zaterdag 1 augustus 2020

Naar buiten Langs menhirs en dolmens (20.1) & Barvaux-Durbuy-Barvaux (20.2)

Zaterdag 25 juli 2020 
Bij de eeuwenoude steengroeve van Wéris

















Wandeldriedaagse in België
In aansluiting op onze zomerpelgrimage van 2020 op achtereenvolgens de Via Limburgica, de Via Monastica en de Via Thiérache, staat er voor deze zomervakantie van 2020 nog een extra wandelvierdaagse op ons outdoor-programma, opgebouwd uit acht verschillende wandelroutes, waarvan elke keer twee wandelingen van dezelfde dag dezelfde startplaats hebben, of in elkaars nabijheid liggen. 
We beginnen met een driedaagse in België, waarna tot slot nog een eendaagse in onze Nederlandse provincie Limburg.
Gisteren wandelen we bij de Ardeense plaats Marcourt in België, morgen rond Belgisch Stavelot en volgende week maandag nabij Slenaken in Limburg. 

Langs menhirs en dolmens & Barvaux-Durbuy-Barvaux
De twee routes die we vandaag wandelen, zijn de routenummers 20.1 met als titel ‘Langs menhirs en dolmens’ en 20.2 met als titel ‘Barvaux-Durbuy-Barvaux’; beide routes uit de wandelgids met als titel ‘naar buiten! – 25 wandel-weekenden’. De eerste route is 13 kilometer lang en de tweede route is 10 kilometer, dus we wandelen vandaag totaal 23 kilometer. Beide routes liggen in het noorden van de Belgische provincie Luxemburg. Het overkoepelende thema van deze twee wandelroutes is: ‘Wandelen tussen menhirs & dolmens in de Ardennen’.
Om 7:50 uur verlaten we met onze huurauto Camping Tultay in Sprimont; de camping waar we eergisteren vanuit het Franse Guise naar toe zijn gereden. Durkje en ik rijden over de A26/E25 en via Harre en Deux-Rys naar het Ardeense plaatsje Wéris. De temperatuur is 16 graden Celsius als we om 8.15 uur onze auto parkeren bij B&B Au Foyer in Wéris.
Het wordt vandaag een aangename – af en toe - zonnige zomerdag, waarbij de temperatuur halverwege de middag is opgelopen naar 24 graden Celsius. Al weer heel mooi weer.

Beginnen bij de steengroeve van Wéris
De auto parkeren we bij een vervallen wegkapel tegenover Au Foyer in Wéris.
De deuren van de kapel staan open. In de nok van de kapel zit een zwaluwnest met jongen, en de ouder-zwaluw houdt ons vanaf een positie hoog boven Maria nauwlettend in de gaten.
Vanuit Wéris gaan we het Bois de Wéris in, steil heuvelopwaarts. De wandelroute voert ons door het bos direct naar een plek nabij een oude steengroeve. Grote steenblokken liggen hier her en der in het bos.
Nog iets hoger moeten we daar de heuvel op, en dan staan we aan de voet van een hoog rotsmassief. Als je dan rondkijkt, zie je dat dit de voormalige steengroeve is.
Vanaf deze plek zijn al sinds 3.700 jaar vóór onze jaartelling grote steenblokken gehaald en her en der in deze regio opgesteld als menhirs en dolmens. Niet voor niets wordt dit Waalse gebied rond Wéris ook wel het Stonehenge van de Ardennen genoemd.
Wel mooi om nu al aan het begin van de wandeling te zien waar de oude steengroeve is, om dan later de locaties te bezoeken waar de grote steenblokken hier vandaan uiteindelijk terecht zijn gekomen.

Via Eveux naar Fanzel
Daarna volgen we nauwgezet de routebeschrijving van de boswandeling. Op een gegeven moment is wel duidelijk dat de routebeschrijving in het geheel niet meer overeenkomt met wat we aan paden en kruisingen van paden in Bois de Wéris zien. Daarom gaan we verder met de gps-software van onze smartphone. Dan blijkt het niet mogelijk te zijn om rechtstreeks door het bos naar Fanzel te lopen, omdat de bospaden die we bewandelen geen afslagen in die richting hebben. Daarom kiezen we ervoor om de dichtstbijzijnde bospaden te nemen, met het dorpje Eveux als tussenbestemming. Dat lukt prima, dus enige tijd later wandelen we bij de Refuge van Eveux het dorpje Eveux binnen.
Eveux en Fanzel liggen beide aan de rivier de Aisne en ook beide aan de N876. Dat hadden we op de gps-kaart al gezien. Daarom kunnen we nu gemakkelijk de 1.300 meter van Eveux naar Fanzel langs de N876 lopen. Om 10:00 uur wandelen we Fanzel binnen.
Langs de doorgaande weg is een man bij een grote partij brandhout bezig om hout te kloven.
We bekijken het dorpje Fanzel nog even alvorens we verder gaan.
Bij de petanque-baan eten we een broodje, en dan gaan we verder op de plek waar onze routebeschrijving voortgaat.

Via de Steen der Ouden naar het Duivelsbed
Het dorpje Fanzel verlaten we over de Rue Pierresart. Dat betekent een stevige klim, en ook een lange, want deze smalle asfaltweg brengt je tot ver buiten het dorp naar en in Bois de Wéris. Voor zo’n klim krijg je wel een prachtig uitzicht rondom.
In het bos volgen we de routebeschrijving, en daarmee worden we keurig naar de andere zijde van het bos geloodst.
Als we aan de rand van het bos arriveren op de aangekondigde open plek, zien we echter de beloofde Witte Steen nog niet. Een wandelend stel vragen we of zij kunnen vertellen waar we deze Steen der Ouden kunnen vinden. Ze wijzen het smalle paadje dat naar boven gaat, naar de monoliet. Bij de Steen der Ouden zit een jongeman op de grond bij een vuurplaats. Aan de hangmat kun je zien dat hij hier vannacht bij de Witte Steen heeft overnacht. Een kat loopt erbij rond aan een blauw koord. De jongen vertelt dat hij het afgelopen nacht vooral in de vroege ochtend koud heeft gehad in zijn hangmat. We staan nu voor de mysterieuze Steen der Ouden, die elk jaar wit wordt geschilderd.
Vanaf deze plek gaat een doorgaand smal heuvelpaadje steil en slingerend naar beneden. Bij een asfaltweg aangekomen, zien we dat we nu bij de beschreven plek zijn van de ‘Dolmen Lit du Diable’, ook wel het Duivelsbed genoemd; een steenformatie in de vorm van een bed.

Koffiedrinken volgens strenger Corona-protocol
Vanuit het bos wandelen we over een rustige asfaltweg terug naar het dorp Wéris. Tegenover het plaatselijke museum is een terras van een café-restaurant, waar we koffie gaan drinken. De eigenaar vertelt ons dat met ingang van vandaag door overheidsdecreet een strenger Corona-protocol geldt. Een mondkapje binnen blijft verplicht, maar op het terras aan je tafel hoeft dat niet, maar hij moet van elke tafel wel het telefoonnummer van één van de gasten noteren, om je bij een lokale corona-uitbraak te kunnen bellen. Hij vindt het allemaal maar niks, maar vanwege de aangekondigde controles werkt hij conform protocol, en wij doen daar natuurlijk aan mee. We zijn de eerste gasten op het terras, en als we zo’n twintig minuten later afrekenen en vertrekken, zit het terras al meer dan half vol.
Door Wéris lopen we terug naar de auto, en daarna rijden we van Wéris naar Barvaux, waar we zullen gaan beginnen aan onze tweede wandeling.

Klimmen en dalen van Barvaux naar Durbuy
Het is maar enkele kilometers van Wéris naar Barvaux, dus enkele minuten later parkeren we onze auto bij het laser game-centrum bij de brug over de rivier de Ourthe. We steken de rivierbrug over, in de richting van de neogotische kerk van Barvaux. Hier begint onze tweede wandeling van vandaag in een toeristisch druk-gezellig centrum.
Via een aftakking van de N983 verlaten we Barvaux in westelijke richting over de Tier Saint-Antoine. Een behoorlijk lange en sterk stijgende weg ligt vóór ons; een forse klim zo aan het begin van deze wandeling. Aan de overzijde van de Rue de la Tour du Diable gaan we verder stijgend door een gebied van afwisselend bos en weiland. Als we over de heuveltop zijn, gaat de asfaltweg langzaam dalend naar de plaats Durbuy, ook wel het kleinste stadje ter wereld genoemd.
Daar is het even zoeken naar de traptreden, waarmee we af moeten dalen naar de rivier de Ourthe, want de 13 jaar oude beschrijving komt niet meer overeen met de locatie ter plekke. Maar, het komt goed, want uiteindelijk staan we dan toch vóór die traptreden. En dat zijn er niet weinig, want via deze stenen traptreden gaan we een heel eind naar beneden, naar het niveau van de rivier.

Toeristisch-druk Durbuy
Onder aan deze heuveltrap komen we in het supertoeristische deel van Durbuy.
Vooral in de smalle middeleeuwse straatjes van het stadscentrum is het zo druk dat de anderhalve meter afstandsregel niet haalbaar is. Het merendeel van de mensen draagt dan ook een mondkapje op straat. Wij mijden deze drukte en passeren de fontein bij de Falizerots.
Verderop – buiten alle toeristendrukte – zoeken en vinden we een lange bank waarop we heerlijk kunnen rusten en eten en drinken.
Na deze pauze wandelen we naar de Ourthe-brug om op gepaste afstand toch ook nog iets te zien van de kerk en van het kasteel van Durbuy.
Daarna wandelen we langs de fonteinen bij de Falizerots naar de plek waar we het pad op kunnen gaan dat ons stroomafwaarts langs de rivier de Ourthe verder zal leiden.

Op pad langs de Ourthe
Er ligt een prachtig asfaltpad langs de rivier de Ourthe. Dit pad wordt veelvuldig gebruikt door wandelaars en fietsers. We volgen dit kilometers lange fiets-/wandelpad van Durbuy tot aan Barvaux. Eerst lopen we aan de ene kant van de rivier en zo ongeveer op de helft gaan we via een brede brug naar de overzijde van de rivier, waar het pad eveneens soms stijgend en dalend hoog of laag en soms dichtbij en dan weer iets verder af langs de rivier gaat. Daar zien we ook het grillige kalkrotsmassief van Roche aux Corbeaux, waar twee jonge rotsklimmers pauzeren aan de voet van deze rots. We passeren regelmatig in de rivier spelende kinderen, jeugd en volwassenen. Aan de andere zijde van het pad passeren we ter hoogte van de plaats Bohon enkele padvinderskampementen. Deze tentenkampen vlakbij de rivier maken het ook mogelijk dat de padvinders hun vertier deels in de rivier kunnen vinden.
Op één plek is het pad iets smaller, waar een rotsformatie van Rocher de Glawan enigszins overhangt over het pad.
Hoe dichter we bij het eindpunt in Barvaux komen, hoe groter het aantal kano’s is dat we op de rivier zien varen. Tientallen kano’s varen hier de rivier op en af. Op de plek waar we voorbij de camping de plaats Barvaux in wandelen, lopen we langs een touringcar-bus, waar tientallen jongeren uitstappen, om zich vervolgens op te stellen in een lange rij om een kano toegewezen te krijgen, om de rivier ook op te gaan. Aanhangwagens vol kano’s liggen klaar om al die jongeren een kano toe te kunnen wijzen. Al met al een drukte van belang op en rond de Ourthe in en bij Barvaux.

Barvaux
Even later wandelen we het centrum van Barvaux binnen, ter hoogte van de rivierbrug. We lopen direct door naar de Delhaize-supermarkt vlakbij de plek waar de auto staat geparkeerd. Mondkapje voor en handen en winkelwagentje desinfecteren alvorens we de supermarkt in gaan, en dan kunnen we voor de komende dagen enige boodschappen halen.
Tot slot rijden we met onze huurauto terug vanuit Barvaux naar de camping in Sprimont. Vanmiddag en vanavond is het nog aangenaam weer om lekker buiten te zitten op de camping bij de caravan. Voordat we beginnen met het avondeten, maken we alvast de globale planning voor de komende week, voor wat betreft kamperen (we blijven nog twee dagen langer in Sprimont op de camping), heen en weer rijden ten behoeve van de komende wandelingen, en omtrent ons wandelprogramma voor de resterende zomervakantiedagen in België en Nederland.

Geen opmerkingen: