Pelgrimsroute van Sevilla (S) naar Santiago de Compostela (S)
Vía de la Plata van Sevilla naar Astorga
Van El Real de la Jara naar Monesterio
Dinsdag 25 maart 2025 – 20,5 km.
Dag 5: 83,0 – 103,5 km.
Spaanse Vía de la Plata
Vanuit het zuiden van Spanje lopen verschillende Spaanse pelgrimsroutes naar Santiago de Compostela.
Eén van die aanlooproutes die Durkje en ik in 2024 richting Santiago de Compostela al liepen, is de zogenoemde ‘Camino Mozárabe’, die begint in Almería, en dan ongeveer 630 kilometer noordwestelijker eindigt in Mérida, waar de Camino Mozárabe aansluit op de ‘Vía de la Plata’, die bij Astorga in het noorden van Spanje aansluit op de Camino Franchés, richting Santiago de Compostela.
Durkje en ik hebben ervoor gekozen om dit jaar (2025) te beginnen met de Vía de la Plata, ook vanuit het zuiden van Spanje, en ook richting Santiago de Compostela. De ‘Vía de la Plata’ is de ongeveer 680 kilometer lange pelgrimstocht van Sevilla naar Astorga.
Vandaag lopen we daarvan onze 5e etappe, over een afstand van 20,5 kilometer, van El Real de la Jara naar Monesterio. We stijgen daarbij van ongeveer 489 naar 753 meter hoogte.
Vertrek vanuit het Hostal Rural Encina van El Real de la Jara
Om 6:30 uur gaat onze wekker af in Hostal Rural Encina van El Real de la Jara, waar wij vannacht hebben overnacht. Voor zover ons bekend, waren er naast ons nog slechts twee andere pelgrims, in elk geval het Britse stel John & Kitty uit Londen. Ook zien we vanmorgen vier wielrenners die hier hebben overnacht.
Om 7:00 uur ontbijten we in onze hostalkamer van de boodschappen die we gisteravond in het dorp hebben gehaald. Ook ons lunchpakket voor onderweg maken we dan daarvan gereed.
Om 7:40 uur verlaten we onze tweepersoonskamer.
We lopen over het bedrijventerrein in de richting van de plek in het dorp waar we de Vía de la Plata vandaag hervatten. Nabij het restaurant waar we gisteren ons avondeten hadden, ontmoeten we de Britse pelgrims John & Kitty, die in het restaurant hebben ontbeten, want dat restaurant gaat al om 6:30 uur open.
Als we door El Real de La Jara lopen, passeren we de kerk.
Waar we de bebouwde kom van El Real de la Jara verlaten, passeren we het etappebord van onze etappe van vandaag.
Blootsvoets door de rivier van Andalucia naar Extremadura
Tussen hoge bermmuurtjes lopen we over de Vía del Cordel de Monesterio naar de plek waar de grens is van Andalucia en Extremadura. De grens wordt gevormd door de Arroyo de la Vibora.
De Zuid-Koreaanse pelgrim Kim en de Amerikaans-Canadese pelgrim Courtney staan al aan de overzijde van de rivier.
Het water van deze doorwaadbare plaats staat zo hoog dat we de wandelschoenen en sokken uit moeten doen om over te steken.
De Zuid-Koreaanse Kim maakt een filmpje van mijn oversteek, en heeft dan de grootste pret, want het is natuurlijk een vrolijk gezicht om die pelgrims met zware bepakking blootsvoets door de rivier te zien gaan.
Aan de overzijde van de rivier drogen we onze voeten, en gaan de sokken en schoenen weer aan. Op de achtergrond staat Castillo de las Torres, het 13e/14e eeuwse kasteel van waaruit vroeger de grens tussen de beide regio’s werd bewaakt door de ridders van de orde van Santiago.
Dan zien we ook de Britse pelgrims John & Kitty achter ons aan de overzijde van de rivier. John gaat zo met zijn schoenen aan door het hoge water, maar Kitty kiest ervoor om ook blootsvoets de rivier over te steken.
Een groot bord verwelkomt ons met ‘Welkom in Extremadura’.
Over de Via Pecuaria met haar doorwaadbare plaatsen
Met gedroogde voeten gaan we het steentjespad op door de dehesa, waar in deze regio veel stukken grond zijn gescheiden door lage stenen muurtjes.
We lopen hier weer op de Via Pecuaria, de oude veedrijversroute.
Nu in Extremadura aangekomen, staat er voor ons weer een ander soort wegwijzers in de bermen langs de route.
De Zuid-Koreaan Kim loopt af en toe een eindje met ons mee, en dan even later volgt hij ons weer met een iets lager tempo.
We komen langs een schapenboerderij. Eén van de schapen heeft al twee lammeren, zichtbaar nog heel recent geboren.
De schaapskudde graast rustig in het voor ons steeds opener wordende landschap.
Ook aan de overzijde van ons pad graast een grote schaapskudde.
Tegen tien uur zien we in de verte de eerste contouren van het Hotel Rural Leo waar we straks koffie willen drinken.
Maar eerst moeten we nog ettelijke doorwaadbare plaatsen oversteken, want er stroomt hier nog heel veel water van hoog uit de heuvels - over onze paden - naar beneden. Gelukkig kunnen we bij al die plekken met droge voeten over, dankzij de stapstenen die hier en daar in het water liggen.
Rechts van ons pad graast een grote kudde koeien, met name jongvee, en veelal jonge stieren.
In de verte links van ons pad zien we te midden van een rijk in bloei staand weiland een foeragerende ooievaar.
Welkom in de gemeente Monesterio
We komen langs een groot bord, waarmee we nu al – op de helft van onze etappe van vandaag - welkom worden geheten in de gemeente Monesterio.
Hier staat ook de modern ogende Ermita de San Isidro Labrador, die we niet kunnen bezichtigen, aangezien het toegangshek op slot zit.
We kunnen er - voorbij een camino-wegwijzer - alleen maar langs lopen.
Links zien we een kleine tienda, een klein kruidenierswinkeltje, waar de Italiaanse pelgrim Rosanne net uit de winkel komt.
Wij lopen door met een bocht rechts naar boven, naar de rotonde, waar we het grote parkeerterrein op lopen naar Hotel Rural Leo, waar we in dit grote motel onze koffiepauze willen hebben. Tegelijk met ons zijn hier ook bussen vol Aziaten en Spaanse pubers, dus het is hier een drukte van belang.
Maar met groot gemak vinden we toch een beschikbaar tafeltje, waar we koffie drinken en een broodje eten in deze moderne oase voor ook pelgrims.
Tussen drukke autowegen onverhard voorwaarts
Op het moment dat we ons klaarmaken voor de doorstart, arriveren ook de pelgrims Kim en Courtney en John & Kitty. Ook zij houden hier hun koffiepauze.
Wij steken het grote plein van deze pauzeplek over, en passeren daarbij een grote oplegger waarin een Ferrari en enkele dure motoren staan.
Dan gaan we half rond een grote rotonde.
Tussen twee afslagen van deze rotonde gaan we een smal onverhard paadje op, om dan onder de autosnelweg A-66 door te lopen.
Iets verderop steken we een afslag over, en dan gaat het over alweer zo’n smal paadje beneden langs een oude kapel.
Deze kapel is verlaten, en die zou wel eens de voorloper kunnen zijn van de Ermita de San Isidro Labrador, die we zojuist al passeerden. Wellicht dat door de ingebruikname van de nieuwe snelweg deze oude kapel buiten gebruik moest worden gesteld, en er daarom een nieuwe is gebouwd aan de overzijde van de snelweg. Wie het weet, mag het zeggen.
Eucalyptusbos kappen en branden
We lopen over hier en daar tamelijk drassige paden, en moeten af en toe wat laveren om droog verder te kunnen. Dit pad doorkruist een bosstrook van eucalyptusbomen.
Kennelijk is men niet zo blij met al die eucalyptusbomen, want verderop lopen we door een groep boswerkers, die aan weerszijden bezig zijn om de eucalyptusbomen en –struiken met kettingzagen om te zagen en af te voeren.
De dikke stronken worden in delen gezaagd en achter in een auto gelegd, dus die zullen wellicht in de open haardvuren verdwijnen, en de takken en bladeren worden op grote bulten gelegd, die worden verbrand, met veel rook als bijprodukt.
We passeren de boswerkers.
Iets verderop staat een brandweerwagen, dus kennelijk hebben ze die uit voorzorg al meegenomen, om direct te kunnen blussen als het open vuur zich ongecontroleerd zou gaan uitbreiden.
Dan dalen we weer af naar een doorwaadbare plaats.
Langs Iberische zwarte varkens en zwarte geiten
We moeten na weer fiks drassige hellingpaadjes op een gegeven moment een asfaltweg oversteken, om dan langs die voormalige verkeersweg verder te lopen. Aan onze linkerzijde hebben dan we een mooi uitzicht over de vallei tussen de weg en de heuvel in de verte.
Daar passeren we een boer, die zojuist zijn zwarte Iberische varkens heeft bijgevoerd.
Tussen de zeugen lopen enkele biggen.
Als één van die biggen vlak vóór een zeug gaat staan, duwt de zeug de big met zijn snuit omhoog, zodat de big gillend bijna een meter door de lucht vliegt, en verderop weer op zijn pootjes terecht komt. De boodschap is duidelijk: loop mij niet voor de poten.
Links van het pad passeren we een varkensboerderij met grote nieuwe stallen. Daarnaast staat het oude complex van de oude stal, waarvan je kunt zien dat die al lang niet meer in gebruik is.
Bij een volgende boerderij loopt een kudde zwarte geiten in het weiland te grazen.
Zwarte varkens hadden we wel eens eerder gezien hier in Spanje, maar zulke gitzwarte geiten nog niet. Ze contrasteren mooi met de witte en gele bloemen van het groene grasland.
Cruz en Crazy
We hebben deze tweede helft van de etappe al aan den lijve ervaren dat we voortdurend stijgen.
Dat klimmen gaat maar door, met af en toe een kleine afdaling en een kort stukje horizontaal, maar verder alsmaar omhoog. Als we achterom kijken, zien we dan ook het gebied waar we doorheen zijn gelopen in de diepte achter ons.
Deze lange klim voert ons uiteindelijk naar de Puerto de la Cruz. Een bord maakt ons duidelijk dat we hier zijn aangekomen op de Plaza Mirador Astronómico de Monesterio.
Dit is een sterrenkijkpunt, dat er geheel op is ingericht om in grote houten ligstoelen tijdens heldere nachten de sterren te gaan bekijken. Een pijltje wijst alvast op de locatie van de Poolster.
Er staat ook een wegkruis, waaraan deze plek haar naam Puerto de la Cruz ontleent.
Bovenop het wegkruis is de gekruisigde Jezus te zien, omringd door een bloemenkrans.
Een auto van de gemeente komt aangereden bij de picknickplek ernaast. Spanjaarden hebben hier een grote hoeveelheid vuilnis illegaal gestort. Als we er even bij blijven staan, en de chauffeur uitstapt, loopt hij er hoofdschuddend op af, en roept naar ons uit dat het toch ‘Crazy’ is dat je hier je vuilnis stort op zo’n mooie picknickplek. Hij vertelt dat er in de stad verderop voldoende mogelijkheden zijn om je vuilnis – ook gescheiden – aan te bieden, en dat het niet nodig – maar wel crazy – is dat men dat hier doet.
Monesterio de stad van de hammen
We verlaten dit recreatiegebied, en wandelen dan direct al de bebouwde kom van Monesterio binnen.
Bij de rotonde voorin de stad staat een groot cortex-stalen kunstwerk, dat een ham uitbeeldt.
Monesterio wordt ook wel de stad van de hammen genoemd, die hier worden gefabriceerd van de bouten van de zwarte Iberische varkens.
De eerste fabriek die we passeren, is een hammenfabriek, en verderop komen we bij het hammen-museum. Hierin is ook de VVV gevestigd, dus we gaan er naar binnen, waar we vervolgens een stempel van het hammenmuseum krijgen in onze pelgrimspaspoorten.
Spaans mooi weer in Monesterio
Dan doorkruisen we in een nagenoeg rechte lijn het centrum van Monesterio. Onderweg zien we hier en daar in slagerijen lange rijen hammen in de aanbieding hangen.
We lopen door tot bijna aan het eind van het stadscentrum, waar we bij een supermarkt alvast enkele boodschappen voor vanmiddag halen.
Daar arriveren we dan uiteindelijk om 13:20 uur bij Hostal Extremadura, waar we vannacht zullen overnachten.
We checken voor 30 + 10 = 40 euro in – inclusief alle gewenste extra service - en maken een keus uit twee beschikbare kamers, waarbij we kiezen voor de hostalkamer met uitzicht op het zonovergoten centrumplein van Monesterio.
Halverwege de middag wordt het iets meer bewolkt, maar aan het eind van de middag breekt de zon al weer door, en is het wederom Spaans mooi weer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten