Pelgrimsroute van Sevilla (S) naar Santiago de Compostela (S)
Vía de la Plata van Sevilla naar Astorga
Van Guillena naar Castilblanco de los Arroyos
Zaterdag 22 maart 2025 – 17,8 km.
Dag 2: 22,0 – 39,8 km.
Spaanse Vía de la Plata
Vanuit het zuiden van Spanje lopen verschillende Spaanse pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela.
Eén van die aanlooproutes die Durkje en ik in 2024 richting Santiago de Compostela al liepen, is de zogenoemde ‘Camino Mozárabe’, die begint in Almería, en dan ongeveer 630 kilometer noordwestelijker eindigt in Mérida, waar de Camino Mozárabe aansluit op de ‘Vía de la Plata’, die bij Astorga in het noorden van Spanje aansluit op de Camino Franchés, richting Santiago de Compostela.
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om dit jaar (2025) te beginnen met de Vía de la Plata, ook vanuit het zuiden van Spanje, en ook richting Santiago de Compostela. De ‘Vía de la Plata’ is de ongeveer 680 kilometer lange pelgrimstocht van Sevilla naar Astorga.
Vandaag lopen we daarvan onze 2e etappe, over een afstand van 17,8 kilometer, van Guillena naar Castilblanco de los Arroyos. We stijgen daarbij van ongeveer 17 naar 336 meter hoogte.
Vertrek vanuit de Albergue Luz del Camino van Guillena
Om 6:45 uur gaat onze wekker af in Albergue Luz del Camino in Guillena, waar wij vannacht hebben overnacht. Voor zover ons bekend, was de herberg helemaal vol en sliepen er nog ruim twintig andere pelgrims uit onder andere Canada, Duitsland, Spanje, Zuid-Korea en Italië in deze herberg. Een gezellige boel, want op de twee verdiepingen zag je overal wel pelgrims zitten, lopen of liggen. Op het dakterras kon je niet verblijven vanwege de wind en regen, maar binnen was het gezellig druk, en zo ook vanmorgen bij het opstaan, wassen, aankleden, ontbijten en vertrekken. Durkje en ik zijn overigens samen met het Canadese stel – Gerry & Nicole - de laatsten die vertrekken.
Om 7:45 uur komen we van boven uit onze tweepersoonskamer en trekken we onze wandelschoenen aan die bij de uitgang in de schoenenrekken staan.
Door de hoofdstraat en een zijstraat lopen we heuvel-opwaarts naar de dorpskerk.
Voorbij de kerk passeren we een etappebord van de Vía de la Plata, waarop de route van onze etappe van vandaag staat.
Van de Canadezen hadden we gehoord dat meerdere pelgrims – met de water- en blubberervaring van gisteren – voor vandaag het zekere voor het onzekere hebben genomen, en dat zij ervoor hebben gekozen om over de doorgaande verharde wegen naar de volgende halteplaats te lopen. Omdat onze herbergierster mij gisteren bevestigde dat de originele camino-etappe begaanbaar is vandaag, kiezen wij ervoor om de onverharde route wel te nemen, wat – zo blijkt later – inderdaad zonder noemenswaardige problemen prima verloopt.
Koffie bij El Cerro
Wij hebben eerst in de huiskamer van onze herberg ontbeten, maar in het dorp zien we andere pelgrims hun ontbijt nemen in een café dat we passeren.
Voorbij de sportvelden draait de route rechtsaf naar de Rivera de Huelva. Onze wandelgids meldt dat je daar de rivieroever kunt afdalen, om dan door een drooggevallen doorwaadbare plaats door de rivierbedding over te steken. We hadden het al verwacht en voorzien, en dat blijkt goed ingeschat, want de rivier is zo onstuimig en het water staat zo hoog, dat je met geen mogelijkheid hier droog over kunt steken.
Maar niet getreurd, want verderop zien we de brug van de A-460, waar we de rivier wel over kunnen steken.
Daar aangekomen, ontmoeten we een Brits stel uit Londen. Later horen we van hen – John & Kitty - dat ze vóór hun pensioen beiden politie-agent waren, en al 15 (zij) en 20 (hij) keer beroepshalve in uniform hebben meegelopen met de Nijmeegse Vierdaagse. Ze tonen een foto op hun smartphone van hen beiden in uniform met de gladiolen in de hand.
Met z’n vieren steken we de Rivera de Huelva over, om dan langs de A-460 naar het industriegebied El Cerro te lopen.
Bij de opgang van het bedrijventerrein vragen we bij het benzinestation aan een werkneemster of we daar koffie kunnen drinken. Ze hebben alleen frio-koffie, maar de vrouw vertelt na enig doorvragen ook dat we aan de overzijde van de A-460 achter de rotonde naar een café kunnen gaan om daar koffie te drinken. Dat doen we. Een pelgrimsbord staat uitnodigend bij de ingang.
Een parasolvoet van beton staat bij de deur, met vier Jacobsschelpen als ornamenten op de vier hoekpunten.
Als we binnenkomen, bestellen we koffie aan de bar, en nemen we plaats naast een aantal mannen en een vrouw die bij een grote open haard zitten, waarin een stapel oud meubelhout ligt te branden.
We drinken onze koffie te midden van de cafégasten aan de bar en bij de haard, die op beide plekken druk met elkaar zitten te praten.
Veldpad van grind, rotsstenen, klei en water
Dan steken we de A-460 bij de rotonde weer over, en betreden we het bedrijventerrein, lopend door het openstaande hekwerk.
Waar we afbuigen naar rechts staat een wegwijzer van de Vía de la Plata, waarvan we nog niet eerder een exemplaar hebben gezien.
We lopen voorbij een kudde schapen en verlaten dan linksaf het bedrijventerrein, de heuvels in.
Het veldpad is eerst nog halfverhard met grind en dikke stenen en brokken asfalt, maar naarmate we hogerop komen, neemt de mate van verharding af. Door een haag van cactussen krijgen we een mooi uitzicht over het heuvelachtige landschap rechts van ons.
Het pad wordt steeds modderiger. Dikke kluiten klei blijven aan onze wandelschoenen kleven.
Het pad wordt hier en daar zo nat en drassig, dat we af en toe even over de hogere randen van het veldpad moeten lopen om geen natte voeten te krijgen.
Toch blijft het pad goed toegankelijk, en naarmate we stijgen, wordt het pad weer droger en breder, nadat we een tijd langs olijfboomgaarden hebben gelopen.
Na een behoorlijke stijging zien we achter ons in de verte en in de diepte Sevilla en Guillena liggen.
El Canuelo Alto in de Sierra Norte
Om 9:28 uur bereiken we een eerste top, de zogenoemde El Canuelo Alto.
In de verte rechts van ons zien we een verlaten burchtwoning boven op een heuveltop.
Nog weer hogerop komen we langs een informatiebord, waarop staat dat we hier het heuvellandschap van de Sierra Norte betreden. We genieten van het uitzicht rondom.
De zon schijnt aangenaam, het waait nauwelijks en het is droog, dus helemaal prima om zo heuvelopwaarts voort te gaan.
Dan gaat het voort over een heel breed veldpad door een olijfboomgaard. Heel mooi is het om hier te wandelen met dit prachtige wandelweer in een schitterende omgeving.
Veel kruiden en struiken staan hier al in bloei, waarin de kleuren wit, geel en lila overheersen.
Weer verder gaat het heuvelopwaarts. Verderop gaat het pad door een heuvelrug van rotspartijen.
We lopen hier trouwens op een eeuwenoud veedrijverspad, waarover schaapherders vroeger hun kudde schapen naar het noorden leidden om daar te grazen in de zomer, en in het najaar kwamen ze dan over deze paden weer terug in het zuiden.
We zijn al een boerderij gepasseerd verderop aan onze rechterhand – de Cortijo El Chapparal, want daar hoorden we in de verte een tractor rijden.
Nu komen we langs een serie wegwijzers, die ons attenderen op een waterbron iets verderop aan onze rechterhand.
Als ik even het doorgaande pad verlaat om daar te kijken, kan ik bij een draaihek op een gegeven moment niet verder, omdat het pad daar onder water staat. Wel zie ik verderop onder een groep bomen op de heuvelhelling een waterpomp in het veld, met ernaast enkele plastic flessen.
Ik ga weer terug naar het doorgaande heuvelpad, en dan gaan we verder.
Af en toe passeren we andere pelgrims, of worden we gepasseerd door hen. Enkelen van hen kennen we, omdat zij in onze herberg afgelopen nacht samen met ons hebben overnacht.
Door de dehesa
Als we op een gegeven moment door een hekwerk gaan en een iets opener heuvellandschap in gaan, en daar koebellen horen, en een kudde koeien zien grazen, is ons wel duidelijk dat we nu de dehesa op gaan, het weidegebied in de heuvels waar het vee graast.
De olijfbomen ook hier langs het pad staan momenteel prachtig in bloei.
Om 10:45 uur passeren we weer een hekwerk, waarop staat aangegeven dat het vanaf hier nog maar 6,9 kilometer gaans is naar Castilblanco de los Arroyos. Dat betekent dat we inmiddels 10,6 kilometer hebben afgelegd.
Een half uur later arriveren we bij de A-8002, een drukke verkeersweg richting Castilblanco de los Arroyos. Op die plek staat een stenen paal met daarop het opschrift ‘Camino de Santiago’.
Veedrijverspad langs de A-8002
Langs de A-8002 gaat het veedrijverspad verder, en wij dus ook. Om 11:20 uur vinden we een rotsblok langs dit brede steentjespad, waarop we plaatsnemen voor onze lunchpauze langs de route, en heerlijk in het zonnetje.
Zodra we echter verder gaan, begint het heel licht te regenen, en dat houdt aan totdat we op onze dagbestemming arriveren. De zon verdwijnt en het wordt kouder, maar we kunnen prima zonder regenkleding of paraplu verder, want het is af en toe hele lichte regen.
We steken de A-8002 over, en gaan over het brede steentjespad aan de overzijde van de weg verder. Rechts van ons zien we in de diepte het stuwmeer de Embalse de Castilblanco liggen.
Nog een eindje verderop worden wij en de Londense pelgrims Kitty & John door een vervaarlijk blaffende herdershond gewaarschuwd om niet te dicht bij de grote kudde geiten te komen, die verderop verspreid over de heuvelhelling graast.
Urbanizacións
Rond twaalf uur komen we langs de woonwijk Las Colinas. Een auto gaat door het metalen hekwerk de woonwijk binnen, en als hij binnen is, gaat het hekwerk achter de auto weer dicht. Het is overigens een fikse woonwijk, waar we slechts weinig van zien tussen de bomen door.
Aan onze zijde van de weg ligt daar tegenover ook een woonwijk, de Urbanización San Benito Abad genoemd. Deze wijk ligt iets verder van ons pad af.
Albergue Casa Salvadora in Castilblanco de los Arroyos
Dan wandelen we bij het plaatsnaambord de bebouwde kom van Castilblanco de los Arroyos binnen.
Op de rotonde staat een stenen beeld van een imker bij een bijenkast.
Rechts van de weg passeren we een hotel, waar een pelgrimsbord bij de oprijlaan staat, waarmee de gasten welkom worden geheten.
De pelgrimsroute gaat nu zowel linksom door het dorp als rechtsom. Wij nemen de camino linksom, op weg naar onze herberg. In het centrum bij de supermarkt passeren we de dorpskerk.
Dan is het nog enkele meters te gaan totdat we aankomen bij de ingang van onze Albergue Casa Salvadora.
Een mooi gevelbord maakt duidelijk dat we zijn gearriveerd bij onze overnachtingaccommodatie voor de komende nacht. Het is nu 12:30 uur, dus we hebben nog de hele middag en avond vóór ons.
Durkje belt het telefoonnummer dat bij het interne toegangshek staat, en krijgt dan de herbergierster aan de lijn, en direct daarna verschijnt al haar dochter, die ons binnenlaat in de herberg.
Zij vertelt dat dit het huis – overigens heel groot – is van haar grootmoeder, die beneden woont. Ze checkt ons in, we betalen de 30 euro als kamerprijs, en worden dan naar boven begeleid, waar onze kamer is.
Er zijn nog één andere jongeman en één oudere man in deze herberg.
We kunnen direct douchen, en verkleden, en Durkje doet de handwas, en hangt de was buiten aan de waslijn die de dochter haar toonde, en dan hebben we vanmiddag voldoende tijd voor onze verslaglegging in woord en beeld, voor blog en Polarsteps.
Aan het eind van de middag halen we voor morgen de boodschappen uit de supermarkt, en vanavond gaan we in het dorp uit eten.
Morgen – zondag – volgt dan een lange etappe van 29,3 kilometer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten