zondag 15 mei 2022

Pelgrimeren van Pontevedra naar Caldas de Reis

Van Lissabon naar Santiago de Compostela

Caminho Portugués de Santiago van Pontevedra naar Caldas de Reis
Maandag 2 mei 2022 – 23 km.
Dag 25: 549,5 – 572,5 km
 
Bij de Capella da Virxe Peregrina in Pontevedra

Doorstart op de Caminho Portugués
Vandaag gaan we de 25e etappe van de Caminho Portugués lopen volgens de binnenlandse route, te beginnen vanuit de Spaanse stad Pontevedra, naar Caldas de Reis aan de Rió Umia. Nu nog drie wandeldagen, en dan kunnen we in Santiago de Compostela zijn. Het is de bedoeling dat we deze dag 23 kilometer wandelen. We hebben gistermiddag online al een overnachtingsplek gereserveerd in Caldas de Reis. 
Gisteren wandelden we op de kustvariant de route van Vigo naar Redondela, en daarna namen we de trein van Redondela naar Pontevedra, want dat treintraject hebben we in 2019 al gelopen. De etappe van vandaag is het vervolg op de 24e etappe van de Caminho Portugués Interior, die we dus al in 2019 hebben gelopen, toen we vanuit het zuiden arriveerden in Pontevedra.
Om 6:30 uur gaat de wekker in onze hotelkamer van Hotel Alda Estación in Pontevedra. We maken ons gereed voor vertrek, pakken de rugzakken in, en ontbijten in onze hotelkamer. Daarna checken we uit bij de hotelreceptie, en gaan we om 7:45 uur naar buiten, klaar voor de volgende etappe, onze tiende pelgrimswandeldag van 2022 op rij.

Pelgrims gaan samen verder vanuit Pontevedra
Als we vanuit ons hotel naar het stadscentrum van Pontevedra lopen, merken we op straat direct al dat de pelgrims vanaf de binnenlandse route en vanaf de kustvariant hier en nu samen één grote groep vormen, want vanuit alle kanten zien we enkele pelgrims of kleine groepjes pelgrims zich invoegen in de groep die de bewegwijzerde route door Pontevedra loopt. We hebben voor vandaag nog geen brood gekocht, dus dat doen we direct bij een klein bakkerswinkeltje in het stadscentrum, dan is dat in elk geval klaar voordat we de stad verlaten.

Capella da Virxe Peregrina
In het stadscentrum komen we bij de Capella da Virxe Peregrina, die we graag willen bezoeken.
In één van de gevelnissen zien we een beeld van Sint Jacobus.
De twee andere gevelnissen bevatten ook elk een beeld, van een man en van een vrouw, beiden bekleed met Jacobsschelpen.
In het koor van de kapel zien we de maagd Maria met het kindje Jezus op de linkerarm, en in haar rechterhand een pelgrimsstaf met kalebas.
De kapel is rijk versierd met pelgrimssymbolen, onder andere met een Jacobsschelp op een stoel in het koor van de kapel.
Op meerdere plekken zien we een Jacobsschelp, met twee gekruiste pelgrimsstaven met kalebas.
Die afbeelding zien we ook op een houten bank in de kapel.
Datzelfde geldt voor twee kapelramen en in een glazen deur bij de ingang.
Ook bij de geschilderde kruiswegstatie zien we bij alle schilderijen een Jacobsschelp als lamp, die het licht kan laten vallen op de schilderijen rondom in de kapel.

De Ponte do Burgo over
De man die in de voorhal van de kapel staat, probeert ons van alles te verkopen, van speldjes tot Jacobsschelpen, maar als hij ziet dat wij al ruim zijn voorzien van pelgrimsattributen, geeft hij zijn verkooppogingen op, en geeft ons het kapelstempel in onze pelgrimspaspoorten.
Daarna gaan we verder door het centrum van Pontevedra. Hier en daar lopen pelgrims, en overigens ook Spanjaarden, waarvan je redelijk goed kun inschatten dat zij naar hun werk gaan, beginnend aan een nieuwe werkweek.
Vlak vóór de rivier komen we langs de restanten van een ruïne van de oude brug die eeuwen geleden over de rivier lag.
Vervolgens gaan we de Ponte do Burgo op, om de Río Lérez over te steken.
Over de lange brug laten we het gezellige centrum van Pontevedra achter ons.
De etappe van vandaag is begonnen, en wij voegen ons in de lange stoet pelgrims, die op stap gaat richting Caldas de Reis.
Op een gevelplaat links van de straat zie ik een afbeelding van Jacobus als apostel.
Op de kustvariant hebben we toch ook wel regelmatig pelgrims ontmoet, maar vanaf hier is het – in elk geval nog in de stad – een optocht van pelgrims uit vele landen.

Van Pontevedra naar O Castrado
Voorbij de stad komen we op de splitsing waar je als pelgrim een keus moet maken uit de reguliere route naar Santiago de Compostela, of de variant met de naam ‘Espiturial’, die met een omweg uiteindelijk ook wel naar Santiago de Compostela voert. 
Durkje en ik nemen de reguliere route, hetgeen de meeste pelgrims overigens doen, getuige de drukte op de weg.
Verderop passeren we de Iglesia de Santa Maria del Alba, die hier buiten de bebouwde kom staat.
Net voorbij de kerk staat een wegkruis, met daarop ook een afbeelding van Sint Jacobus.
Af en toe gaat de camino langs een drukke verkeersweg. Als pelgrim word je daarvoor doorgaans wel even goed voor gewaarschuwd. Zo’n dergelijk verkeersbord zien we staan vlak vóór het dorpje San Caetano.
Langs de drukke verkeersweg wandelen we San Caetano binnen.
Voorbij San Caetano komen we in het dorpje Leborei.
Al vrij snel daarna komen we in O Castrado.
In dit dorp passeren we weer een Galicische hórreo, en deze keer is dat een houten opbouw-versie.

Gezellig in San Amaro
Na O Castrado volgt een schitterend onverhard pad door een eucalyptusbos. Prachtig bemoste bomen, en hier en daar mooie flora, al dan niet al in bloei.
In dit dal van de Río da Gándara moeten we op een gegeven moment op een niet zo gemakkelijke doorwaadbare plaats over enkele natuurstenen stapstenen lopen, om met droge voeten over het bosbeekje te komen.
Links van ons horen we het drukke snelverkeer op de autosnelweg vanuit Pontevedra richting Santiago de Compostela. Rechtsboven ons passeert een goederentrein, dus we lopen hier parallel aan een spoorlijn. Vlak vóór het dorpje San Amaro steken we de spoorlijn over.
Daarna klimmen we naar het dorpje San Amaro. Tot onze verrassing lopen we vooraan in het dorpje direct tegen een prachtig caféterras aan, precies zoals je dat graag wilt hebben als pelgrim op de camino, en bovendien op een passende afstand van Pontevedra. 
Na zo’n twee uren gelopen te hebben, is het heerlijk om op zo’n mooie halfbewolkte en half zonnige dag een kop koffie te drinken op een gezellig pelgrimsterras. En dat is precies wat dit is. Een Nederlandse pelgrim – de eerste die we op deze tiende pelgrimsdag ontmoeten - vraagt of ze van ons even een foto zal maken bij dit terras; en dat laten we de Limburgse graag doen. 
Daarna gaan we het terras op, en kopen binnen koffie met tortilla patates. Het is een heel modern café; nieuw, met smaak ingericht, en bovendien een buitengewoon gastvrije barkeepster. 
Buiten installeren we ons tussen al die andere pelgrims op het caféterras, en genieten er heerlijk van onze koffie met de hartige hap erbij. De barkeepster had me bij de koffie ook nog een zoet cakeje erbij gegeven, dus helemaal goed zo. Iedereen is hier ook in zo’n vrolijke stemming. Echt genieten, zo met elkaar.
Na de koffiepauze gaan we langs de kerk van San Amaro.
Die is helaas gesloten, dus we kunnen alleen door het traliewerk een beetje naar binnen kijken.
Voorbij de kerk is nog een tweede café, maar dat is gesloten. Een andere Nederlandse pelgrim beklimt toch het terras, en staat licht mopperend bij de gesloten cafédeur. Ze vertelt dat ze hier graag in alle rust een kopje koffie wil drinken, want dat andere terras vond ze te druk. Wij adviseren haar om toch maar even 50 meter terug te lopen, om daar dan maar een rustiger  plekje op te zoeken op het terras, en om toch maar wel even deel uit te maken van die gezellige stoet pelgrims aldaar. Ze bedankt ons voor onze aanbeveling, en wandelt toch maar terug naar de drukke gezelligheid ofwel de gezellige drukte.
Bij de rand van het dorp komen we langs de oude wasplaats. Naast die wasplaats staat een wegkruis, met daarop ook de afbeelding van een Jacobsschelp.

Op de Via Romana XIX
Een eind verderop komen we – getuige de paal naast het pad - op de Via Romana XIX, een oude Romeinse weg.
Op enkele plaatsen op dit deel van de route staan hier en daar bankjes, met als rugleuning een hele grote gele camino-pijl.
We wandelen een eindje op met twee pelgrims. De ene is een Braziliaanse jongen, Hugo, en de ander is de vrouw uit het zuiden van Limburg (bij het drielandenpunt), die zojuist van ons een foto maakte bij aankomst bij het pelgrimscaféterras. Haar moeder is een Portugese, en ze heeft al meer pelgrimservaring op de Caminho Portugués. Zij loopt evenals wij de kustvariant, en is ook op zaterdag 23 april jongstleden in Porto begonnen.
Links van ons zien we onder een spoorlijn een lange betonnen muur, waarop met graffity een kleurrijke afbeelding is gespoten van pelgrimssymbolen. 
Met hele grote letters staat daar full colour onder andere het woord ‘camino’.
En links zie ik een afbeelding van een blauwe rugzak met Jacobsschelpen.
De route wordt op deze etappe heel goed aangegeven. Je zou best zonder routebeschrijving dit traject kunnen lopen. Hoog tegen een boom zie ik weer zo’n gele camino-pijl op een blauwe achtergrond. Je ziet die pijlen overal.
De Limburgse is onderweg even gaan zitten voor een pauze, en de Braziliaan is doorgelopen. Wij lopen tussen hen in als we worden ingehaald door een jong stel camino-fietsers. Ze  hebben behoorlijk veel bagage bij zich, maar schieten flink op. We zien dat ze verderop ook de Braziliaanse pelgrim inhalen bij een bedrijfsgebouw.

Parallel aan de N550
Tot onze verrassing – en in tegenstelling tot wat onze wandelgids beschrijft – komen we nogmaals langs een pelgrimscafé. Naast het woonhuis staat een grote cactus.
Even later komen we bij de drukke verkeersweg van de N550. De camino loopt parallel aan deze drukke weg, soms op flinke afstand, maar soms ook heel dichtbij.
Daar steken we ook het smalle riviertje van de Río Agra over.
Daarna volgt een mooi stuk over prachtige paden door de loofgangen van druivenstruiken.
Bij één van de huizen die we voorbij komen, zie ik een stapel dood hout van druivenstruiken liggen; kennelijk te gebruiken als brandhout.
Even later komen we in het dorpje Braillos.
Onze route gaat achter het dorp langs. Daar passeren we ook een fabriek waar men houten handvatten maakt voor gereedschap, zoals bijvoorbeeld voor scheppen, hamers en bijlen. Op de hoek van dat bedrijfsgebouw moeten we onder een hoogwerker door lopen. Boven in die hoogwerker is een jonge vrouw aan het werk om een kolossale muurschildering van een mannenhoofd op de muur te maken.

Pauze in Tivo
Het loopt tegen half één vanmiddag, dus het is ook wel de hoogste tijd om een lunchpauze te houden. Daartoe vinden we in het dorpje Tivo bij een kinderspeelplaatsje een betonnen bankje, waarop we heerlijk in de zon, en net iets uit de frisse wind kunnen lunchen. Lekker vers brood, en de meegenomen kaas en chorizo, vormen samen onze lunch. Een pak melk erbij en dan kunnen we goed gevoed en gelaafd weer verder.
Vanaf ons bankje hadden we het uitzicht op een uitbundig bloeiende gouden regen.
Tijdens onze lunch komt een taxi aanrijden. Een pelgrim stapt uit, en doet de rugzak op. Daarna gaat ze moeizaam de camino weer op, waarschijnlijk proberend en doorzettend om de laatste kilometers tot aan Caldas de Reis toch nog te lopen. 
Na onze lunchpauze gaan we verder, langs de mooie gouden regen.
Links van ons bloeien prachtige bloemen bovenop een tuinmuur.
In Cataños komen we langs een pelgrimsherberg. Een aantal gasten zit op het terras te lunchen. In de tuin is een mooie decoratie van pelgrimsattributen gemaakt.
Als ik even langs het gebouw loop, zie ik een kunstig mozaïek, dat is gemaakt van Jacobsschelpen. Knap gemaakt.

In Caldas de Reis
Na de laatste kilometers van vandaag wandelen we bij de kerk de plaats van onze bestemming binnen: Caldas de Reis.
Vlak vóór de rivierbrug is een gemeentehuis met politiepost. We gaan er naar binnen, en vragen en krijgen daar een politiestempel in onze pelgrimspaspoorten. Daarna kunnen we over de oude stenen boogbrug de Río Umia oversteken. 
Zo wandelen we het oude centrum van Caldas de Reis binnen. Direct komen we langs een winkeltje dat buiten onder andere enkele shirts ten verkoop aanbiedt met daarop camino-symbolen.
Direct daarna zien we het uithangbord van het pension waarin we vannacht gaan overnachten. Via de mail hadden we al een toegangscode van het pension gekregen. Als we dat intoetsen naast de toegangsdeur, gaat die deur open, en kunnen we om 13:30 uur naar boven. In de mail stond ook dat we kamer nummer 1 hebben, dus we kunnen zo onze kamer in. Boven ontmoeten we de eigenaresse, die zojuist de laatste schoonmaakwerkzaamheden heeft verricht. We checken bij haar in, en dan vertrekt zij.
Nu is het tijd voor een aangename douche, en bovendien kunnen we hier voor een euro gebruik maken van de wasmachine en eveneens voor een euro ook van de wasdroger. Dat is een buitenkansje, dus daar maken we graag gebruik van, want dan hebben we vanavond alles weer schoon en droog.
De rest van de middag gebruiken we voor boodschappen en verslagen schrijven, en aan het eind van de middag komen er nog twee Italiaanse dames uit Venetië, die ook pelgrimeren, die vannacht ook in ons pension overnachten. En later arriveert nog een jongeman, en dan is onze verdieping vol.
Vanavond gaan we uit eten in het stadje, op zoek naar een pelgrimsmenu.
Nog twee wandeldagen, en dan hopen we aan te komen in Santiago de Compostela.

Geen opmerkingen: