zaterdag 1 augustus 2020

Pelgrimeren van Olloy-sur-Viroin naar Chimay

Vrijdag 17 juli 2020
Wegwijzer van de Via Vézelay en de Via Thiérache in Couvin















Pelgrimsroute van Maaseik naar Saint-Quentin
Via Thiérache van Olloy-sur-Viroin (B) naar Saint-Quentin (F) 
Van Olloy-sur-Viroin naar Chimay
Vrijdag 17 juli 2020 – 24,7 km.
Dag 10: 212,1 – 236,8 km

Aansluiting Via Thiérache op GR654 naar Vézelay
De wekker wekt ons om 6:15 uur in onze caravan op Camping La Camargue in Forges. Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:15 uur en rijden Durkje en ik met beide auto’s van Forges naar
Chimay, waar onze etappe van vandaag eindigt. Hier laten we onze huurauto achter. Daarna rijden we met onze andere auto door naar Olloy-sur-Viroin, waar vandaag onze eerste etappe van de Via Thiérache begint. Het is vanmorgen 15 graden Celsius en zwaar bewolkt, maar wel droog.
We beginnen bij de dorpskerk van Olloy-sur-Viroin, waar meerdere fiets- en wandelroutes elkaar kruisen, alle met hun eigen wegwijzers in allerlei maten en kleuren.
Diagonaal tegenover de kerk vinden we twee wegwijzers naast elkaar, waarvan de ene de richting aangeeft voor de pelgrims die naar Vézelay wandelen. Dat is de route die Durkje en ik enkele jaren geleden al hebben gelopen, en toen zijn we dus ook op dit kruispunt van twee pelgrimswegen geweest.
Voor ons is nu de wegwijzer van de Via Thiérache belangrijk, want dat is het pelgrimspad dat wij de komende vijf dagen willen gaan bewandelen, tot aan het Franse Saint-Quentin. Hier vinden wij dus met onze Via Thiérache de aansluiting op de GR654 richting Vézelay.

Heuvelroute met bossen 
We verlaten Olloy-sur-Viroin aan noordelijke zijde, door de N99 over te steken. Dan begint direct een stevige klim en als we een scherpe bocht naar rechts hebben gemaakt, gaat die klim minstens zo sterk verder. Zo’n stevige klim hebben we alle negen afgelopen dagen van de Via Limburgica en van de Via Monastica nog niet gehad, dus de toon is gezet voor vandaag. Na een afdaling steken we de rivier de Viroin over.
We lopen door het bos van Les Sangles, en het valt ons vanaf Olloy-sur-Viroin al op hoe goed de route door de bebouwde kom en door de heuvels en door het bosgebied wordt bewegwijzerd.
In het bos Revers des Godias moeten we op een gegeven moment het rechter pad nemen, dat parallel loopt aan een ander bospad. Het pad dat wij nu bewandelen, is op veel plaatsen over meerdere strekkende meters geheel overhoop gewroet door hoogstwaarschijnlijk wilde zwijnen.
In het bos en over de heuvels komen we hier en daar kampementen voorbij, waar jongerengroepen bivakkeren in de zomervakantie. Er zijn ook padvindersgroepen bij. Onderweg ontmoeten we een Nederlandse jongeman met rugzak, die de weg kwijt is op weg naar een aansluiting op de GR12 in Olloy-sur-Viroin. We leggen hem uit dat hij onze bewegwijzerde route in tegenovergestelde richting kan lopen, en dat hij zo uiteindelijk in Olloy-sur-Viroin zal komen.

Nismes
De mooie route brengt ons in de plaats Nismes.
In het trottoir zien we twee verschillende putdeksels met daarop afbeeldingen van Jacobsschelpen.
De rivier L’Eau Noir stroomt door Nismes. Aan het eind van de rivier, boven de rivierbrug, prijkt de grote kerk van Nismes.
Aan de andere zijde van de rivier staat het kasteel van Nismes.
Bij de plaatselijke VVV krijgen we een stempel in onze pelgrimspaspoorten, en daarna kunnen we weer verder, de plaats uit.
In een buitenwijk, net voorbij het Ministerie van Onderwijs, ontmoeten we een groepje rustende wandeldames. Eén van hen komt naar ons toe, groet ons, en biedt ons uit een bord zelfgemaakte chips aan. Zij herkent ons direct als pelgrims, omdat zij ook eens in Santiago de Compostela is geweest, vertelt ze.

Wegomlegging voor pelgrims
Als we Nismes achter ons hebben gelaten, gaan we het Bois du Moustir in. Daar lopen we een eind over een schitterend hellingpad, met diep links onder ons het stromende riviertje L’Eau Noir.
Om 10.30 uur wandelen we de plaats Petigny binnen, ook gelegen aan de L’Eau Noir.
Daarna wandelen we Petigny uit langs de drukke N99, op zoek naar de afslag naar het zuiden, de velden in, richting Couvin. Maar al wat er komt, geen afslag het veld in. We beginnen ons al af te vragen hoe het kan dat we elke keer als er een afslag naar links mogelijk is, door de wegwijzers toch steeds weer verder langs de N99 worden geleid. Pas als we Couvin naderen, zien we dat aan de oostzijde van Couvin een drukke vierbaansweg is aangelegd, met vangrails aan beide buitenzijden en in de middenberm. Daar is zover we kunnen zien geen oversteek mogelijk. Conclusie is dus dat door die nieuwe vierbaansweg de voormalige route met nieuwe wegwijzers moest worden omgezet naar de route die we nu een eind langs de N99 lopen. Dit is wat die wegwijzers aangeven, en daarmee komen we precies recht tegenover Couvin bij de stad aan.

Stempel en koffie in Couvin
In Couvin merken we aan de nieuwe wegwijzers dat die ons weer terug brengen naar de straat waarmee de route oorspronkelijk de stad in kwam.
Door smalle steegjes worden we naar het oude poortgebouw bij de stadskerk gebracht,
Bij een oude rivierbrug in het centrum hangt aan een ijzeren hekwerk een mooie richtingwijzer, die ook hier aangeeft welke de route is richting Vézelay, en welke onze route van de Via Thiérache is.
Daar tegenover is de VVV, waar we een stempel in onze pelgrimspaspoorten krijgen.
Omdat we nu ruim tien kilometer hebben gelopen, en er hier veel horecagelegenheden zijn, drinken we in Couvin een kop koffie op een terras. Omdat het dan heel licht begint te motregenen, gaan we onder een luifel zitten.

Sociale woningbouwcomplexen in Pesche
Voorbij Couvin gaan we de heuvels weer in, over mooie smalle asfaltwegen, met uitzicht over graslanden en akkers. Op meerdere plaatsen zien we weer grote en kleine kampementen van bivakkerende jongerengroepen.
Het volgende dorpje waar we doorheen lopen, is Pesche. Al op grote afstand hebben we de gigantische wooncomplexen gezien die dit kleine dorpje zo karakteriseren. Dit is de plek waar vanuit een socialistisch ideaal een werkgever vroeger voor zijn arbeiders honderden woonplekken heeft gebouwd, met daarin appartementen en woningen, en bijvoorbeeld ook een school.

Broodje To Go van Gonrieux naar Boutonville
Vrij snel na Pesche wandelen we het dorpje Gonrieux binnen. Al weer zo’n dorp met een grote kerk.
Inmiddels is het nagenoeg onophoudelijk begonnen te motregenen, en wel zo hard, dat het wenselijk is om gebruik te maken van de paraplu tijdens het lopen. Eigenlijk willen we hier zo langzamerhand wel een rustpauze inlassen, om enkele broodjes te eten. Een bankje en sowieso een droge plek voor passanten is hier in dit dorp aan de route niet te vinden, dus we gaan onverrichterzake verder, het dorp dan maar weer uit.
Buiten de bebouwde kom nemen we dan toch maar een broodje uit onze rugzakken, en eten die doorwandelend op. Twee fietsende oudere dames passeren ons op het ruwe steenpad waarop wij momenteel lopen. Zij hebben moeite om hun evenwicht te bewaren over het steenachtige pad, maar ze fietsen voorzichtig en zonder te vallen door.
Verderop passeren we de kerk met het kleine torentje in het dorpje Boutonville.
Al heel snel verlaten we ook dit dorpje. Het plaatsnaambord ligt omvergereden in de berm langs de weg.

Veldroute zonder wegwijzers
Dan komen we in Bailleux.
Eindelijk vinden we hier onder enkele dikke bomen een droge picknickplek met meerdere zitbanken. Hier nemen we plaats om te rusten en om weer iets te eten en te drinken.
Daarna lopen we langs de N589 naar de N99. Net vóór die drukke verkeersweg, nemen we een afslag om daar over naar de N99 verder te gaan. In de berm zie ik naast een aardappelveld in een diepe greppel naast de weg een grote baal aardappelen liggen, die bij het uitdraaien vanaf het aardappelveld waarschijnlijk van de boerenwagen is gevallen.
Aan de overzijde van de N99 gaan we het heuvelland van Le Fraune op. In één van de weilanden langs het steenpad staat een groep koeien ons nieuwsgierig gade te slaan.
Verderop ligt een schilderachtige bloemenakker naast een geel gekleurd graanveld. Heel mooi.
En dan gaat er verderop iets mis. We zien in het veld op een gegeven moment geen wegwijzers meer. Om ons in het open veld te oriënteren, lopen we eerst naar de N99, waarna we via de R55 weer terug kunnen lopen naar de bewegwijzerde route.

Kerkbezoek aan Sint Jacob in Chimay
Zo lopen we uiteindelijk toch weer via de juiste route de stad Chimay in. Aan de rand van Chimay passeren we nog een dorpsboerderij, waar de boer wel enkele dagen nodig zou hebben om alles wat op dat erf staat op te ruimen.
Nadat we bij de VVV een stempel hebben gehaald in onze pelgrimspaspoorten, wandelen we naar de grote stadskerk van Chimay.
Gelukkig is deze kerk wel open, dus kunnen we genieten van de prachtige glas-in-lood-ramen in het koor van deze kerk.
Heel mooi is ook dat we in één van de zijkapellen een standbeeld van Sint Jacobus vinden, compleet met allerhande pelgrimsattributen.
Onder het standbeeld staat een mooie decoratie met ook een Jacobsschelp.
Het bezoeken van deze mooie kerk vormt een goede afsluiting van deze eerste pelgrimsdag op de Via Thiérache.
Deze prachtige eerste dag in de Thiérache sluiten we af met een kop koffie op het terras bij de kerk. Daarna wandelen we door naar onze huurauto, en rijden we vanuit Chimay terug naar Olloy-sur-Viroin, waar we onze ander auto weer afhalen, om tenslotte met beide auto’s terug te rijden naar onze camping bij Forges.

Geen opmerkingen: