vrijdag 16 augustus 2019

Pelgrimeren van Auch naar Montesquiou


Van Arles richting Santiago de Compostela

Via Tolosana van Auch naar Montesquiou
Maandag 22 juli 2019 – 31,1 km 
Dag 28: 577,3 – 608,4 km

Pelgrimspad door het Bos van Auch


















Heet en ver op één dag
Na onze rustdag van gisteren, gaan we vandaag de etappe van de stad Auch naar het dorpje Montesquiou lopen, over een afstand van 31,1 kilometer. Deze dag begint voor ons met een tamelijk warme ochtendtemperatuur van 20 graden Celsius, en de temperatuur loopt vandaag op tot in elk geval 39 graden Celsius (gemeten rond 17:00 uur), en wellicht is die temperatuur tijdens een deel van de dag nog op of boven de 40 graden Celsius geweest. Met een dergelijke temperatuur wordt het ons moeilijk gemaakt om aangenaam te lopen, dus het wordt en is alleszins een zware etappe vandaag; ook al omdat we ruim 31 kilometer klimmend en dalend afleggen in een heuvelachtig landschap.

Vertrek vanuit L’Isle-Arné
We staan om 6:00 uur op. Met onze auto rijden Durkje en ik om 7:00 uur vanaf camping Municipal du Lac in Marciac naar Montesquiou. We parkeren de auto op het hoger gelegen dorpsplein nabij de kerk, en wachten dan zo’n kwartier op de komst van de taxichauffeur, die wij afgelopen zaterdag al bij de VVV in Auch hadden gereserveerd.
We zijn mooi op tijd in Auch, waar we worden gebracht naar de ingang van de kathedraal.
We lopen nog even rond bij het grote stadsplein, en zien op de hoek van een zijstraat een mooi vakwerkhuis.
Dan komt een jonge vrouw op een fiets met aanhanger aanrijden op het plein. Wij hebben haar afgelopen zaterdag al eens gezien op een parkeerplaats langs de weg tussen Auch en L’Isle-Jourdain. Ze wil op het stadplein een foto maken met haar smartphone van de fiets vóór de kathedraal. Als we haar vragen of we een foto zullen maken met haar erbij, neemt ze dat aanbod graag aan. We vertellen dat we haar twee dagen geleden een foto zagen maken van haar bijzondere fietscombinatie, hetgeen ze bevestigt. Durkje en ik zijn van plan om aan het plein op het terras nog een kop koffie te gaan drinken, alvorens wij onze etappe aanvangen, en we vragen haar of ze een kop koffie met ons meedrinkt. Dat doet ze graag.
Ze vertelt dat ze boogschutter is, en in de bijna twee meter lange buis op de aanhanger twee handbogen heeft, waarmee ze door de landen van West-Europa fietst om aan zoveel mogelijk boogschutterstoernooien mee te doen. Ze is vanuit Zwitserland (Chur) kriskras door Frankrijk en Spanje gaan fietsen om overal mee te doen waar dat kan. Ze heeft goed gepresteerd, want ook al enkele malen een derde en tweede plaats op internationale boogschutterstoernooien behaald. Alleen als het qua aantal fietsdagen niet lukt om van toernooi naar toernooi te fietsen, neemt ze bij uitzondering de trein, maar het is haar in de afgelopen maanden bijna altijd gelukt om binnen de beschikbare tijd een volgend toernooi te halen. Ze laat ons foto’s zien van  toernooien en vertelt over hoe die toernooien worden georganiseerd.
Na deze interessante ontmoeting, lopen we met zijn drieën terug het kathedraalplein op, en maken bij het afscheid een foto met ook haar fiets en aanhanger op de foto.

De stad uit
Durkje en ik lopen dan samen de binnenstad uit, en passeren daarbij het gebouw van het voormalige pelgrimshospitaal van Auch.
Vrij snel wandel je Auch al uit. Aan de rand van de stad komen we langs een beeldentuin, van een kunstenaar die ijzeren beelden maakt. Ons valt het beeld op van de Sint-Jacobspelgrim.
Ook verderop in de tuin staan veel verschillende beelden.
Eén zijde van de tuin staat vol met allerhande ijzeren voorwerpen, die in de toekomst wellicht voor nieuwe beelden kunnen worden gebruikt.
Er staat ook een beeld vóór in de tuin van een Romeinse soldaat, met vóór zich het beeld van een leeuw.
Een eind verderop komen we langs een huis, waar de bewoners tegen het hoge tuinhek een plaquette hebben gemaakt omtrent de pelgrimsweg vanuit Frankrijk naar Santiago de Compostela.
Aan de andere zijde van de toegangspoort hangt een brievenbus, die is beschilderd met twee pelgrims.
De aanwonenden zijn zich er dus terdege van bewust dat er een pelgrimsroute langs hun huis loopt, en ze hebben daar mooi op ingespeeld.

Heuvel op en heuvel af
Wij komen in meer agrarisch gebied, hetgeen je ook kunt zien aan de boerderij-erven waar we langs lopen.
Het eerste deel van deze etappe lopen we voornamelijk op asfaltwegen; ook als we het Bos van Auch doorkruisen.
Je kunt zien dat de plaatselijke boeren er goed rekening mee houden dat hun buiten lopende  koeien beschutte plekken hebben, waarin ze kunnen gaan staan als de zon te heet wordt.
We lopen het Bos van Auch uit op de plek waar een mooie zonnebloemenakker begint.
Verderop bij enkele huizen staat een oud wrak van wat vroeger ooit een tractor was.
Over mooie veldpaden dalen en stijgen we, en af en toe krijgen we op grotere hoogtes mooie uitzichtspunten, vanwaar we tot heel ver de dalen kunnen overzien. Eén van die mooie plekken is bij Bellevue.

Verschillende pelgrims in Barran
Vanaf Bellevue kunnen we het dorp Barran in het dal zien liggen. Daar gaan we nu naar toe.
Bij de oude stadspoort wandelen we dit oude dorpje in.
Opvallend van dit dorp is de bijzondere kerktoren van Barran.
De spits van deze kerktoren is namelijk verdraaid gebouwd.
Nadat we bij de hoger gelegen kerk zijn geweest, wandelen we langs de pelgrims-gîte weer terug naar de doorgaande weg, die als hoofdstraat door Barran gaat. Bij de gite hangt een door de plaatselijke kunstenaar gemaakte Sint-Jacobsschelp.
In de hoofdstraat vullen we onze voorraad drinken bij met vier flessen ijskoud bronwater, die wij kopen bij een plaatselijke winkelier.
Onder het dak van de overdekte markthal zitten twee wandelaars te lunchen. Wij gaan bij hen aan de picknicktafel zitten, en raken met hen in gesprek. De jonge vrouw vertelt dat ze uit Normandië komt, en vanuit Tours haar pelgrimstocht naar Lourdes enkele weken geleden is begonnen. De oudere man vertelt dat hij uit Lille komt, en dat hij als pelgrim vanuit Arles onderweg is naar de Frans-Spaanse grensplaats Saint-Jean-Pied-de-Port, vanwaar hij de trein neemt naar Bayonne, om dan vanuit Bayonne de kust-camino naar Santiago de Compostela te lopen. Ze hebben elkaar zojuist ontmoet, en lopen vandaag samen verder, maar gaan eerst nog even het dorp in, in de richting van de bijzondere kerk van Barran.

Heuvelroute over velden en akkers
Durkje en ik gaan direct het dorp uit, en zien de beide Fransen even later op grote afstand achter ons aan komen. We verlaten de asfaltweg, en bewandelen dan prachtige veldpaden door een continu dalend en stijgend heuvellandschap. Op zeker moment lopen we over het erf van een boerderij.
Tegen één van de boerenschuren staat een mooi gerestaureerde oude ploeg.
Daarna gaat het weer verder over prachtige veldpaden langs uitgestrekte akkers.
Af en toe moeten we even stevig klimmen om op een hoger niveau verder te gaan. Boven aan zo’n klim heuvelopwaarts komen we langs een ijzeren wegwijzer, die voor een aanmerkelijk deel is vergroeid met de boom waarop hij vroeger ooit is bevestigd.

Heet en stil in L’Isle de Noé
Na een hellingpad dalen we af naar de asfaltweg, die ons naar de dorpskom van L’Isle de Noé brengt.
Via een rivierbrug over een rivier – met verderop een stuw/overloop - wandelen we dit stille stadje in.
Het is inmiddels 14:30 uur en vanwege de hoge temperatuur is het heet op straat. We zien bijna niemand buiten lopen. Door de verlaten hoofdstraat lopen we langs de pelgrims-gîte het stadje uit, om aan de rivier aan de overzijde van het stadje op een bankje in de schaduw van grote bomen een rustpauze te nemen. Even later zien we de twee Franse pelgrims van zojuist in het stadje staan praten bij het pelgrimsonderkomen. Ze lopen terug het stadje in, omdat ze waarschijnlijk in L’Isle de Noé gaan overnachten de komende nacht.

Erven van boerderijen
Buiten L’Isle de Noé verlaten we de brede asfaltweg, om over kleinere asfaltweggetjes onze etappe te vervolgen. In één van de weilanden waar we langs lopen, heeft een kleine kudde koeien een schaduwrijke plek gevonden onder de grote bomen die langs het weiland staan.
Mooi dat ze de schaduw kunnen gebruiken, want dat is voor lang niet alle koeien mogelijk die we vandaag passeren in hun graslanden.
We gaan weer verder langs allerlei wegen en paden, en komen af en toe langs en over boerenerven, waarvan sommige al enkele jaren zijn verlaten.
De boeren van wie deze erven zijn, hebben vaak hun materieel nog wel op de erven en in de hokken laten staan.
We komen langs een schuur waar dikke takkenbossen staan, waarvan de takken vroeger - en soms ook tegenwoordig nog wel - werden gebruikt in houtovens, waarin op boerderijen brood werd gebakken.
Op een boerenerf staat nog een voormalige bewaar- en droogplaats voor maïs. Verderop liggen enkele koeien in de wei bij dit boerderijerf.

Bloedheet
We zijn inmiddels aan de laatste kilometers van deze lange en hete etappe begonnen. Het is buiten bloedheet en af en toe bladstil. Buitengewoon heet om te lopen, maar we moeten wel door, want er zijn nog enkele kilometers te gaan door hete velden, en hier en daar hete paden tussen hoog opgeschoten maïsakkers. We prijzen ons gelukkig als we af en toe eens iets hoger zijn geklommen en een zacht, maar wel warm, briesje voelen, en helemaal gelukkig worden we van hier en daar aanwezige schaduwrijke laantjes langs akkers en velden.

Aankomst in Montesquiou
Het is afzien vanmiddag, maar we houden vol, en nemen iets vaker een tussenstop om even het steeds aanwezige zweet weg te vegen, om elke keer ook iets te drinken, en om weer even op adem te komen. Alleen als je goed aanvoelt hoe en wanneer je dat moet doen, houd je het vol om de etappe in redelijke conditie te volbrengen.
Als we de dorpskom van Montesquiou binnen wandelen, nemen we bij een schaduwrijke picknickplaats eerst nog een korte pauze om iets te eten en te drinken. Een brandweerauto gaat met loeiende sirene achter ons langs, en een helicopter cirkelt voortdurend een eindje verderop boven het landschap. Wellicht is daar een beginnende natuurbrand? We weten het niet.
Na deze pauze lopen we heuvelopwaarts het centrum van Montesquiou in. Daarbij passeren we nog een mooi standbeeldje van Sint Jacobus, waar een bordje bij hangt, waarop staat dat we vanaf hier al 540 km hebben afgelegd vanuit Arles, en dat het vanaf hier nog 935 km is naar Santiago de Compostela.


Tot slot dalen we af naar het centrum.
We komen dan uit op het kleine dorpsplein bij de kerk, waar we vanmorgen onze auto hebben geparkeerd.

VVV helpt pelgrims
Vanaf dat dorpsplein, gaan we een nivo lager, waar de Tourist Information is. Daar krijgen we van de VVV-medewerker een stempel in onze pelgrimspaspoorten.
Verder helpt de jongeman ons heel serieus om voor ons een taxi te reserveren waarmee we morgen onze etappe mogelijk maken. Voor morgen lukt hem dat na een lange uitleg, en na enkele belpogingen bij het plaatselijke taxibedrijf wel, maar voor overmorgen is dat geen succes, maar dat komt omdat de taxi-eigenaar nog niet zeker weet of hij voor overmorgen voor ons al dan niet een auto beschikbaar heeft. Dat gaan we dan morgen wel uitzoeken, want het belangrijkste is dat we voor morgen onze zaakjes weer goed geregeld hebben.
Buiten zit een Franse jongeman met een rugzak. Hij vertelt ons dat hij zijn telefoon oplaadt in de Tourist Information, en dat hij vanmiddag/vanavond nog moet lopen naar L’Isle de Noé. Hij heeft in een call center in Lissabon gewerkt, en heeft met zijn zuster en een hond de Camino Portugués gelopen naar Santiago de Compostela, en nu is hij alleen verder gegaan vanuit Santiago de Compostela over de Camino Franchés en via Lourdes en de Via Tolosana tot hier in Montesquiou, waarna hij de komende weken nog door zal lopen naar Geneve, waar hij in de buurt woont. Een mooi verhaal van deze jonge Fransman, die thuis weer op zoek zal gaan naar werk.
Durkje en ik rijden tenslotte met onze auto vanuit Montesquiou weer terug naar Camping du Lac bij Marciac. Onze autothermometer geeft aan dat het op de camping ook 39 graden Celsius is, dus van enige koelte is ook hier geen sprake. Het wordt een hete avond en een warme nacht, dat is wel zeker.

Geen opmerkingen: