Van Arles richting Santiago de Compostela
Via Tolosana van Auch naar Montesquiou
Via Tolosana van Auch naar Montesquiou
Maandag 22 juli 2019 – 31,1 km
Dag 28: 577,3 – 608,4 km
Pelgrimspad door het Bos van Auch |
Heet en ver op één dag
Na onze rustdag van gisteren,
gaan we vandaag de etappe van de stad Auch naar het dorpje Montesquiou lopen,
over een afstand van 31,1 kilometer. Deze dag begint voor ons met een tamelijk
warme ochtendtemperatuur van 20 graden Celsius, en de temperatuur loopt vandaag
op tot in elk geval 39 graden Celsius (gemeten rond 17:00 uur), en wellicht is
die temperatuur tijdens een deel van de dag nog op of boven de 40 graden
Celsius geweest. Met een dergelijke temperatuur wordt het ons moeilijk gemaakt
om aangenaam te lopen, dus het wordt en is alleszins een zware etappe vandaag;
ook al omdat we ruim 31 kilometer klimmend en dalend afleggen in een
heuvelachtig landschap.
Vertrek vanuit L’Isle-Arné
We staan om 6:00 uur op. Met
onze auto rijden Durkje en ik om 7:00 uur vanaf camping Municipal du Lac in Marciac
naar Montesquiou. We parkeren de auto op het hoger gelegen dorpsplein nabij de
kerk, en wachten dan zo’n kwartier op de komst van de taxichauffeur, die wij
afgelopen zaterdag al bij de VVV in Auch hadden gereserveerd.
We zijn mooi op tijd in Auch,
waar we worden gebracht naar de ingang van de kathedraal.
We lopen nog even rond bij
het grote stadsplein, en zien op de hoek van een zijstraat een mooi
vakwerkhuis.
Dan komt een jonge vrouw op
een fiets met aanhanger aanrijden op het plein. Wij hebben haar afgelopen
zaterdag al eens gezien op een parkeerplaats langs de weg tussen Auch en
L’Isle-Jourdain. Ze wil op het stadplein een foto maken met haar smartphone van
de fiets vóór de kathedraal. Als we haar vragen of we een foto zullen maken met
haar erbij, neemt ze dat aanbod graag aan. We vertellen dat we haar twee dagen
geleden een foto zagen maken van haar bijzondere fietscombinatie, hetgeen ze
bevestigt. Durkje en ik zijn van plan om aan het plein op het terras nog een
kop koffie te gaan drinken, alvorens wij onze etappe aanvangen, en we vragen
haar of ze een kop koffie met ons meedrinkt. Dat doet ze graag.
Ze vertelt dat ze
boogschutter is, en in de bijna twee meter lange buis op de aanhanger twee
handbogen heeft, waarmee ze door de landen van West-Europa fietst om aan zoveel
mogelijk boogschutterstoernooien mee te doen. Ze is vanuit Zwitserland (Chur) kriskras
door Frankrijk en Spanje gaan fietsen om overal mee te doen waar dat kan. Ze
heeft goed gepresteerd, want ook al enkele malen een derde en tweede plaats op
internationale boogschutterstoernooien behaald. Alleen als het qua aantal
fietsdagen niet lukt om van toernooi naar toernooi te fietsen, neemt ze bij
uitzondering de trein, maar het is haar in de afgelopen maanden bijna altijd
gelukt om binnen de beschikbare tijd een volgend toernooi te halen. Ze laat ons
foto’s zien van toernooien en vertelt
over hoe die toernooien worden georganiseerd.
Na deze interessante
ontmoeting, lopen we met zijn drieën terug het kathedraalplein op, en maken bij
het afscheid een foto met ook haar fiets en aanhanger op de foto.
De stad uit
Durkje en ik lopen dan samen
de binnenstad uit, en passeren daarbij het gebouw van het voormalige
pelgrimshospitaal van Auch.
Vrij snel wandel je Auch al
uit. Aan de rand van de stad komen we langs een beeldentuin, van een kunstenaar
die ijzeren beelden maakt. Ons valt het beeld op van de Sint-Jacobspelgrim.
Ook verderop in de tuin staan
veel verschillende beelden.
Eén zijde van de tuin staat
vol met allerhande ijzeren voorwerpen, die in de toekomst wellicht voor nieuwe
beelden kunnen worden gebruikt.
Er staat ook een beeld vóór
in de tuin van een Romeinse soldaat, met vóór zich het beeld van een leeuw.
Een eind verderop komen we
langs een huis, waar de bewoners tegen het hoge tuinhek een plaquette hebben
gemaakt omtrent de pelgrimsweg vanuit Frankrijk naar Santiago de Compostela.
Aan de andere zijde van de
toegangspoort hangt een brievenbus, die is beschilderd met twee pelgrims.
De aanwonenden zijn zich er
dus terdege van bewust dat er een pelgrimsroute langs hun huis loopt, en ze
hebben daar mooi op ingespeeld.
Heuvel op en heuvel af
Wij komen in meer agrarisch
gebied, hetgeen je ook kunt zien aan de boerderij-erven waar we langs lopen.
Het eerste deel van deze
etappe lopen we voornamelijk op asfaltwegen; ook als we het Bos van Auch doorkruisen.
Je kunt zien dat de
plaatselijke boeren er goed rekening mee houden dat hun buiten lopende koeien beschutte plekken hebben, waarin ze
kunnen gaan staan als de zon te heet wordt.
We lopen het Bos van Auch uit
op de plek waar een mooie zonnebloemenakker begint.
Verderop bij enkele huizen
staat een oud wrak van wat vroeger ooit een tractor was.
Over mooie veldpaden dalen en
stijgen we, en af en toe krijgen we op grotere hoogtes mooie uitzichtspunten,
vanwaar we tot heel ver de dalen kunnen overzien. Eén van die mooie plekken is
bij Bellevue.
Verschillende pelgrims in Barran
Vanaf Bellevue kunnen we het
dorp Barran in het dal zien liggen. Daar gaan we nu naar toe.
Bij de oude stadspoort
wandelen we dit oude dorpje in.
Opvallend van dit dorp is de
bijzondere kerktoren van Barran.
De spits van deze kerktoren
is namelijk verdraaid gebouwd.
Nadat we bij de hoger gelegen
kerk zijn geweest, wandelen we langs de pelgrims-gîte weer terug naar de
doorgaande weg, die als hoofdstraat door Barran gaat. Bij de gite hangt een
door de plaatselijke kunstenaar gemaakte Sint-Jacobsschelp.
In de hoofdstraat vullen we
onze voorraad drinken bij met vier flessen ijskoud bronwater, die wij kopen bij
een plaatselijke winkelier.
Onder het dak van de
overdekte markthal zitten twee wandelaars te lunchen. Wij gaan bij hen aan de
picknicktafel zitten, en raken met hen in gesprek. De jonge vrouw vertelt dat
ze uit Normandië komt, en vanuit Tours haar pelgrimstocht naar Lourdes enkele
weken geleden is begonnen. De oudere man vertelt dat hij uit Lille komt, en dat
hij als pelgrim vanuit Arles onderweg is naar de Frans-Spaanse grensplaats
Saint-Jean-Pied-de-Port, vanwaar hij de trein neemt naar Bayonne, om dan vanuit
Bayonne de kust-camino naar Santiago de Compostela te lopen. Ze hebben elkaar
zojuist ontmoet, en lopen vandaag samen verder, maar gaan eerst nog even het
dorp in, in de richting van de bijzondere kerk van Barran.
Heuvelroute over velden en akkers
Durkje en ik gaan direct het
dorp uit, en zien de beide Fransen even later op grote afstand achter ons aan
komen. We verlaten de asfaltweg, en bewandelen dan prachtige veldpaden door een
continu dalend en stijgend heuvellandschap. Op zeker moment lopen we over het
erf van een boerderij.
Tegen één van de
boerenschuren staat een mooi gerestaureerde oude ploeg.
Daarna gaat het weer verder
over prachtige veldpaden langs uitgestrekte akkers.
Af en toe moeten we even
stevig klimmen om op een hoger niveau verder te gaan. Boven aan zo’n klim
heuvelopwaarts komen we langs een ijzeren wegwijzer, die voor een aanmerkelijk
deel is vergroeid met de boom waarop hij vroeger ooit is bevestigd.
Heet en stil in L’Isle de Noé
Na een hellingpad dalen we af
naar de asfaltweg, die ons naar de dorpskom van L’Isle de Noé brengt.
Via een rivierbrug over een
rivier – met verderop een stuw/overloop - wandelen we dit stille stadje in.
Het is inmiddels 14:30 uur en
vanwege de hoge temperatuur is het heet op straat. We zien bijna niemand buiten
lopen. Door de verlaten hoofdstraat lopen we langs de pelgrims-gîte het stadje
uit, om aan de rivier aan de overzijde van het stadje op een bankje in de
schaduw van grote bomen een rustpauze te nemen. Even later zien we de twee
Franse pelgrims van zojuist in het stadje staan praten bij het
pelgrimsonderkomen. Ze lopen terug het stadje in, omdat ze waarschijnlijk in
L’Isle de Noé gaan overnachten de komende nacht.
Erven van boerderijen
Buiten L’Isle de Noé verlaten
we de brede asfaltweg, om over kleinere asfaltweggetjes onze etappe te
vervolgen. In één van de weilanden waar we langs lopen, heeft een kleine kudde
koeien een schaduwrijke plek gevonden onder de grote bomen die langs het
weiland staan.
Mooi dat ze de schaduw kunnen
gebruiken, want dat is voor lang niet alle koeien mogelijk die we vandaag
passeren in hun graslanden.
We gaan weer verder langs
allerlei wegen en paden, en komen af en toe langs en over boerenerven, waarvan
sommige al enkele jaren zijn verlaten.
De boeren van wie deze erven
zijn, hebben vaak hun materieel nog wel op de erven en in de hokken laten staan.
We komen langs een schuur
waar dikke takkenbossen staan, waarvan de takken vroeger - en soms ook
tegenwoordig nog wel - werden gebruikt in houtovens, waarin op boerderijen
brood werd gebakken.
Op een boerenerf staat nog
een voormalige bewaar- en droogplaats voor maïs. Verderop liggen enkele koeien
in de wei bij dit boerderijerf.
Bloedheet
We zijn inmiddels aan de
laatste kilometers van deze lange en hete etappe begonnen. Het is buiten
bloedheet en af en toe bladstil. Buitengewoon heet om te lopen, maar we moeten
wel door, want er zijn nog enkele kilometers te gaan door hete velden, en hier
en daar hete paden tussen hoog opgeschoten maïsakkers. We prijzen ons gelukkig
als we af en toe eens iets hoger zijn geklommen en een zacht, maar wel warm,
briesje voelen, en helemaal gelukkig worden we van hier en daar aanwezige
schaduwrijke laantjes langs akkers en velden.
Aankomst in Montesquiou
Het is afzien vanmiddag, maar
we houden vol, en nemen iets vaker een tussenstop om even het steeds aanwezige
zweet weg te vegen, om elke keer ook iets te drinken, en om weer even op adem
te komen. Alleen als je goed aanvoelt hoe en wanneer je dat moet doen, houd je
het vol om de etappe in redelijke conditie te volbrengen.
Als we de dorpskom van
Montesquiou binnen wandelen, nemen we bij een schaduwrijke picknickplaats eerst
nog een korte pauze om iets te eten en te drinken. Een brandweerauto gaat met
loeiende sirene achter ons langs, en een helicopter cirkelt voortdurend een
eindje verderop boven het landschap. Wellicht is daar een beginnende
natuurbrand? We weten het niet.
Na deze pauze lopen we
heuvelopwaarts het centrum van Montesquiou in. Daarbij passeren we nog een mooi
standbeeldje van Sint Jacobus, waar een bordje bij hangt, waarop staat dat we
vanaf hier al 540 km hebben afgelegd vanuit Arles, en dat het vanaf hier nog 935
km is naar Santiago de Compostela.
Tot slot dalen we af naar het
centrum.
We komen dan uit op het
kleine dorpsplein bij de kerk, waar we vanmorgen onze auto hebben geparkeerd.
VVV helpt pelgrims
Vanaf dat dorpsplein, gaan we
een nivo lager, waar de Tourist Information is. Daar krijgen we van de
VVV-medewerker een stempel in onze pelgrimspaspoorten.
Verder helpt de jongeman ons
heel serieus om voor ons een taxi te reserveren waarmee we morgen onze etappe
mogelijk maken. Voor morgen lukt hem dat na een lange uitleg, en na enkele
belpogingen bij het plaatselijke taxibedrijf wel, maar voor overmorgen is dat
geen succes, maar dat komt omdat de taxi-eigenaar nog niet zeker weet of hij
voor overmorgen voor ons al dan niet een auto beschikbaar heeft. Dat gaan we
dan morgen wel uitzoeken, want het belangrijkste is dat we voor morgen onze
zaakjes weer goed geregeld hebben.
Buiten zit een Franse
jongeman met een rugzak. Hij vertelt ons dat hij zijn telefoon oplaadt in de Tourist
Information, en dat hij vanmiddag/vanavond nog moet lopen naar L’Isle de Noé.
Hij heeft in een call center in Lissabon gewerkt, en heeft met zijn zuster en
een hond de Camino Portugués gelopen naar Santiago de Compostela, en nu is hij
alleen verder gegaan vanuit Santiago de Compostela over de Camino Franchés en
via Lourdes en de Via Tolosana tot hier in Montesquiou, waarna hij de komende
weken nog door zal lopen naar Geneve, waar hij in de buurt woont. Een mooi
verhaal van deze jonge Fransman, die thuis weer op zoek zal gaan naar werk.
Durkje en ik rijden tenslotte
met onze auto vanuit Montesquiou weer terug naar Camping du Lac bij Marciac.
Onze autothermometer geeft aan dat het op de camping ook 39 graden Celsius is,
dus van enige koelte is ook hier geen sprake. Het wordt een hete avond en een
warme nacht, dat is wel zeker.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten