vrijdag 30 maart 2012

Moderne spiritualiteit tussen traditie en vernieuwing


Vrijdag 30 maart 2012
Cover van de symposium-publicatie

Moderne spiritualiteit
Moderne spiritualiteit heeft eigen vormen, die getuigen van een soms moeizaam verworven evenwicht tussen traditie en vernieuwing. Dat blijkt als drie twintigste-eeuwse spirituele denkers de revue passeren, zoals hier: Simone Weil, Abraham Joshua Heschel en Dag Hammarskjöld. Bij hen komen bepaalde problemen en spanningen van de moderniteit op indringende wijze aan het licht. Het gaat om spanningen in de verhouding van individu en gemeenschap, om de verbinding tussen handelen en reflectie en om de houding tegenover de eigen religieuze traditie. Maar niet alleen de problemen waarmee zij worstelen, kunnen ons begrip van moderne spiritualiteit verhelderen. Vooral de oplossingen die zij zoeken, staan onder het beslag van de moderniteit.

Van symposium naar publicatie
In december 1996 organiseerde onze Vereniging voor Christelijk Wetenschappelijk Onderwijs (VCWO) in samenwerking met de Faculteit der Wijsbegeerte van de Vrije Universiteit in de VU te Amsterdam het symposium ‘Moderne spiritualiteit tussen traditie en vernieuwing’. De voordrachten van dat symposium werden gebundeld onder redactie van VCWO-staffunctionaris dr. Bart Voorsluis en ze werden in boekvorm uitgegeven in het jaar 1997 met als gelijknamige boektitel: ‘Moderne spiritualiteit tussen traditie en vernieuwing’.
Alleen de in dit boek opgenomen bijdrage over het dagboek van Dag Hammarskjöld is door Voorsluis speciaal voor deze bundel geschreven en toegevoegd als laatste hoofdstuk.

Onderzoeksvraag
De vraag die in dit boek wordt onderzocht is of er een eigen vorm van spiritualiteit bestaat die ‘modern’ of ‘hedendaags’ kan worden genoemd. De volgende drie kwesties worden in de uitwerking meegenomen, te weten:
  • Het op het oog tegenstrijdige verschijnsel van enerzijds een groei in belangstelling voor spiritualiteit en anderzijds de huidige secularisatietendens.
  • De vraag aan welke bronnen de hedendaagse spiritualiteit zich laaft of laat laven.
  • Wat is de relatie tussen spiritualiteit en concrete activiteit dienstbaar aan de maatschappij.
Inleiding
In de verhelderende inleidende beschouwing van Bart Voorsluis komen drie sociologische kenmerken van moderniteit aan het licht, te weten: individualisering, fragmentalisering en instrumentalisering. Ook schetst Voorsluis de relatie tussen spiritualiteit en secularisatie. Volgens Bart Voorsluit biedt moderne spiritualiteit tussen traditie en vernieuwing een inspirerende kennismaking met drie belangwekkende gestalten van hedendaags spiritueel denken. Voorsluis: “De laatste decennia lijkt spiritualiteit ontdaan te worden van haar oorspronkelijke verwijzing naar christelijke bronnen’.

Moderne spiritualiteit en secularisatie
Cultuursociologe Anneke van Otterloo beziet 'moderne spiritualiteit en secularisatie' vanuit haar invalshoek van de sociologie; ze plaatst het tegen de achtergrond van maatschappelijke ontwikkelingen, zoals: fragmentatie en individualisering, en commercialisering en marktwerking. Van Otterloo spreekt niet over ‘secularisatie’, maar over een ‘religieuze verandering’.

Anneke van Otterloo:
  • Veel meer mensen leven nu onder voorwaarden die individuele reflectie en innerlijkheid eenvoudiger mogelijk maken dan vroeger.
  • Men kan aan spiritualiteit doen zonder ergens lid van te zijn of zich aan dwingende regels te houden.
  • Spiritualiteit duidt ook op het verlangen naar een zinvol en moreel bestaan, dat harmonisch en evenwichtig verloopt.
  • In Europa zijn de kerken verschoven van de culturele en maatschappelijke kern naar de rand. Ook op binnenkerkelijk en individueel niveau neemt de (christelijke) godsdienstigheid af.
  • Men behoort tegenwoordig steeds algemener zijn tijd en zijn levenspad te plannen en grotendeels zelf verantwoordelijk te zijn voor de doeleinden die men zich stelt.
De spiritualiteit van Simone Weil
Theoloog Rob Hensen schrijft over de Franse filosofe Simone Weil, die ook wel de 'pelgrim naar het absolute' genoemd. Hij schrijft over haar sterk besef van individualiteit en haar afkeer van het collectief verbinding zoeken met een radicaal afzien van het persoonlijke en van het individuele.

Rob Hensen beschrijft vijf kwesties, namelijk:
  1. Simone Weil is een christen met een agnostische inslag die niet van ontkennende, maar van vragende aard is.
  2. Spiritualiteit is voor haar een persoonlijke volgehouden oriëntatie van denken en handelen.
  3. Naast haar anti-judaïsme had deze anti-joodse een esthetisch-religieuze voorkeur voor het vooral liturgische katholicisme.
  4. Ze gaat niet uit van een psychologische benadering.
  5. Volgens deze filosofe is religie een parallelweg waarlangs de filosofe soms een eindweegs wandelt.
  6. Simone Weil heeft altijd in een politieke en in een sociale context gedacht.
Weil blijft ervan overtuigd dat wij ons niet mogen verbeelden aan de misère van de wereld een einde te kunnen maken, maar dat er wel belangrijke verbindingen te vinden zijn.

Simone Weil schrijft:
  • Aandacht erkent de ander in het ongeluk en het lijden waarin deze zich bevindt; als die ene mens die op dat moment van ons vraagt haar en hem als gelijke te behandelen.
  • Wie in haar en zijn geest enige vorm van geweld toelaat, zet de poort voor toename van geweld wijd open.
  • Hoe zal ik betrouwbaar zijn in woord en daad als ik de motieven van mijn eigen hart en die van de groep waartoe ik behoor, niet heb leren wantrouwen?
  • God oefent zijn almacht niet uit.
  • God zelf doorkruist het universum en komt tot ons..
  • Als God ons raakt en het zaad van zijn goedheid in ons zaait, kunnen we niets anders meer doen dan wachten. Het groeien van het zaad doet pijn.
Spiritualiteit bij Abraham Joshua Heschel
VU-filosoof Evert van Holst schrijft over de - van de drie - meest eigentijdse auteur, Abraham Joshua Heschel, die verbonden is met het jodendom, die vanuit een profetische bewogenheid mensen gevoelig wil maken voor verwondering, voor de openheid voor het mysterie in de werkelijkheid.
Bij Heschel heeft de spiritualiteit haar bron bij de bijbelse ervaringswereld, maar de weg daar naar toe loopt via een soort wijsgerige reflectie. Het kenmerk van de religieuze mens is, dat hij dingen niet vanzelfsprekend vindt. Heschel ziet het als een taak van joden en van christenen om de hardheid van het hart te boven te komen, door onder andere deuren te openen naar de heiligheid in deze tijd. In het uitgedaagd worden, ontdekt de mens zichzelf als menselijk wezen en ontdekt hij een opdracht te hebben. Het menselijk leven krijgt pas betekenis wanneer men zich van die oproep bewust wordt. Het gaat vooral ook om het blijven bij God en het antwoorden, om een leven dat verenigbaar is met Gods aanwezigheid.

Heschel: “Het besef van de wonderen om ons heen is de bron van het gebed en de kern van alle liturgie. In de viering, in de liturgie, wordt - als het goed is – tot verwondering opgeroepen en wordt deze voortdurend levend gehouden. Verwondering maakt de mens gevoelig voor de ervaring van heerlijkheid, dat wil zeggen, van de tegenwoordigheid van God”.

Het dagboek van Dag Hammarskjöld
Bart Voorsluis schrijft over Dag Hammarskjölds dagboek 'Merkstenen', het dagboek van de vroegere secretaris-generaal van de Verenigde Naties, waarin de protestantse Hammarskjöld laat zien hoe de verhouding tussen het contemplatieve en het actieve leven in onze tijd ergens gestalte krijgt. Hammarskjöld laat zien dat hij de idealen - die (ook door zijn ouders) aan hem waren overgedragen - zich gaandeweg werkelijk heeft toegeëigend, waarmee ze voor hem zijn gaan leven; van  traditie naar inspiratie.
In zijn dagboek maakt Hammarskjöld een ontwikkeling door van een sterk op zichzelf gerichte introspectie naar een openheid die gestalte krijgt in een dialogische relatie met God, die ook grote gevolgen heeft voor zijn verhouding (van liefde) tot de medemens.

2 opmerkingen:

Anoniem zei

Mooi artikel, Wiep. Ik heb Heschel
in de loop der jaren leren kennen als een joodse denker, beter: als eem joodse pastor, die de mens in zijn diepte, maar ook in alle banaliteit weet te peilen en van daaruit de verbidning legt met de goddelijke dimensie. "God in search of man"vind ik wel zijn mooiste boek.

Wiep Koehoorn zei

Dag,
Dank voor je reactie.
Wat mij in Heschel vooral aansprak, is zijn uitgangspunt dat de bijbels geïnspireerde spiritualiteit gericht is op menselijkheid. Menselijkheid is in zijn ogen het allerheiligst. Daaruit vloeit voort dat wanneer je dan zo'n menselijk mens ontmoet, je door die mens in de gelegenheid wordt gesteld om een beeld van God te krijgen, en daarmee dan ook de tegenwoordigheid van God te ervaren in de ontmoeting met je medemens.
vr. gr.
Wiep Koehoorn
4apr12