Van Arles richting Santiago de Compostela
Via Tolosana van L’Isle-Arné naar Auch
Via Tolosana van L’Isle-Arné naar Auch
Zaterdag 20 juli 2019 – 23,2 km
Dag 27: 554,1 – 577,3 km
Tussen de imposante koorbanken van de Cathédrale Sainte-Marie in Auch |
Warmte na onweer en regen
Vandaag gaan we de etappe van
L’Isle-Arné naar de stad Auch lopen, over een afstand van 23,2 kilometer. Vannacht
om 4:00 uur begon het op onze camping in L’Isle-Jordain te onweren en te
regenen. Vanmorgen vroeg is het nagenoeg droog. Deze dag begint voor ons met
een tamelijk warme ochtendtemperatuur van 21 graden Celsius, en de temperatuur
loopt vandaag op tot 34 graden Celsius. Op de momenten dat af en toe even een zachte
bries waait, is het toch nog wel aangenaam wandelweer.
Vertrek vanuit L’Isle-Arné
We staan om 6:00 uur op. Met
onze auto rijden Durkje en ik om 7:00 uur vanaf camping Municipal du Pont
Tourné in L’Isle-Jourdain naar L’Isle-Arné. We parkeren de auto in het
dorpscentrum, en lopen dan naar het kruispunt van de wegen die door L’Isle-Arné
lopen.
Als we voorbij het
oorlogsmonument de twee bruggen achtereenvolgens willen oversteken, komt een
jongen aanrijden op een brullende motor. Hij loopt achter ons langs naar het
riviertje en dan horen we dat hij de waterpomp aan zet, om daarmee de grote
waterton voor de koeien in het weiland bij te vullen met rivierwater.
De koeien horen en zien dit,
en lopen van de hooibak naar de waterbak.
Wij wandelen verder het dorp
uit, en komen op de driesprong, waar de Chapelle de Paillan staat, met aan de
achterzijde het ommuurde kerkhof.
Herberg en kerk
We lopen aanvankelijk over
asfaltweggetjes, maar verderop gaat de weg over in veldpaden, al dan niet met
bomen en struiken. Verderop moeten we op een kruispunt van asfaltwegen linksaf
richting Lussan, op de plek waar op een korenstoppelveld grote stropakken in
een dubbele rij hoog zijn opgestapeld.
Als we bijna Lussan
binnenwandelen, zien we rechts van ons de hoge aarden muur, die de barrière
vormt tussen het stuwmeertje en het lager gelegen land. Dan arriveren we in het
dorpje Lussan.
Tegen een woning is een groot
afdak gebouwd, waaronder tafeltjes en stoelen staan. Kennelijk hoort dit bij de
aanduiding ‘Auberge de Lussan’, die we eerder al passeerden, dus op gestelde
tijden kan hier wellicht worden gegeten en gedronken, maar nu in elk geval
niet.
Tegenover deze auberge staat
een ander soort herberg: de oude dorpskerk.
Akkerpaden
Langs de hoge muur van een
oud slot wandelen we Lussan uit. Op een akkerpad wandelen we langs een
waterreservoir en tussen aardappelakkers door, die momenteel worden besproeid
met water. Bij het landgoed La Ferme du Bosc komen we weer op een asfaltweg.
Voorbij een Mariabeeld komen we langs een andere boerderij, waar we rechts
omheen lopen over een akkerpad.
Een akkerpad verderop gaat
langs een honderden meters lange geploegde en geëgde akker, die hier golvend in
het heuvellandschap ligt.
Op een gegeven moment zien we
langs het pad in de lage berm beneden ons twee hele oude autowrakken naast
elkaar staan. De bomen zijn er in al die jaren omheen opgeschoten, dus deze
twee wrakken zullen er zomaar niet meer vandaan gehaald kunnen worden.
De hond van Bédout
Als we heuvelopwaarts lopen
in de richting van een boerderij, komt ons een hond blaffend tegemoet.
Daarachter komt een tractor heuvelafwaarts in onze richting. Wij lopen hond en
tractor tegemoet, en je merkt dat de hond zenuwachtig is, want hij twijfelt om
blaffend door te lopen of weer terug te lopen naar de naderende tractor. Het
wordt van beide iets, dus blaffend op ons af en dan weer even terug naar de
tractor. De boer passeert ons en de hond blijft achter de tractor en vóór ons,
want hij durft ons niet te passeren. We gaan in de berm staan, en ondertussen
roept de boer zijn hond. Na enig heen en weer rennen en blaffen, rent de hond
met een boog om ons heen, heuvelafwaarts naar de tractor. Wij lopen dan langs
de boerderij van Bédout, boven aan de heuvel. En direct daarna wandelen we door
het dorpje Roquetaillade, dat we ook al weer snel verlaten.
Boom omarmt wegwijzer
Even later komen we op een
kruising van paden, waar we rechtdoor moeten. Daar zien we een opmerkelijk
natuurfenomeen. Vele jaren geleden hebben routebeheerders hier een ijzeren
richtingwijzer aan een boompje bevestigd. In de loop van de jaren is de boom
dikker geworden en geheel over en om deze metalen richtingwijzer gegroeid, met
als gevolg dat de richtingwijzer aan de linkerkant en ook aan de rechterkant
uit de boom steekt, als was hij er zo dwars doorheen geschoten. Een mooie
speling van de natuur, die gewoon zijn eigen gang gaat, ongeacht wat de mens
doet.
Rotsachtig hoogplateau
We gaan verder over prachtige
paden. Het is bewolkt, en af en toe breekt de zon even door de wolken, waarbij
het dan wel warm wordt om heuvelopwaarts te klimmen. Op een gegeven moment
zetten we een lange klim in, en als we hogerop rechtsaf gaan, zien we dat het
landschap geheel anders is. We lopen nu namelijk niet meer tussen akkers door,
maar over een rotsachtig hoogplateau, dat door de mens niet in cultuur is
gebracht. Het hoogplateau is wel begroeid met bomen en struiken, waar het
rotsachtige pad doorheen slingert.
Als we op een open weide
komen, zien we links van ons de plaats Montégut liggen, hoog op een heuvel, als
was het een balkon met uitzicht over de vallei. We blijven het hoge pad volgen,
dat ons steeds dichter bij Montégut brengt.
Montégut
Bij de dorpskerk aan de
Chemin Saint Jacques lopen we Montégut binnen.
Een wielrenner zit tegenover
de kerk bij een waterpomp te pauzeren. Wij hebben nu bijna 15 kilometer
aaneensluitend gelopen, dus we gaan in het dorpje op zoek naar een bankje in de
schaduw. Die vinden we niet, maar wel een openbaar toilet, en ook die hadden we
net even nodig. Als we weer terug komen bij de kerk is de jongen bij de
waterpomp al weg, dus kunnen wij onze lunchpauze hier hebben op dat bankje bij
de kerk.
Even na elf uur gaan we dan
weer verder.
Private paden
Om het dorp uit te lopen,
volgen we de wegwijzers van de pelgrimsroute, die ons over een breed halfverhard
pad heuvelafwaarts leiden. Het is een particulier pad; waarschijnlijk nog in
eigendom van de chateau-eigenaar van Montégut. Op een heuveletage lager ligt de
openbare asfaltweg, die ons particulier pad een eind heuvelafwaarts kruist.
We steken een spoorlijn over,
en moeten dan een eindje om lopen, om onder de autoweg N124 door te kunnen
gaan.
Daarna gaat het al snel weer
heuvelopwaarts over een steil heuvelpad, en hogerop gaan we dan over
hellingpaden verder, tot aan het niet toegankelijke Chateau de St.-Gricq. Een
eindje verderop – al wéér over een particulier pad – passeren we de Gîte La
Croisée de St-Cricq, die bij de entree van het gite-terrein duidelijk maakt dat
deze gîte vooral ook is bedoeld voor passerende pelgrims. Wij hoeven hier niet
te overnachten, dus lopen we om het erf van de gîte heen.
Zicht op de kathedraal van Auch
Na enige tijd gaan we over
grote stenen onder het viaduct door van de N124, en dan komen we op een
bedrijventerrein van het Agroparc.
Daarna zetten we de klim weer
in, en wandelen we vlak vóór een heuvelkam via een asfaltweg de stad Auch
binnen, op een plek die veel sterker agrarisch dan stads van aard is.
Op een gegeven moment zien we
heel ver vóór ons de immense kathedraal van Auch in de stad boven alle andere
bebouwing uit steken.
We gaan alsmaar verder, en
komen daarbij door het plaatsje Le Seilhan.
Nadat we een park doorkruist
hebben, komen we op het asfaltpad langs de rivier de Gers, dat we enige tijd
volgen, totdat we bij de eerste brug over de Gers weer een prachtig zicht
krijgen op de Heilige Maria-kathedraal van Auch.
Cathédrale Sainte-Marie
In het park tussen de tweede
en de derde brug pauzeren we nog even in de schaduw, en dan zijn we er klaar
voor om via de derde rivierbrug de Gers over te steken, om daarna door de
smalle straatjes van Auch naar de zij-ingang van de Cathédrale Sainte-Marie te
klimmen.
In de kathedraal worden we
door een vrouw direct doorverwezen naar een jongeman, die zitting heeft in het
koor van de kerk, waar de bijzondere koorbanken van de kathedraal bezichtigd
kunnen worden. Van hem krijgen we het stempel van deze kathedraal in onze
pelgrimspaspoorten, en daarna mogen we in het koor het groot aantal koorbanken
bekijken, die zijn gemaakt van het eikenhout dat hier uit de regio Gers
afkomstig is.
Daarna gaan we de enorme
kathedraal verder bezichtigen.
Daarbij ontdekken we ook het
glas in lood-raam van de heilige Jacobus, dat hier deel uitmaakt van een groot
drieluik van glas in lood-ramen.
Terug naar het begin
Als we de kathedraal grondig
hebben bekeken, gaan we weer naar buiten, door de voor-ingang aan de pleinzijde
van de kathedraal.
Naast de kathedraal is de
VVV, waar de VVV-medewerkster voor ons het vervoer reserveert voor aanstaande
maandag, en voor de terugreis per taxi vanuit Auch naar L’Isle-Arné.
We hebben tijd om nog wat te
shoppen rond het plein van de kathedraal, waarbij we enkele
pelgrimsansichtkaarten kopen voor onze pelgrimsansichtkaartencollectie. Daarna
drinken we koffie en ijskoud water op een caféterras, waarna een taxichauffeur
ons weer terug rijdt naar onze auto in L’Isle-Arné.
Morgen hebben we na onze
eerste zes pelgrimsdagen een rustdag; en tijd om onze caravan te verplaatsen
naar onze volgende uitvalsbasis. Overmorgen gaan we weer verder bij de
kathedraal van Auch.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten