zondag 20 april 2025

Pelgrimeren van Castilblanco de los Arroyos naar Almadén de la Plata

Pelgrimsroute van Sevilla (S) naar Santiago de Compostela (S)
Vía de la Plata van Sevilla naar Astorga
Van Castilblanco de los Arroyos naar Almadén de la Plata
Zondag 23 maart 2025 – 29,3 km.
Dag 3: 39,8 – 69,1 km. 
Afdalen naar Almadén de la Plata



















Spaanse Vía de la Plata
Vanuit het zuiden van Spanje lopen verschillende Spaanse pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela.
Eén van die aanlooproutes die Durkje en ik in 2024 richting Santiago de Compostela al liepen, is de zogenoemde ‘Camino Mozárabe’, die begint in Almería, en dan ongeveer 630 kilometer noordwestelijker eindigt in Mérida, waar de Camino Mozárabe aansluit op de ‘Vía de la Plata’, die bij Astorga in het noorden van Spanje aansluit op de Camino Franchés, richting Santiago de Compostela.
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om dit jaar (2025) te beginnen met de Vía de la Plata, ook vanuit het zuiden van Spanje, en ook richting Santiago de Compostela. De ‘Vía de la Plata’ is de ongeveer 680 kilometer lange pelgrimstocht van Sevilla naar Astorga.
Vandaag lopen we daarvan onze 3e etappe, over een afstand van 29,3 kilometer, van Castilblanco de los Arroyos naar Almadén de la Plata. We stijgen daarbij van ongeveer 336 naar 474 meter hoogte.

Vertrek vanuit de Albergue Casa Salvadora van Castilblanco de los Arroyos
Om 6:00 uur gaat onze wekker af in Albergue Casa Salvadora in Castilblanco de los Arroyos, waar wij vannacht hebben overnacht. Voor zover ons bekend, waren wij de enige pelgrims, alhoewel één van de andere twee gasten – een oudere Canadees uit Montreal die hier enige tijd verblijft - wel heel veel pelgrimservaring heeft opgedaan tijdens zijn vele pelgrimages door de jaren heen. Hij vertelde ons daarover gisteravond honderduit.
Om 7:20 uur komen we van boven uit onze tweepersoonskamer nadat we onze wandelschoenen aan hebben getrokken. 
Het is stil op straat op deze vroege zondagochtend als we bij een standbeeld aan het eind van de straat een startfoto maken om 7:25 uur.
Aan de rand van het dorp zien we dat de vroege ochtendzon haar zonnestralen over de skyline van Castilblanco de los Arroyos schijnt.
We verlaten Castilblanco de los Arroyos, en gaan nu de doorgaande asfaltweg van de SE-5405 op, wetende dat we deze weg zo’n 15 à 16 kilometer zullen moeten volgen.

Langs de SE-5405 naar Monte las Navas Berrocal
Het is alleen maar gemotoriseerd verkeer dat hier nu op deze brede weg rijdt. Maar het is heel stil op de weg, omdat het zo vroeg is op deze zondagochtend. De weg maakt af en toe een bocht, en gaat regelmatig op en neer.
We passeren een Canadese pelgrim en twee Spaanse pelgrims die samen wandelen. Deze drie pelgrims hadden we eerder nog niet ontmoet. 
Het is inmiddels al begonnen te regenen; niet zo hard, maar wel zo hard dat we de regenjassen aan hebben gedaan. Zo kunnen we weer prima voorwaarts.
We lopen een heel eind samen op met het Britse pelgrimsstel. Hij – John - is half Spaans en half Brits, en zij - Nicky - komt van origine uit Hong Kong. We splitsen ons op en ik loop samen op met Nicky. Ze werkten tot voor kort bij de politie in Londen, waar ze ook wonen. Zij kwam naar Londen om haar Master degree te halen, en ging vervolgens naar Sheffield om daar te promoveren. Daarna ging ze als informatiespecialiste aan de slag bij de Londense politie. 
Voor mij is dit ook een mooie gelegenheid om eens even door te vragen over de situatie in Hong Kong van jaren geleden tot op heden, want zij kan me hier veel dingen over vertellen die ik nog niet wist; heel interessant.
Wij drinken even iets, en zij nemen een korte pauze, dus we gaan los van elkaar weer verder. 

Over het veedrijverspad langs de SE-5405
Een eind verderop zien we dat we dan het parallel aan de verkeersweg liggende veedrijverspad moeten nemen om daar de wegwijzers van het pelgrimspad op te volgen. Af en toe moeten we dan even voorzichtig over enkele waterpartijen gaan, maar dat gaat lang goed, dus we houden droge voeten.
Rechts van ons pad zien we op de dehesa een kudde koeien, die op hun hoede zijn en onze voortbewegingen goed volgen.
Dan komen we op een plek waar we niet met droge voeten over kunnen gaan, dus hier maken we gebruik van de naast dit pad liggende weg van de SE-5405. Dit is ook de plek waar een informatiepaneel staat, met daarop de mededeling dat we nu het natuurreservaat van Parque Natural Sierra Norte betreden.

You saved my life!
Dan arriveren we op de plek waar we de SE-5405 moeten verlaten om het natuurpark in te gaan. Op dat punt – op de Monte Las Navas Berrocal - staat een stenen wachthuisje langs de weg, zonder ramen en zonder deur, maar voor ons is dat een ideale schuilhut voor onze koffiepauze. 
Twee pelgrims verlaten zojuist deze schuilhut, en wij gaan er naar binnen. Dan begin het weer iets harder te regenen, dus we hebben wel heel veel geluk dat we hier nu in deze open schuilhut droog onze koffiepauze kunnen houden.
Binnen staat een stenen bank tegen de muur, waarop we plaatsnemen.
De Zuid-Koreaanse pelgrim Kim – die ook bij ons overnachtte in de herberg van Guillena – staat teleurgesteld voor het dubbele ijzeren hekwerk, dat vanwege de dikke ketting en het slot de doorgang naar de camino door dit natuurpark belemmert. Hij gaat daarom de asfaltweg weer op, om dan maar verder te gaan naar Almadén de la Plata over de SE-5405.
Ik roep hem echter terug, en laat hem zien dat rechts naast het grote hekwerk een smal toegangshek is dat je wèl toegang geeft tot de Vía de la Plata in dit natuurreservaat. 
Die positieve verrassing maakt hem heel enthousiast, want hij had zich er zo op verheugd om door dit natuurreservaat te wandelen. Als ik hem hier niet op had gewezen, zou hij teleurgesteld over de asfaltweg verder zijn gegaan, dus dit maakt hem heel blij. Hij bedankt me voor deze tip, schudt me enthousiast de hand, en roept uit: “You saved my life”.

Oploskoffie op Monte Las Navas Berrocal
De Zuid-Koreaanse pelgrim Kim gaat het park in, en ik ga weer terug de schuilhut in. Buiten regent het en het is behoorlijk koud, en ook binnen is het tamelijk koud, maar wel droog. Met het hete water in de thermoskan maken we oploskoffie, en zo kunnen we toch nog even heerlijk genieten van een kopje koffie bij onze broodjes.
Ondertussen komen ook de twee Spaanse pelgrims aanlopen, en ook zij komen binnen, waar ze tegelijk met ons een broodje en een banaan eten, en ondertussen lukt het ons met enige woorden Spaans en Engels toch enigszins een gesprek te voeren over hun en onze pelgrimages.
De mannen zijn snel klaar en vertrekken direct weer, in korte broeken en met twee grote paraplu’s tegen de regen.
Als we onze koffiepauzespullen weer inpakken, komen ook de Londense pelgrims Kitty & John voorbij. Wij maken plaats voor hen, maar zij willen geen pauze houden, en gaan direct door.
Als we de regenjassen weer aan hebben gedaan, gaan ook wij de aanhoudende regen in, het natuurreservaat binnen.

Parque Natural Sierra Norte
Al spoedig passeren we de eerste wegwijzer van de Vía de la Plata, met daarop ook de aanduiding dat we hier door het Parque Natural Sierra Norte lopen. In de komende uren zullen we op veel plekken die markante wegwijzers van het pelgrimspad opvolgen.
We lopen recht af op het terrein van Casa Forestal La Morilla, een groot bospaviljoen, waar we verder niemand zien.
Net voorbij dit parkpaviljoen halen we de twee Britse pelgrims in. Dan steken we een bruggetje over, over een luidruchtig snel stromend riviertje. 
Ver rechts van ons zien we in de diepte het stuwmeer Represa del Lanchat.  
Na een afdaling komen we op het diepste punt van deze route. Hier is het pad over de volle breedte overstroomd, dus daar kun je zomaar niet met droge voeten over. De twee Spaanse pelgrims staan óók voor deze watervloed. De ene Spanjaard gaat over de stapstenen naar de overkant, maar de andere doet dat niet, vanwege problemen met zijn evenwicht. Hij doet zijn wandelschoenen en sokken uit, en gaat blootsvoets door het water dat hem tot ver boven de enkels komt. Gelijktijdig ga ik eerst over de stapstenen naar de overkant, en Durkje daarna ook over de stapstenen. De Spanjaard doet er heel lang over om heel voorzichtig blootsvoets door het snelstromende water naar de overzijde te komen, en dat gaat goed. Wij gaan verder, en de Spanjaard trekt zijn sokken en schoenen weer aan, waarna zij ons volgen.

Stapstenen bij El Berrocal
Iets verderop is links van ons pad ook al weer een pad geheel overstroomd.
Eerder was dat links en rechts op diverse plekken ook het geval, en verder horen en zien we nagenoeg overal kleine en grotere waterstromen, die grote hoeveelheden water van boven naar beneden afvoeren. Overal stroomt water, want het heeft in Spanje al heel lang al heel veel geregend; heel uitzonderlijk is dat in deze tijd.
Bij El Barrocal is het weer raak, echter niet zo erg als zojuist op het diepste punt. Ook hier moeten we weer met de stapstenen oversteken, wat prima gaat.
De ene Spanjaard volgt ons over de stapstenen, de andere Spanjaard trekt zijn sokken en schoenen niet weer uit, maar gaat nu gewoon met schoenen en al door het water.
Aan de overzijde van de waterloop staat een stenen picknickset.
Het tafelblad is gedecoreerd met een Jacobsschelp en tekst in het rond erom heen.

Las Navas
We gaan nu heuvelopwaarts naar Las Navas, waar de naaldbomen tegen de heuvelhellingen zijn geplant op aangelegde smalle terrassen.
Hier en daar staan ook eucalyptusbomen in het park, en zo ook hier.
Langzamerhand gaat het hogerop, ook nu weer langs uitzonderlijke waterpartijen.
Dan komen we op een breed pad, dat is opgehoogd met witte steentjes. Omdat naast dit pad de brem in gele bloei staat, is dat een prachtig gezicht.
We passeren ook de Zuid-Koreaanse pelgrim Kim, die in de berm zit te pauzeren. Hij vertelt hier van de zon te genieten, want de regen is al even geleden gestopt, en de zon is inmiddels al weer aan het schijnen.

Steile klim naar Cerro del Calvario
We naderen nu het eind van deze etappe, maar er zit nog enig venijn in de staart, want we moeten eerst nog flink klimmen.
Aan de voet van de heuvelrug ontmoeten we de Canadese pelgrim Courtney. Zij gaat samen met ons de zware klim doen, waarbij we over een afstand van zo’n 600 meter een hoogteverschil van ongeveer honderd meter moeten overbruggen, naar een hoogte van zo’n 560 meter. 
Dat betekent zo’n twintig minuten heel stevig klimmen, waarbij we langzaam de steile helling op klimmen met onze bepakking op onze rug.
Zo ongeveer halverwege passeren we weer zo’n wegwijzer van het park, waarop in dit geval een plaquette is aangebracht, waarop staat dat hier in 2016 een pelgrim is gestorven. Dergelijke bermmonumenten vind je eigenlijk wel langs alle camino’s.
Deze stevige klim leidt ons met enig bochtenwerk naar de heuvelhellingtop van Cerro del Calvario. Een mooie plek om een foto van elkaar te maken met in de diepte achter ons het Parque Natural Sierra Norte, dat we zojuist in enkele uren hebben doorkruist.

Afdaling naar Almadén de la Plata
Vanaf dit uitzichtpunt kun je dus het natuurreservaat overzien, maar aan de andere kant heb je tegelijk een mooi uitzicht over Almadén de la Plata, waar we straks naar toe gaan.
Met z’n drieën dalen we af, het dal in, naar Almadén de la Plata.
Het laatste stuk is nota bene geplaveid als een Calzada, en dan arriveren we om 14:00 uur bij de plaatsnaamzuil van Almadén de la Plata.
Als we vlakbij de plaatselijke hammenfabriek het dorp in lopen, zien we recht vóór ons tegen de gevel een grote banner, waarmee we worden gewezen op een pelgrimsmenu in één van de horecagelegenheden in deze plaats.

Buiten is het koud, maar in Casa Concha lekker warm
We wandelen het dorp in, en komen daar langs de kerk.
Iets verderop passeren we het gemeentehuis. Beide gebouwen hebben een toren, en op beide torens zien we ooievaarsnesten, zoals die in Spanje heel gebruikelijk zijn.
Op het gemeentehuisplein worden we aangesproken door een jongeman, die ons vraagt of we in zijn herberg willen overnachten. We zeggen dat niet te doen, omdat we gisteren elders gereserveerd hebben, maar op zijn uitnodiging bekijken we wel even zijn mooie nieuwe herberg.
Buiten gekomen, zien we de twee Spaanse pelgrims rechtsaf gaan naar de gemeentelijke pelgrimsherberg, en wij lopen linksom naar Hostal Restaurant Casa Concha.
Binnen is het een drukte van belang in het restaurant. We checken hier in en krijgen voor veertig euro een tweepersoonskamer op de begane grond, waarin we ons installeren. Later zien we dat ook het Britse stel John & Kitty hier gaat overnachten.
Omdat we vlak na twee uur al in Almadén de la Plata arriveerden, hebben we nog bijna de hele middag voor alle zaken zoals douchen, omkleden, foto’s verwerken, verslagen schrijven, en ons klaarmaken voor de tocht van morgen.
Vanavond eten we in het restaurant van dit hostal, en morgen hebben we een korte etappe.
Het was een tamelijk lange etappe vandaag, en overwegend regenachtig en koud, maar afgesloten met een vriendelijk zonnetje, en we spreken van geluk dat onze hostalkamer verwarming heeft, want door de lage temperaturen van deze dagen is een beetje warmte na zo’n lange etappe wel heel aangenaam.

Geen opmerkingen: