vrijdag 16 augustus 2019

Pelgrimeren van Montesquiou naar Marciac


Van Arles richting Santiago de Compostela

Via Tolosana van Montesquiou naar Marciac
Dinsdag 23 juli 2019 – 23,2 km 
Dag 29: 608,4 – 631,6 km

Weerzien van de Franse pelgrim uit Lille


















Heet
Na de hete dag, avond en nacht van gisteren gaan we vandaag de etappe van het dorpje Montesquiou naar Marciac lopen, over een afstand van 23,2 kilometer. Deze dag begint voor ons al weer met een tamelijk warme ochtendtemperatuur van boven de 20 graden Celsius, en de temperatuur loopt vandaag op tot in elk geval 38 graden Celsius (gemeten rond 15:00 uur in Marciac). Het is dus weliswaar twee graden koeler dan gisteren, maar ook deze temperatuur maakt dat het wandelen vandaag weer een ware uitdaging is.

Vertrek vanuit Montesquiou
We staan om 6:00 uur op. Met onze auto rijden Durkje en ik om 7:00 uur vanaf camping Municipal du Lac in Marciac naar het grote stadsplein van Marciac. We parkeren de auto buiten het centrum op een stadsringweg, omdat men in het stadscentrum druk aan het werk is om het beroemde jaarlijkse jazz-festival voor te bereiden op diverse plaatsen binnen en buiten het stadscentrum.
De taxichauffeur die ons had gevraagd om niet om 7.30 uur, maar al om 7:20 uur klaar te staan, arriveert om 7:25 uur. We stappen direct in deze taxibus, die ook is aangepast voor rolstoelvervoer. De taxi-ondernemer, die in de regio zo’n tien auto’s en bussen heeft rondrijden, rijdt ons vlot over de slingerende weggetjes door het mooie heuvellandschap naar Montesquiou, dat zijn thuisbasis is. We zijn dus mooi op tijd – nog vóór 8:00 uur – in Montesquiou, dus kunnen lekker vroeg van start in de nog betrekkelijk koele aanvangstemperatuur.
Vanaf het dorpsplein lopen we om de kerk heen, en genieten dan boven op de oude stadsmuur van het prachtige uitzicht over de streek die we vandaag gaan doorkruisen.
Montesquiou is een middeleeuws stadje, met smalle straatjes en prachtige plekjes.

Door het rivierdal van L’Osse
Het stadje verlaten we door het oude poortgebouw, dat momenteel in de restauratiesteigers staat. We lopen naar beneden langs de oude burchtmuur en verlaten de bebouwde kom van Montesquiou. Op een lager gelegen terrein komen we langs de openbare wasplaats van Montesquiou, die afwatert op de rivier L’Osse, die iets lager achter de wasplaats stroomt.
Daarna volgt een prachtig pad door het rivierdal van L’Osse. Hier kun je volop genieten van de kleuren en de geuren en de stilte van de vroege ochtend langs de oever van de rivier.
Ter hoogte van Larouquette draaien we af naar het westen, om dan eerst het riviertje via een brug over te steken bij de Moulin, die er geheel verlaten bij ligt.
Daarna steken we de D34 over, en dan gaan we over een asfaltweg heuvelopwaarts het L’Osse-dal uit.

Pouylebon
Als we het asfaltweggetje verlaten, gaan we verder over prachtige veldpaden. De zon begint al aan kracht te winnen, dus de trajecten die we in de schaduw van boomwallen, lanen en in het bosperceel krijgen, is ons bijzonder welkom. We passeren in het bos een veld-afslag naar en camping enige honderden meters vanaf de doorgaande route. Over regelmatig aangenaam schaduwrijke paden en wegen lopen we langs enkele boerderijen. Vlak vóórdat we aankomen bij het dorpje Pouylebon halen we de Franse pelgrim uit Lille in, die we gisteren met een andere Lourdes-pelgrim al ontmoetten.
Hij vraagt ons of wij de Lourdes-pelgrim nog hebben gezien, want in L’Isle de Noé hebben ze afscheid van elkaar genomen. Hij heeft vannacht in L’Isle de Noé overnacht, en is vanmorgen al om 5:30 uur uit L’Isle de Noé vertrokken. We lopen naar de kerk met de aangebouwde burchtpoort van Pouylebon. Achter de burchtpoort staat een château.
Als we om de kerk heen lopen, zien we enkele dakpannen van de kerk tegen de kerkmuur opgestapeld liggen.
Aan de andere kant van de kerk staan de restanten van een grote oude steenoven onder een groot nieuw afdak, om die kwetsbare oven te beschermen tegen weersinvloeden. Wellicht is het de oude dorpsoven, waarin de dorpsbewoners vroeger hun broden bakten op hout.
De Franse pelgrim blijft hier achter, omdat hij nu wil pauzeren.

Grand Bois
Wij lopen om het château heen, en gaan dan een lang stuk verder door het prachtige bosgebied van Grand Bois. We lopen over mooie bospaden, onder een dicht bladerdek van loofbomen, dus volop schaduw en heerlijk koel; een lustoord voor lange afstandswandelaars.
Maar ook aan elk bosperceel komt weer een eind, hetgeen hier voor ons het geval is als we steil afdalen in een rivierdal van een smal riviertje, dat prachtig door deze vallei slingert. Via een bruggetje steken we het riviertje over, en dan moeten we drie lange zijden van een akker omlopen, omdat we niet rechtdoor mogen over het graanstoppelveld.

Pauzeren op een middeleeuws kruispunt
We hebben ingeschat dat het dorpje Saint-Christaud een mooie pauzestop zou kunnen zijn voor ons. Als we via het bospad en daarna een karrenspoor en een holle weg het bos verlaten, komen we bij de D159, die we volgen tot aan Saint-Christaud. Op het kruispunt van de D159 en de D156 stappen we over op de D156, en dan krijgen we heuvelopwaarts een prachtig uitzicht op de 13e eeuwse Eglise Saint-Christophe.
We zijn nu op een historische plaats, want hier bij deze kerk kruisen twee middeleeuwse wegen elkaar, namelijk de Romeinse ‘Route de César’ tussen Bordeaux en de Pyreneeën en onze pelgrimsroute ‘Via Tolosana’, die vanuit Arles naar de Pyreneeën loopt.
Op het mooie panoramapunt bij deze bijzondere kerk is tegenover de Mairie een mooie picknickplaats aangelegd, met drie grote picknickbanken in de schaduw van enkele grote oude bomen. Voor ons is dit een pauzeplek bij uitstek, en omdat we hier ook wat hoger zitten, hebben we het voordeel van een enigszins verkoelende – zij het warme – bries.
Op het moment dat wij weer door zullen gaan en bij het watertappunt staan om een grote lege waterfles bij te vullen, komt de Franse pelgrim uit Lille weer aanlopen. Wij gaan verder, en hij gaat hier nu pauzeren.
We lopen om de kerk heen, en merken dat we die niet kunnen bezichtigen, want de kerkdeur is afgesloten.

Middeleeuws pad met zicht op eigentijdse watertoren
Tegenover deze kerk gaan we dan via een holle weg verder over een honderden jaren oud karrenspoor, dat deel uitmaakt van de oorspronkelijke Via Tolosana. Wij lopen hier dus in de voetsporen van pelgrims van eeuwen her. Ook zij hebben eeuwen geleden al deze bijzondere stenen Eglise Saint-Christophe aanschouwd tijdens hun bedevaart naar het Spaanse Santiago de Compostela.
In de verte zien we rechts hoog op een heuveltop de hoog opgaande watertoren, die rondom is beschilderd met een voorstelling van twee pelgrims op pad.

Op naar Monlezun
Ons doel is om in de volgende plaats – Monlezun – onze volgende pauze te hebben. Daartoe moeten we nog wel een lang traject van enkele hete kilometers lopen. De temperatuur is al behoorlijk opgelopen, en op de momenten dat we niet kunnen genieten van enige schaduw van een boomwal of een laantje, lopen we over open veldpaden in de brandende zon. Het is dan heet, het zweet breekt je aan alle kanten uit, en je blijft het zweet wegvegen, en ongeveer na elke kilometer even uitpuffen in de kleine schaduw van een incidentele boom, om dan ook weer iets te drinken, want veel blijven drinken is een groot goed bij deze temperatuur van rond de 40 graden Celsius.
Als we de rivier Le Bouès en de D3 zijn overgestoken, nemen we nog een flinke slok drinken, en dan zetten we de klim in, heuvelopwaarts naar Monlezun. Voorbij de kerk naast de in verbouw zijnde Mairie is weer zo’n prachtig schaduwrijke picknickplek, met wederom een heel mooi uitzicht over het heuvellandschap in zuidelijke richting.
We rusten, koelen, eten en drinken hier.

Door open veld
Na deze pauze gaat het heuvelafwaarts verder.
We passeren de oude burchtruïne, waarvan we af en toe enkele hoog uitstekende delen boven de bomen uit zien steken.
Dan volgt weer een heet traject door het open veld, over asfaltwegen, veldpaden en over een kaarsrecht akkerpad over naast elkaar liggende graanstoppelakkers.


Ook hier weer hebben we heel af en toe het genot van een grote boom, een boomwal en een laantje met enige schaduw. Maar ook daar blijft het warm lopen.
We komen langs een waterbassin, waaruit de boeren hun sproeiwater pompen voor de diverse irrigatie-installaties die wij passeren.
Na enkele kilometers voorbij Monlezun wandelen we langs de middeleeuwse, herbouwde bedevaartskapel, de Chapelle Notre-Dame-de-la-Croix.

Heet Marciac
Voorbij deze bedevaartskapel begint een mooie schaduwrijke platanenlaan. Door deze laan, en verderop door enkele straten, lopen we recht op het grote stadsplein af van Marciac. Daar is het een drukte van belang, want er wordt met man en macht gewerkt om alles in gereedheid te brengen voor het jaarlijkse jazz-festival dat hier vanaf aanstaande vrijdag drie weken zal worden georganiseerd in Marciac.
Wij maken een rondje om het plein, onder de arcaden door van de oude gebouwen die rond het stadsplein staan, en hebben zo mooi zicht op gebouwen en op druk heen en weer lopende, hard werkende mannen en vrouwen.
Op zoek naar een bakkerswinkel steken we het plein over, om dan ook het grote tentdoek te bekijken, dat een groot deel van het stadsplein overspant vóór het hoofdpodium.
Bij de sluitende VVV krijgen we op de valreep nog een stempel in onze pelgrimspaspoorten, bij de bakker kopen we een verse bol brood voor morgen, en onze pogingen om iets kouds te drinken op één van de terrassen aan het plein mislukken, want men is nog te druk bezig met alle voorbereidingen, en pas vanaf aanstaande vrijdag gaan de horecaterrassen open, als het jazz-festival van start gaat.
Daarom rijden wij met onze auto vanuit het centrum van Marciac terug naar de buiten de plaats liggende Camping du Lac, waar we bij aankomst om 15:00 uur eerst volop genieten van een alleszins welverdiend groot glas ijskoud Amstel-bier, alvorens we gaan douchen.
Vanmiddag hebben we de tafelventilator buiten staan, om in de schaduw van de bomen van onze kampeerplaats in elk geval nog enige luchtcirculatie te voelen. Zo komen we ook deze hete middag en warme avond wel weer goed door.

Geen opmerkingen: