Peter Kwikkers doceert over Kwaliteitszorg en Accreditatie |
Verdiepingsprogramma
Vandaag begin ik in Utrecht met de leergang ‘Onderwijskwaliteit en accreditatie’, aangeboden door het Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid. Het is de eerste dag van een vierdaags verdiepingsprogramma, met als ondertitel van de leergang: ‘Verbetering van kwaliteitscultuur en kritische reflectie’. De leergang is bedoeld voor wie zich professioneel bezighoudt met onderwijskwaliteit, kwaliteitszorg en accreditatie in het hoger onderwijs.
Nieuw accreditatiemodel
Aanleiding voor de aanbieding van deze leergang is het onlangs per 1 januari 2011 ingevoerde accreditatiemodel 2010/2011, dat al weer de tweede generatie is van het model dat in het jaar 2003 is geïmplementeerd. Nieuw is dat dit nieuwe model bestaat uit de combinatie van een Instellingstoets en Opleidingsaccreditatie, de laatste volgens een Uitgebreid of een Beperkt model. De docenten van deze leergang zijn Peter Kwikkers, Pieter Mostert en Paul van Deursen.
WHW
Vandaag starten we met docent-auteur Peter Kwikkers. Onder zijn redactie is vorig jaar het boek ‘Accreditatie en kwaliteitzorg’ geschreven en gepubliceerd. Dat boek is voor de eerste sessie van vandaag de reader, die we kregen toegezonden ter voorbereiding op deze bijeenkomst. Thema van het programma van vandaag is ‘Systemen en structuren. Een stevig bouwwerk’. Peter Kwikkers is jurist, landelijk in het hoger onderwijs ook als zodanig bekend, dus het ligt voor de hand dat zijn boek en zijn cursusprogramma grotendeels juridisch zijn geörienteerd. De focus ligt vandaag op de ‘Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek’ (de WHW) in relatie tot het recent ingevoerde nieuwe accreditatiemodel voor het Nederlandse hoger onderwijs.
Accreditatiestelsel
In de periode van voorbereiding op deze cursusdag hebben we vooral studie gemaakt van de opzet van het Nederlandse (en het Vlaamse) accreditatiesysteem, met aandacht voor bijvoorbeeld: het beleid, de achtergronden, de wettelijke kaders, internationale aspecten, procedures, besluiten, toetsing en visitaties. Vandaag gaan we nader in op de wijze waarop je aankijkt tegen de structuur, welke wetten en regels gelden voor wat betreft de actuele Accreditatiekaders en waar die regels en dat kader voor zijn bedoeld. Aan het eind van de middag bespreken we welke uiteenlopende posities wij als beroepskrachten in instellingen voor hoger onderwijs hebben en wat dat betekent voor onze dagelijkse werkpraktijk in die instelling.
Inhouden van de 1e sessie
Tijdens deze eerste sessie spreken we met betrekking tot wetgeving en organisatie onder andere over de volgende zaken:
- Houd in je werk voortdurend rekening met de volgende zaken: de wetgeving (met name de WHW), de Accreditatiekaders van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO), de interne regels en het beleid van je instelling en je opdracht van het management en/of van het bestuur;
- De realiteit van ons werk is dat we opereren in een wild samenspel van normen, zoals die worden gehanteerd door alle uiteenlopende belangengroepen waarmee we samenwerken;
- Als het erop aan komt, moet je uiteindelijk alles (kunnen) toetsen aan de geldende wetgeving (met name de WHW);
- Bij problemen is het cruciaal dat je een integrale aanpak kiest, waarin inhoudelijke, juridische en bestuurlijke elementen zijn geïntegreerd;
- Goede kwaliteitsoordelen van opleidingen zijn tot stand gekomen na de nodige constateringen, analyse en beoordeling, en een grondige argumentatie;
- De wettelijke (WHW-)regels en normen zouden leidend moeten zijn bij alle besluiten die de accrediterende organisatie neemt, dus de NVAO-besluiten zou je ook altijd aan de WHW moeten kunnen spiegelen en toetsen;
- Als instellingen, evaluatieburo’s en de accreditatieorganisatie van mening verschillen over de gegeven oordelen op NVAO-standaarden, verdient het aanbeveling om ook te kijken naar de beoordelingscriteria zoals die zijn gegeven in de wet (WHW).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten