik het verslag van de dag type, zitten Durkje en Silvia gezellig met elkaar op het dakterras in de zon.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten