Woensdagavond 11 oktober 2023
Altijd weer op reis: waarheen, waarvoor?
De Camino Academie is een platform waar wetenschap en pelgrims elkaar vinden in gedeelde academische interesse rondom het fenomeen ‘pelgrimage’.
Deze Camino Academie organiseert dit najaar drie lezingenavonden rond het thema van ‘Het moderne reizen’.
Reizen is een fenomeen dat in de loop der tijden steeds andere vormen aanneemt.
In een lezingencyclus van drie avonden staan we met drie reisexperts kritisch stil bij de actuele reislust.
Deze lezingenavonden vinden plaats in Huize Cervantes te Utrecht.
Het moderne reizen bevraagd
De corona-crisis (2020) zette veel stop, en vooral het op reis gaan werd gemist.
Inmiddels (2023) is het palet aan reizen weer uiterst divers, bijvoorbeeld: all-in reizen, groepsreizen, actieve reizen, thematische reizen, etc.
Je kunt je afvragen of pelgrimeren naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela ook een vorm van een themareis is, als naadloos passend in de trend van actieve reizen. Tal van vragen dringen zich dan op, zoals:
- Wat bezielt de toerist?
- Wat zoekt de reiziger?
- Waardoor worden reizigers gedreven?
- Is reizen een vlucht uit het leven van alledag?
- Schaffen we in de reis de werkelijkheid even af?
- Is inderdaad de pelgrim een halve toerist, en de toerist een halve pelgrim?
‘Het moderne reizen’ roept dus vragen op.
In deze drie avondlezingen van de Camino Academie worden dergelijke vragen aan de orde gesteld.
Jaap Lengkeek over toeristen en hun reisverhalen
De eerste spreker was filosoof Ruud Welten op 27 september 2023.
De tweede spreker is emeritus professor dr. Jaap Lengkeek, oud-hoogleraar culturele geografie aan de universiteit van Wageningen, en bedenker en uitwerker van het concept ‘homo turisticus’. Recent verscheen van zijn hand: ‘Het eeuwige leven van reisverhalen. Waarom we altijd erop uit willen’.
Lengkeek stelt in het begin van zijn avondlezing voorop dat hij de pelgrimage ook beschouwt als een vorm van toerisme.
Lengkeek is voor zijn verdergaande onderzoek inzake toerisme gedoken in de oude reisliteratuur, die terug gaat tot zo’n viereneenhalfduizend jaar geleden. Deze reisverhalen hebben een enorme overlevingskracht, tot zelfs ook over millennia heen.
We bespreken vanavond onder andere: waarom mensen reizen, sinds wanneer mensen reizen, en wat reisverhalen uit het verleden ons leren over het nu.
I. Reizen in de oudheid
Het eerste reisverhaal waarover Jaap Lengkeek vertelt, is de zogenoemde Gilgamesh epos, handelend over Gilgamesh, de sterke man die de reus versloeg, en die dan – op reis gaand en zijnd–het fenomeen van ‘de dood’ wil verkennen. Dat dit reizen (toerisme) van Gilgamesh veel schade kan aanrichten, wordt in dit verhaal geïllustreerd. In dat opzicht zou je kunnen zeggen dat toerisme ook een soort van grensoverschrijdend gedrag is. Dit verhaal gaat over macho’s, over grenzeloos respectloos gedrag, tot voorbij de grenzen van de dood. Zijn reis resulteert overigens wel in de stelling dat Gilgamesh wijs is geworden door zijn reis.
Variaties hierop in doelen en soorten grenzen
Lengkeek zijn tweede reisverhaal gaat over Herodotos, die - nieuwsgierig van aard – op onderzoek gaat naar wat elders is, en naar wat daar (elders) vroeger was.
Het derde reisverhaal gaat over Mirabilia, over allerlei wonderlijke zaken die worden aangetroffen in tempels. Pausanius schreef een uitgebreide gids over wat je in de tempels allemaal kunt vinden. Die tempels waren niet alleen in trek op grond van religie, maar ook omdat er anderszins wonderbaarlijke zaken waren te zien en te beleven.
Het vierde reisverhaal is van Horatius, die verhaalde over zijn vriendentochtje en Moezelreisje, met daarin mooie verhalen over onder andere sport, lekker eten en over vakantieliefdes. Er is dus niet veel nieuws onder de zon.
De Romein Plinius schreef zijn ‘Naturalis Historia’, met breed georiënteerde reisbeschrijvingen over van alles en nog wat, tot bijvoorbeeld ook beschrijvingen van de op locaties aangetroffen gesteenten.
Dergelijke reisverhalen gaan vaak over het overschrijden van grenzen - van landen en tijden - en over het voortbestaan in drukke tijden.
Al die oude reisverhalen -afkomstig uit tijden met een ander wereldbeeld en met een andere visie op onze wereldbol - hebben later een grote invloed gehad op het denken van filosofen, geografen en schrijvers.
II. Met religieuze bagage
Het volgende verhaal – verteld door Jaap Lengkeek – is het verhaal van Egeria, die het Oude Testament als reisgids gebruikte, om aan de hand van de in de Bijbel genoemde plekken die locaties te bezoeken. Zo komt Egeria bijvoorbeeld op de berg Nebol, waarvan in de Bijbel wordt geschreven dat Mozes op die berg stond, en hij vanaf die berg wel over het Heilige Land mocht uitkijken, maar dat Mozes dat land niet mocht binnengaan. Zo beschrijft Egeria ook dat ze op de bijbelse plek was waar Lot in een zoutpilaar veranderde.
Als je zelf op zulke - in reisverhalen beschreven - locaties zou staan, zouden dergelijke reisverhalen je een context kunnen geven van wat je daar ziet.
Naast deze bijbels georiënteerde reisverhalen zijn er nog veel meer reisverhalen van reizigers binnen bijvoorbeeld andere grote godsdiensten (zoals uit het Boeddhisme (over kloosters en reizigers), en bijvoorbeeld ook de Hadj en de handel van moslims), maar om de presentatie nu niet al te lang te maken, worden die vanavond niet besproken.
Reizen en verhalen
Uit oude verhalen van islamitische reizigers komt naar voren, dat zij tijdens hun reizen vooral ook waren gespitst op aspecten zoals (anderssoortige) woningen, (verschillend) uiterlijk, (verschillend qua) kleding, (gebrek aan) hygiëne, (andere vormen van) sexualiteit, (andere) eetgewoontes, (zichtbare) afgoderij, (onbekende) begrafenisrituelen, en vreemde verhalen (over bijvoorbeeld reuzen).
We onderscheiden ook lange afstandsroutes, bijvoorbeeld tussen Europa en Azië (zoals bijvoorbeeld de Zijderoute, en de verhalen van Marc ‘o Polo). Zo zijn er reisverhalen bekend van handelaren en diplomaten, en verhalen over reizende predikers die zelfs tot China reikten. Maar evengoed zijn er ook reisverhalen bekend over dronkenmanspartijen, en over martelaren die door islamieten gedood werden omdat ze christenen waren.
Naar de inhoud van reisverhalen gezien, zie je grote verschillen, zoals bijvoorbeeld verhalen over wonderen, over vreemd uitziende monsters, en over zoektochten naar het zogenoemde aardse paradijs, want ja, ergens in het Midden Oosten zou toch ook het aardse paradijs moeten zijn, dus daar is in vroeger jaren dan ook enorm naar gezocht. Zo was de Bijbel – met daarin het verhaal over het aardse paradijs - bijvoorbeeld een grote beweegreden om op zoek te gaan naar het paradijs op aarde.
De auteur John Mandeville schreef veel reisverhalen, die een literair succes werden.
Het is overigens opmerkelijk om in de verhalen uit de Middeleeuwen te zien welk mensbeeld men toen had van vermeend bestaande uitzonderlijke personages, zoals mensen met maar één been, eenogen, tweehoofdigen, mensen zonder hoofd op de romp, of mensen met hondenkoppen. Ook daarover bestaan allerlei verschillende, fantastische reisverhalen.
III. Nuttige reisinformatie
En zo onderscheiden we ook reisverhalen die nuttig kunnen zijn, bijvoorbeeld verhalen over de scheepvaart, over profijt, strategie en nieuwsgierigheid.
Het wereldbeeld van de ontdekkingsreiziger Christoffel Columbus wordt ook wel ‘de tepel van Columbus’ genoemd. Columbus beschouwde het aardse paradijs in de vorm van een soort tepel boven op onze aardbol. Columbus ging de wereldzeeën over, op zoek naar het aardse paradijs (wat al een hele oude gedachte was) om daar goud te vinden, in de veronderstelling en in de hoop dat dat goud vanuit het aardse paradijs (vanuit die tepel op de aardbol) ergens over de aarde zou stromen.
Dan kennen we ook het reisverhaal ‘La Relación’, het verhaal van de wereldreiziger Amerigo Vespucci. Zijn reisverhalen werden door hem in brieven naar zijn thuisland gezonden, waar men dan kennis kon nemen van Vespucci’s reisverhalen.
Van allerlei reizen over de wereld werden de reisverhalen verzameld, en daarvan werden later – in de vorm van compilaties - nuttige reisverhalen geschreven.
Een groot voordeel van de uitvinding van de boekdrukkunst is, dat vanaf dat moment al die reisverhalen die werden geschreven, en de afbeeldingen van die reizen (bijvoorbeeld in de vorm van prenten) voortaan terecht kwamen in gedrukte en vermenigvuldigde (reis)boeken. Verder werden er toen ook atlassen en globes gemaakt. In de boeken met reisverhalen uit die tijd worden ook allerlei hoogte- en dieptepunten beschreven.
Een indertijd heel veel gelezen boek is het reisverhaal over, naar en op Nova Zembla (de overwintering). Reisverhalen namen toen al een enorme vlucht.
Reisverhalen staan erom bekend dat ze vooral over de grenzen van het bekende heen gaan.
Dergelijke verhalen zijn publieksgericht geschreven, en ze vormen voor de lezer een referentiekader.
Specifieke reisverhalen
Dan kennen we ook de verhalen van de zogenoemde ‘Grand Tour’, die verhalen over reizende jongelui, over studenten die van universiteit naar universiteit trokken, maar die onderweg en op locatie de meest liederlijke dingen deden. Dus eigenlijk is er ook hier niets nieuws onder de zon.
Reizende schrijvers gaan zich op een gegeven moment ook verdiepen in specifieke (ook oriëntale en antropologische) zaken, zoals bijvoorbeeld in naturalisme, in planten (botanie), en in andere mensen die er anders uitzien dan jijzelf (die verhalen zijn meer antropologisch van aard). Zo beschreef (in woorden en beelden) Robert Jacob Gordon bijvoorbeeld zijn reisverhalen over Zuid-Afrika.
Ook de ontdekking van de witte vlekken op aarde werden beschreven, waaronder bijvoorbeeld de landen in Afrika (toen dat voor de reisschrijver nog een onontdekt land was), en het zogenoemde Terra Incognita Australis (het zuidland Australië).
Verder zijn er reisverhalen bekend van de mensen die op zoek gingen naar de bronnen van de Nijl. Al dit soort reisverhalen kun je scharen onder de noemer van het leren kennen van de toen nog onbekende landstreken.
Reisverhalen met een missie
De apostolische genootschappen gingen op reis, met het doel om vreemde volkeren onder andere te civiliseren en te kerstenen. Ondertussen hadden dergelijke reizen ook wel commercie ten doel.
Het brede publiek raakte breed geïnteresseerd in reisverhalen.
We kennen onder andere de reisverhalen van en over dr. Livingstone. De journalist Henri Morton Stanley ging bijvoorbeeld voor zijn krant op expeditie ‘through the dark continent’ om de vermoedelijk verdwenen dr. Livingstone op te sporen.
De Belgische koning Leopold wilde op een gegeven moment ook een Afrikaanse kolonie hebben, zoals veel andere landen die al hadden. Uit alle reisverhalen hierover blijkt wel dat Afrika indertijd als een grabbelton van te koloniseren landen werd beschouwd.
IV. Toerisme en de kracht van het verhaal
Wij kunnen lessen trekken uit al die oude reisverhalen, die vertellen over het overschrijden van allerlei (eigen) grenzen van de alledaagse leefwereld. Dan kun je bijvoorbeeld denken aan het overschrijden van grenzen van anderen, en van het overschrijden van grenzen van ruimte en tijd. Reizen betekent in dat opzicht dat we proberen om die grenzen te overschrijden.
We kunnen wel stellen dat ‘de toerist’ niet bestaat, maar toeristen bestaan wel.
Plenaire discussie na de pauze
Na de korte pauze komen we weer bijeen in de zaal, en dan is er volop gelegenheid om de spreker vragen te stellen, en met elkaar plenair in gesprek te gaan over de thematiek van vanavond.
Enkele zaken uit dit geanimeerde groepsgesprek die dan aan de orde zijn:
- Waar komt toch die tegenwoordige hausse aan over de wereld trekkende reizigers vandaan, met name op bijvoorbeeld Schiphol? Jaap Lengkeek wijt dat ook aan het feit dat dit in elk geval mede mogelijk is gemaakt door de gestegen inkomens.
- De reisindustrie produceert veel pakkende verhalen, die mensen geïnteresseerd maken om erop uit te trekken. Paradijzen worden daarin beloofd, en de reisindustrie maakt je daarmee duidelijk dat zij je brengt waar je wilt zijn. Zij schotelen je de meest fantastische kant en klare reisverhalen voor.
- Het kan ook best zo zijn dat juist vanwege het feit dat er al zoveel aan reisverhalen is geschreven over pelgrimeren, heel veel mensen de Spaanse Camino lopen. Reisverhalen van pelgrims inspireren anderen om de Camino (of een camino) ook op te gaan.
- Hoe onderscheidt een pelgrim zich van de toerist? Daar kwamen we tijdens onze voorgaande lezingavond niet eenduidig uit. Vroeger deed je de pelgrimstocht als boetedoening. Maar geldt dat tegenwoordig nog wel? Dat valt in de meeste gevallen wel zeer te betwijfelen.
- ‘De toerist’ bestaat niet. Er zijn allerlei soorten toerisme(n). Alle toeristen zijn wel reizigers, maar niet alle toeristen zijn pelgrim.
- Er zijn heel veel typen pelgrims, bijvoorbeeld religieus van aard, of spiritueel (losmaken van je normale leven), om anderssoortige relaties te krijgen/hebben met meer dan jezelf, of omdat het wandelen een ongelofelijk specifiek ervaring is qua landschap, tijd, cadans (met invloed op je eigen denkprocessen). Het is een heel persoonlijke en ook fysieke ervaring.
Delen via social media
Er is tegenwoordig een enorme behoefte om via social media vooral ook te laten zien wat je hebt meegemaakt tijdens je reis. Je kunt niet je hele reis aan anderen laten zien. Verder houd je er doorgaans wel je eigen herinnering aan over, en om die herinnering levend te houden, kun je die wel laten ondersteunen met de door jou onderweg gemaakte foto’s. Je verhalen en foto’s kun je tijdens je reis of nadien desgewenst delen via social media.
Reizen is een vluchtig iets, en dat zou je via social media dus prima kunnen delen. Dat delen via social media geeft doorgaans een extra glans aan het reizen, en evenzo ook aan het pelgrimeren.
Als je gebombardeerd wordt met reisverhalen van reisburo’s, met reismagazines, of met verhalen van andere pelgrims; hoe kun je dan nog je eigen reis- of pelgrimsverhaal overeind houden. En kun je dat überhaupt wel, òf ben je zelf al te veel deel van het hele verhaal?
Reisgedrag
Soms kun je onderweg teleurgesteld raken als dat wat je onderweg ziet en beleeft niet voldoet aan wat je er voordien van verwachtte.
Een fietser in de zaal vertelt ons dat hij onderweg van zijn reis niets via social media deelde. Wel heeft hij voor zichzelf er een fotoboekje van gemaakt om op die wijze zijn eigen reisverhaal voor zichzelf te creëren. Zijn fotoboekje heeft dan voor hem de functie om daarmee zijn eigen herinneringen over het onderweg zijn weer naar boven te halen.
We kunnen er wel vanuit gaan dat er geen einde komt aan toerisme en aan het reisgedrag. Er zullen namelijk altijd mensen blijven die zoeken naar dat specifieke van een bepaalde reis.
In het reisgedrag onderkennen we ook zoiets als repeteergedrag; zo van: In de voetsporen van de oorspronkelijke reizigers wil ik datzelfde óók zien en beleven.
We maken in de reiswereld onderscheid tussen verschillende vormen van reisbeleving, want de beleving van lopers, fietsers, of mensen die anderszins reizen, verschilt zondermeer.
We zien trouwens tegenwoordig ook dat het zijn van ‘reiziger’hoger wordt gewaardeerd dan het zijn van ‘toerist’. We realiseren ons namelijk dat het begrip ‘toerist’ een negatievere lading heeft dan het verschijnsel ‘reiziger’.
Bij het verschijnsel ‘reizen’ is het overigens interessant om eens te kijken over welke soort ‘reizen’ we het dan hebben. Om daar onderscheid in te maken, zou je kunnen kijken over welke grenzen je als reiziger gaat (bijvoorbeeld in tijd of ruimte).
Om het onderscheid te maken tussen de toerist en de pelgrim wordt vaak gezegd dat het de pelgrim niet zozeer gaat om de beoogde bestemming (de heilige plek), maar dat het vooral om de reis daarnaar toe gaat. Van de pelgrim wordt beweerd dat de beleving van het onderweg zijn veel meer impact heeft dan de aankomst op de plaats van bestemming. Dat heeft er overigens ook mee te maken dat de reis er naar toe veel langer duurt dan dat ene moment van aankomst (bij bijvoorbeeld de kathedraal van Santiago de Compostela).
Tegenstellingen
De druk van het toerisme in de huidige samenleving is heel groot, en de druk van de toeristische sector om dat zo duurzaam mogelijk te doen, is ook heel groot. Er zijn overigens ettelijke technische oplossing te bedenken om toerisme te verduurzamen.
Nog altijd zien we dat de behoefte en de wens om als reiziger los te komen van moraal en van morele druk voor komt in zichtbaar reisgedrag. Zo zijn bijvoorbeeld jongerenreizen naar exotische bestemmingen daar goede voorbeelden van. Jongeren gebruiken die extreme jongerenreizen veelal ook om hun eigen grenzen te verkennen. Dat grenzenloze jongerengedrag is dan meestal tijdelijk en situationeel, want eenmaal weer thuis treedt die jongere ineens weer in het normale gedragspatroon.
Tot slot wordt benoemd dat het in de reispraktijk van alledag ook voorkomt dat verschillende typen reizigers met ieder hun eigen motieven elkaar onderweg ontmoeten. Een bekend en actueel voorbeeld hiervan is dat je in Italië bijvoorbeeld ziet dat vluchtelingen-migranten op hun tocht door het land pelgrims van tegenovergestelde richting ontmoeten, die lopend onderweg zijn naar Rome. Dat moet toch wel een heel vreemde – en wellicht ongemakkelijke - ontmoeting zijn van mensen uit heel verschillende werelden, met sterk verschillende motieven en doelen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten