zaterdag 1 augustus 2020

Pelgrimeren van Etréaupont naar Guise

Dinsdag 21 juli 2020
Op de grens van eindeloze maïs- en graanvelden















Pelgrimsroute van Maaseik naar Saint-Quentin
Via Thiérache van Olloy-sur-Viroin (B) naar Saint-Quentin (F) 
Van Etréaupont naar Guise
Dinsdag 21 juli 2020 – 23,4 km.
Dag 13: 282,3 – 305,7 km

Zonnige pelgrimsdag
De wekker wekt ons om 6:15 uur in onze caravan op Camping de la Vallée de L’Oise in Guise. Na het ontbijt verlaten we de camping om 7:30 uur en rijden Durkje en ik met onze huurauto van Guise naar Etréaupont, waar we vandaag onze vierde etappe van de Via Thiérache gaan aanvangen.
Het is vanmorgen nog maar 12 graden Celsius en geheel onbewolkt, en de verwachting is dat dit de heel dag zo blijft. Aan het eind van onze etappe om 14:15 uur in Guise is het prachtig zonnig weer, met een temperatuur van 26 graden Celsius. We hebben de zon vandaag grotendeels achter ons en de wind waait ons voortdurend lekker tegemoet, dus het is prachtig wandelweer.

Naar het eind van de Axe Vert
We beginnen in Etréaupont op de plek waar we gisteren eindigden, op de plek waar de Axe Vert de oversteek maakt over de hoofdweg door Etréaupont. Onze wandelgids is duidelijk: we lopen vandaag de hele dag op de Axe Vert, tot aan het eind van dit lange afstandsfiets- en wandelpad.
Al na ruim een kilometer zien we rechtsvoor ons de gefortificeerde kerk van Sorbais.
Als we echter ter hoogte van Sorbais zijn, loopt het spoorpad dood. Kennelijk is een deel van het spoorpad ooit eens in particulier eigendom geraakt, en kan het spoorpad nu niet zijn originele weg vervolgen.
Daarom worden de fietsers en wandelaars het dorp in geleid. We komen dan langs de Saint-Martin-kerk van Sorbais. Een oudere vrouw loopt net de kerk uit. Wellicht heeft ze zojuist de kerk geopend, want de kerkdeur staat uitnodigend open. We gaan naar binnen – mondkapje verplicht - en bezichtigen de kerk.
Rondom hangt een driedimensionale kruiswegstatie in de kerk.
Het ochtendlicht valt door de glas-in-lood-ramen naar binnen, en kleurt zo delen van het kerkinterieur.
Buiten gekomen, zien we dat het huis naast de kerk ook is uitgerust met een rond torengebouw.
We volgen de bewegwijzering van de Axe Vert door het dorp, en komen dan langs een onbewoonbare boerderij, waarvan het schuurdak is ingestort.
Even later lopen we Sorbais uit.

Van Sorbais naar Autreppes
Buiten Sorbais worden we  weer naar de Axe Vert geleid. Daarop vervolgen we onze weg. Zo ongeveer halverwege het pad tussen Sorbais en Autreppes is een boom omgevallen, precies over het asfaltpad van de Axe Verte. We kunnen er nog wel gebukt onderdoor, maar voor fietsers wordt het moeilijker om te passeren.
Als we vlak voor Autreppes bij een recreatieterrein langs de rivier de L’Oise komen, zijn daar drie gemeentewerkers aan het werk. Ik vertel één van hen dat zo’n twee kilometer terug een boom over het pad is gevallen, waarop hij antwoordt dat hij daar direct melding van zal maken bij de gemeente.
Op de plek waar we nu zijn, gaat een brug over de L’Oise, en dit is ook de locatie waar je fietsen en kano’s en kayaks kunt huren. Tussen Autreppes en Sorbais kun je peddelen op de L’Oise.
Autreppes heeft ook een gefortificeerde kerk. Die gaan we nu bekijken, dus we wandelen het dorp in. Op mijn vraag waar we de kerk kunnen vinden, vertelt een mevrouw die voor een open raam staat waar we langs moeten om bij de karakteristieke dorpskerk te komen.
De kerk is helaas gesloten, maar we kunnen er wel omheen lopen.
Zo kunnen we tenminste ook nog iets zien van de glas-in-lood-ramen van deze kerk.

De fort-kerk van Saint-Algis
We laten Autreppes achter ons, en gaan via de Axe Verte weer verder, op stap naar Saint-Algis.
Daarbij passeren we ook het voormalige treinstation van Saint-Algis.
Op afstand zien we al de kerk van Saint-Algis.
Ook deze kerk is gefortificeerd.
We lopen langs een boerderijerf, waar op twee wagens een grote partij brandhout ligt. Dat is iets wat je in deze regio veel ziet.
Daarna lopen we naar de kerk van Saint-Algis.
De hoofdingang van de kerk is gebarricadeerd, maar er hangt een briefje dat je door een kleine kerkpoort aan de zijkant de kerk binnen kunt gaan. We bekijken het interieur van deze fort-kerk. Ook hier zien we weer een driedimensionale kruiswegstatie.
Twee mooie afbeeldingen van Maria met Jezus zien we in de kerk. De ene is een glas-in-lood-raam, en de andere is een schilderij in het koor van de kerk, tegen de achterwand, boven het altaar.
Door de glas-in-lood-ramen valt ook hier in de kerk het daglicht mooi naar binnen.
We verlaten de kerk.
Tegenover de kerk is de Mairie, waar ik naar binnen ga – mondkapje verplicht - om een gemeentestempel te vragen. De gemeenteambtenares plaatst in onze beide pelgrimspaspoorten een stempel, en geeft daarbij aan haar collega in de kantoorkamer toelichting op dit afstempelen voor pelgrims. De gemeenteambtenares die deze instructie krijgt, veronderstelt dat wij fietspelgrims zijn, en als ze hoort dat we wandelend pelgrimeren, stijgt haar verbazing en bewondering zichtbaar. Ze roept verrukt: “A pied!” (te voet).

Croissants bij de kerk van Marly-Gomont
Het volgende dorp dat we bezoeken, is Marly-Gomont. Bij de entree van het dorp zien we enkele mannen aan het werk om  het vakwerk van een boerenschuur te renoveren.
Nieuw hout wordt bevestigd aan de buitenzijde, om de vervallen constructie te versterken, en zo te zien gaan ze daarna ook nieuw metselwerk aanbrengen in de opengevallen gaten in de buitenmuur.
Links boven ons zien we al weer zo’n burchtkerk.
We verlaten ons wandelpad voor even, en gaan op naar de imposante dorpskerk. Op de hoek bij de kerk is een bakkerij met winkeltje. Daar kopen we – mondkapje verplicht - croissants om straks van de genieten. Maar eerst gaan we de kerk bekijken. Het interieur is nogal sober uitgevoerd van deze dorpskerk.
Bij de lage buitenmuur van het kerkhof zijn van twee voormalige bomen zitplaatsen gemaakt. Daarop nemen we plaats, met een prachtig uitzicht over het landschap rondom. Hier pauzeren we om onze croissants op te eten. In het centrum hadden we nog gevraagd naar een café voor een kop koffie, maar daar hoorden we dat de eerste horecagelegenheid vandaag pas om 18:00 uur open gaat. Geen koffie dus vandaag, maar toch wel een croissant.

Ook geen koffie in Proisy
Na deze pauze gaan we weer verder over de Axe Vert. Sporadisch komt ons een wandelaar, een jogger, een ruiter of één of meer fietsers tegemoet. Een aantal fietsers fietsen ons van achteren voorbij.
We lopen door grazige heuvels, met hier en daar een akker met graan, stoppels of maïs. Koeien die we voorbij wandelen, kijken nieuwsgierig naar ons als we hen passeren.
We komen aan in het dorpje Proisy.
Een informatiebord bij de Axe Vert maakt duidelijk dat Proisy een restaurant met gîte heeft. Op zoek naar die gelegenheid voor koffie, maken we de klim naar boven, naar het centrum van Proisy, waar ook al weer zo’n imposant gefortificeerde kerk staat. Nergens een restaurant te zien, en de kerk is helaas dicht, dus ons rest de weg terug, naar beneden, naar de Axe Vert.

Verkoeling naar Beaurain
Op het spoorpad komen we enkele kilometers verder het voormalige treinstation van de aanliggende dorpjes Wiège, Fatty en Romery voorbij. De pelgrimsroute gaat niet door, maar langs deze drie dorpjes.
Voorbij dit station volgt een mooie bosroute. We lopen door een langwerpig bosperceel, en zien diep beneden ons aan de rechterkant de hier brede L’Oise stromen. Op deze warme zomerdag is dit een koele oase onderweg.
Op grote afstand zien we rechts van ons alvast de burchtkerk van Flavigny-le-Grand-et-Beaurain.
De linker berm is prachtig met allerlei soorten planten, mooi gekleurd door de korenbloemen tussen de lange droge bermgrassen.
Even later kruist ons spoorpad de D960 aan de dorpsrand van Beaurain.

De laatste kilometers naar Guise
Voorbij Beaurain volgen dan de laatste kilometers op de Axe Vert de Thiérache. Nog ruim een uur hebben we te gaan naar Guise, waar dit mooie spoorpad eindigt.
Links hebben we de welbekende schier eindeloos uitgestrekte velden met graan, stoppels en maïs.
Onderweg pauzeren we nog op één van de vele bankjes die langs dit lange spoorpad zijn geplaatst. Nog even een broodje, een banaan en wat drinken, en dan op naar Guise. Op een gegeven moment zien we Guise al rechtsonder ons liggen. Het spoorpad ligt hoog, dus we kunnen onze camping van Guise mooi van bovenaf bekijken.
Bij een druk kruispunt komen we Guise binnen. We stoppen hier nu, maar gaan hier morgen verder.
We kunnen vanaf dit tussen-eindpunt nu in enkele minuten naar onze camping lopen.
Om 14:30 uur arriveren we bij onze caravan op de camping van Guise.
Dan rijden we met onze auto naar Etréaupont om daar de huurauto af te halen, en vervolgens rijden we met beide auto’s via Guise naar Saint-Quentin, waar we de huurauto parkeren ten zuiden van het treinstation. Tot slot rijden we met onze auto terug naar de camping in Guise.

Geen opmerkingen: