Van Sint Jacobiparochie naar Santiago de Compostela
Sentier vers Saint-Jacques-de-Compostelle; via Vézelay
Van Epineuil naar Chablis
Vrijdag 17 juli 2009 – 22,5 km.
Dag 59: 1222,2 – 1244,7 km.
Het warme weer van gisteren werd gisteravond genadeloos afgestraft met regen en langdurig onweer. Daardoor is de temperatuur vandaag behoorlijk lager dan gisteren. Waar we gisteren de 32 graden nog haalden, wordt dat vandaag niet veel hoger dan 19 graden Celcius.
Durkje en ik rijden vanmorgen eerst naar Chablis, waar we de auto bij de rivier de Serein parkeren. Dan fietsen we van Chablis naar Epineuil. We parkeren daar de fietsen op de plaats waar we gisteren onze wandeling beëindigden.
We laten Epeneuil verder links liggen en lopen langs de gebouwen van Le Petit-Quincy. Daarna gaan we in westelijke richting verder totdat we bij de D905 komen, die we oversteken.
Iets noordelijker steken we het kanaal over via een in onbruik geraakte, versperde brug. Er missen een aantal brugplanken, maar we kunnen er nog prima over heen.
We volgen het kanaal in de richting van Tonnerre via het westelijk gelegen jaagpad, totdat we in Tonnerre arriveren bij de sluis in het kanaal. Bij de sluis gaan we Tonnerre in. Eerst steken we een al lang geleden drooggevallen rivier over. De brede rivierbedding is al begroeid. Daarna steken we de rivier de Armaçon over.
Verderop gaan we nog onder de spoorweg door en dan lopen we in de richting van het treinstation van Tonnerre. Halverwege passeren we in het park eerst het monument ter herinnering aan de 1e Wereldoorlog en daarna komen we bij het monument ter nagedachtenis aan de gevallen soldaten in de 2e Wereldoorlog. Als we in Tonnerre het Plein van de Republiek over steken, zien we hoog voor ons de Saint-Pierre-kerk.
We lopen door naar de Rue de la Fosse-Dionne en komen dan uit bij de oude wasplaats La Fosse-Dionne, die gelegen is boven een Vauclusische bron. Het is nog steeds een mysterie hoe het kan dat uit deze bijna 60 meter diepe bron altijd turkoois-blauw water stroomt door een zo diep gelegen watergangenstelsel met een lengte van zo'n 360 meter.
We klimmen het steile trappenpad op naar de hooggelegen Sint Pieterkerk, gebouwd in Renaissancestijl en na de brand van 1556 weer herbouwd. Het bijzondere aan de voorgevel zijn de twee grote stenen Jacobsschelpen aan de linker en rechter zijde van de grote kerkdeur in de gevel. Ook boven de kleinere zijdeur aan de linkerzijde van de kerkgevel zitten twee kleinere stenen Jacobsschelpen.
Over de stadsmuur heen hebben we vanaf het voorplein van deze kerk een mooi uitzicht over de stad Tonnerre. Opvallend zijn de Bourgondische rode dakpannen, de smalle huizen en steegjes en verderop de rivier en op de achtergrond de vele wijngaarden van Bourgondië.
We lopen nu de kerk voorbij en gaan bij het nabijgelegen kerkhof via een asfaltweg naar boven.
De weg voert ons langs een telecommast steeds verder naar boven, totdat we in het hooggelegen veld uitkomen bij de boerderij van Les Boussemis.
Achter de boerderij gaan we door het veld verder omhoog over een iets meer dan 1,5 kilometer lange veldweg, eerst tussen de akkers door en later langs het Bos van de Garenne.
We lopen nu in de Vallei van Coquard. De zon begint door de wolken te breken en daarmee wordt het zó warm dat we de trui uit kunnen doen. Toch zijn de luchten voor ons nogal dreigend. Er is zeker regen op komst, maar tot nader order genieten we van dit prachtige veldpad in de zon.
Als we in zuidelijke richting de vallei afdalen, komen we langs de ruïne van de boerderij Chavant. Achter het hekwerk in het bos meen ik een varken of een wild zwijn te horen, maar ik kan hem niet zien. Iets verder lopend, zien we aan de andere zijde van de veldweg iets lager gelegen een drinkplaats voor vee. Daar loopt een groep wilde zwijnen met jongen. Als ze ons zien, lopen ze verder van ons af en blijven bij het water staan om ons goed in de gaten te houden.
Wij dalen over de veldweg totdat we uitkomen bij de kleine spoortunnel onder de spoorlijn van de TGV (Tres Grande Vitesse) door. Ik maak hier een foto van de onderdoorgang en op dat moment horen we de TGV aankomen. Het lukt nu gelukkig om de razendsnel voorbijgaande TGV op de foto te krijgen.
Als we door het spoortunneltje gaan, hebben we vóór ons een prachtig uitzicht over het heuvelachtig gebied waar we straks doorheen zullen wandelen.
We lopen een eindje over de D35 en arriveren dan in het dorpje Tissey. Bij het gemeentehuis vinden we een aantal bankjes, dus hier houden we onze etenspauze. We hebben nu inmiddels 12,5 kilometer zonder rustpauzes gelopen.
Achter Tissey gaat de helling op naar het bosperceel van Les Brúlis. Vlak buiten Tissey worden we nageblaft door een groot aantal jachthonden, die hier in een kennel buiten staan. Ongeveer vijftig meter verder is hoogstwaarschijnlijk onbedoeld een grote strorol uit een hoger gelegen graanveld weggerold, is daarbij over de veldweg gerold naar een lager gelegen graanveld. De strorol is over het graan heen verder gerold met een grote bocht naar links en is een eind verder in het graanveld stil komen te liggen. Een breed spoor van geplet graan heeft de strorol achter zich gelaten.
Wij steken verderop de Vallei van Chamblais over en zien dan in het dal het dorp Collan liggen. Het begint eerst zacht te regenen, en al spoedig neemt de intensiteit toe. We wandelen snel door naar Collan en als we bij de rand van het dorp arriveren, regent het al behoorlijk, vooral ook door de straffe wind die opstak. We schuilen aan de rand van Collan in een boomwal bij een opslagplaats van brandhout en gedumpte voertuigen.
Als de regen stopt, wandelen we door Collan. Als we achterom kijken, zien we haar hooggelegen dorpskerk.
Voorbij Collan gaan we eerst over een asfaltweg en verderop over onverharde landbouwwegen tussen de akkers door. Een oude boer komt ons in zijn auto langzaam tegemoet als we bijna boven op het plateau zijn. We lopen onder een dubbel stel stroomdraden door, die hier ogenschijnlijk eindeloos boven het veld links en rechts verder gaan.
Vlakbij het gehucht Rameau zien we een hert door het graanveld rennen, waarna hij een eindje vóór ons de veldweg oversteekt en snel verdwijnt in het struikgewas tussen de bomen, die hier ten zuiden van ons wandelpad staan.
Hier begint het óók weer te regenen, dus we schuilen even onder een paar bomen, die iets van de veldweg af staan.
Voorbij de boerderij van Carrières volgt over het plateau een kilometers lange onverharde veldweg in de richting van Chablis. We hebben voortdurend een fantastisch vergezicht over landbouwvelden, bospercelen, wegen en wijngaarden. Door de Vallei van Vauvilien wandelen we tussen het bos en de Chablis-wijngaarden door. Als we het bos verlaten, hebben we een schitterend uitzicht over de wijngaarden rond het stadje Chablis.
Als we bijna bij de laatste wijngaard komen, begint het wéér te regenen. We schuilen in een openstaande schuilhut van een wijnboer, aan de rand van de wijngaard. Deze droge plek biedt ons ook de gelegenheid om nog even wat te eten en te drinken.
Het laatste stukje door de wijngaarden gaat via het Chablis-wandelpad dat hier en daar tussen de wijngaarden door loopt.
Daarna steken we de D965 over om over de asfaltweg door te lopen naar de camping van Chablis. Deze camping ligt aan de rivier de Serein.
Wij volgen hier de rivier, die op een gegeven moment ook een aftakking naar het zuiden heeft. We blijven de rivier de Serein volgen, totdat we 10 kilometer verder bij onze auto arriveren.
We hebben nu vandaag 22,5 kilometer gewandeld. Met de auto halen we onze fietsen weer op uit Epineuil.
Het weer is vandaag erg wisselvallig geweest met een stevige wind. Toch hebben de drie regenbuien de pret niet gedrukt, want het was al met al geschikt wandelweer en een mooie landelijke route.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten