Van Arles richting Santiago de Compostela
Via Tolosana van Montesquiou naar Marciac
Via Tolosana van Montesquiou naar Marciac
Dinsdag 23 juli 2019 – 23,2 km
Dag 29: 608,4 – 631,6 km
Weerzien van de Franse pelgrim uit Lille |
Heet
Na de hete dag, avond en
nacht van gisteren gaan we vandaag de etappe van het dorpje Montesquiou naar
Marciac lopen, over een afstand van 23,2 kilometer. Deze dag begint voor ons al
weer met een tamelijk warme ochtendtemperatuur van boven de 20 graden Celsius,
en de temperatuur loopt vandaag op tot in elk geval 38 graden Celsius (gemeten
rond 15:00 uur in Marciac). Het is dus weliswaar twee graden koeler dan
gisteren, maar ook deze temperatuur maakt dat het wandelen vandaag weer een
ware uitdaging is.
Vertrek vanuit Montesquiou
We staan om 6:00 uur op. Met
onze auto rijden Durkje en ik om 7:00 uur vanaf camping Municipal du Lac in Marciac
naar het grote stadsplein van Marciac. We parkeren de auto buiten het centrum
op een stadsringweg, omdat men in het stadscentrum druk aan het werk is om het
beroemde jaarlijkse jazz-festival voor te bereiden op diverse plaatsen binnen
en buiten het stadscentrum.
De taxichauffeur die ons had
gevraagd om niet om 7.30 uur, maar al om 7:20 uur klaar te staan, arriveert om
7:25 uur. We stappen direct in deze taxibus, die ook is aangepast voor
rolstoelvervoer. De taxi-ondernemer, die in de regio zo’n tien auto’s en bussen
heeft rondrijden, rijdt ons vlot over de slingerende weggetjes door het mooie
heuvellandschap naar Montesquiou, dat zijn thuisbasis is. We zijn dus mooi op
tijd – nog vóór 8:00 uur – in Montesquiou, dus kunnen lekker vroeg van start in
de nog betrekkelijk koele aanvangstemperatuur.
Vanaf het dorpsplein lopen we
om de kerk heen, en genieten dan boven op de oude stadsmuur van het prachtige
uitzicht over de streek die we vandaag gaan doorkruisen.
Montesquiou is een middeleeuws
stadje, met smalle straatjes en prachtige plekjes.
Door het rivierdal van L’Osse
Het stadje verlaten we door
het oude poortgebouw, dat momenteel in de restauratiesteigers staat. We lopen
naar beneden langs de oude burchtmuur en verlaten de bebouwde kom van
Montesquiou. Op een lager gelegen terrein komen we langs de openbare wasplaats
van Montesquiou, die afwatert op de rivier L’Osse, die iets lager achter de
wasplaats stroomt.
Daarna volgt een prachtig pad
door het rivierdal van L’Osse. Hier kun je volop genieten van de kleuren en de
geuren en de stilte van de vroege ochtend langs de oever van de rivier.
Ter hoogte van Larouquette
draaien we af naar het westen, om dan eerst het riviertje via een brug over te
steken bij de Moulin, die er geheel verlaten bij ligt.
Daarna steken we de D34 over,
en dan gaan we over een asfaltweg heuvelopwaarts het L’Osse-dal uit.
Pouylebon
Als we het asfaltweggetje
verlaten, gaan we verder over prachtige veldpaden. De zon begint al aan kracht
te winnen, dus de trajecten die we in de schaduw van boomwallen, lanen en in
het bosperceel krijgen, is ons bijzonder welkom. We passeren in het bos een
veld-afslag naar en camping enige honderden meters vanaf de doorgaande route.
Over regelmatig aangenaam schaduwrijke paden en wegen lopen we langs enkele
boerderijen. Vlak vóórdat we aankomen bij het dorpje Pouylebon halen we de
Franse pelgrim uit Lille in, die we gisteren met een andere Lourdes-pelgrim al
ontmoetten.
Hij vraagt ons of wij de
Lourdes-pelgrim nog hebben gezien, want in L’Isle de Noé hebben ze afscheid van
elkaar genomen. Hij heeft vannacht in L’Isle de Noé overnacht, en is vanmorgen
al om 5:30 uur uit L’Isle de Noé vertrokken. We lopen naar de kerk met de
aangebouwde burchtpoort van Pouylebon. Achter de burchtpoort staat een château.
Als we om de kerk heen lopen,
zien we enkele dakpannen van de kerk tegen de kerkmuur opgestapeld liggen.
Aan de andere kant van de
kerk staan de restanten van een grote oude steenoven onder een groot nieuw
afdak, om die kwetsbare oven te beschermen tegen weersinvloeden. Wellicht is
het de oude dorpsoven, waarin de dorpsbewoners vroeger hun broden bakten op
hout.
De Franse pelgrim blijft hier
achter, omdat hij nu wil pauzeren.
Grand Bois
Wij lopen om het château
heen, en gaan dan een lang stuk verder door het prachtige bosgebied van Grand
Bois. We lopen over mooie bospaden, onder een dicht bladerdek van loofbomen,
dus volop schaduw en heerlijk koel; een lustoord voor lange afstandswandelaars.
Maar ook aan elk bosperceel
komt weer een eind, hetgeen hier voor ons het geval is als we steil afdalen in
een rivierdal van een smal riviertje, dat prachtig door deze vallei slingert.
Via een bruggetje steken we het riviertje over, en dan moeten we drie lange
zijden van een akker omlopen, omdat we niet rechtdoor mogen over het
graanstoppelveld.
Pauzeren op een middeleeuws kruispunt
We hebben ingeschat dat het
dorpje Saint-Christaud een mooie pauzestop zou kunnen zijn voor ons. Als we via
het bospad en daarna een karrenspoor en een holle weg het bos verlaten, komen
we bij de D159, die we volgen tot aan Saint-Christaud. Op het kruispunt van de
D159 en de D156 stappen we over op de D156, en dan krijgen we heuvelopwaarts
een prachtig uitzicht op de 13e eeuwse Eglise Saint-Christophe.
We zijn nu op een historische
plaats, want hier bij deze kerk kruisen twee middeleeuwse wegen elkaar,
namelijk de Romeinse ‘Route de César’ tussen Bordeaux en de Pyreneeën en onze
pelgrimsroute ‘Via Tolosana’, die vanuit Arles naar de Pyreneeën loopt.
Op het mooie panoramapunt bij
deze bijzondere kerk is tegenover de Mairie een mooie picknickplaats aangelegd,
met drie grote picknickbanken in de schaduw van enkele grote oude bomen. Voor
ons is dit een pauzeplek bij uitstek, en omdat we hier ook wat hoger zitten,
hebben we het voordeel van een enigszins verkoelende – zij het warme – bries.
Op het moment dat wij weer
door zullen gaan en bij het watertappunt staan om een grote lege waterfles bij
te vullen, komt de Franse pelgrim uit Lille weer aanlopen. Wij gaan verder, en
hij gaat hier nu pauzeren.
We lopen om de kerk heen, en
merken dat we die niet kunnen bezichtigen, want de kerkdeur is afgesloten.
Middeleeuws pad met zicht op eigentijdse watertoren
Tegenover deze kerk gaan we
dan via een holle weg verder over een honderden jaren oud karrenspoor, dat deel
uitmaakt van de oorspronkelijke Via Tolosana. Wij lopen hier dus in de
voetsporen van pelgrims van eeuwen her. Ook zij hebben eeuwen geleden al deze
bijzondere stenen Eglise Saint-Christophe aanschouwd tijdens hun bedevaart naar
het Spaanse Santiago de Compostela.
In de verte zien we rechts
hoog op een heuveltop de hoog opgaande watertoren, die rondom is beschilderd
met een voorstelling van twee pelgrims op pad.
Op naar Monlezun
Ons doel is om in de volgende
plaats – Monlezun – onze volgende pauze te hebben. Daartoe moeten we nog wel
een lang traject van enkele hete kilometers lopen. De temperatuur is al
behoorlijk opgelopen, en op de momenten dat we niet kunnen genieten van enige
schaduw van een boomwal of een laantje, lopen we over open veldpaden in de
brandende zon. Het is dan heet, het zweet breekt je aan alle kanten uit, en je blijft
het zweet wegvegen, en ongeveer na elke kilometer even uitpuffen in de kleine
schaduw van een incidentele boom, om dan ook weer iets te drinken, want veel
blijven drinken is een groot goed bij deze temperatuur van rond de 40 graden
Celsius.
Als we de rivier Le Bouès en
de D3 zijn overgestoken, nemen we nog een flinke slok drinken, en dan zetten we
de klim in, heuvelopwaarts naar Monlezun. Voorbij de kerk naast de in verbouw
zijnde Mairie is weer zo’n prachtig schaduwrijke picknickplek, met wederom een
heel mooi uitzicht over het heuvellandschap in zuidelijke richting.
We rusten, koelen, eten en
drinken hier.
Door open veld
Na deze pauze gaat het
heuvelafwaarts verder.
We passeren de oude burchtruïne,
waarvan we af en toe enkele hoog uitstekende delen boven de bomen uit zien
steken.
Dan volgt weer een heet
traject door het open veld, over asfaltwegen, veldpaden en over een kaarsrecht
akkerpad over naast elkaar liggende graanstoppelakkers.
Ook hier weer hebben we heel
af en toe het genot van een grote boom, een boomwal en een laantje met enige
schaduw. Maar ook daar blijft het warm lopen.
We komen langs een
waterbassin, waaruit de boeren hun sproeiwater pompen voor de diverse
irrigatie-installaties die wij passeren.
Na enkele kilometers voorbij
Monlezun wandelen we langs de middeleeuwse, herbouwde bedevaartskapel, de
Chapelle Notre-Dame-de-la-Croix.
Heet Marciac
Voorbij deze bedevaartskapel
begint een mooie schaduwrijke platanenlaan. Door deze laan, en verderop door
enkele straten, lopen we recht op het grote stadsplein af van Marciac. Daar is
het een drukte van belang, want er wordt met man en macht gewerkt om alles in
gereedheid te brengen voor het jaarlijkse jazz-festival dat hier vanaf
aanstaande vrijdag drie weken zal worden georganiseerd in Marciac.
Wij maken een rondje om het
plein, onder de arcaden door van de oude gebouwen die rond het stadsplein
staan, en hebben zo mooi zicht op gebouwen en op druk heen en weer lopende,
hard werkende mannen en vrouwen.
Op zoek naar een
bakkerswinkel steken we het plein over, om dan ook het grote tentdoek te
bekijken, dat een groot deel van het stadsplein overspant vóór het hoofdpodium.
Bij de sluitende VVV krijgen
we op de valreep nog een stempel in onze pelgrimspaspoorten, bij de bakker
kopen we een verse bol brood voor morgen, en onze pogingen om iets kouds te
drinken op één van de terrassen aan het plein mislukken, want men is nog te
druk bezig met alle voorbereidingen, en pas vanaf aanstaande vrijdag gaan de
horecaterrassen open, als het jazz-festival van start gaat.
Daarom rijden wij met onze
auto vanuit het centrum van Marciac terug naar de buiten de plaats liggende
Camping du Lac, waar we bij aankomst om 15:00 uur eerst volop genieten van een alleszins
welverdiend groot glas ijskoud Amstel-bier, alvorens we gaan douchen.
Vanmiddag hebben we de
tafelventilator buiten staan, om in de schaduw van de bomen van onze
kampeerplaats in elk geval nog enige luchtcirculatie te voelen. Zo komen we ook
deze hete middag en warme avond wel weer goed door.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten