donderdag 27 februari 2025

Wat water nodig heeft

Woensdagavond 26 februari 2025
 
Spreekster Luzette Kroon

Van strijd, naar leven mèt het water
Ons land is altijd de strijd met het water aangegaan. 
We bouwden dijken, legden polders aan en pompten overtollig water weg. 
Dit maakte ons leven comfortabeler, gezonder en veiliger. 
Maar de klimaatverandering en de toenemende weersextremen vragen om een nieuwe aanpak. 
We bereiken de grenzen van de maakbaarheid van het waterbeheer. 
Het is tijd om niet langer te strijden tégen water, maar te leren leven mèt het water. 
  • Hoe passen we ons aan?
  • Hoe geven we water de ruimte?
  • Hoe bouwen we aan een leefbare toekomst, ook voor volgende generaties?
LC-publieksacademie over de toekomst van het waterbeheer
Over dit thema organiseert de Publieksacademie van de Leeuwarder Courant (LC) drie lezingen: over de toekomst van het waterbeheer, over hoe we ons land voorbereiden op de toekomst.
Achtereenvolgens zullen Luzette Kroon, Maarten van Rossem en Co Verdaas als drie gerenommeerde sprekers met ons hun visie delen op de keuzes die nodig zijn om ons waterbeheer toekomstbestendig te maken.
Vanavond wordt van start gegaan met de eerste lezing, die plaatsvindt in het Werkcafé van Wetterskip Fryslân te Leeuwarden, waarin Luzette Kroon, dijkgraaf van Wetterskip Fryslân, de spreekster is. Haar onderwerp is vanavond: ‘Wat water nodig heeft’.

Luzette Kroon, dijkgraaf Wetterskip Fryslân
LC-hoofdredacteur Maarten Pennewaard opent deze avond met zijn welkomstwoord, en hij introduceert dijkgraaf Luzette Kroon, waarbij hij het belang van het waterschap benadrukt. 
Daarna geeft hij het woord aan presentator Gerard van der Veer (bekend van Omrop Fryslân), die vanavond optreedt als avondvoorzitter en gespreksleider, omdat het tweede deel van de avond een interactief karakter heeft.
Gerard begint met een kort vraaggesprek met Luzette Kroon, waarbij hij haar vraagt of het zo is dat de buitenlandse en Nederlandse watersnoodrampen wellicht een ver van ons bed-show zijn of zo worden ervaren. Ook in Nederland kan het immers zomaar voorkomen dat we – zij het met enige vertraging – fikse hinder kunnen krijgen van wateroverlast, waarbij we in elk geval ook rekening moeten houden met dijkdoorbraken, wat bijvoorbeeld zomaar zou kunnen gebeuren in oorlogstijd. Ook bij ons in Fryslân zou dat een heftige ervaring zijn. "Wij moeten leren leven met water", aldus Luzette.

Wat water nodig heeft
Bij voedselproductie zijn zowel te weinig als te veel water problematisch. Luzette Kroon begint haar presentatie daarmee bij haar eigen kindertijd, waarin haar vader dat belang van water benadrukte.
Ze vervolgt dan met een filmpje, ter illustratie van het belang van water. Moraal van deze film:
Natuur/Water heeft de mens niet nodig, 
maar de mens heeft wel natuur/water nodig, 
waarvan we enkele filmische voorbeelden zien en horen.  
  • Dan volgt een item over de watersnoodramp van februari 1825, die al in het najaar van 1823 eraan zat te komen. Dijken waren toen matig onderhouden en de bodem was verzadigd van water. De Noordzee stuwde het water via het IJsselmeer onze provincie in, met 22 dijkdoorbraken in drie dagen als resultaat. Het water kwam, en bleef in diepere putten in de provincie, met ernstige ziektes voor mens & dier als gevolg.
  • Nederland is een delta. Water heeft Nederland gevormd. Van een groot moeras met zandruggen; met de eerste bewoners in een moerasachtig hoogveen begon de ontwatering, de bedijking en het inpolderen en bewoonbaar maken. Uit dat polderen, dat samenwerken, ontstonden de waterschappen. De economie ontwikkelde zich langs ons water, in steden en langs de kust. De vele voormalige waterschappen hebben gezorgd voor beheer en veiligheid
  • Molens kwamen, de Afsluitdijk werd aangelegd, gemalen werden gebouwd om het water te sturen. We hebben nu zo’n 8.000 peilvakken (waarin één waterpeil is), als resultaat van al onze inzet op Fries waterbeheer. 
Wetterskip Fryslân is het grootste waterschap van Nederland, zelfs groter dan de provincie Fryslân, vanwege het bijbehorende deel van het Groninger Westerkwartier. Er werken zo’n 700 medewerkers. Het is een functionele overheid met een afgebakend takenpakket, zoals: 
  • Veiligheid (met waterkeringen); 
  • Voldoende (water); 
  • Schoon (over waterzuivering en over kwaliteit van oppervlaktewater).  
De uitdagingen van Wetterskip Fryslân zijn onder andere: 
  • Onze primaire waterkeringen (wij kunnen niet zonder de dijken en zonder de boezemkaden, en ook niet zonder alle stuwen en gemalen); 
  • Klimaatuitdagingen (zoals te droog en te nat - beide gevaarlijk; ook voor dijken - en de overlast ervan, denk ook aan de zeespiegelstijging, en eveneens aan het smelten van de gletsjers die nu nog ons IJsselmeer met het nodige water vullen.
Wij hebben te maken met een ingewikkeld watersysteem:
  • van zeedijk, 
  • kleigebied (met verzilting als gevaar), 
  • veenweidegebied (met onze secundaire waterkeringen), 
  • diepe veenpolders (hier zien we nu al kwelstromen, die water naar boven borrelen) en 
  • ons zandgebied (waar het water heel snel in zakt tot grote diepte, waarna het gestaag terugstroomt naar de lager liggende veengebieden; wat overigens nu al ook door de zeedijken heen gebeurt met het zoute kwel naar het kleigebied en naar het veenweidegebied). 
We moeten ons veenweidegebied blijven vernatten, want bij verdroging neemt de waterproblematiek in dit gebied gestaag toe. 
Ons water moet aan de oppervlakte èn in de grond voorkomen. 
Als we niets doen, gaat de beschadigende werking van bodem en water door. Daarom moet het waterschap - samen met alle gebruikers van de gebieden - zorgen voor een duurzame aanpak.
Een andere opgave heeft te maken met de zoetwatervoorraad. We denken vaak wel dat er veel water is op aarde, maar feitelijk zijn we maar schaars bedeeld met water, en zeker voor wat betreft zoet water. De zekerheid van de waterhoeveelheid in het IJsselmeer is niet zo zeker als dat je aanvankelijk zou denken. Als het IJsselmeer inzakt qua waterpeil (door minder aanvoer vanuit Zwitserland en Duitsland, aangezien de gletsjers smelten en kleiner worden), moeten we in Nederland de waterschaarste verdelen, waar we overigens al mee te maken hebben gehad in de droge zomer van 2018. In Europa hebben we helaas nog geen afspraken gemaakt over hoe we internationaal met de hoeveelheid water omgaan, bijvoorbeeld van wat via de Rijn ons land naar binnen kan/zal stromen in schaarse tijden.

Wat heeft het water nodig
  • 1. Water heeft 'Grensbesef' nodig. We moeten ons namelijk realiseren dat er grenzen zijn aan ons watersysteem en aan ons technisch waterbeheer. Al het oplossen van knelpunten kost geld. 
  • 2. We moeten met Open Ogen de uitdagingen van onze waterproblemen onder ogen zien, denk maar aan de hevige wateroverlast vorig jaar in Buitenpost. 
  • 3. We moeten Accepteren dat de watervoorraad niet altijd beheersbaar is. We kunnen zomaar te maken krijgen met ondergelopen kelders. Overlast zullen we voortaan moeten accepteren.
  • 4. De Techniek hebben we nodig, en die blijven we nodig hebben; denk maar aan pompen en (zee)gemalen. De capaciteit van extra pompen zet trouwens niet al te veel zoden aan de dijk. Bovendien vragen die veel en dure energie.
  • 5. We hebben qua Innovatie hele intelligente, slimme mensen nodig, die oplossingen vinden om het watersysteem goed uit te balanceren. Rioolwaterzuiveringen zullen een grote rol blijven spelen.
  • 6. We moeten weer meer gebruik gaan maken van Natuurlijker systemen, waarbij we hier en daar ook gebieden moeten opgeven.
  • 7. Dan moeten we verder zorgdragen voor Schoon water. Wat wij niet in het riool gooien (bijvoorbeeld geen pfas meer, geen mest in het water, geen medicijnen (dyclofenac bijvoorbeeld is heel schadelijk) en geen chemische stoffen (zoals bleekmiddelen)), hoeft de waterzuivering er niet uit te halen. Daar kunnen we met zijn allen zelf heel veel aan doen. Het waterschap kan niet alles schoonpoetsen. We kunnen wel veel, maar niet alles, dus moeten we met z’n allen ons eigen aandeel onder ogen zien. 
  • 8. Zijn wij eigenlijk zelf wel Weerbaar, om goed voorbereid te zijn op noodgevallen zoals overstroming? 
  • 9. We moeten ons Aanpassen aan wat ons waterbeheer wel of niet kan.
  • 10. Water heeft ook nodig dat we het Samen doen, dus niet ieder zijn eigen hachje redden, maar pak het samen aan. 
  • 11. Tot slot hebben we vooral Lef nodig. Waterschappen werkten decennia lang faciliterend. Nu hebben waterschappen het lef nodig om de inwoners te vertellen dat we niet alles kunnen. Bouw bijvoorbeeld geen huizen op risicovolle gronden. We zullen dus vaker nee moeten zeggen omtrent wat wel of niet kan.
Het water gaat óns sturen, dat zal ons echt wel een bepaalde richting op sturen, of we het willen of niet.

Luzette Kroon: "Zijn wij bereid om ons aan te passen?"
 

Vragenronde - interactie van zaal en spreekster
  • De 21 Nederlandse waterschappen betalen samen de helft van onze dijkbescherming, en de andere helft wordt door de Staat betaald. Tien procent van ons Friese waterschapsbudget gaat naar dijkbeheer; wat heel veel is voor ons waterschap.
  • Eén ding is zeker: we moeten er rekening mee houden dat de waterschapslasten in de komende jaren behoorlijk hoger zullen worden. Wetterskip Fryslân heeft gelukkig wel een aantal projecten in de planning, die aanspraak zouden kunnen doen op Europese subsidie. 
  • Gevraagd wordt naar de inzet van waterschappen op nieuw geplande woongebieden. Gemeentes moeten advies vragen bij waterschappen bij de planning van nieuwe woongebieden in gemeenten. Wetterskip Fryslân gaat er sowieso van uit dat het ene gebied de problemen niet mag afwentelen op andere, bijvoorbeeld naastgelegen gebieden.
  • De onwetendheid bij gemeenten wordt door Wetterskip Fryslân momenteel als een grote handicap ervaren. 
  • Het waterschap zal vaker met de vuist op tafel moeten slaan. Dat betekent vooral het goede gesprek voeren met collega-bestuurders van bijvoorbeeld gemeenten.
  • Vasthouden en opslaan van wateroverschot is één van de oplossingen om waterproblematiek aan te pakken. We hebben nog veel meer opslagplekken voor water nodig. 
  • Drinkwaterbedrijven waarschuwen ons voor dreigende knelpunten, zoals bijvoorbeeld verzilting van ons grondwater, wat nu al zichtbaar is in het noorden van Fryslân, in de kuststreek. 
  • Dan een vraag over wat de waterschappen gaan doen in tijden van waterschapsverkiezingen, en ook in tijden van de gemeenteraadsverkiezingen. Het waterschap gaat informatie geven over wat de taak en het belang van gemeenten is inzake waterbeheer. Wetterskip Fryslân wil overal wel het verhaal gaan vertellen over wat nodig is. 
  • Wij zouden als burgers ons allen verantwoordelijk moeten voelen, door bijvoorbeeld ambassadeurs te worden van het waterschap. 
  • Als we onze kleigronden op een bepaalde manier zouden bewerken, zouden we kunnen bijdragen aan meer wateropname in ook die aanvankelijk moeilijk doordringbare gronden.
  • Wetterskip Fryslân schrijft wel af op eigen materieel, maar afschrijving op en reservering voor vroeger verkregen materieel werd niet of nauwelijks gedaan. Er waren wel reserves, maar niet voor dat verkregen materieel. Wetterskip Fryslân werd daarop al bekritiseerd. Ondertussen bouwen we in Fryslân meer waterwerken dan dat we afbreken, dus ook daar zullen de kosten jaar op jaar toenemen. 
  • Misschien moeten we meer gaan betalen aan het waterschap, want we willen zeker niet terug naar watersnoden zoals die van 1825. Voor de armste inwoners zullen we gezamenlijk moeten instaan met bijvoorbeeld solidariteitsregelingen, want niet iedereen kan die hogere waterschapslasten aan. 
  • Gevraagd wordt of het waterschap al werkt aan oplossingsscenario’s. Antwoord: Ja, bijvoorbeeld in techniek en in innovatie en in natuurlijk waterbeheer, en ook in een groeiend besef dat ons systeem knelpunten kent. Ook internationaal mogen we verwachten dat het waterschap zich inzet voor internationale afspraken over waterbeheer.
  • Waarschijnlijk gaat alle overlast van het water ons het meeste pijn doen, denk daarbij maar aan wateroverlast of aan droogte-overlast, met alle gevolgen die dat heeft voor ons landschap, voor onze provincie, en voor onszelf. 
  • Voor de aanpak van problemen in het veenweidegebied is het gesprek over oplossingen nog zeker een hete aardappel. Laten we in elk geval ons probleem niet overhevelen naar onze naasten.
  • Er zijn al regelingen voor funderingsschade, maar daar houdt het niet bij op. Aangezien Fryslân ook een wingewest is (denk maar aan gas- en zoutwinning in onze provincie), hebben we de overheid hard nodig om de zaken hier vooral integraal aan te pakken. 
  • We zullen ons goed moeten voorbereiden op grootschalige en langdurige stroomuitval, niet alleen in huis, maar ook in het buitengebied, dus ook voor wat betreft gemalen, pompen, etc.
  • Nederland zit te vol met problemen, en die lossen we niet zomaar op. We zullen het vooral samen moeten proberen op te lossen. Ons Nederlandse Poldermodel zou daar wel eens een deel van de oplossing voor kunnen zijn.
  • Laatste vraag: Hoe visvriendelijk wordt het nieuwste zeedijkgemaal? Antwoord: Waar en hoe we een volgend zeegemaal zullen gaan bouwen, is nu tot nader order nog de actuele vraag, maar hóe we dat aan zullen pakken, is op dit moment nog niet aan de orde; zover zijn we nog niet, aldus Luzette Kroon.

Floristisch onderzoek op een vierkante kilometer van Feinsum

Woensdag 26 februari 2025
 
Inventarisatie van plantjes langs de Holdingawei

Floristisch onderzoek
Vandaag wandelen drie speurende mannen door Feinsum.
Ze zijn bezig met zogenoemd 'floristisch onderzoek', dat als doel heeft de wilde flora (planten) in kaart te brengen èn op de kaart te zetten. 
Deze mannen - ook wel floristen genoemd - zorgen met hun groepje van drie vrijwilligers voor de plantenwaarnemingen in een gebied van één vierkante kilometer, en dan hier vandaag binnen en buiten de bebouwde kom van Feinsum.
In groter verband worden op die manier de verspreidingsgegevens van de wilde flora verzameld in Nederland.
Centraal staat bij dergelijk floristisch onderzoek de vraag welke planten waar in Nederland voorkomen. 
De ene categorie floristen is op zoek naar zogenoemde vaatplanten. Vaatplanten zijn bijvoorbeeld zaadplanten (zoals: kruiden, bomen, grassen) en sporenplanten (zoals: wolfsklauwen, varens, paardenstaarten). 

Soortenorganisaties
Andere clubs (zoals BLWG) zijn met name actief bij het inventariseren van bijvoorbeeld mossen,
korstmossen, kranswieren en paddenstoelen.
Alle plantenwaarnemingen worden centraal verwerkt, gecontroleerd en opgeslagen in de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). 
FLORON beheert de floragegevens in de databank en gebruikt ze voor onderzoek, bescherming en natuurbeleid. Samen met vrijwilligers heeft FLORON al meer dan 16 miljoen waarnemingen van vaatplanten bijeengebracht sinds 1975.
Andere soortenorganisaties richten zich bijvoorbeeld op reptielen, amfibieën, vissen en vogels. 
Al die soortenorganisaties zijn zelfstandige organisaties met een eigen historie en werkwijze, maar ze werken op een aantal vlakken nauw samen in de koepelorganisatie SoortenNL. 
Vandaag wandelen er dus drie floristen door en rond Feinsum, op zoek naar vaatplanten op deze ene vierkante kilometer.

dinsdag 25 februari 2025

Aangenaam verblijf in Haarle

Dinsdag 25 februari 2025 
Wellness nabij Haarle

Wellness in Salland
Het is al weer enige tijd geleden dat Durkje en ik werden verrast met het verblijf in een luxe overnachtings-accommodatie met wellness-faciliteiten in het Overijsselse Haarle.
Gistermiddag zijn we afgereisd naar Salland, om aan het begin van de avond in te checken in deze accommodatie, waar we vanavond heerlijk kunnen genieten van de rust, de kalmte en de 'care' van een privé wellness center. 
Voor de avond, de overnachting en morgenochtend staan ons de Finse Barrel Sauna, de Jacuzzi en de aangename overnachtingsfaciliteit met alle bijbehorende voorzieningen ter beschikking, waar we dankbaar gebruik van maken. 
In de sauna brengt de eucalyptusolie ons in een sfeer die herinnert aan onze pelgrimagetrajecten die ons door Spaanse eucalyptusbossen voerden, en de sfeervol verlichte buitenfaciliteit met jacuzzi laat ons verblijf in de loop van de avond onder een steeds helderder wordende sterrenhemel veranderen.
Na een weldadige avond, gevolgd door een goede nachtrust worden we verwend met een uitgebreid ontbijt, in de kamer geserveerd door onze vriendelijke gastvrouw & gastheer.
Resultaat is dat we aan het eind van de ochtend met een weldadig gevoel huiswaarts keren, met dank voor dit prachtige wellness-geschenk.

donderdag 20 februari 2025

De 'levenslange' band van Anna Maria van Schurman met Friesland

Donderdag 20 februari 2025
 
Pieta van Beek in Tresoar

Lunchlezing van Pieta van Beek
Anna Maria van Schurman woonde slechts zeven van haar ruim zeventig levensjaren in Friesland, namelijk in Franeker van 1623-1626 en in Wiuwert van 1675 tot haar dood in 1678. Toch heeft Friesland haar – meer dan welke stad of provincie ook – blijvend op de kaart gezet. 
  • Waarom haalde ze de Friese canon, maar niet die van Nederland? 
  • Welke ‘feiten’ over deze eerste (vrouwelijke) studente zijn nep en welke zijn echt? 
In een prikkelende lezing legt Pieta van Beek deze Anna Maria van Schurman onder de loep en kijkt haar als het ware in de ogen.
Van Beek belicht Van Schurmans Friese brieven, gedichten, contacten en kunstwerken vanmiddag in een volle zaal, rond het middaguur tijdens de Lunchlezing in Tresoar te Leeuwarden.
  • Anna Maria was veeltalig, maar kende ze ook het Fries? 
  • Wat is er eigenlijk waar van het verhaal dat zij één van de mummies is in de Nicolaaskerk van Wiuwert? 
Tenslotte reizen we in de presentatie van Pieta van Beek zogenaamd mee met Van Schurman haar kunstverzameling, die na haar leven via achterachterneef Abraham Frederik van Schurman in Franeker belandde.

Mijn liefde is gekruisigd
Anna Maria van Schurman (1607-1678) was een humaniste, taalkundige, theologe, dichteres en kunstenares. Ze werd in 1636 als eerste vrouwelijke studente in Nederland aan de universiteit toegelaten. Ze correspondeerde met belangrijke geleerden van die tijd.
  • Anna Maria van Schurman was veeltalig, en switchte lenig van het ene naar het andere taalgebruik.
  • Friesland heeft al heel veel gedaan voor de naam & faam van Anna Maria van Schurman: zoals bijvoorbeeld met een naar haar genoemde singel in Franeker, een pad in Huizum, en een school in Franeker.
  • Anna Maria schreef verschillende boeken, onder andere de 'Dissertatio'. Ze schreef ook een zeer geleerde brief over I Korinthiërs 15, over de doop voor de doden. 
  • Pieta van Beek maakt met ons vervolgens als het ware een rondreis door Fryslân, en begint met het voorlezen van een gedicht van Van Schurman, over het verval van het christendom, dat ze dichtte in Abbingastate in Huizum. 
  • Ook schreef Anna Maria een lofzang op Friese predikanten, over de zogenoemde onderherders. In haar manuscript schreef ze de namen van die predikanten erbij aan wie ze deze lofzang opdroeg. 
  • Anna Maria had geen kinderen, maar een nichtje met dezelfde naam is wel naar haar genoemd.
  • Van Schurman woonde voorheen in wat nu het Museum Martena is. Franeker was de eerste plaats die een straat naar haar vernoemde. 
  • Anna Maria kende al wel Latijn toen zij kwam studeren aan de Franeker Universiteit. Vanaf haar elfde jaar kende ze ook al Grieks. 
  • Anna Maria heeft haar vader op zijn sterfbed beloofd nooit te gaan trouwen. Zo’n belofte op een sterfbed in de 17e eeuw had eeuwigheidswaarde. “Mijn liefde is gekruisigd’ zet ze daarom heel vaak – en heel gevoelig is dat - in geschriften bij haar handtekening.   
  • Anna Maria klaagde over de uitsluiting van vrouwen, en kreeg daarvoor op de universiteit van Utrecht uiteindelijk gehoor.
Veeltalig talent
Pieta van Beek wil de werken van Anna Maria van Schurman zoveel als mogelijk in toegankelijke taal aan de mensen van vandaag en morgen voorleggen, om ze zo te ontsluiten.
Een achter-achterneef van Van Schurman heeft zorg gedragen voor de nalatenschap van Anna Maria, waaronder veel van de kunstwerken die door Van Schurman zijn gemaakt. Omdat Anna Maria zoveel heeft gemaakt, moet er her en der allicht nog onbekend werk van Schurman hangen. Over dergelijk werk van Anna Maria heeft Pieta boekjes geschreven, waaronder het boek ‘Juweeltjes’.
  • Van Schurman was hoogbegaafd. Op zeer jonge leeftijd kon ze al lezen, en ze sprak al jong Nederlands èn Duits. Ze beheerste uiteindelijk veertien talen, maar daaronder niet het Fries. Toch lijkt het aannemelijk dat haar beheersing van de Friese taal ook goed moet zijn geweest (maar een bewijs daarvan is Pieta (nog) niet bekend).
  • Van Schurman is tot het eind van haar leven actief geweest op wetenschappelijk gebied.
  • Haar talenkennis moet Anna Maria haar leven en werken grandioos hebben verrijkt.
De mummies van Wiuwert
In 1880 maakte de Fries Piet Krediet het Ganzenbordspel ‘Op reis door Friesland’, waarmee hij Friesland op de kaart wilde zetten. Daarin staan op nummer 58 de mummies van Fryslân. 
  • Er waren aanvankelijk in de Nicolaaskerk van het Friese Wiuwert in elk geval 11 mummies, opgebaard in doodskleren. Er zijn er nu echter nog maar vier van over, maar die doodskleren zijn van deze mummies zijn al te bruut weggenomen. Pieta uit hier en nu haar grote kritiek op de wijze waarop deze mummies momenteel worden behandeld. Ze roept op: "Wie gaat hier iets tegen doen?"
  • Anna Maria van Schurman is vanwege haar schoonheid en geleerdheid en haar kunstverzameling – en daarmee haar grote betekenis voor Fryslân - wel in de Friese canon opgenomen. 
  • De Friese schrijfster Dieuwke Winsemius (1916-2013) heeft zich in en met haar werk groots verbonden aan Anna Maria van Schurman.
  • Pieta wil eerst zoveel mogelijk van het werk van Anna Maria in de Nederlandse taal toegankelijk maken, opdat daarna en daarmee nog meer wetenschappelijk onderzoek kan worden gedaan.
Aan het eind van haar lezing spreekt Pieta haar grote dank uit voor de betrokkenheid en ondersteuning van de Friezen die Pieta terzijde hebben gestaan in haar werk.

Pieta van Beek:

“Als je als vrouw iets wilt bereiken in Fryslân moet je Friezin zijn.” 

“Koester je schatten hier in Fryslân!”

woensdag 19 februari 2025

Rondje 9 om de Kerken - van Sibrandahûs & Claercamp & Burdaard & Rinsumageast - in Noord-Fryslân

Woensdag 19 februari 2025
 
Rondje om de Alexanderkerk van Rinsumageast

Rondjes om de kerken in noord-Fryslân
Op 31 mei 2024 publiceerde de Stichting Tsjerkepaad in het Friese Pingjum haar wandelgids 'Rondjes om de kerken in noord-Fryslân'. Deze fiets- en wandelgids is geschreven door de bekende wandeljournalist Fokko Bosker.
Stichting Tsjerkepaad ijvert voor een zo ruim mogelijke openstelling van monumentale kerken in Fryslân, en zo'n wandelgids is dan een geschikt instrument om fietsers en wandelaars te laten fietsen en wandelen langs (zo mogelijk opengestelde) Friese kerken.
Deze wandelgids is naast de Kleasterrûntsjes van Stichting Tsjerkepaad deels gebaseerd op de Jabiksrûntsjes die Stichting Jabikspaad Fryslân en Stichting Tsjerkepaad jaren geleden al hebben ontwikkeld. Fokko Bosker heeft in die Kleasterrûntsjes en in die Jabiksrûntsjes de nodige aanpassingen gedaan, en voor deze wandelgids ook een aantal nieuwe wandelrondjes gecreëerd, om daarmee 26 inspirerende wandelroutes te ontwerpen langs kerken in noord-Fryslân, door het omliggende cultuurlandschap.

26 wandelrondjes
Deze 26 rondjes om de kerken liggen verspreid door het hele noorden van Fryslân, en hebben elk een lengte die varieert tussen 5,1 en 18,3 kilometer. De totale lengte van alle 26 rondjes is 337,4 kilometer, waarmee de rondjes een gemiddelde afstand van 13 kilometer hebben. 
Door de grote variatie qua afzonderlijke afstanden, kun je er per wandeldag voor kiezen om bijvoorbeeld 1, 2, 3 of meer rondjes te fietsen of te wandelen. De wandelgids vermeldt welke 12 van de 26 rondjes kunnen worden gefietst.
Het mooie van de wandelgidsen van Fokko Bosker is dat je naast de routebeschrijving en routekaartjes onderweg ook een interessante beschrijving krijgt van het landschap en van de kerken langs de route. Zo verweeft Fokko Bosker cultuurhistorie, erfgoed en landschapsgeschiedenis. 
Deze wandelgids maakt gebruik van de wandelknooppunten van het Friese wandelknooppuntennetwerk, hetgeen het navigeren in het veld vergemakkelijkt.
Elke wandelronde begint met een korte bezinningstekst, die je mee kunt nemen ter overdenking onderweg, zoals:
"Denk je dat je een facelift nodig hebt?
Probeer het dan eens met een glimlach!."

Kloosters als architecten van het Friese cultuurlandschap
Vandaag lopen we het Rondje 9 langs de kerken van Sibrandahûs & Burdaard & Rinsumageast, over een afstand van 16,9 kilometer.
Dit rondje begint in het buurtschap Sibrandahûs en gaat dan eerst via het voormalige kloosterterrein van Klooster Claercamp en vervolgens langs de Dokkumer Ee naar Burdaard, waarna zuidelijker naar Rinsumageast wordt gelopen, om tenslotte terug te keren naar Sibrandahûs.
We maken daarmee een grote omweg rond het voormalige kloosterterrein van het vroegere Klooster Claercamp, één van de belangrijkste Friese kloosters van weleer, die je vanwege hun bepalende invloed  mag betitelen als betekenisvolle architecten van ons Friese cultuurlandschap.
Om 8:15 uur vertrekken we vanuit Feinsum. Dan vriest het 2 graden, en rijden we met de auto naar het voormalige kloosterterrein van Klooster Claercamp, waar we de auto in de berm parkeren nabij de grote kei die ons herinnert aan die omvangrijke kloosterlocatie van weleer, waar vroeger zo'n vierhonderd monniken woonden en werkten.
Als we vanaf deze locatie vertrekken aan de Klaarkampsterwei is het om 8:35 uur 2 graden Celsius onder nul, en bij terugkomst op de Klaarkampsterwei om 12:15 uur is de temperatuur opgelopen naar 2 graden Celsius boven nul. 
Gedurende de hele wandeling is het zonnig en nagenoeg onbewolkt. Het is en blijft droog. Er waait wel een uiterst koude wind vanuit het oosten. Het is op zich goed wandelweer vandaag, maar vanwege die doordringende koude wind voelt het wel erg koud aan, vooral op de trajecten waarbij we in oostelijke richting - met tegenwind - lopen.

Over en langs de Dokkumer Ee naar Burdaard
Na de eerste honderden ijskoude meters met tegenwind, gaan we op de plek waar de Klaarkampsterwei overgaat in de Burdaarderstrjitwei over op de Trekweg.
Aan het eind van de Trekweg steken we via de ophaalbrug de Dokkumer Ee over.
Dan lopen we eerst over de Iewal en later over de Iedyk langs de Dokkumer Ee. Een eind verderop verlaten we de Iedyk, om dan over een fiets-/voetpad lang de Dokkumer Ee richting Burdaard te lopen.
Na het passeren van het Tolhuis en de Jordaan moeten we even door de berm langs het asfaltpad, want met twee graafmachines zijn mannen bezig met graafwerkzaamheden om hier een glasvezelkabel aan te leggen vanuit Burdaard naar het Tolhuis.
Om 9:30 uur komen we ter hoogte van de rioolwaterzuiveringsinstallatie aan bij de brug van de Hikkaarderdyk over de Dokkumer Ee.
Als we even later door het tunneltje zijn gelopen, passeren we het kunstwerk voor Maarten van der Weijden, dat is gemaakt door Hans Jouta.
De naam van dit kunstwerk is 'Maarten van der Weijden op handen gedragen', verwijzend naar de wijze waarop deze beroemde Nederlandse zwemmer tijdens zijn sponsorzwemtocht langs de Friese Elfsteden als het ware op handen werd gedragen tot aan zijn opgeven hier in Burdaard, waar het niet meer verantwoord was om nog verder door te zwemmen.

Over de Jordaan naar Bûtenfjild en Rinsumageast
In Burdaard lopen we om de jachthaven heen naar de monumentale molen De Zwaluw. Daarna bezoeken we de kerk aan de Dokkumer Ee en aan de Kerkbuurt de kerk op de terp, die beide gesloten zijn. Elders vinden we ook geen plek om even uit de wind en in de zon onze koffiepauze te houden, dus we wandelen Burdaard weer uit over de Stenendamsterweg, langs de ijsbaan en de begraafplaats.
Op het eerstvolgende kruispunt slaan we linksaf, om daar de Wiereweg op te gaan. Die kruist al vrij snel de Kolkhuizerweg, en dan gaat het in een rechte lijn door naar de brug over de Jordaan.
De Jordaan is fiks verbreed in de afgelopen maanden, en zo te zien is men al behoorlijk ver gevorderd met de verbredingswerkzaamheden van deze brede waterloop.
Dan komt nog het ijskoude vervolg over de Wiereweg, tot aan de Trekweg.
Aan het eind van de Trekweg steken we de Lauwerszeeweg (N361) over, en direct daarna wandelen we het buurtschap Bûtenfjild binnen.
Nog een klein eindje verder lopen we na de Melkemaweg op de Baron van Sytzamaweg de plaats Rinsumageast binnen.
Midden in het dorp nemen we de afslag van de Tjaerdawei, om dan langs de locatie van de vroegere Tjaerdastate naar de middeleeuwse Alexanderkerk te lopen, de bijzondere oude dorpskerk, die als enige van de Noord-Nederlandse kerken een crypte heeft. De bouw van deze kerk ving al in de 11e eeuw aan, en het schip van deze kerk dateert van de 12e eeuw
In de buitenmuur van deze eeuwenoude dorpskerk hangt een gevelsteen met onder andere wapenborden.

Langs Klaarkampermolen en Klaarkampermeer
Op de terugweg naar het dorpscentrum vinden we ook binnen bij de basisschool en bij het multifunctioneel centrum geen gelegenheid om er even beschut en warmer te zitten voor onze koffiepauze. 
Een geschikte plek vinden we naast de voormalige kerk aan de Tsjerkestrjitte, waar we uit de wind, maar wel heerlijk in de zon onze koffiepauze kunnen hebben.
Daarna lopen we het dorp weer uit, om voorbij Bûtenfjild de N361 weer over te steken, en op de Trekweg in noordelijke richting te lopen. 
Links van ons zien we in de verte de Klaarkampermolen in het veld staan.
Over een smal pad lopen we in de richting van het Klaarkampermeer, om dan langs een lange rij wilgen verder te wandelen naar de Klaarkampsterwei. 
Links van ons ligt midden in het uitgestrekte veld het Klaarkampermeer, het restant van de middeleeuwse kleiput, waar de klei werd uitgegraven om die in veldovens bij Klooster Claercamp tot kloostermoppen (Alde Friezen) te bakken.

Rond de Kloosterkapel van Sibrandahûs
Op de Klaarkampsterwei aangekomen, gaan we nog niet terug naar onze auto, maar gaan we eerst nog naar Sibrandahûs.
In dat buurtschap brengen we een bezoek aan de Kloosterkapel van dit kleine gehucht. 
De noordmuur van deze hele oude kerk is rijkelijk versierd met geprofileerde nissen als metselwerk.
Eén van de decoraties is een engelfiguur met aan weerszijden een persoon.
Ook het metselwerk van de kloostermoppen is opvallend
De benedenverdieping van het huisje tegenover de kerk is gebouwd van kloostermoppen, dus kennelijk is dat ook al een heel oud pand.
Na dit rondje rond de Kloosterkapel wandelen we over de Burdaarderstrjitwei en de Klaarkampsterwei terug naar onze auto, die bij de kei voor Klooster Claercamp staat.
Het is ongeveer 12:15 uur als we in de auto stappen, om terug te rijden naar huis in Feinsum.

zaterdag 15 februari 2025

Rondje 14 om de Kerken - van Lekkum & Wyns & Jelsum & Snakkerburen - in Noord-Fryslân

Zaterdag 15 februari 2025
 
Bij de Wynser Oerset in Wyns aan de Dokkumer Ee

















Rondjes om de kerken in noord-Fryslân
Op 31 mei 2024 publiceerde de Stichting Tsjerkepaad in het Friese Pingjum haar wandelgids 'Rondjes om de kerken in noord-Fryslân'. Deze fiets- en wandelgids is geschreven door de bekende wandeljournalist Fokko Bosker.
Stichting Tsjerkepaad ijvert voor een zo ruim mogelijke openstelling van monumentale kerken in Fryslân, en zo'n wandelgids is dan een geschikt instrument om fietsers en wandelaars te laten fietsen en wandelen langs (zo mogelijk opengestelde) Friese kerken.
Deze wandelgids is naast de Kleasterrûntsjes van Stichting Tsjerkepaad deels gebaseerd op de Jabiksrûntsjes die Stichting Jabikspaad Fryslân en Stichting Tsjerkepaad jaren geleden al hebben ontwikkeld. Fokko Bosker heeft in die Kleasterrûntsjes en in die Jabiksrûntsjes de nodige aanpassingen gedaan, en voor deze wandelgids ook een aantal nieuwe wandelrondjes gecreëerd, om daarmee 26 inspirerende wandelroutes te ontwerpen langs kerken in noord-Fryslân, door het omliggende cultuurlandschap.

26 wandelrondjes
Deze 26 rondjes om de kerken liggen verspreid door het hele noorden van Fryslân, en hebben elk een lengte die varieert tussen 5,1 en 18,3 kilometer. De totale lengte van alle 26 rondjes is 337,4 kilometer, waarmee de rondjes een gemiddelde afstand van 13 kilometer hebben. 
Door de grote variatie qua afzonderlijke afstanden, kun je er per wandeldag voor kiezen om bijvoorbeeld 1, 2, 3 of meer rondjes te fietsen of te wandelen. De wandelgids vermeldt welke 12 van de 26 rondjes kunnen worden gefietst.
Het mooie van de wandelgidsen van Fokko Bosker is dat je naast de routebeschrijving en routekaartjes onderweg ook een interessante beschrijving krijgt van het landschap en van de kerken langs de route. Zo verweeft Fokko Bosker cultuurhistorie, erfgoed en landschapsgeschiedenis. 
Deze wandelgids maakt gebruik van de wandelknooppunten van het Friese wandelknooppuntennetwerk, hetgeen het navigeren in het veld vergemakkelijkt.
Elke wandelronde begint met een korte bezinningstekst, die je mee kunt nemen ter overdenking onderweg, zoals:
"Wil je iemand beter leren kennen,
ga dan samen een stuk wandelen."

Meerstemmige koorzang helpt voetreiziger op weg
Vandaag lopen we het Rondje 14 langs de kerken van Lekkum & Wyns & Jelsum, over een afstand van 17,2 kilometer.
Dit rondje begint in Lekkum en gaat dan parallel aan de Dokkumer Ee naar Wyns, waar de Dokkumer Ee wordt overgestoken, om dan vervolgens langs de Dokkumer Ee en door het Cornjumeroudland naar Jelsum te gaan, om dan door het Jelsumer Oudland en langs de Dokkumer Ee naar Leeuwarden te lopen, waar dan wordt teruggekeerd naar de overzijde van de Dokkumer Ee, om dan door het buurtschap Snakkerburen naar Lekkum terug te keren.
Toen Fokko Bosker deze route ging lopen in de productiefase van deze wandelgids, ging hij van start in Lekkum, waar hij als voetreiziger in de Lekkumer Sint-Ceciliakerk werd getrakteerd op de meerstemmige koorzang van een repeterend gemengd koor; vandaar ook de titel van deze voetreis van vandaag.
Om 8:15 uur vertrekken we vanuit Feinsum. Dan ligt de temperatuur op het vriespunt, en rijden we met beide auto's naar Wyns, waar we één auto parkeren nabij de jachthaven van Wyns. Daarna rijden we terug naar Lekkum, waar we de andere auto parkeren bij de Sint-Ceciliakerk. 
Vandaag moeten we - in tegenstelling tot alle voorgaande rondjes - met twee auto's, omdat in dit rondje ook de overtocht over de Dokkumer Ee met het pontje is beschreven. Maar ja, dat pontje gaat pas met volgende Pasen weer in de vaart voor het komende zomerseizoen, dus we moesten een alternatief bedenken om in Wyns de Dokkumer Ee over te steken. Dat kan met twee auto's, want als bij ons vertrek vanuit Lekkum ter hoogte van Wyns aan oostzijde van de Dokkumer Ee een auto staat, kunnen we tijdens dit rondje bij doorkomst in Wyns vervolgens met de auto naar de westoever van de Dokkumer Ee rijden, om daar ons rondje te vervolgen. 
Als we voldoende vorst hadden gehad in de afgelopen dagen, hadden we in Wyns op de ijsvloer de Dokkumer Ee kunnen oversteken, maar die vlieger gaat vandaag niet op. Op de slootjes ligt hier en daar een dun laagje ijs, maar op het brede oppervlakwater van de Dokkumer Ee is geen ijs te bekennen.
Als we vertrekken bij de Lekkumer Sint-Ceciliakerk is het om 8.50 uur 1 graad Celsius, en bij aankomst in Wyns is de temperatuur opgelopen naar 2 graden Celsius. 
Gedurende de hele wandeling blijft het droog. Het is bewolkt, en het waait nauwelijks, dus het is goed wandelweer vandaag.

Van Lekkum naar Wyns
De 18e eeuwse Sint-Ceciliakerk laten we achter ons als we de Terp aflopen, om dan over de Buorren naar het Wynser Binnepaed te lopen. Dit smalle betonpad voert ons door een aaneenschakeling van graslanden langs een aantal boerderijen en woonboerderijen, eerst op wat meer afstand parallel aan de Dokkumer Ee, maar verderop langs de Dokkumer Ee. 
Een eind verderop in de weilanden foerageert een hele grote groep ganzen. Als we naderbij komen, vliegt een groep ganzen op, maar het merendeel gaat rustig door met grazen. 
Nog voordat we Wyns bereiken, naderen we bij een grote sneeuwpop de Dokkumer Ee.
Even later zien we vanaf dit betonpad verderop het pontje van en in Wyns al in de Dokkumer Ee aan wal liggen.
Om 9:30 uur wandelen we de bebouwde kom van Wyns binnen.
In Wyns passeren we het natuurstenen kunstwerk, een zuil waarin de historie van Wyns in verschillende tijdperken is uitgebeeld.
Dan bereiken we de 13e eeuwse, romaanse Sint-Vituskerk van Wyns. Die staat in de steigers.
Als we een rondje om de kerk maken, zien we in de zuidoosthoek van het kerkhof het opvallend kleurrijke glazen grafmonument voor onder andere Anne Bousema, eind zeventiger jaren godsdienstdocent van Durkje op de Christelijke Pedagogische Akademie Klaerkamp te Dokkum, en vanaf het begin van de negentiger jaren één van mijn hogeschoolcollega's van de Christelijke Hogeschool Noord-Nederland. 

Van Tichelwurk langs de Dokkumer Ee naar de Koarnjumer Feart
Vanuit Wyns rijden we met de hier geparkeerde auto naar de andere kant van de Dokkumer Ee, naar Tichelwurk, op de westoever van de Dokkumer Ee. We kunnen niet met de auto ter hoogte van Wyns  aan die westkant van de Dokkumer Ee komen, omdat een openbare weg tot aan de Dokkumer Ee daar niet bestaat. Maar dat is gemakkelijk op te lossen door onze auto te parkeren bij de boerderij van Tichelwurk.
Dan lopen we eerst even van Tichelwurk langs de Dokkumer Ee in de richting van Wyns.
Om 10:30 uur arriveren we in Wyns. Aan de overzijde van de Dokkumer Ee ligt de veerpont, waar we zo'n drie kwartier geleden arriveerden in Wyns op de oostoever.
We passeren Wyns en lopen verder langs de Dokkumer Ee naar het hoge houten fiets- en wandelbruggetje over de Stienservaart, die hier in de Dokkumer Ee uitmondt. We moeten voorzichtig omhoog en omlaag over deze brug, want door de bevroren sneeuw is het brugdek tamelijk glad.
Aan de andere zijde van de Stienzerfeart vervolgen we onze route langs de Dokkumer Ee, tot aan de oversteek van alweer zo'n hoge en gladde houten brug over de Koarnjumer Feart. Twee hardlopende dames komen uit tegenovergestelde richting, en ook zij klimmen heel voorzichtig over het gladde brugdek.

Kerk en state van Jelsum
Aan de overzijde van de Koarnjumer Feart gaan we langs deze vaart over de Aldlânsdyk verder in de richting van Koarnjum.
We lopen door het Cornjumeroudland echter niet door tot in Koarnjum, omdat deze wandelroute afbuigt richting Jelsum, eerst over een smal fiets- en wandelpaadje, en dan over de andere Aldlânsdyk, die ons langs het oude met bomen omzoomde terrein van de voormalige Hinnemastate naar Jelsum voert.
Om 11:20 uur wandelen we de bebouwde kom van Jelsum binnen. 
Eerst lopen we rechtdoor, om over Op 'e Terp terpopwaarts naar de Sint-Ceciliakerk te lopen.
We maken op het besneeuwde kerkhof een rondje om de kerk, en zien in de noordmuur van de kerk de mooie decoratieve rondbogige vormgeving in tufsteen, te midden van de kloostermoppen (Alde Friezen) van deze twaalfde eeuwse dorpskerk, die op een hoge terp is gebouwd.
Als we de dorpsterp aflopen, komen we bij de Tuinmanswoning van Dekema State. Omdat we nog geen koffie hebben gedronken onderweg, maken we gebruik van de gastvrijheid van Dekema State om dat te doen in de gastenkamer bovenin de Tuinmanswoning, van waaruit we een mooi uitzicht hebben op de besneeuwde statetuin. 
Na onze koffiepauze lopen we naar de Finsterbuorren, door de mooie tuin langs Dekema State.

Door het 'Aldlân' en langs de 'Ie' naar Leeuwarden
Over de Finsterbuorren lopen we in noordoostelijke richting, om daarna over de Aldlânsdyk door het Jelsumer Oudland terug te lopen naar de Dokkumer Ee.
Om 12:30 uur arriveren we op de westoever ter hoogte van Lekkum, dat daar aan de overzijde aan de Dokkumer Ee ligt. Daar zijn we naar op weg, maar daartoe moeten we nog wel een omweg van enkele kilometers - via Leeuwarden - maken.
Alsmaar verder gaat het over het asfaltpad langs de Dokkumer Ee, naar Snakkerburen.
Voorbij Snakkerburen gaat het dan over de Dokkumer Trekweg verder, tot aan de Dammelaan in Leeuwarden, het meest zuidelijke punt van dit rondje, waar we via de brug van de Dammelaan de Dokkumer Ee kunnen oversteken.

Over het Tsjerkelânspaad terug naar Lekkum
De rest van dit rondje gaat dan over de oostzijde langs de Dokkumer Ee, eerst door de Leeuwarder Vrijheidswijk, en dan over de Bonkefeart heen naar het buurtschap Snakkerburen.
Vanuit Snakkerburen gaat het eerst over Oan 'e Dyk en later door de weilanden over het betonpad van het Tsjerkelânspaad weer terug naar de oostoever van de Dokkumer Ee. Aan de overzijde van het brede water staan enkele bomen tussen de Dokkumer Ee en het Leeuwarder Bos, die - omdat het nauwelijks waait - prachtig weerspiegelen in het gladde wateroppervlak van de Dokkumer Ee.
Om 13:30 uur arriveren we langs de jachthaven van Lekkum bij de Sint-Ceciliakerk, waar onze auto staat geparkeerd. 
We rijden van Lekkum naar Tichelwurk om daar onze andere auto af te halen, en daarna zijn we al spoedig weer thuis in Feinsum.

vrijdag 14 februari 2025

Yvonne van Huizen exposeert glaskunst in De Hege Stins van Stiens

Vrijdag 14 februari 2025
 
Glaskunst van Yvonne van Huizen
Glaskunst
Momenteel exposeert de in het Friese Hallum woonachtige glaskunstenares Yvonne van Huizen een aantal van haar glaswerkstukken in twee vitrinekasten in de ontvangsthal van De Hege Stins te Stiens.
Ze meldt dat haar kunstenaarsreis doordrenkt is met enerzijds de dynamiek van de stad en anderzijds de rust van het Friese landschap. 
Haar artistieke ontwikkeling is voornamelijk autodidactisch van aard.
Het is haar passie om kunst te creëren die resoneert en inspireert, en ze blijft streven naar verdere groei en erkenning binnen de kunstwereld. 
Door haar kunstreis voort te zetten, hoopt ze haar glaskunst met nog meer mensen te delen en nieuwe kansen te ontdekken om haar creatieve visie te uiten.
 

Glasfusing met Bullseyeglas
Elke dag in haar glasatelier beschouwt ze als een nieuw avontuur. In haar glasatelier 'De Obsediaan' laat ze haar creativiteit de vrije loop om gefused glas om te toveren tot kleurrijke en vrolijke kunstwerken. Glasfusing is het (samen)smelten van verschillende en/of dezelfde kleuren glas om zo glasobjecten te maken. 
Haar glaskunst is doordrenkt van levendigheid, en ze geeft haar werken een uniek karakter door gebruik te maken van zogenoemd bullseyeglas, waarmee ronde glasvlakken worden gecreëerd.  
Met haar werken toont ze haar liefde voor het vak, en ook de speelsheid en vitaliteit die ze in het dagelijks leven koestert. Ze hoopt dat ze daardoor en met haar glaskunstwerken een glimlach op het gezicht van anderen tovert.

donderdag 13 februari 2025

Nieuwe inzichten in business-modellen voor Regeneratieve Landbouw

Donderdag 13 februari 2025
 
Sprekers over Generatieve Landbouw in de Beurs te Leeuwarden

















Presentatie van onderzoeksresultaten
Vanmiddag wonen Durkje en ik de bijeenkomst bij over 'Regeneratieve landbouw', die wordt gehouden in de Beurs, bij de Faculteit Campus Fryslân in Leeuwarden.
Tijdens deze middag wordt een presentatie verzorgd over het onderzoek naar de ontwikkeling van nieuwe business-modellen voor regeneratieve landbouw. Dit onderzoek is uitgevoerd - in opdracht van het Ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) - door de Rijksuniversiteit Groningen en de Universiteit Utrecht; in twee gebieden, te weten: Fryslân en Twente. 
Het onderzoeksteam - bestaande uit Gjalt de Jong, Hillie van der Bij, Jerry van Dijk, Niko Wojtynia en Ingrid van Huizen - deelt de uitkomsten van dit onderzoek vandaag met ons.

Opening
Regeneratieve landbouw is een productiemethode waarbij de natuurlijke hulpbronnen binnen de landbouw worden versterkt, in plaats van uitgeput. Regeneratieve landbouw is erop gericht om ecosystemen te herstellen, door de biodiversiteit te verhogen, de bodemkwaliteit te verbeteren en koolstof uit de atmosfeer op te slaan in de bodem.
De opening wordt verricht door middagvoorzitter Fokko van der Veen. Hij introduceert de eerste spreekster: Hillie van der Bij.

Presentatie & overhandiging resultaten LVVN-onderzoek 
Eerst introduceert projectleidster-onderzoekster Hillie van der Bij het onderzoeksteam, en daarna vertelt ze hoe regeneratieve landbouw door het onderzoeksteam wordt gedefinieerd, met daarin de ecologische, sociale en economische dimensies. 
De focus van dit onderzoek lag op de Friese Wouden voor wat betreft Fryslân, en tevens op Twente. Twee jaar geleden begon dit onderzoek, terwijl in de loop van de onderzoeksperiode landelijk heel veel speelde, denk maar aan bijvoorbeeld het actuele stikstofdossier.
Er is onderzoek gedaan onder melkveehouders en bij diverse ketenpartijen.
Enkele van de hoofdbevindingen van dit onderzoek zijn:
  • De belemmeringen moeten worden weggenomen (met name voor wat betreft slechte institutionele randvoorwaarden, zoals onduidelijke regels en beleid en verwachtingen en aangaande de dominantie van de export-geöriënteerde keten(partners) en voor wat betreft kennislacunes;
  • Er is behoefte aan een systeemverandering met verschillende partijen: alle ketenschakels (ook de overheid) moeten worden betrokken, boeren moeten worden ondersteund in hun transitie, en verduurzaming moet worden gewaardeerd;
  • Het gedeeld probleemeigenaarschap, een onderling vertrouwen en samenwerking biedt kansen.
Intrinsieke motivatie, identiteit en gemeenschappelijke betrokkenheid zijn belangrijk. 
Verder moet er een andere manier van waardering komen, en moet er worden gewerkt aan gedeelde verantwoordelijkheid. 
Daarna wordt de nevenstaande infographic vertoond en toegelicht, waarin de transitie van de huidige naar de verbeterde situatie wordt afgebeeld.

Als basis voor opschaling geldt:
  • Er is maatwerk nodig (ziende op diversiteit, ecologie, en uitdagingen); 
  • De oriëntatie moet liggen op context-gebonden bedrijfs- en verdienmodellen;
  • Betrokkenheid van lokale stakeholders is essentieel.
De rol van de overheid bestaat uit:
  • Zorg ervoor dat er ruimte is voor variatie in bedrijfs- en verdienmodellen;
  • Maak de deelname voor boeren en andere partijen toegankelijk
  • Maak het werken in samenwerkingsverbanden gemakkelijk.
Adviezen die voortvloeien uit dit onderzoek zijn:
  • Zorg voor richting met perspectief;
  • Maak het beleid integraal;
  • Regel financiële ondersteuning;
  • Zorg voor onafhankelijkheid en maak het duurzaamheidsgeoriënteerd;
  • Verminder de administratie lasten;
  • Herstel het vertrouwen en zorg voor een goede communicatie.
Voor de transitie naar deelname voor boeren aan dit project moet worden uitgegaan van de eigenschappen van de regio, waarbij aangetekend: 
1. Barrières moeten worden weggenomen;
2. Deelname aan dit project vereist een systeemverandering;
3. Alle spelers moeten meedoen;
4. Er ligt ook een rol en taak voor de overheid.

Podium-interview 
Na deze eerste presentatie worden Hillie van der Bij en Nico Wojtynia kort geïnterviewd door Fokko van der Veen over hun project.
Eén van de vragen aan hen is of er ook verschillen en overeenkomsten waargenomen zijn tussen Fryslân en Twente. Eén van de overeenkomsten is - zo horen we van hen - dat men merkte dat boeren in beide regio's echt om hun bedrijf en werk geven.

Rol en taak van de overheid 
Na de presentatie en bovengenoemd interview neemt Fokie Flapper (als opdrachtgever van het onderzoek en teamcoördinator kringlooplandbouw bij het ministerie van LVVN) het onderzoeksrapport in ontvangst van het onderzoeksteam.
Fokie Flapper blikt daarna eerst even terug op de aanloop van dit onderzoeksproject. Ze benoemt dat het begrip regeneratieve landbouw in de afgelopen jaren van onderzoeksproject echt is gaan leven. Ze geeft aan dat er steeds meer boeren zijn begonnen aan regeneratieve landbouw, en dat er ook volop belangstelling is bij andere boeren om mee te gaan doen, zoals dat nu bijvoorbeeld kan plaatsvinden in die beoogde doelgroep van 1.000 boeren, als vervolg op dit onderzoek.
Heldere doelen en integrale benadering acht ze van belang. Het huidige kabinet gaat voor duidelijke doelsturing, dus dat is nu de ingezette richting. Maar hoe maak je het dan concreet, en hoe meet je dan het doelbereik? Daar ligt volgens Flapper een fikse uitdaging.
De overheid kan het tempo van de ondernemers die dit gaan doen niet bijhouden, maar de overheid doet wat ze kan om de boeren-ondernemers optimaal te ondersteunen; daarvan is Fokie Flapper overtuigd. 

Panelgesprek 
Vervolgens wordt het podium enigszins omgebouwd, om aan te vangen met een geprogrammeerd panelgesprek. De leden van dit panel zijn: Rik Hoksbergen (branchespecialist melkvee), Heleen Lansink (boerin), Geert Broersma (boer) en Nico Wojtinia (onderzoeker).

Als eerste wordt van de panelleden gevraagd wat hen vooral opviel met betrekking tot de resultaten van dit onderzoek.
  • Rik: Dit is een proces dat we met elkaar aan moeten gaan, waarbij we stap voor stap alles moeten uitvinden;
  • Heleen: Hoe gaan we nu van papier naar praktijk; want zoals het nu gaat, werkt het nog niet;
  • Geert: Hoe kun je de theorie vastpakken in de praktijk; we kunnen wel veel, en we moeten naar integraal werken in de uitrol van dit project;
  • Nico: Veel mensen (totaal 59, waarvan tweederde deel boeren) waren bereid om met de onderzoekers te praten, want die ondervraagden geven aan echt wel te willen veranderen, maar dat vinden ze niet gemakkelijk. 
Volgende vraag aan de panelleden: Wat moet er nu nog gebeuren?
  • Heleen: We willen wel sneller, maar daar hebben we dan wel financiële middelen voor nodig, naast de zoektocht van wat we met zijn allen beschouwen als waardering voor inzet en resultaat;
  • Geert: Ik geniet er nu al van dat ik biodiversiteit lever. Mijn vertrouwen groeit dat er op termijn ook wel waardering voor gaat komen. Maar ja, waar beginnen de boeren, wat is het meest tastbaar, en wat durft de omgeving de boeren te belonen qua geld;
  • Nico: Het agrarisch natuurbeheer in Twente is nog kleiner van omvang dan in Fryslân;
  • Rik: Regeneratieve landbouw moet geen geld gaan kosten, maar geld gaan opleveren. De motivatie moet vanuit de boeren zelf komen, met de focus dat het eerst meer geld gaat kosten. Maar hoe moet je daar dan nog geld aan verdienen? Het gaat ook om hoe je als boer wordt gewaardeerd door de maatschappij om je heen.
Vraag vanuit de zaal: Wat is de rol van de herziening van pachtcontracten in dezen (vooral voor wat de gerezen onzekerheid in dezen betreft).
  • Rik: De veranderingen in de pachtcontracten gaan in dezen over de differentiatie tussen korte en lange trajecten. Hoe langer het pachtcontract loopt, hoe groter de kans is dat boeren duurzame en veel tijd vragende verbeterende maatregelen gaan nemen.
  • Geert: Wij hebben als boer al de nodige risico’s genomen, daar ben ik al jaren mee bezig. De overheid ziet dat inmiddels wel na enig aandringen, en zij vinden dat wij nu de goede stappen zetten. Die aansluiting hebben wij gelukkig al wel gevonden, zij het dat het een ware ontdekkingstocht was. Zoiets doe je bij voorkeur als samenwerkende partijen.
  • Vanuit de zaal: Ook de natuur is gebaat bij langlopende pachtcontracten. De huidige landbouw wordt gestuurd op impulsen van buiten. Dat moet voortaan veel meer van binnenuit komen, en zo dan vanuit de boeren zelf worden gedaan.
  • Rik: Ook langlopende pachtcontracten zou je elk jaar wel even met elkaar moeten evalueren, namelijk voor het goede gesprek tussen verpachter en pachter over het gewenste gebruik van de pachtgronden.
  • Nico: We hebben meer rust en inspiratie nodig voor de boeren die het verbeterwerk moeten gaan doen.
  • Heleen: Boeren hebben maar beperkte tijd in hun bedrijfsvoering om te gaan en te blijven praten over systeemverbetering.
  • Nico: Educatie is daarbij van belang, en sommige boeren hebben wel enige druk nodig om van het erf af te komen om zich te scholen. 
  • Vanuit de zaal: Ik vind dit nogal een open deur wat ik hier vandaag hoor, maar als we iedereen mee willen krijgen, zullen we forse ingrepen op het systeem moeten doorvoeren. Boeren kijken bij veranderingen ook heel goed naar wat ‘mijn buren’ ervan gaan vinden.
  • Heleen: Boeren kunnen niet zomaar verhuizen, dus als ze niet verder kunnen, zitten ze op slot op hun plek.
  • Vanuit de zaal: Boeren met kennis moeten we stappen vooruit laten zetten, ook in samenwerking met elkaar als collega-boeren.
  • Niko: We zullen op een gegeven moment moeten aangeven dat we niet meer door kunnen gaan met wat we nu doen, we zullen (dan) pijnlijke keuzes moeten maken.
ReGeNL Boerenperspectief 
Ingrid van Huizen (programmamanager ‘ReGeNL Boerenperspectief’, van oorsprong uit de noordelijke Friese Wouden) vertelt vervolgens over het landelijke ReGeNL-programma. Ze vertelt over hoe de start ervan is verlopen en hoe de komende zeven jaar hier verder aan wordt gewerkt.
‘ReGeNL’ (een vliegwiel naar rendabele regeneratieve landbouw) ontwikkelt samen met Nederlandse boeren een toekomstbestendige landbouwsector, waarbij landbouw samengaat met bodemverbetering en natuurherstel; met daarbij een goed verdienmodel voor de boeren.
Tussen nu en 2030 start ReGeNL met duizend boeren in hun overgang naar regeneratieve landbouw met een positieve business case. Door deze cruciale eerste stap te zetten, wordt ReGeNL wellicht een leidend voorbeeld voor de sector in Nederland en ook internationaal. Daarmee wordt beoogd om regeneratieve landbouw tot het nieuwe normaal te maken tussen 2030 en 2040.
Daarbij zijn de volgende barrières te slechten:
  • Het momenteel ontbreken van mainstream verdienmodellen;
  • De meekomende transitiekosten;
  • Onzekerheid over uitkomsten van regeneratieve praktijken;
  • Ontbreken van kennis over regeneratieve praktijken.
Regeneratieve Landbouw zorgt voor een positieve impact op de volgende negen thema’s: 
1. Bodemgezondheid;
2. Weerbare gewassen;
3. Weerbare dieren en dierenwelzijn;
4. Water- en luchtkwaliteit;
5. Biodiversiteit;
6. Broeikasgassen;
7. Economische verdienmodellen;
8. Sociaal fundament;
9. Voedselzekerheid.

Er zijn nu al 80 regeneratieve praktijken geïdentificeerd, die voorlopig zijn geclusterd naar bedrijfstypologie.
Er gaat vanaf nu gewerkt worden met de volgende vijf actielijnen: 1. Bedrijfsmodellen, 2. Transitiepaden, 3. Meten, modelleren en waarderen, 4. Human Capital, 5. Producten & diensten). En dat wordt gedaan vanuit de volgende drie perspectieven: A. Boerenbedrijf, B. Gebied en C. Voedselsysteem.
Er wordt niet alleen naar gekeken, en niet alleen over gesproken, want er wordt ook echt aan het werk gegaan met de boeren.
Er zijn kwantitatieve doelen gesteld per perspectief, die in 2031 gerealiseerd moeten zijn.
We spreken over een nationaal groeifondsprogramma, waarin nu al een grote variëteit aan partijen samenwerken: sterk en verder groeiend. 
Aan alle partijen is en wordt gevraagd om de zes leidende principes voor dit consortium te onderschrijven. 
Het wordt een gezamenlijke zoektocht om goede stappen voorwaarts te zetten.
Het onderzoek is ten dienste van de transitie van de boeren. Dat is trouwens wel even wennen voor onderzoekers, en dat vraagt een samenspel van onderzoekers en boeren.
Daarna bespreekt Van Huizen het besturingsmodel van dit programma, bestaande uit een Programmaraad en een Stuurgroep, waarbij de boer centraal staat èn een beslissende stem heeft, óók daar waar het spannend wordt.

Dan maakt Ineke van Huizen duidelijk wat de boer aan dit programma heeft, zoals bijvoorbeeld:
  • Boeren krijgen individuele begeleiding;
  • Ze krijgen een bedrijfsontwikkelplan;
  • Kennis wordt hen verschaft;
  • Gewerkt wordt met bedrijfsspecifieke monitoringsresultaten;
  • Het zorgt voor waardecreatie, met een keten en/of met gebiedspartners (via clustering);
  • Boeren krijgen nazorg tot 4 jaar;
  • Er wordt gewerkt met een studiegroep van boeren en met leernetwerk-begeleiding;
  • Specialistische kennis wordt verstrekt;
  • 2.400,- vergoeding wordt aan de deelnemende boeren verschaft voor het vier jaar lang leveren van onderzoeksgegevens.
Boeren kunnen zich inmiddels bij het programma-management gaan melden om in dit programma te participeren. Samen met hen wordt dan bekeken of ze mee gaan doen, ook kijkend naar wat deze deelnemende boeren in die vier jaren durende onderzoeksperiode kunnen gaan doen (en/of wellicht ook nog daarna). 
Ook wordt gekeken of de boer híermee het beste geholpen kan worden, of dat ze wellicht beter aan een ánder al bestaand programma mee kunnen gaan doen.
De monitoring van dit programma loopt over een looptijd van zeven jaar, maar de focus van de beoogde duizend boeren is gericht op de nu eerstvolgende vier jaren.

woensdag 12 februari 2025

Presentatie over pelgrimeren voor Froulju Aktyf in Franeker

Woensdagmiddag 12 februari 2025
 
Presentatie over pelgrimeren in De Stiselpot te Franeker

















Froulju Aktyf in Franeker
Door het bestuur van de vereniging 'Froulju Aktyf' te Franeker zijn Durkje en ik uitgenodigd om vanmiddag een lezing te verzorgen voor haar vrouwenbeweging. Deze lezing vindt plaats in De Stiselpot te Franeker, bijgewoond door zo'n 55 deelnemers van deze vrouwenvereniging.
Froulju Aktyf is een vereniging die is voortgekomen uit de 'Vrouwen van Nu Franeker'. Froulju Aktyf organiseert voor alle vrouwen in Franeker en omgeving interessante, gezellige en ook leerzame activiteiten. Het is een vrouwenbeweging met een positieve insteek voor dames die plezier in het leven hebben of willen maken. Ze bieden allerlei activiteiten aan, zoals: creatief, cultureel, ontspannend en leerzaam. Ook kunnen de dames hun eigen ideeën kwijt en samen met anderen activiteiten organiseren voor de vereniging. Lid zijn van Froulju Aktyf betekent derhalve: ontmoeting, ontspanning en persoonlijke ontwikkeling; en daarnaast in je eigen omgeving activiteiten ondernemen en lezingen of bijeenkomsten bijwonen, samen met andere vrouwen. Dat is wat hier vanmiddag plaatsvindt.

Presentatie over pelgrimeren
Nadat de leden en wij door de voorzitster welkom zijn geheten, wordt begonnen met een gedicht in het Bildts, mijn moedertaal. Durkje en mij is gevraagd om vanmiddag een presentatie te verzorgen over ons pelgrimeren en over onze refugio. Omdat de pelgrimstocht naar Santiago de Compostela in het Bildtse Sint-Jacobiparochie aanvangt, wordt deze lezingmiddag aangevangen met een Bildts gedicht.
Daarna wordt door het verenigingsbestuur de nieuwe website van Froulju Aktyf aan haar leden gepresenteerd.
Na de opening van deze middag krijgen Durkje en ik de gelegenheid om onze presentatie te verzorgen, waarvan een deel vóór en een deel na de koffiepauze. We beginnen om 14:00 uur in een volle zaal.

Motieven om te pelgrimeren  
Na een korte kennismaking vertel ik over onze opeenvolgende pelgrimstochten naar Santiago de Compostela en in welke relatie die pelgrimages staan met Sint Jacobus, de patroonheilige voor de pelgrims.
Aansluitend vertelt Durkje wat voor pelgrims van vroeger en nu zoal de motieven waren en zijn om te pelgrimeren, en vertelt ze wat het pelgrimeren voor pelgrims betekent.
Na drie kwartier presentatie is het koffiepauze, en hebben de verenigingsleden in de zaal ook de gelegenheid om bij onze expositie over pelgrimeren langs te lopen. Daar wordt aandachtig gebruik van gemaakt. 

Refugio Ultreia Feinsum
Het bestuur had ons vooraf gevraagd om vooral ook iets te vertellen over onze Refugio Ultreia Feinsum, ons pelgrimsverblijf in Feinsum.
Daarom vertel ik na de pauze eerst iets over de geschiedenis van onze refugio, en welke functies zo'n pelgrimsonderkomen voor de voorbijgaande pelgrims heeft. 
En Durkje sluit daar dan op aan, door een aantal voorbeelden te geven van pelgrims die in de afgelopen acht jaren bij ons langs kwamen voor een refugio-stempel en/of voor hun overnachting in onze refugio tussen twee etappes op het Jabikspaad.
Nadat we reageren op enkele vragen uit de zaal, laten we nog een derde filmfragment zien, deze keer van een landelijke omroep, die indertijd bij en in onze refugio een mooie televisie-registratie heeft gemaakt. Daarmee sluiten we deze lezing af.  
Na het dankwoord en de afsluiting door de voorzitster is er nog gelegenheid om bij onze pelgrimage-expositietafel even na te praten over wat de aanwezige leden nog willen vertellen of vragen.

Elleboogverband in de sneeuw te Feinsum

Woensdag 12 februari 2025
 
verband in de sneeuw

Sneeuwpatroon op de oprit
Evenals gisternacht heeft het ook afgelopen nacht weer gesneeuwd in Feinsum. Niet veel, maar wat gisteren gedurende de dag al was ontdooid, is vannacht weer bedekt met een laagje verse sneeuw.
Gedurende de ochtend komen er gaten in de sneeuw; op straat, op de akkers en in weilanden rondom Feinsum. 
Zo zien we op de oprit achter onze garage langzamerhand gaten vallen in de sneeuw, waarbij steeds meer van de klinkers zichtbaar wordt, en de restsneeuw tot nader order blijft liggen op de begroeide voegen tussen de klinkers van de oprit.
In de loop van de ochtenduren wordt dan steeds meer van het elleboogverband van de opritklinkers zichtbaar. Heel decoratief is het, en eigenlijk jammer om er met een auto of fiets overheen te rijden. 
Nog even genieten dus van het mooie patroon van het elleboogverband in de resterende sneeuw op onze oprit.

dinsdag 11 februari 2025

Rondje 17 om de Kerken - van Jorwert & Nijkleaster & Hilaard & Leons - in Noord-Fryslân

Maandagmiddag 10 februari 2025
 
In de 'Kapel fan de âlde Friezen' van Nijkleaster op It Westerhûs

















Rondjes om de kerken in noord-Fryslân
Op 31 mei 2024 publiceerde de Stichting Tsjerkepaad in het Friese Pingjum haar wandelgids 'Rondjes om de kerken in noord-Fryslân'. Deze fiets- en wandelgids is geschreven door de bekende wandeljournalist Fokko Bosker.
Stichting Tsjerkepaad ijvert voor een zo ruim mogelijke openstelling van monumentale kerken in Fryslân, en zo'n wandelgids is dan een geschikt instrument om fietsers en wandelaars te laten fietsen en wandelen langs (zo mogelijk opengestelde) Friese kerken.
Deze wandelgids is naast de Kleasterrûntsjes van Stichting Tsjerkepaad deels gebaseerd op de Jabiksrûntsjes die Stichting Jabikspaad Fryslân en Stichting Tsjerkepaad jaren geleden al hebben ontwikkeld. Fokko Bosker heeft in die Kleasterrûntsjes en in die Jabiksrûntsjes de nodige aanpassingen gedaan, en voor deze wandelgids ook een aantal nieuwe wandelrondjes gecreëerd, om daarmee 26 inspirerende wandelroutes te ontwerpen langs kerken in noord-Fryslân, door het omliggende cultuurlandschap.

26 wandelrondjes
Deze 26 rondjes om de kerken liggen verspreid door het hele noorden van Fryslân, en hebben elk een lengte die varieert tussen 5,1 en 18,3 kilometer. De totale lengte van alle 26 rondjes is 337,4 kilometer, waarmee de rondjes een gemiddelde afstand van 13 kilometer hebben. 
Door de grote variatie qua afzonderlijke afstanden, kun je er per wandeldag voor kiezen om bijvoorbeeld 1, 2, 3 of meer rondjes te fietsen of te wandelen. De wandelgids vermeldt welke 12 van de 26 rondjes kunnen worden gefietst.
Het mooie van de wandelgidsen van Fokko Bosker is dat je naast de routebeschrijving en routekaartjes onderweg ook een interessante beschrijving krijgt van het landschap en van de kerken langs de route. Zo verweeft Fokko Bosker cultuurhistorie, erfgoed en landschapsgeschiedenis. 
Deze wandelgids maakt gebruik van de wandelknooppunten van het Friese wandelknooppuntennetwerk, hetgeen het navigeren in het veld vergemakkelijkt.
Elke wandelronde begint met een korte bezinningstekst, die je mee kunt nemen ter overdenking onderweg, zoals:
"Bewaar in alles de geest van de zaligsprekingen:
vreugde, eenvoud en barmhartigheid."

In oneindige weilanden verdwalen en toch thuiskomen
Vanmorgen liepen we al Rondje 16 rondom Leeuwarden, over een afstand van 10,8 kilometer. Vanmiddag lopen we aanvullend het Rondje 17 langs de kerken van Jorwert & Hilaard & Leons over een afstand van 10,6 kilometer. Totaal wandelen we derhalve vandaag 10,8 + 10,6 = 21,4 kilometer.
Dit rondje begint in Jorwert en gaat via Fûns en It Westerhûs naar Hilaard, en dan door het buurtschap Hoptille langs de Boalserter Feart naar Leons, om dan terug te keren naar Jorwert.
In de uitgestrekte en onregelmatig gevormde weilanden van de Leonser polder kun je op weg van Leons naar Jorwert zomaar verdwalen op de beoogde route van het Friese Jabikspaad, maar met het zicht op de kerktoren van de Jorwerter Sint-Redbadtsjerke lukt het toch om daar uiteindelijk waarlijk thuis te komen in deze bijzondere kloosterkerk van Nijkleaster.
Vlak na 11:00 uur vertrekken we uit Leeuwarden, op weg naar Jorwert. Bij de afslag Hilaard aangekomen, zien we echter dat de Hoptilsterdyk richting Hesens en Jorwert is afgesloten voor verkeer met een inrijverbod. Daarom blijven we op de N359 en nemen we de afslag naar Leons, want ons rondje van vanmiddag gaat ook door Leons. Als we hier in Leons beginnen, hoeven we niet eerst via Baard om te rijden naar Jorwert, maar kunnen we direct beginnen met dit rondje.

Door de Leonser polder
We stappen om 11:15 uur uit bij de Catharinakerk van Leons en maken hier een rondje om de 14e eeuwse dorpskerk.
Direct daarna gaan we het veldpad op, de Leonser polder in. Dan merken we in het open veld onmiddellijk hoe hard het waait vandaag. In de binnenstad van Leeuwarden en in het Leeuwarder Bos voelden we dat lang niet zo goed vanmorgen. De koude winterse wind waait hier vanuit het oosten genadeloos en hard over de laaggelegen, drassige weilanden.
Zo goed als mogelijk volgen we de schaarse wegwijzers in het open veld, en dan passeren we op een gegeven moment een in aanbouw zijnde nieuwe woning, die wordt gebouwd op de locatie waar jarenlang een oude boerderij in groot verval was geraakt. Op het moment dat we vlakbij deze nieuwe woonstee langs komen, zijn twee mannen met een hoogwerker bezig om een boomtak te bevestigen op een dakpunt, om duidelijk te maken dat inmiddels het hoogste punt van deze nieuwbouw is bereikt. 
Op de Jaenbuorren aangekomen - tussen Hesens en Jorwert - verlaten we de graspaden van de Leonser polder, en gaan we over het beton van de Jaenbuorren verder naar Jorwert.

Lunchpauze in de Sint-Redbadtsjerke van Jorwert
In Jorwert hebben we geluk, want de kerkdeur staat op een kier. We gaan er naar binnen en ontmoeten daar een man en een vrouw met twee meisjes, die onderin de kerktoren in afwachting zijn van klokslag twaalf. 
Zodra de klok twaalf heeft geslagen, luiden ze de kerkklok van de Sint-Raboudkerk, en onderwijl zitten Durkje en ik in de voorkerk van deze kloosterkerk van Nijkleaster onze lunchpauze te houden.
Na deze broodjespauze verlaten we de dorpskerk en steken we nogmaals de Jaenfeart over, om dan over de Jaenbuorren eerst terug te lopen naar de plek waar we zojuist de Leonser polder hebben verlaten, waarna we een eindje verderop de afslag nemen naar het buurtschap Fûns.
Vlak voorbij Fûns nemen we niet de veldroute van het Odulphuspad richting Hilaard, maar lopen we nog een eindje verder richting Bears, om het andere veldpad van dit rondje te nemen, omdat we via Nijkleaster naar Hilaard willen lopen.
Over het smalle verharde veldpad gaan we dan in noordelijke richting naar het kloosterterrein van Nijkleaster op It Westerhûs. 

Bezoek aan het klooster Nijkleaster op It Westerhûs
Na het toegangshek gepasseerd te zijn, lopen we op het kloosterterrein eerst even naar de 'Kapel fan de âlde Friezen'.
Deze buitenkapel van het klooster bevindt zich in een oude silo.
De binnenzijde van deze openluchtkapel is opgemetseld met een groot aantal kloostermoppen (Alde Friezen) van allerhande oude kloosters en kerken van met name Fryslân.
Op veel van de gemetselde kloostermoppen is een naamplaatje aangebracht, waarop staat van welke klooster- of kerklocatie deze kloostermop afkomstig is.
Zo zien we bijvoorbeeld kloostermoppen van Stiens, klooster Claercamp bij Rinsumageest, Jorwert, en het Jacobijnerklooster van Leeuwarden, dat wij vanmorgen passeerden.
Na dit kapelbezoek lopen we naar het binnenterrein van het klooster Nijkleaster.
Het is 12:45 uur en binnen gekomen, zien we dat de kloostergasten met de kloosterlingen zitten te lunchen in de Refter. We groeten de kloostergasten en de Kleasterlingen kort even, en laten hen dan verder in rust genieten van hun lunch in de eetzaal van het klooster. 
We kijken ook nog even in de noord-oostelijke hoek van het klooster-terrein, waar onder andere het kippenhok staat.
Tegen de muur van de vertrekken tussen het voorhuis van de boerderij en de gastenkamers zien we nog een stapeltje reststenen van de kloosterkapel van zojuist.
Dan verlaten we het kloosterterrein, en lopen we over de betonweg richting Hilaard.

Van Hilaard via Hoptille naar een presentatie in Leons
In Hilaard aangekomen, wandelen we door de Smidsstrjitte langs de voormalige smederij naar de Johannes de Doperkerk. De dorpskerk is gesloten, dus die kunnen we binnen helaas niet bekijken. 
Vanuit Hilaard gaan we daarna onder de N359 door naar het buurtschap Hoptille.
Daar steken we de Boalserter Feart over, om dan direct de doorgaande weg te verlaten, om verder te gaan langs de vaart.
Nu volgen we het fiets- en wandelpad langs de slingerende Boalserter Feart in de richting van Leons.
Bij de vaartbrug tussen Húns rechts en Leons links van ons, verlaten we dit pad langs de vaart, en lopen we rechtstreeks naar Leons.
Als we om 14:00 uur bij onze auto terugkeren nabij de Catharinakerk, zien we net op tijd dat een groep jongeren de kerk binnengaat. We kunnen dus wellicht de kerk even van binnen bekijken, dus wij gaan achter hen aan ook naar binnen. 
Daar ontmoeten we Cora Jongsma, die aangeeft dat ze hier nu een korte presentatie gaat verzorgen voor deze groep internationale studenten, en ze nodigt ons beiden uit erbij aanwezig te zijn, hetgeen we graag doen.
We nemen plaats in de kerkzaal, en luisteren naar de presentatie van landschapsonderzoekster-viltkunstenares Cora Jongsma, die vertelt over haar fascinatie voor de geschiedenis en de eigenheid van de Leonser polder, en dat en hoe het grillige lijnenspel van deze natte polder in het lage midden van Fryslân haar heeft geïnspireerd bij het maken van haar viltkunstwerken. 
Na deze presentatie verlaten wij de kerk, en rijden we vanuit Leons terug naar huis. Het waait dan nog hard en koud, en de temperatuur is weer een graad opgelopen tot inmiddels 4 graden Celsius.