zaterdag 8 augustus 2009

Pelgrimeren van Lac Sauvin/La Jarrie naar Vézelay & Saint-Père

Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela

Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Lac Sauvin/La Jarrie naar Vézelay & Saint-Père
Woensdag 22 juli 2009 – 14,3 km.
Dag 63: 1309,2 – 1323,5 km.


Vandaag wordt het een bijzondere dag, want op deze 63e pelgrimsdag gaan Durkje en ik Vézelay bereiken. Vézelay is in meerdere opzichten een belangrijke passageplaats, omdat het enerzijds aangeeft welke pelgrimsroute je door Frankrijk hebt gekozen en anderzijds omdat het de plaats is waar het noordelijke traject over gaat in het zuidelijke traject van de Grand Randonnée nummer 654 (afgekort als GR654). Vandaag wisselen we niet alleen van noord naar zuid, maar daarmee ook van wandelgids deel I naar deel II.

Omdat het maar 11 kilometer is van Lac Sauvin/La Jarrie naar Vézelay en omdat Vézelay uittorent boven het landschap (wat voor het fietsen minder geschikt is), kiezen we ervoor vandaag eerst naar Vézelay te lopen, daar ruim de tijd te nemen om Vézelay te bezichtigen, om daarna nog even drie kilometer door te lopen naar het lager gelegen Saint-Père, het eerstvolgende dorp op de zuidelijke pelgrimsroute.
De auto brengen we vanuit Auxerre eerst naar Saint-Père en daarna fietsen we vanuit St.-Père naar Lac Sauvin/La Jarrie.

Op het moment dat we onze fietsen aan een boom vastzetten op het dorpsplein van Lac Sauvin/La Jarrie, komt de Nederlandse pelgrim Astrid met haar hondje het dorpsplein op wandelen. Toch wel héél toevallig dat we elkaar al een aantal dagen op heel verschillende plaatsen steeds weer ontmoeten. Ze is zojuist vanuit Saint-Moré gekomen en wil vandaag ook in Vézelay arriveren. We adviseren haar om daarna - evenals wij - nog even door te lopen, omdat er in St.-Père ook een camping is. Zij loopt nu verder en wij wachten nog even om wat te eten en te drinken alvorens we op pad gaan.

Om 10.30 uur verlaten we Lac Sauvin/La Jarrie. We lopen om het Bos van de Mardelle heen en gaan dan over veldwegen in de richting van de D208. Vanuit het veld zien we nog net Astrid het Bos van Rochignard in wandelen. Een kwartier later zijn wij daar ook.
In het bos passeren we het kruis Saint-Hubert en een asfaltweg en dan wandelen we het Bos van de Mondry in. Bij een jachthut zit er een knik in ons pad.
Op het moment dat we het bos verlaten en langs de bosrand verder lopen, is Astrid met haar hondje Foxy vlak vóór ons.

Met z'n vieren lopen we naar het gehucht Les Hérodats, dat als een oase in een open veld ligt, omringd door bos. Er staan slechts enkele gebouwen in Les Hérodats.
In de deuropening midden in Les Hérodats staat een vrouw ons op te wachten. Ze vraagt ons of we iets nodig hebben alvorens we verder gaan. Astrid blijft met haar hondje nog even in Les Hérodats en Durkje en ik wandelen samen door.
We hebben hier de eerste 4,5 kilometer achter de rug.

We klimmen nu sterk door het Bos van Porot, maar vanaf La Métairie gaat het anderhalve kilometer langzaam dalend door de vallei verder naar het dorp Vaudonjon.
Aan de overzijde van de D21 ten zuiden van Vaudonjon gaan we klimmend het Bos van de Champs Gringaut in. Ten noorden van Beaucharme lopen we de open vlakte in die in dit bosgebied ligt.

Zodra we hier het bos uit komen, zien we recht voor ons in de verte voor het eerst Vézelay hoog op de heuvel liggen. Een prachtig gezicht om de enorme basiliek zo pontificaal boven op die heuvel te zien staan, zo hoog boven de beboste heuvelhelling uit stekend. Het is duidelijk: we zullen spoedig in Vézelay arriveren.
Maar eerst moeten we nog via het stadje Asquins. Door een lange vallei lopen we langs de bosrand naar de D123. Die volgen we enkele honderden meters tot aan de splitsing waar het rood-houten kruis “La Croix Rouge” staat. Asquins is inmiddels in zicht.
Over een begroeide veldweg gaat het verder naar het 5 kilometer van Les Hérodats af liggende Asquins. Ten noordwesten van Asquins komen we uit bij het wit-houten kruis “La Croix Blanche” .

De route gaat hier rechtdoor, maar wij willen eerst nog even de Middeleeuwse kerk van Asquins bezoeken, de zogenoemde Sint Jacobus de Meerdere-kerk, gewijd in de tweede helft van de 11e eeuw en opnieuw ingewijd in 1132, waarbij ze toen al werd aangemerkt als “Ecclesia peregrinorum”, ofwel: pelgrimskerk. Deze kerk is in de 16e en in de 18e eeuw verbouwd en staat momenteel op de Werelderfgoedlijst van de Unesco.
Omdat we voor een gesloten kerkdeur komen, kunnen we helaas de in deze kerk staande buste van Sint Jacob niet bekijken. Aan de noordzijde van het koor op het kerkhof staat een bankje, waarop we voor een etenspauze plaatsnemen. We hebben nu vanaf deze hoogte een prachtig uitzicht over het dal van de rivier La Gravière.

Hier in Asquins verzamelden zich vroeger de pelgrims voor hun bijna 2000 kilometer lange pelgrimage naar Santiago de Compostela. Er wordt beweerd dat Aymery Picaud in de jaren 1135 tot 1140 hier zijn “Liber Sancti Jacobi” heeft geschreven, de eerste wandelgids voor de pelgrims, die momenteel in Santiago de Compostela wordt bewaard.
Op een stapsteen bij de entree van deze kerk van Asquins wijst een grote metalen, opgelegde Jacobsschelp in de richting van Vézelay en Santiago de Compostela.
Ter hoogte van de kerktoren van Asquins heb je - over de huizen van dit dorp heen - een prachtig uitzicht op Vézelay.
Door de smalle straten van Asquins lopen we weer terug naar de pelgrimsroute. Bij La Croix Blanche gaan we in zuidelijke richting verder.

We komen door het gehucht La Bouillère, langs de wasplaats en dan volgt de stijgende steentjesweg van La Cordelle, recht op Vézelay af. Hoog boven ons horen we het luiden van de kerkklokken van de basiliek van Vézelay. Het is 12.00 uur.
We passeren de Kapel van La Cordelle. Het is maar anderhalve kilometer van Asquins naar Vézelay, maar de steile helling maakt dat het een stevige klim is.
Verder naar boven lopend, komen we langs het grote, houten heilige kruis. Bij het kruis voegen zich enkele padvinders bij ons. Ze trekken vóór ons uit, verder en steil naar boven.
De temperatuur is tot tegen de 30 graden Celcius gestegen, dus deze warme klim wordt een ware beproeving. We gaan nu via de Poort van het Heilige Kruis de stad Vézelay in. Tussen de bebouwing door lopen we klimmend naar de imposante basiliek Sainte-Marie-Madeleine.

We zijn in Vézelay!
Al sinds de 11e eeuw is dit pelgrimsoord een belangrijk centrum voor heel Europa. Vézelay was ook het vertrekpunt van de 2e en van de 3e Kruistocht. Vézelay is al eeuwen start- en doorgangsplaats voor grote aantallen pelgrims naar Santiago de Compostela. Het is dan ook niet voor niets dat zo'n kleine plaats met maar amper 500 inwoners zo'n kolossale basiliek heeft.
Wij willen graag eerst even een kop koffie drinken op het terras aan het kerkplein, alvorens we de basiliek gaan bezichtigen, maar door de grote drukte op het terras komt het er niet eens van om überhaupt een bestelling te plaatsen.
Op het terras ontmoeten we een Nederlandse man en vrouw, die enkele dagen geleden bij ons op de camping stonden in Auxerre. Zij vertellen ons dat zojuist een belangrijke mis eindigde. Een Franse bisschop droeg hier vanmiddag de mis op, omdat het – voor ons toevallig – vandaag de naamdag is van de heilige Magdalena. Zij is de vrouw die zo dicht bij Jezus leefde en waarvan wordt beweerd dat de abdij van Vézelay rond het jaar 1050 haar stoffelijke resten verkreeg en dat die resten rusten onder de 12e eeuwse basiliek. die is genoemd naar deze Sainte-Marie-Madeleine. Rond deze Naamdag wordt hier 's avonds een lichtspel uitgevoerd op het kerkplein. Vanaf een hoge tribune kunnen bezoekers dit schouwspel bekijken. We vragen een Fransman of hij van ons beiden een aantal foto's wil maken vanaf de tribune, met de kerkgevel op de achtergrond.

We gaan de basiliek in, door het voorportaal van de kerk. Vanuit het portaal krijgen we een mooi zicht op de immense lengte van het schip van de kerk.
In de basiliek - vlak vóór het liturgisch centrum - staan vandaag de relikwieën van de heilige Magdalena. De relieken – bewaard in een prachtige heilige ark - zijn speciaal voor deze naamdag uit de crypte gehaald. Ze staan staan nu bij uitzondering in de kerk ten behoeve van de twee feestelijke missen die vandaag worden gehouden en ze worden voortdurend bewaakt door een padvinder, waarvan er overigens vandaag velen zijn in Vézelay.
We bezoeken ook de crypte van de kerk en passeren beneden de nis waarin de relikwieën van Sainte-Marie-Madeleine normaal gesproken worden bewaard. In de crypte is een kapel met een Jezusbeeld, waarbij nu in gebedsstilte door velen wordt gebeden.

Bij een expositie over onder andere Calvijn in een kloostergang van de basiliek vragen we een non waar wij een stempel van deze basiliek kunnen krijgen in ons pelgrimspaspoort. Ze neemt ons mee naar een kamer aan het eind van de kloostergang, haalt uit een lade het stempel en plaatst in onze pelgrimspaspoorten een prachtig stempel van Ste.-Madeleine.
De kerk heeft over de volle lengte nissen, waarin aandacht wordt geschonken aan de vele heiligen die de Kerk kent. Wij richten onze aandacht vooral op de nis van Sint Jacobus.
In deze nis wordt enige informatie gegeven over Saint-Jacques, er staat een houten buste aan de rechterzijde en achter in de nis hangt een beeltenis van Sint Jacob.

In een souvenirwinkel kopen we ansichtkaarten om daarmee onze familie en vrienden te melden dat wij inmiddels Vézelay hebben bereikt. Hier - en later op de dag ook in enkele andere winkeltjes – kan ik mijn verzameling pelgrimskaarten verder uitbreiden met ansichtkaarten met daarop Sint Jacobus en/of daarop de Jacobsschelp en/of de pelgrimsroute of welke andere pelgrimage-visualisatie dan ook. Eén van de meest exclusieve winkeltjes heeft een prachtige verzameling van allerlei boeken over bijvoorbeeld pelgrimeren, over Sint Jacob en over Santiago de Compostela.

We lopen om de basiliek heen. Achter de basiliek zitten de genodigden van de naamdag van Sainte-Marie-Madeleine gezellig bij elkaar te eten onder de bomen van het achterterrein van de basiliek, Vanaf de stadsmuren achter de basiliek hebben we een mooi uitzicht over de omgeving van Vézelay.
Op het kerkplein ontmoeten we een Nederlands student van de Hogeschool Utrecht. We vragen hem of hij enkele foto's van ons beiden wil maken bij het timpaan van het portaal van de basiliek, met in die beeltenis van het timpaan de verwijzing naar het Pinksterfeest.

We doen een tweede poging om koffie te drinken op het terras aan het kerkplein. Nu lukt het wel. We hebben een mooi uitzicht op de drukte om de basiliek heen. De kerkklokken beginnen weer te luiden, want de tweede mis gaat beginnen. Het kerkvolk dat zojuist op het uitzichtterras achter de kerk heeft gegeten, gaat onder klokgelui de kerk (weer) binnen.

Voor ons is het tijd om verder te gaan. We laten de basiliek achter ons en gaan de hoofdstraat af, tussen alle winkels en horeca door. Eén van de neringdoenden heeft tussen een tweetal gebouwen een terras met daarop allerlei souvenir-achtige koopwaar. Over de koopwaar heen heb je een mooi uitzicht over het dal van de rivier de Gravière.
We verlaten Vézelay bij de stadspoort aan de zuidwestzijde.

Na een stukje asfaltweg gaan we verder over een overharde weg tussen de velden door. Hier begint ook weer de markering van de GR654 richting Santiago de Compostela. De route over de veldweg van Les Arpents gaat onder Vézelay door. Links zien we hoog boven ons Vézelay liggen, totdat het in een bocht naar rechts voor ons achter de bomen verdwijnt.
Het valt ons op hoe stil het hier weer is. Vanuit de stilte van het bos en het veld waren we even na twaalf uur het gezellige Vézelay binnen gelopen. Daar word je onwillekeurig meegenomen in alle beweging en rumoer. En nu, hier op dit veldpad, is het weer stil. De stilte van de natuur en de rust van het wandelen.

Na 3 kilometer lopen we Saint-Père binnen. Vóór ons zien we de opvallende kerktoren van de 12e-15e eeuwse kerk Notre Dame van het dorp.
We hebben nu de eerste 3 kilometer van het zuidelijke traject van de GR654 alvast achter de rug.
Vandaag hebben we totaal ruim 14 kilometer gelopen bij heel mooi zomers weer. Nu ligt een lang traject vóór ons: de route van Vézelay via la Charité-sur-Loire, via Nevers, via Limoges en via Périgueux naar Montréal-du-Gers; het einde van de GR654.

Als we met de auto door de hoofdstraat van St.-Père rijden, zien we ineens Astrid met haar hondje weer. Ze is zojuist ook in St.-Père gearriveerd vanuit Vézelay en is van plan om nog wat boodschappen in de hoofdstraat te halen alvorens ze naar de camping van St.-Père loopt. Wederom een heel toevallige ontmoeting met Astrid en haar hondje Foxy, voor wie ook deze dag naar en in Vézelay – evenals voor ons beiden - toch wel een bijzondere dag van ons aller pelgrimage is.

Geen opmerkingen: