zaterdag 27 augustus 2011

Pelgrimeren van Saint-Laurent naar Cauderoue

Van Sint-Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Saint-Laurent naar Cauderoue
Donderdag 11 augustus 2011 – 22,5 km.
Dag 105: 2215,5 – 2238 km.

Vanmorgen brengen Durkje en ik de auto eerst vanaf de camping Moulin Saint-Laurent naar Cauderoue. Op de fiets gaan we vervolgens vanuit Cauderoue naar Saint-Laurent. In zuidwestelijke richting lopen we Saint-Laurent uit. Ook hier weer zien we veel boomgaarden met appels en kiwi’s. Het eerste gehucht waar we doorheen wandelen, is Le Paravis.
Na de muren van de oude abdij (met nog resten uit het jaar 1130) gaan we Le Paravis uit en steken we de Auvignon over. Iets verderop passeren we de stuwdam in de Auvignon.
Rechts zien we de kerktoren van Meneaux. Het volgende gehucht waar we doorheen lopen, is Perquié-de-Bas.
Vrij snel daarna volgt het gehucht Perquié-de-Haut.

Daarna steken we via een oude brug met een doodlopend eind het zijkanaal van de Garonne over. Naast de brug kunnen we via een smalle stenen trap nog wel afdalen naar het jaagpad langs dit zijkanaal.
We volgen het jaagpad een kilometer in oostelijke richting, tot aan de volgende brug over het zijkanaal.

We verlaten het jaagpad en steken eerst de A62 over en direct daarna ook de D119. Aan de overzijde van de D119 dalen we af naar een smal beekje, dat we via enkele grote stapstenen oversteken. Dan volgt een stijgend en dalend slingerpad door het bos, waarbij we een heuvelrug oversteken, tot aan het gehucht Lubat.
Over een asfaltweg klimmen we in de richting van de plaatsen Salles en van Espiens, maar deze gehuchten bezoeken we niet. We verlaten namelijk de asfaltweg en gaan rechtsaf een mooi stijgend veldpad in.
We komen dan langs het gehucht Lencouet.

Als we Lencouet voorbij zijn, volgt een zeer steil klimmend traject via eerst een asfaltweg en dan door een singelpad naar het gehucht Limon. Boven op de heuvel arriveren we bij de oude dorpskerk van Limon. Naast de kerk staat een monument ter nagedachtenis aan een vliegenier van de Royal Air Force (RAF), die op 4 augustus in 1944 met zijn vliegtuig werd neergehaald. Precies een week geleden was dat 67 jaar geleden. Drie mooie kransen liggen als eerbetoon bij het monument.
Buiten het gehucht bezoeken we de plaatselijke begraafplaats van Limon. Hier heeft het graf van deze vlieger Harold Ayliffe een ereplaats gekregen. Op het graf staat de vliegtuigpropeller en aan beide zijden liggen de boordmitrailleurs. Ook hier weer bloemen en een certificaat van de RAF op het witte oorlogsgraf. Onderaan de naamplaquette staat: ‘Rest in Peace’. ‘Peace’ is wat de Geallieerden ons brachten. Ook 67 jaar na dato wordt dat hier in Limon terecht niet vergeten.

Voorbij Limon volgt een eindje asfaltweg en daarna een lang traject met prachtige paden tussen de velden door en door bomensingels. We naderen de D930. Vlak bij deze verkeersweg staat een kleine appelboom, die rijkelijk is gevuld met mooie gave en rijpe appels.
We steken de D930 over, volgen een sterk dalend bospad tot aan de D141E en volgen die weg tot aan de brug bij Vianne over de Baïse.

De vestingstad Vianne is gesticht in het jaar 1284. Het is - liggend aan de rivier de Baïse - ook een watersportbasis. We hebben inmiddels 13 kilometer zonder rustpauze gewandeld, dus we vervolgen onze route nog niet langs de rivier. Eerst gaan we even de bastide Vianne in om een schaduwrijke rustplaats te vinden. We lopen daartoe aan de overzijde van de rivier langs de oude ‘moulin’, die momenteel wordt gerestaureerd. Voorbij deze watermolen en de wateroverloop met sluis komen we bij de rivierkade van Vianne. Hier vinden we een mooie plek om te pauzeren.

Tijdens deze pauze meren twee boten aan. De Franse en Duitse watersporters helpen elkaar daarbij. Hier heerst een gemoedelijke vakantiesfeer. De temperatuur is vandaag opgelopen van 11 naar 29 graden Celsius, dus op het heetst van de dag kun je ook maar beter rustig doen wat je moet doen. De bouwlieden die tevens de wateroverloop restaureren, zijn echter hard aan het werk. Na onze pauze lopen we weer om de ‘moulin’ heen, gaan via de brug weer over de rivier en dan volgen we het jaagpad langs de Baïse. Vanaf deze rivierzijde zien we het vestingstadje vanuit een heel ander perspectief. Een groep jongeren begint zojuist hun pleziervaartuig in de sluis te schutten als we de sluis passeren.

We volgen het doorgaans schaduwrijke, onverharde jaagpad langs de Baïse. Een hele mooie wandelroute is dit. Voorbij Vianne gaan we door de hoge tunnel van de hooggelegen spoorbrug, die hier over de rivier de Baïse gaat.
Langs het jaagpad ligt een dode boom met daarop een enorme witte zwam.
Het jaagpad komt uit bij de oude watermolen van de vestingstad Lavardac. Deze vesting is gebouwd vanaf het jaar 1256. Ook hier is weer een brede wateroverloop in de rivier. Aan de overzijde ligt een rondvaartboot bij het rivierterras van een horecagelegenheid.

We doorkruisen het stadje en gaan door de nieuwbouwwijk Lavardac weer uit. Buiten Lavardac steken we de Baïse over en dan wandelen we door naar Barbaste. Barbaste ligt aan de rivier de Gélise.
We gaan niet met de brug over de Gélise, maar slaan vóór de brug linksaf om parallel aan de Gélise verder te gaan.
Je loopt dan recht op de molen van Les Tours af.
Deze versterkte molen met vier torens van ongelijke hoogte en breedte heeft ook een centraal woongedeelte.

Voorbij de molen van Les Tours lopen we naar de D408 en gaan we over die verkeersweg in de richting van Mézin. We hoeven echter niet lang in de hitte langs de D408 te lopen, want de route laat ons al snel een veldpad nemen, die linksaf afwijkt van de D408. Dit mooie veldpad stijgt langzaam - maar voortdurend - naar een bosperceel boven op de heuvelrug vóór ons. Ook na het gehucht Bordeneuve blijft het pad stijgen. Het wordt een smal bospad met rechts van het pad een diepte van ongeveer twee meter. Verderop lopen we weer tussen de velden en akkers door. Op één van die akkers staan lange Maïsplanten. Het Maïsperceel wordt op dit moment beregend door een roterende beregeningsinstallatie. De draaiende waterstraal reikt nèt niet tot aan het pad dat we bewandelen.

Daarna gaat het pad dalend terug naar de D408, die we oversteken. Het laatste deel van de route van vandaag is een veldpad langs twee boerderijen en in de richting van het markante versterkte huis dat de aandachtstrekker is van het gehucht Cauderoue.
Na ongeveer 5,5 uur en 22,5 kilometer verder arriveren we in het centrum van het gehucht Cauderou. Hier hebben we vanmorgen onze auto geparkeerd. We rijden met de auto terug naar Saint-Laurent en nemen vanuit het centrum de beide fietsen weer mee naar de camping Moulin Saint-Laurent.

Geen opmerkingen: