zaterdag 3 november 2018

Marcher, une philosophie

Vrijdag 2 november 2018 
Cover van 'Wandelen'

Wandelen
Tot rust komen, één worden met de natuur, voldoening: de zegeningen van het wandelen spreken steeds meer mensen aan. Voor lopen is geen scholing, techniek, materiaal of geld nodig. Alleen een lijf, ruimte en tijd.
Wandelen wordt door de Franse filosofie-hoogleraar Frédéric Gros nadrukkelijk beschreven als een filosofische daad, en als een spirituele ervaring.
Voor veel grote historische, filosofische of literaire figuren was lopen ook een manier om gedachten te ontwikkelen, of inspiratie op te doen, denk maar aan Arthur Rimbaud, Friedrich Nietzsche (wandelen als vlucht), Rousseau (wandelen om jezelf weer terug te vinden) Mahatma Gandhi (wandelen als mystiek), en Immanuel Kant.
Frédéric Gros schreef het boek 'Marcher, une philosophie', dat voor de Nederlandstalige markt door Liesbeth van Nes van het Frans naar het Nederlands werd vertaald. De titel van de Nederlandstalige versie is 'Wandelen', met als ondertitel 'een filosofische gids'.

Een filosofische gids
Ook existentiële, mystieke en culturele aspecten van het lopen komen in dit boek ter sprake. zoals: eeuwigheid, eenzaamheid, stilte, traagheid, vrijheid en de pelgrimstocht.
Wandelen zal veel mensen die het niet van zichzelf weten, tonen dat ze eigenlijk wandelende denkers zijn. Wandelen zorgt dat je open staat voor andere indrukken. Met lezen kun je soms te diep reiken, maar al wandelend komen je gedachten los.
Gros wil met dit boek zijn lezers wijzen op de rol en het genot van wandelen, als vorm van filosofie en spiritualiteit.
Hieronder volgt een serie citaten uit deze filosofische gids, om een idee te geven en te krijgen van de inhoud van deze publicatie van Frédéric Gros.

Wandelen is geen sport
  • Om te vertragen, is er nooit iets beters verzonnen dan wandelen.
  • Als je wandelt, is er maar één ding dat telt: de intensiteit van de hemel, of de schittering van het landschap.
Vrijheden
  • Wandelen biedt je de vrijheid van de time-out.
  • Alleen wandelen kan ons bevrijden van ons idee van wat onontbeerlijk is.
  • Alle schijnbare mogelijkheden tot vrijheid op microniveau leiden alleen maar tot versnelling van het systeem, wat mij nog meer een gevangene maakt.
  • Alle dingen bezitten alleen maar realiteit en belang als ik ze die verleen.
  • Het besluit te gaan wandelen, kun je beschouwen als gehoor geven aan de roep van het wilde.
  • Onder het wandelen ontsnap je aan het hele idee van identiteit.
  • Iemand zijn is een sociale verplichting die ons vastkluistert.
  • De vrijheid tijdens het wandelen is dat je niemand bent.
  • Wandelen is een manier om te laten zien dat je de rotte, vervuilde, vervreemdende, ellendige samenleving afwijst.
  • De hindoeïstische filosofie deelt de levensweg van de mens in in de volgende vier etappes die de mens in zijn/haar leven in deze volgorde doorloopt: leerling, volwassene, kluizenaar, pelgrim.
  • De wijze heeft van alles afstand gedaan.
  • Van de volslagen vrijheid die voortkomt uit het afstand doen, is een glimp op te vangen tijdens lange trektochten.
Waarom ik zo'n goede loper ben (Nietzsche)
  • Een breuk in het leven is moeilijk, omdat de band die losraakt, ons leed berokkent.
  • Je moet kunnen gehoorzamen, wil je kunnen bevelen.
  • Het lichaam neemt wraak voor een reeks gevallen van diepgaand onbegrip.
  • Voor Nietzsche is wandelen zijn element.
  • Te veel boeken ruiken naar de roerloze lucht van leeszalen of kantoren.
  • Bibliotheken zijn altijd te donker.
  • Een wandelend lichaam is gestrekt en gespannen als een boog: het staat open voor de grote ruimte als een bloem voor de zon.
  • De mens die al wandelend een boek schept, is vrij van banden.
  • Denken, beoordelen, besluiten zijn gedachtegangen die ontstaan uit beweging.
  • Mijn voet heeft behoefte aan maat, mars en dans.
  • De vondst van een nieuw landschap gaat gepaard met een jubelstemming.
Buiten
  • Wandelen is buiten zijn.
  • Wandelen veroorzaakt een omkering van de logica.
  • Als je naar buiten gaat, betekent dat normaal dat je van het ene binnen naar het andere binnen gaat.
  • Buiten is een soort corridor, ergens tussenin, tussen twee interieurs, van onderkomen naar onderkomen.
  • Als je naar buiten gaat om te wandelen, gaat het om het buiten zijn, en niet om ergens heen te gaan.
  • Buiten is datgene wat stabiel blijft.
  • We zijn vertrokken om te gaan wandelen, om buiten te blijven.
  • De grote scheiding tussen binnen en buiten blijkt door het wandelen omgegooid te zijn.
  • Wandelend woon ik in een landschap.
Traagheid
  • Wandelen, iedereen kan het.
  • Tijdens het wandelen is er geen betere uitdrukking van zelfverzekerdheid dan traagheid.
  • Een goede wandelaar glijdt.
  • Traagheid is vooral het tegenovergestelde van haast.
  • Haast en snelheid versnellen de tijd.
  • Je haasten, is een aantal dingen tegelijk doen.
  • Traagheid is in perfecte overeenstemming zijn met de tijd.
  • Het uitrekken van de tijd verdiept de ruimte.
  • Als je wandelt, dringen de dingen steeds verder in je lichaam.
  • Het landschap is een pakket smaken, kleuren en geuren waarmee het lichaam wordt doordrenkt.
De drift te vluchten (Rimbaud)
  • Rimbaud komt al wandelend aan, beladen met poëzie, gemaakt op het ritme van de paden en van zijn zwaaiende armen.
  • Om te vertrekken, te wandelen, vooruit te komen, is er woede nodig.
  • Wandelen is een uitdrukking van woede, een redeloos besluit.
  • Op weg gaan, is altijd vertrekken: iets achter je laten.
  • Je vertrekt altijd met gemengde gevoelens; aan de ene kant bezorgdheid, aan de andere kant lichtheid.
  • In het wandelen zit iets van vluchten; de grote vreugde iets achter je te laten.
  • Bij het wandelen komt de enorme vreugde van de vermoeidheid, de uitputting, het vergeten van jezelf en van de wereld. 
  • Je weet altijd waarom je wandelt: om vooruit te komen, te vertrekken, te bereiken en weer te vertrekken.
Eenzaamheid
  • Een lange voetreis moet alleen worden gemaakt, want de vrijheid is essentieel.
  • Bij het wandelen gaat het er wel degelijk om je basisritme te vinden, en vast te houden.
  • Met zijn drieën of zijn vieren zijn momenten van gedeelde eenzaamheid mogelijk.
  • Ook eenzaamheid kun je delen, net als het brood en de dag.
  • Met meer dan vijf is het onmogelijk de eenzaamheid te delen.
  • Het is onmogelijk om alleen te zijn als je wandelt, daarvoor zijn alle dingen onder je blik te veel je bezit, ze worden je geschonken.
  • Zodra ik wandel, ben ik meteen met zijn tweeën. Mijn lichaam en ik: een stel. De ziel is werkelijk in alles de getuige van het lichaam.
Stilte
  • Er zijn verschillende stiltes: de hervonden vanzelfsprekendheid van de stilte, de stilte van de bossen, de stilte van lastige tochten, de stilte van de dageraad, en de stilte van het wandelen in de sneeuw.
  • In de stilte van het wandelen - wanneer je het gebruik van de woorden uiteindelijk kwijtraakt, omdat je niets anders doet dan wandelen - luister je beter.
  • De enige woorden die de wandelaar overblijven, zijn woorden van niets.
De wakende dromen van de wandelaar (Rousseau)
  • Rousseau beweerde dat hij alleen echt kan denken, scheppen, creëren, geïnspireerd raken, als hij wandelt.
  • De drie grote ervaringen van het wandelen zijn: de dageraad, het middaguur en de schemering.
  • Wandelen brengt je terug naar de absolute eenvoud van je bestaan, van alle hoop verlost, vervuld nog slechts van wachten.
  • Wandelend, komt je lichaam langzaam vooruit, met gelijkmatige pas; en juist die rust geeft de geest vrijaf.
  • De grote liefde staat altijd aan het eind van de weg.
  • Op je zestiende of zelfs op je twintigste heb je niets te dragen dan je eigen lichte hoop.
  • Je moet lange tijd wandelen om de mens van vroeger, de eerste mens in zichzelf terug te vinden.
  • De mens heeft zichzelf op natuurlijke wijze lief, maar geeft nooit de voorkeur aan zichzelf.
  • Je moet een hele tijd wandelen om weer van jezelf te leren houden.
  • Aan het eind van een wandeling is een mens beter in overeenstemming met zichzelf, en met de anderen.
Gevoelens van eeuwigheid
  • Iets nieuws is waar mensen naar op zoek zijn.
  • Zodra je wandelt, is nieuws van geen enkel belang meer.
  • Morgen draagt de taken van overmorgen alweer in zich.
  • Als we voor een paar dagen of een paar weken vertrekken, laten we niet alleen ons beroep achter, onze buren, onze zaken, onze gewoontes, onze beslommeringen, maar ook onze ingewikkelde identiteiten, onze gezichten en maskers.
De verovering van het wilde (Thoreau)
  • Thoreau weigert zijn leerlingen lichamelijk te straffen, en vindt dat hij alleen zinnig bezig is, als hij zijn lessen afwisselt met lange wandelingen.
  • Thoreau voorvoelt het onbegrensde winstbejag en de plundering van de natuur, die alleen nog vanuit winstoogmerk wordt bekeken.
  • Niet alleen voor mijn innerlijk leven, maar voor mijn totale, hele leven, is het profijt van wandelen enorm.
  • Wandelen maakt omvangrijk.
  • Als je wilt weten of je iets wel of niet moet gaan doen, vraag je dan naar aanleiding daarvan af: "Kan iemand anders het in mijn plaats doen?" Zo ja, laat het dan achterwege, behalve wanneer het absoluut onontkoombaar is.
  • Bij werk kun je je laten vervangen, maar niet bij wandelen.
  • Wat verlies ik aan zuiver leven, als ik mezelf dwing meer geld te verdienen? 
  • Het kost de rijken iets om rijk te zijn: ze moeten werken, zich zorgen maken, waakzaam zijn, nooit verslappen.
  • Je hoeft maar één dag in de week te werken om genoeg te verdienen om van te leven.
  • Soberheid is de ontdekking dat eenvoud bevredigt; de ontdekking van de volmaakte vreugde met drie keer niks.
  • Rijkdom is beslist te duur, voor veel te veel mensen.
  • Hoeveel mensen gaan er niet wandelen om ver weg te kunnen gaan, en te vertellen wat ze allemaal hebben gezien?
  • Je hoeft niet erg ver te gaan om te wandelen.
  • Wandelen betekent dat je aan de kant gaat staan, buiten de wereld.
  • Schrijven zou moeten zijn: de getuigenis van een zwijgende, levendige ervaring.
  • Boeken zouden ons niet moeten leren hoe te leven (de treurige opdracht van mensen die lesgeven), maar ons lust moeten geven om anders te leven.
  • Een boek moet het middel zijn waardoor je van het ene naar het andere leven kunt overstappen.
  • Alleen wat intensief is meegemaakt, moet worden beschreven. 
  • De enige solide basis is de ervaring.
  • Wandelen vult het hoofd met de aanwezigheid van de wereld.
  • 's Ochtends wandelen is ontdekken hoe onbeduidend onze wil is.
  • Er valt niets van het verleden te leren, want dan is leren het herhalen van oude fouten.
  • Een echt leven is altijd een ander, afwijkend leven.
  • We zitten verstrikt in onze eigen oordelen. 
Energie
  • In plaats van de handen ten hemel te heffen om de gunst van de hemelse goden af te smeken, wandelt de Amerikaanse Indiaan liever blootsvoets op de aarde.
  • Wandelen is bij uitstek een soort van voortdurend opdoen van energie.
Op pelgrimstocht gaan
  • Het maken van een pelgrimstocht is één van die grote culturele vormen van wandelen.
  • De pelgrim hoort nooit thuis waar hij wandelt: hij is een vreemdeling.
  • Benedictus legde de 'stabilitas loci' (de plaatsgebondenheid) op aan de monnik.
  • Woestijnvaders maakten al onderscheid tussen de pelgrim en de heremiet.
  • Wandelen is een omschakeling, een oproep.
  • Wandelen is ook een manier om iets te beëindigen, en je los te wringen.
  • De pelgrim is niet alleen maar een metafoor voor het menselijk lot.
  • Een pelgrim is een gewijde wandelaar, met een juridische status.
  • De eerste reden voor een pelgrim om te vertrekken, was om zijn devotie te vergroten, van zijn trouw te getuigen. Maar het kon ook een boetedoening zijn voor zeer ernstige fouten, een straf met een dimensie van leed. De pelgrim kon ook met een verzoek op pad gaan, om bijvoorbeeld de voorbede van een heilige te vragen. En je kon ook een pelgrimstocht ondernemen om God te danken voor een bijzondere gunst die je had ontvangen.
  • Op pelgrimstocht gaan, is een teken van geloof. Het is vanwege de nederigheid van het wandelen tegelijk ook een voortdurende ascese, die zelfs menigmaal gepaard gaat met vasten, en voortdurend met gebeden.
  • Vermoeidheid werkt zuiverend, breekt de hoogmoed af. En het gebed wordt er transparanter door.
  • Pelgrimstochten werden om veiligheidsredenen in kleine groepen gemaakt, vaak zelfs te paard, wanneer de afstanden bijzonder groot waren. Wel bestond dan de verplichting om af te stappen zodra het eindpunt in zicht kwam. Het laatste stuk moest te voet worden afgelegd.
  • Hij die wandelt, is een arme onder de armen.
  • Grote politieke en sociale onrusten maakten de pelgrimsweg steeds gevaarlijker.
  • Raadselachtige en sterke redeneringen voor het succes van de Jacobus-pelgrimage zijn ook: de pracht van de weg erheen, en van het verhaal.
  • Net als in Rome moet de pelgrim, als hij eenmaal in Jeruzalem is aangekomen, nog aan de echte pelgrimage beginnen.
  • Wandelen is naar het Westen gaan.
  • Compostela is de voltooiing van de reis, maar laat de reis intact. Het grote succes van Santiago is te danken aan de combinatie van de weg en het einddoel. Zowel de route als het heiligdom wordt gesacraliseerd.
  • Vanuit Frankrijk zijn er vier hoofdroutes, en ontelbare secundaire routes.
Geestelijke wedergeboorte en aanwezigheid
  • Innerlijke transformatie blijft het mystieke ideaal van de pelgrim: hij moet volkomen veranderd terugkeren (de geestelijke wedergeboorte).
  • De pelgrim denkt terug aan al die mensen van wie hij niet heeft kunnen houden, bidt voor hen en verzoent zich met zijn verleden, voordat hij het voorgoed achter zich laat.
  • Je bent het leven gaan zoeken, en dit is het leven.
  • Je moet wandelend gaan: omdat het wandelen tijd neemt, komt je aanwezigheid vanzelf. Aanwezig is alleen hij die de tijd neemt.
  • Wandelen maakt de tijd omkeerbaar.
De cynische benaderingswijze
  • Socrates kon niet stil blijven staan, maar het was niet zo dat hij van wandelen hield (hij stond zelfs onverschillig tegenover wandelen, en was afkerig van het platteland); hij was op zoek naar mensen, op pleinen of in de buurt van een stadion.
  • Aristoteles zou zijn bijnaam 'Wandelaar' te danken hebben aan het feit dat hij al wandelend onderwees.
  • 'Peripatein' betekent 'wandelen' in het Grieks, en ook 'converseren', dus 'al wandelend een gesprek voeren'.
  • Het elementaire is de waarheid van wat standhoudt, niet bezwijkt.
  • Het lichaam functioneert zonder rekening te houden met regels of normen.
  • Het gaat er niet om dat je je moet losmaken van alle onnutte rijkdommen die ons in de weg zitten, maar om het nuttige nog wat uit te hollen, tot je aan het noodzakelijke raakt. We moeten slechts het noodzakelijke aanvaarden.
  • Rijk is wie het aan niets ontbreekt.
  • Het ideaal is volkomen verwezenlijkt in het ontworteld zijn.
Gevoelens van welzijn
  • Wandelervaring is een praktische introductie van de grote klassieke wijsheden.
  • Wat het plezier zoekt, is intensiteit. Wachten op plezier doet het de das om.
  • Vreugde en bevestiging gaan samen.
  • Droefheid is passiviteit.
  • Vreugde neemt toe met de herhaling, wordt rijker.
  • Geluk is vooral een zaak van ontmoetingen, en dus afhankelijk van situaties. Geluk is kwetsbaar, juist omdat het niet herhaalbaar is.
  • Sereniteit is natuurlijk verbonden met de traagheid van het wandelen, en met het zich herhalende karakter ervan: je moet erin verdwijnen.
Het melancholieke dolen (De Nerval)
  • Wandelen heft het verdriet niet op, maar verandert het.
Het dagelijkse ommetje (Kant)
  • De wandeling werpt licht op drie belangrijke aspecten van de ervaring van het wandelen: de eentonigheid (1), de regelmaat (2), en het onvermijdelijke.
  • De belevenis is nooit onderdeel van het wandelen, maar vormt er juist een onderbreking van.
  • Het geheim van de eentonigheid (1) is dat ze een middel tegen de verveling is. Verveling is een niet bewegend lichaam, dat geen weg weet met het brein waarin geen enkele gedachte opwelt. De herhaling van het wandelen verdrijft de verveling. De eentonige plicht van het lichaam, maakt de weg vrij voor het denken. De geest komt weer voor iets open te staan. 
  • Het is de samenhang die zo indrukwekkend is, het gegeven van iets reusachtigs dat is verkregen door een inspanning, een kleine, steeds herhaalde handeling (2), door discipline. Met discipline krijg je het onmogelijke voor elkaar, door het mogelijke koppig te herhalen.
  • Discipline maakt de lotsbestemming van de wil voelbaar, die Nietzsche definieerde als de vrijheid.
Wandelingetjes
  • Opgroeien betekent dat je ontvankelijk wordt voor louter algemeenheden, overeenkomsten, soorten van Zijn.
  • Werk veroorzaakt uiteindelijk altijd een zekere geprikkeldheid, die te wijten is aan een te langdurige concentratie.
  • De wandeling is eerder een verandering van ritme: het maakt de lichamelijke ledematen en de geestelijke vermogens los.
  • Het geheim van de wandeling is juist dat de geest beschikbaar is. Die beschikbaarheid is een zelden voorkomende combinatie van ontspanning en activiteit, voortspruitend uit een wandeling; en dat is nu juist de hele bekoring ervan.
  • De wandeling wordt een redeloos esthetisch moment, waarop je de lichtheid van het leven weer ontdekt, en merkt hoe aangenaam een ziel in vrije harmonie met zichzelf en de wereld voelt.
Parken
  • De (Parijse) Tuilerieën (parken) zijn een droomplek voor bloeiende meisjes, voor getrouwde vrouwen op zoek naar avontuurtjes, of voor troostbare weduwen. Want voor een vrouw is er niets zo stomvervelend als maar één man voor haar neus te hebben: haar echtgenoot.
De flaneur van de stad
  • Flaneren veronderstelt drie elementen, of het samen optreden van drie voorwaarden: de stad (a), de mensenmenigte (b), en het kapitalisme (c). De flaneur (A)is wel degelijk iemand die wandelt. Het flaneren kan pas ontstaan, als de stad dermate afmetingen heeft aangenomen, dat ze een landschap is geworden. 
  • Wandelen in de stad (a) veronderstelt een onregelmatig ritme.
  • De mensenmenigte (b) is vijandig tegenover alle individuen waaruit ze bestaat. In die menigte blijken de belangen tegenstrijdig te zijn. Niemand is er op uit een ander te ontmoeten. Tegenwoordig is anonimiteit de regel.
  • Bij kapitalisme (c) wordt hier bedoeld: de heerschappij van de waar. Het gaat erom te verkopen en zich te verkopen.
  • De wandelaar die de wijde wereld in trekt met zijn rugzak, vormt ten opzichte van de beschaving een opzienbarende breuk, een radicale ontkenning.
  • De flaneur (A) is op vier terreinen ondermijnend: op dat van de eenzaamheid (1), van de snelheid, van het keihard zakendoen (C), en van de consumptie. De flaneur voelt zich veel meer zichzelf (1) omdat hij vanuit zijn innerlijk opereert, wat hem van de massa afleidt en onderscheidt, ten gunste van hemzelf. De flaneur verzet zich tegen de snelheid (2), zijn traagheid schept de voorwaarde voor een hoger staande behendigheid; die van de geest. De flaneur is volkomen nutteloos (C), en zijn gelanterfant veroordeelt hem tot een leven in de marge.
  • De wandelaar ontplooide zich volledig door in een eenwording te verzinken, de flaneur door in een grote hoeveelheid losse schitteringen te exploderen.
Zwaartekracht
  • Vooral als je heel lang hebt gewandeld en je vermoeidheid enorm is, komt er een moment waarop je opeens niets meer voelt.
  • De lichtheid van het hardlopen, is de overwinning op de zwaartekracht.
  • Je moet elke keer wortel schieten om weer verder te gaan.
  • Schimmige niet-nomaden slijten hun leven in kantoren met achter hun pc te zitten tikken. Laat hem gaan lopen en het evenwicht is meteen hervonden.
  • Lopen is de uitdrukking van de ruimte, en brengt het landschap tot leven.
  • Als je wandelt, is stoppen een natuurlijk gegeven. Er is een soort continuïteit tussen lopen en rusten, omdat je de wet van de zwaartekracht niet overtreedt, maar eraan gehoorzaamt.
Elementair
  • Voor de wandelaar komt bij het inpakken altijd weer de vraag naar boven of 'dit' werkelijk nodig is, want je moet je maximaal beperken.
  • Het enige wat telt, is een bepaalde strikte verhouding tussen gewicht en doelmatigheid. Wandelend heb je alleen behoefte aan het noodzakelijke.
  • Het enige wat voor de wandelaar telt, is een vol en volledig vertrouwen in de gulheid van de wereld.
  • Aan het elementaire geef je je over, en het geeft zich volkomen aan ons. Maar om te ervaren wat het werkelijk is, moet je een risico nemen, het risico het noodzakelijke achter je te laten.
Mystiek en politiek
  • Gandhi had ervaren wat de spirituele en politieke waarden van het wandelen zijn.
  • Gandhi heeft altijd grote waarde gehecht aan beloften die je aan jezelf of aan anderen doet. Hij zag die geloftes altijd als onherroepelijk.
  • Het wandelen biedt de gelegenheid voor een ferme houding ten opzicht van jezelf, van nauwgezet onderzoek. Al wandelend reken je met jezelf af.
  • Het langzame tempo van de (Zout)mars (van Gandhi) is een verwerping van de snelheid (I). Het is de keuze voor een kalme kracht in plaats van eeuwige gejaagdheid. Wandelen betekent voor Gandhi de voorrang geven aan de langzame energie van het uithoudingsvermogen. Wandelen is een daad in nederigheid; het herinnert ons aan de zwaartekracht en onze zwakheid. Wandelen is het lot van de arme. Maar nederigheid is niet hetzelfde als armoede. Nederigheid is de rustige erkenning van onze eindigheid.
  • Eeuwenlang was het langzame lopen in traditionele samenlevingen eigen aan de vrouwen, om bijvoorbeeld water te halen, of kruiden te verzamelen.
  • Tijdens het wandelen, komen alleen maar ijdele pretenties ten val en we worden weer wie we werkelijk zijn.
  • De (Zout)mars (van Gandhi) heeft ook het kenmerk van de eenvoud (II). Door de vereenvoudiging van het bestaan, kun je snel, rechtstreeks en zeker het wezenlijke bereiken. 
  • Als je een leven leidt waarin je meer gebruikt dan je nodig hebt, buit je je naaste al uit (Gandhi).
  • Met je handen werken, staat gelijk aan weigeren een ander uit te buiten.
  • Door te wandelen, kom je in contact met de mensen in hun dagelijks leven: je komt langs de velden waar ze werken, langs hun huis.
  • De derde kant die Gandhi verheerlijkt, is de onverstoorbaarheid en het uithoudingsvermogen (III): je goed houden. Wandelen vereist een matige, maar voortdurende inspanning. Het wandelen vereist vastberadenheid: onverstoorbaarheid en wilskracht. Het wandelen put je woede uit, het zuivert je.
  • Gandhi: verlies bij gewelddadigheden nooit je waardigheid en doe dat door geen agressiviteit te laten blijken. Laat integendeel ten opzicht van hem die je slaat, groot medelijden blijken. Beantwoord geweld met de spirituele kracht van de liefde. Geweldloosheid maakt het geweld te schande.
Herhaling
  • Verveling is het ontbreken van plannen, van vooruitzichten. Verveling is een soort doelloze opstand tegen de onbeweeglijkheid. Wat je ondervindt, is de enorme, ondraaglijke onbeduidendheid van je eigen wensen. Wandelen is in dat opzicht niet vervelend, maar wel gewoon eentonig.
  • Je moet lopen om in beweging te komen, zodat je gedachten door de energie van je lichaam een impuls krijgen, en weer op gang komen.
  • De dichter William Woodsworth (1770-1850) wordt beschouwd als de uitvinder van de zwerftocht. In zijn tijd was er een groot verschil tussen lopen en wandelen. Met wandelen kon je je sociaal onderscheiden. Wandelen is een lichtzinnige manier van lopen. 
  • Telkens wanneer iemand een heel eind wandelt, welt er vanzelf poëzie naar zijn lippen. 
  • Psalmen zijn in wezen altijd het lied van een pelgrim. De psalm moet doorleefd worden in het lichaam.  
  • In het wandelen vinden we de enorme kracht van de herhaling, de herhaling van hetzelfde. Daaruit ontstaan psalmen, gescandeerde geloofsuitingen die in de vibratie van het lichaam worden doorleefd. Een absoluut elementair gebed, dat slechts uit een paar woorden bestaat, is: "Heer Jezus, zoon van God, ontferm U over mij, zondaar". Het doel van zulke herhalingsoefeningen is de geest terugbrengen in het hart.
  • Als je wandelt, is er ook een moment waarop uit de eentonige herhaling van je voetstappen plotseling een volkomen rust intreedt.

Geen opmerkingen: