zaterdag 6 maart 2010

Onderwijs in mededogen

Zaterdag 6 maart 2010

Eenmaal per twee jaar wordt in het kader van “De Maand van de Vrijheid” en het “Nationale Bevrijdingsfestival” de “H.M. van Randwijk-lezing” uitgesproken door een prominente spreker, die in zijn of haar lezing voor de Nederlandse burger nieuwe perspectieven opent. Daarbij wordt kritiek op de bestaande maatschappij niet geschuwd.
De eerste Van Randwijk-lezing - met als titel “Solidariteit als norm” - werd in 1993 uitgesproken door drs. Ed van Thijn. De meest recente Van Randwijk-lezing 2009 werd door Alexander Pechtold verzorgd en droeg als titel: “Een land op drift”. Pechtold sprak over integratie, democratie en de mythe van de nationale identiteit.

De Van Randwijk-lezing is vernoemd naar de schrijver, journalist en verzetsheld H.M. van Randwijk (1909–1966). Bij leven was Van Randwijk een bekende persoonlijkheid, die optrad als het geweten van een geheel volk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was Van Randwijk de stuwende kracht achter het illegale blad Vrij Nederland, dat onder zijn leiding uitgroeide tot één van de grootste en meest toonaangevende ondergrondse kranten. Van Randwijk bleef de politiek met scherpe pen volgen. Van hem wordt gezegd dat hij tot uitdrukking bracht “wat wij vaag innerlijk voelen, maar geen vorm kunnen geven”. Van Randwijk vertegenwoordigde voor velen een bevrijdende stem, die richting gaf en die perspectief opende.

De tweede Van Randwijk-lezing werd op 23 mei 1995 uitgesproken door Sjaloom Awraham Soetendorp, rabbijn van de Liberale Joodse Gemeente van Den Haag. De titel van de Van Randwijklezing 1995 van rabbijn Soetendorp is: “Onderwijs in mededogen”. Soetendorp is gevraagd deze lezing uit te spreken omdat hij een geloofwaardige en inspirerende visie ontwikkelde en daarmee het perspectief opende op mogelijkheden tot vergroting van de weerbaarheid van burgers. Henk M. van Randwijk verzette zich tegen de passiviteit van burgers; hij riep op tot burgerzin en verzet en hij streed tegen onderdrukking en lafhartigheid. Het gedachtegoed van rabbijn Soetendorp heeft ook te maken met die weerbaarheid van burgers, dus, in de lijn van het gedachtegoed van Van Randwijk was een lezing van Soetendorp voor de hand liggend.

Soetendorps meest essentiële vraag is wat de ene mens tot een redder maakt en de ander tot een landverrader (bv. in de Tweede Wereldoorlog) of tot een onverschillige toeschouwer. Onderzoek van S.P Oliner & P.M. Oliner leidde tot de conclusie dat de sleutel daartoe thuis en op school ligt, in het zogenoemde “Onderwijs in mededogen”. Ouders en leerkrachten kunnen èn dienen hun kinderen gevoelig te maken voor het leed dat anderen ondergaan. Met kinderen moet je het gesprek stimuleren èn voeren over morele vraagstukken, zodat ze daar gevoelig voor worden. Dat gesprek versterkt óók het gevoel van onderlinge saamhorigheid.

Soetendorp uit kritiek op de overheid, die faalt in haar voorwaardenscheppende rol bij de ethische vorming van de jeugd. Er zouden onderwijsprogramma’s moeten worden ontwikkeld ter versterking van mededogen en barmhartigheid. Vanuit barmhartigheid ben je voor je het weet bij de vragen van recht, gerechtigheid en menselijke waardigheid. Soetendorp houdt een pleidooi om redders in schoolklassen te brengen om hun verhalen en getuigenissen aan kinderen door te geven. Juist door en vanuit die persoonlijke verhalen als authentieke raamvertellingen komen ontwikkelingen van toen en nu scherper naar voren. Scholen moeten plekken van zorg worden, waar kinderen worden versterkt tot het handelen in vriendschap, empathie en bezorgdheid.

Scholen moeten onmiddellijk reageren op incidenten in hun directe omgeving; ze moeten voortdurend alert en in beweging blijven en acties voeren. De pedagogie van de hoop moet leidend zijn. Kinderen hebben behoefte aan concreetheid en rechtlijnigheid en moeten bij de presentatie van alle leed en onrecht zicht krijgen op hoop en mogelijkheden tot verbetering. Soetendorp wil graag dat leerlingen in contact komen met vertegenwoordigers van verschillende religieuze en spirituele tradities. Daarmee ruim je de hardnekkig in de samenleving genestelde misverstanden op en leer je kinderen inzien dat meer wegen naar de waarheid leiden.

Ook politici hebben een bijzondere verantwoordelijkheid. Hun toonzetting mag niet vals klinken, want zij zijn – aldus Soetendorp – “de docenten in de informele, permanente school van de samenleving”. Zij moeten naar wegen zoeken om ontwikkelingssteun te garanderen als mensen in de knel zitten. Bij het toepassen van recht dient barmhartigheid en liefde de corrigerende, duldende factor te blijven, zegt Soetendorp.

Geen opmerkingen: