Aan de verre oostzijde van Stiens ligt het Mierepaad. Dit geasfalteerde wandel- en fietspad is de verbinding tussen de Trijehoeksdyk aan de zuidzijde en de Truerderdyk aan de noordzijde. Als je vanaf de Trijehoeksdyk het Mierepaad in zuidelijke richting volgt, ga je met een S-bocht in een bosachtige entourage om kinderboerderij Donia State heen. Voorbij deze grote bocht ga je dan in zuidelijke richting tussen de nog jonge knotwilgen door, over het Mierepaad, met het zicht op de Truerderdyk en het verderop gelegen buurdorp Britsum.
Van oorsprong was het Mierepaad een kilometers lang voetpad, dat je vanuit Leeuwarden in noordelijke richting naar de Hallumermieden leidde. Het pad loopt parallel aan de enkele kilometers oostelijker gelegen Dokkumer Ee, de oude waterloop van Leeuwarden naar Dokkum. Het huidige Mierepaad heeft dezelfde zuid-noord-richting.
De naam Mierepaad is ontleend aan de “mieren”. Andere bekende aanduidingen voor mieren zijn: poepen, knoeten, moffen en hannekemaaiers; vroeger door de één als vreemd gespuis gezien, maar door de ander (h)erkend als welkome zomergast. Nederland werd vroeger overstroomd door zogenaamde “Hollandgänger”. Deze hannekemaaiers (mieren) waren vakbekwame “bovenlandsche” grasmaaiers, afkomstig uit het Duitse Ost-Friesland, Emsgebiet en Westfalen.
In de hooitijd hadden ook in Fryslân de boeren in de welvarende weidegebieden arbeiders te kort en de Duitse hannekemaaiers werden dan ook door de rijke boeren met open armen ontvangen en ingehuurd voor het maaien en voor het overige (seizoens)werk op de boerderij. Zodra de oogst achter de rug was, vertrokken ze doorgaans weer naar Duitsland. Slechts enkelen bleven in Nederland wonen. Erg geliefd waren deze gastarbeiders van eenvoudige komaf niet. Veel Nederlanders beschouwden hen als lomperds of botteriken; reden om hen aan te duiden met denigrerende bijnamen als “poepen” (in Fryslân) en “(gras)moffen” (in Holland). In de Friese literatuur kom je in een groot aantal romans en verhalen de belevenissen van en met deze Duitse landarbeiders tegen.
De “Hollandgängerei” – de emigratie van Duitse boerenarbeiders – is in onze huidige Nederlandse samenleving nog terug te vinden in familienamen, zoals bijvoorbeeld: Bisschop, Bruning, Kramer, Mulder, Pranger, Rosenmöller, Schelhaas, Wessels en (de) Witte.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten