Van Arles richting Santiago de Compostela
Via Tolosana van Lahitte-Toupière naar Morlaàs
Via Tolosana van Lahitte-Toupière naar Morlaàs
Vrijdag 26 juli 2019 – 33,7 km
Dag 31: 654,2 – 687,9 km
Stempelen van onze pelgrimspaspoorten in de Mairie van Vidouze |
Lang
Na een drukkend hete dag,
avond en nacht van gisteren gaan we vandaag de lange etappe van Lahitte-Toupière
naar Morlaàs lopen, over een afstand van 33,7 kilometer. Deze dag begint voor
ons al weer met een tamelijk warme ochtendtemperatuur van 20 graden Celsius, maar
de temperatuur loopt vandaag nagenoeg niet meer op, want we hebben vandaag te
maken met een omschakeling van het weertype: van heet naar koel, van droog naar
regen, en van zonneschijn naar bewolkt.
Vertrek vanuit Morlaàs
We staan om 6:00 uur op. Met
onze auto rijden Durkje en ik om 7:00 uur vanaf camping Pyrénées Nature in Oloron-Sainte-Marie
naar de Eglise Sainte-Foy van Morlaàs.
De taxichauffeur uit Morlaàs
arriveert om ongeveer 8:20 uur, dus we hoeven niet lang op hem te wachten. Hij
rijdt ons naar Lahitte-Toupière, en onderweg vertelt de chauffeur ons over al
zijn dagelijkse zorgen: over de Franse politiek, over de Amerikaanse president
Trump, over de monocultuur van de landbouw (maïs, graan en zonnebloemen), over
het gebrek aan bijen en biodiversiteit. Maar over zijn trots met betrekking tot
de historie van oude kerken in de regio, over de beste streekgerechten en over
de beste wijn van de Béarn-regio raakt hij ook niet uitgesproken. Met een
fifty-fifty-mix van Frans-Engels kunnen wij prima aan het gesprek deelnemen,
maar de grootste spreker vanmorgen is toch wel onze chauffeur.
Als we bij de plaats Vidouze
arriveren, vertelt hij dat we nu in Lahitte-Toupière arriveren. Als we hem
zeggen dat dat niet klopt, kijkt hij verschrikt op, en beaamt direct dat dit
inderdaad nog niet onze plaats van aflevering is. Hij is in de war, want –
volgens zijn zeggen – het is ook allemaal heel ingewikkeld met elkaar: auto
rijden, veilig navigeren, en dan ook nog die problemen van politiek en natuur
van Frankrijk.
Koffie en pad
We rijden nog een eindje
door, en arriveren dan bij Lahitte-Toupière. Bij de kerk rijden we op mijn
aanwijzen heuvelopwaarts tot aan de open plek boven in het dorp, waar de Mairie
(gemeentehuis) staat. We rekenen af, regelen de taxi-afspraak voor
morgenochtend, en nemen afscheid.
Verderop bij de Mairie zie ik
een deur open staan naar iets wat op een kantine lijkt. De Mairie hier is niet
alleen gemeentehuis, maar ook postkantoor en kruidenier. Zouden we er wellicht
ook koffie kunnen krijgen? We nemen de proef op de som, en ja hoor, de Mairie-medewerkster
bevestigt dat deze Mairie ook een soort dorpshuis heeft, inclusief terras nota
bene. Of wij buiten koffie willen drinken? Ja, dat is prima. Maar als ze een
tafel en stoelen op het terras voor ons klaar wil zetten, die onder een afdakje
staan, ontdekt ze een hele dikke pad onder de stoel. Ze schrikt en kijkt me
vragend aan of ze de confrontatie met de pad aan moet gaan. Als ik zeg dat we
ook prima binnen koffie kunnen drinken, loopt ze zichtbaar opgelucht naar
binnen, en wijst ons een plek aan de lange tafel. Enkele werkmannen beginnen
daar snel spullen op te ruimen, wat ze hadden geschilderd, maar als ik zeg dat
alle spullen wat ons betreft gewoon kunnen blijven liggen, is het ijs gebroken,
en raken we druk in gesprek over onze route van vandaag. De ene man kan ons
routeboekje niet lezen, en kan ook de landkaart niet lezen, maar als de andere
man even meekijkt en vertelt welke dorpen wij onderweg passeren en dat we
vandaag bijna 34 kilometer lopen, kijk de eerste man me met verbazing aan, en
drukt zijn respect uit over het feit dat wij vandaag zo’n eind door de velden
gaan lopen van zijn dorp naar Morlaàs.
Ondertussen heeft de
gemeente-ambtenares voor ons met een Senseo-apparaat van Philips twee hele
grote koppen koffie gezet, die we afrekenen (totaal 2 euro) en daarna heerlijk
drinken.
Na dit boeiende begin – met
koffie – van deze dag, bedanken we de andere aanwezigen, en nemen we afscheid.
Ons wordt van harte een goede tocht gewenst.
Regen!
Over een asfaltweggetje en
over mooie onverharde paden lopen we Lahitte-Toupière uit, en dalen we de heuvel
af naar een waterloop, die we via een smal bruggetje oversteken.
Dan begint het te regenen, en
gaan we aan de overzijde van het beekje onder een afdak van een
waterpompstation staan wachten tot het droog wordt.
We horen veel zuidelijker –
waarschijnlijk in de Pyreneeën – aanhoudende donderslagen. Kennelijk is er
onweer op komst.
Omdat het niet ophoudt met
regenen, trekken we onze regenponcho’s aan, en gaan we in regenkleding verder.
Lacrábère in poncho
Voorbij Lacrábère komen we op
een splitsing, waarvan beide wegen een rood-wit kruis bevatten, dus beide
richtingen zouden niet de juiste zijn. Meer opties hebben we – dachten we nog
in onze regenponcho’s – niet, dus we nemen toch maar de beste van twee opties.
Achteraf denken we dat we op dit punt ergens een smal veldpaadje hebben gemist,
want we komen iets ten westen van de oversteekplaats op de D943 uit. Over deze
D943 lopen we dat stuk terug naar de correcte oversteekplaats, die slechts
enkele honderden meters oostelijker ligt.
Vidouze en Lacoume
Inmiddels regent het niet
meer, en hebben we de regenponcho’s al weer uitgetrokken. Heuvelopwaarts komen
we dan aan in het plaatsje Vidouze. De deur van de Mairie staat open, en als we
daar naar binnen gaan, krijgen we van de jonge medewerkster van de gemeente een
stempel van deze gemeente/Mairie in onze pelgrimspaspoorten.
Daarna lopen we langs de
dorpskerk verder, Durkje laag langs de kerk, ik hoog over.
Ter hoogte van Lacoume
verlaten we de asfaltweg, om over een mooi smal onverhard pad verder te gaan.
Over prachtige akkerpaden
gaan we verder. Het is heerlijk om zo tussen de akkers door te lopen, over
schitterende paden, met prachtige planten langs de paden.
Lucarré en haar stuwmeer
Voorbij Arriagosse komen we
bij het plaatsje Lucarré. Evenals bij heel veel andere boerderijen en huizen,
worden we ook hier welkom geheten met het nodige geblaf van honden. We draaien
weg van het dorpje en gaan heuvelafwaarts langs een boerderij.
De oude boerin die op het erf
staat, groet ons vriendelijk.
We dalen af omdat we nu in de
richting lopen van een stuwmeer, van Retedue du Petit Leés.
Hier mag je niet zwemmen en
niet varen, maar er wel omheen lopen. Wij lopen aan de zuidwestkant en
zuidoostkant langs dit stuwmeertje.
Koffie van de burgemeester van Momy
Het volgende dorpje dat we
naderen, is Momy. Tussen twee ruïnes van een grote en een kleine boerderij
wandelen we Momy binnen.
In het dorpscentrum zien we
dat van binnen in de Mairie net op het moment van ons passeren de luiken open
gaan. Omdat we wel een stempel van deze Mairie in onze pelgrimspassen willen
hebben, lopen we naar de Mairie. Op dat moment komt een man naar buiten lopen
om ons te verwelkomen. Hij begint direct te vertellen dat hij met zijn
echtgenote ook al verschillende pelgrimspaden heeft bewandeld, in Spanje en in
Portugal, en dat zij ook nog de Zilverroute door Spanje gaan lopen. Als we hem
om een stempel vragen, nodigt hij ons mee naar binnen.
Hij zet voor ons koffie, en
we gaan met hem aan de ontvangsttafel in de Mairie zitten. Zijn naam is Marc
Gairin, en hij vertelt dat hij een Nederlandse vrouw heeft wiens familie uit
Alkmaar en Bergen aan Zee komt, en dat hij de gekozen burgemeester is van Momy,
en daarom vandaag zitting heeft in de Mairie.
Het is een gezellige
ontmoeting, waar de burgemeester zelf ook zichtbaar plezier aan beleeft, dus we
pakken ons brood erbij, en lunchen gelijktijdig met de koffie erbij van de
gemeente. Vlak voordat we weg gaan, moeten we vooral ook nog even met zijn
vrouw praten, die niet thuis, maar telefonisch wel bereikbaar is. We wisselen
met haar in het Nederlands ook enige zaken uit, en nemen dan afscheid van deze
burgemeester, voor wie deze functie tijdens zijn pensioenstatus een kleine
aanstelling omvat. En als we in de komende dagen in Zuid-Frankrijk nog een
probleem ondervinden, moeten we hem vooral bellen, want dan zal hij ons helpen,
zo zegt hij tweemaal toe. We nemen afscheid van deze vriendelijke burgemeester.
Voorbij de dorpskerk wandelen
we Momy uit.
Anoye
Het volgende dorpje dat we
doorkruisen, is Anoye.
We lopen door de hoofdstraat,
met de prachtig toepasselijke straatnaam: Rue Saint-Jacques-de-Compostelle.
We lopen even langs de mooie
dorpskerk van Anoye, aan de rand van het dorp.
Achter de Mairie, bij het
dorpshuis, kunnen we gebruik maken van het openbaar toilet, waarbij we
onderwijl in de gaten worden gehouden door een oudere man, die vanuit het raam
van de bovenverdieping van de Mairie onze aanwezigheid goed kan volgen. Als ik
hem op afstand groet, zwaait hij terug, en verdwijnt hij in de bovenkamer uit
het zicht.
Goed bewegwijzerde Voie d’Arles
Door onder andere gele
wegwijzers van de zogenoemde ‘Voie d’Arles’ (de route die wij lopen) worden we
geleid naar de rand van het volgende dorpje dat we passeren: Abère.
Van deze plaats zien we
slechts enkele woningen aan de dorpsrand.
We zien onderweg niet alleen
de gele wegwijzers, maar ook de ronde grijze betonpalen, waarop een
Jacobsschelp in opliggend reliëf is aangebracht.
Wat ons vandaag overigens
opvalt, is het groot aantal soorten wegwijzers. Hier is alles er aan gedaan om
de pelgrims de goede weg te wijzen. Voor een spoorzoekende pelgrim is dat een groot
goed.
Waterlopen en Gabaston
Het blijft lang goed gaan met
het weer. Het is heerlijk fris buiten, hetgeen een grote opluchting is na al
die hete wandeldagen die we achter de rug hebben. Het is ook al heel lang droog
en af en toe zien we een glimp van onze schaduw, hetgeen betekent dat de zon
door de wolken heen probeert te komen. Toch blijft het overwegend zwaar
bewolkt, en genieten we van deze aangenaam koele wandeldag.
Vlak vóór Lucarré waren we Le
Petit Lées al overgestoken, een smal zijriviertje van Le Lées, die we even
later voorbij Abère oversteken.
De volgende rivier die we
oversteken, is breder: Le Gabas.
Ons plan was om in het volgende
dorpje Gabaston - voorbij de rivier Le Gabas - te pauzeren, maar voordat we het
in de gaten hebben, zijn we het dorpje voorbij, en wandelen we bij een
boerderij het dorpje al uit.
Zwaar weer op komst
Nu volgt nog het laatste deel
van deze etappe, over asfaltweggetjes en over prachtige veldpaden. Hoe dichter
we bij Morlaàs komen, hoe nadrukkelijker het geluid van de donderslagen van
onweer dichterbij komen. We ruiken al uren dat er onweer op komst is, en we
zien ook dreigende onweerswolken ontstaan in de lucht.
Burgemeester Gairin had ons
er in Momy al voor gewaarschuwd, en hij krijgt gelijk, want er is zwaar weer op
komst. We lopen snel door over die prachtige veldpaden tussen hoog opgaand maïs
en prachtig groene varens langs deze veldpaden.
Steeds vaker zien we lichtflitsen
van bliksemschichten, en voortdurend rollen de donderslagen, die evenals de
flitsen steeds dichterbij komen. De lucht wordt steeds donkerder.
We houden het tempo er flink
in, want we hoeven nog maar zo’n drie kwartier te lopen. Langzamerhand begint
het zacht te druppen, en als dat serieuze vormen aan neemt, trekken we voor de
tweede maal vandaag onze regenponcho’s weer aan. En zo gaan we alsmaar verder,
door een steeds zwaarder wordend onweer, en door steeds harder neerkomende
regen.
Gelukkig gaan we tot aan
Morlaàs voornamelijk door singels en lanen, over karrensporen, asfaltweggetjes
en door laag liggende holle wegen, dus ideaal om bijna voortdurend onder dat
dichte bladerdek voort te gaan.
Pijpenstelen in Morlaàs
Dan komt het moment dat we de
oversteek over de ringweg van Morlaàs maken, van het buitengebied naar de
buitenwijken van dit stadje. Het onweer gaat onophoudelijk door, en het begint
steeds harder te regenen. Wij zetten door, want we hebben nog maar zo’n 15
minuten te gaan door de bebouwde kom van Morlaàs. Dat gaat lang goed, totdat we
het centrumgebied binnen lopen, want dan gaan de hemelpoorten open en regent
het pijpenstelen. Voor ons is dit het moment om in een portiek minutenlang te
schuilen voor de zeer zware regenval.
Als het iets lichter gaan
regenen, lopen we snel door de centrumstraten naar de bijzondere Eglise
Sainte-Foy, die het eindpunt voor vandaag is.
In de bushalte aan het
stadsplein staan we droog, doen we de regenponcho’s uit, en zetten we de
rugzakken op het bankje in de abri. Daarna haal ik met gebruik van de paraplu
onze auto, die verderop in het centrum op een parkeerplaats staat. Als ik bij
de abri terugkom, en op de bushalte de auto bijna tegen de abri zet, kan Durkje
in een ommezien al onze spullen over laden van de abri in de auto.
Daarna gaan we om 18:00 uur door
een stromende regen met de auto vanuit Morlaàs weer terug naar onze camping in
Oloron-Sainte-Marie.
We zien – ondanks de korte
regen van vanmorgen en de hevige regen van vanmiddag - terug op een prachtige
wandeldag, over schitterende paden, door mooie dorpjes, en door deze prachtige
sterk agrarische streek van de Béarn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten