vrijdag 17 mei 2019

Pelgrimeren van Barcelos naar Ponte de Lima

Zondag 28 april 2019
Kleurrijke flora langs de oude calzada



















Van Lissabon naar Santiago de Compostela
Caminho Portugués de Santiago van Barcelos naar Ponte de Lima
Zondag 28 april 2019 – 33,6 km.
Dag 19: 426,4 – 460 km

Vroege start voor een lange etappe
Het is maar goed dat wij gisteren een overnachtingsplek hebben gezocht en gevonden buiten het centrumgebied van Barcelos, want van alle festiviteiten zoals kermis, concert en vuurwerk hebben we gisteravond en vannacht geen last gehad. Tegen middernacht hoorde ik nog wel de laatste salvo’s van het vuurwerk op de rivierbrug, en de hele nacht en vroege ochtend kwam er af en toe hoorbaar een groep jongeren uit het stadscentrum vandaan, maar van overlast was beslist geen sprake, dus we hebben een rustige nacht achter de rug en zijn vanmorgen om 6:15 uur - als de wekker ons wekt - goed uitgerust voor de lange etappe van vandaag.
Omdat het ontbijt in het hotel Dom Nuno voor ons te laat begint (pas om 7:30 uur), ontbijten we in onze kamer, en staan wij om 7:15 uur al weer buiten, om vanuit het hotel naar de doorgaande pelgrimsroute te lopen.
We hebben voor vandaag de route vanuit Barcelos naar Ponte de Lima op het programma staan. De afstand van deze etappe is 33,6 kilometer.

Barcelos uit
Als we weer op de route zijn, zien we in het centrum van Barcelos dat de marktkooplui en de vrijmarktverkopers al druk in de weer zijn om een uitgestrekte warenmarkt en vrijmarkt op te tuigen. In de buitenwijken is het op deze vroege zondagochtend nog stil op straat.
Ook in Barcelos wordt ons met allerlei vormen van wegwijzers goed de weg gewezen.
Buiten Barcelos komen we op een wegstuk dat nog niet geheel is bestraat. De straatstenen, handschoenen en richtsnoer liggen er allemaal wel, dus de kans is groot dat hier morgen weer wordt gestraat om dit wegdeel op afzienbare termijn ook bestraat te krijgen.

Keine dorpenroute
We lopen in een woongebied buiten Barcelos tussen hoog opgaande tuinmuren. Toch maakt een groot bord ons duidelijk dat we op het pelgrimspad zijn.
In het buitengebied komen we langs een weiland waarin het gemaaide lange gras in kleine schoven op het land staat te drogen.
Onderweg komen we door dorpjes zoals Villa Boa, Lijó en Tamel.
In Tamel is een pelgrimsherberg. Het is een beetje flauw dat men hier de gele caminopijlen zo heeft aangegeven dat je even van de route wordt gehaald en naar de ingang van de pelgrimsherberg wordt geloodst. Daar zie je dan vervolgens niet hoe je weer terug komt op de goede route. Ook een ander pelgrimsstel komt op deze wijze terecht bij de herbergingang. Ik ga er naar binnen, en wil de schoonmaakster de weg vragen, maar ze maakt me direct duidelijk dat ik nog niet naar binnen mag, want het is nog geen 14:00 uur. Maar als ik haar dan duidelijk maak dat we de route willen hervinden, loopt ze mee naar buiten en toont ons waar we verder moeten gaan. Af en toe kom het vaker voor dat bijvoorbeeld ook horeca-ondernemers de pijlen stiekem omzetten, om alle pelgrims langs hun zaak te krijgen. In dorpen waar meer café’s zijn, resulteert dat wel eens in een caminopijlenstrijd.


Volg de gele caminopijlen
We steken de rijksweg over en komen in het dorpje Aborim. Daar laten de caminopijlen ons langs een heel groot en tamelijk nieuw kerkgebouw gaan. In de berm bij de kerk staat een man, die daar een groepje schapen laat grazen.
Aan de andere kant van de kerk vraagt een oude vrouw ons of we onderweg zijn naar Santiago de Compostela. Als we bevestigend antwoorden, drukt ze ons op het hart dat we dan niet de blauwe (Fatima), maar de gele caminopijlen moeten volgen. Gelukkig doen Durkje en ik dat al vanaf Lissabon, maar desondanks bedanken we de behulpzame vrouw.
Bij de spoorwegovergang beginnen de bellen de rinkelen. De spoorbomen gaan omlaag, en wij wachten geduldig tot er een trein gaat komen. Maar die komt niet, en de spoorbomen gaan weer omhoog, waarna wij kunnen oversteken.
Buiten Aborim komen we op een karrenspoor, dat ons op prachtige wijze tussen akkers en open velden leidt.
Af en toe komen we langs een dorpje, waarvan we nooit de dorpsnaam kunnen achterhalen, want plaatsnaamborden zijn hier eerder uitzondering dan regel.
Toen we uit Barcelos vertrokken, was het buiten lekker fris. Zo langzamerhand begint de temperatuur toch al aardig op te lopen, dus de truien hebben we al lang uitgetrokken.

Zwempret bij de Ponte Tábuas
In het bosgebied voorbij Aborim passeert ons een groep van vier mountainbikers. Ze wensen ons een ‘Bom Caminho!’.
Vlak daarna komen we aan bij de oude stenen boogbrug van de Ponte Tábuas. De beide jonge vrouwen hebben inmiddels zwemkleding aan gedaan en nemen een frisse duik in de Rio Neiva, die onder deze oude brug doorstroomt.
Eén van de jonge mannen volgt dit voorbeeld, en de tweede man staat bij ons op de brug om het drietal te filmen, terwijl ze verwoede pogingen doen om tegen de rivierstroom in te zwemmen, of juist snel stroomafwaarts te zwemmen.
Eén van de vrouwen nodigt ons uit om mee te zwemmen, maar dat lijkt ons nu niet zo’n goed idee, aangezien we nog ver moeten lopen vandaag. We bedanken vriendelijk.

Gefrituurde visballen
Bij São Bento willen we pauzeren. We hebben dan al zo’n 15 kilometer gelopen. De kop is er dus al flink af.
Enkele Portugese mannen nodigen ons uit om naar binnen te komen, en daar bestellen we koffie. Ik zie dat de vrouw in de keuken acht langwerpige ballen uit de frituur haalt, en dat ze een man aan de bar daar vier van geeft. Ik vraag haar wat dat is. Ze vertelt dat het gefrituurde visballen zijn. Als ik haar vraag of wij die vier resterende dan kunnen krijgen, vraagt ze eerst de man aan de bar of hij het goed vindt, want eigenlijk waren ze voor hem bedoeld. Hij vindt het prima, en dan krijgen wij de vier visballen, en gooit de vrouw weer vier nieuwe in de frituur. De man aan de bar vindt het leuk dat we belangstelling tonen voor zijn snack, en vertelt me dat zijn ideale ontbijt bestaat uit die visballen met een ijskoud glas witte wijn erbij. Die wijn staat inderdaad op de bar naast zijn visballen.
Een van de mannen die zojuist buiten stond, komt voordat hij vertrekt bij ons langs om me een hand te geven ten afscheid. Volgens mij vindt hij het leuk dat wij dit onooglijke café in zijn gegaan, in plaats van honderd meter verder door te lopen naar een moderner en groter café-restaurant.

Balugâes en Vitorino dos Piâes
In het dorpje Balugâes staat een informatiebord over de caminho. We zien dat die route ook is opgenomen in het wandelnetwerk, met als codes E9 en GR11.
Bij het dorpskerkje van Balugâes bivakkeert een grote groep padvinders. Ze zijn bezig om al hun spullen weer in de klaar staande auto’s te laden. Als we voorbij wandelen, groeten ze ons als peregino’s.
Daarna volgt een mooi traject over een bospad door een Eucalyptusbos.


Verderop langs een asfaltweggetje zien we een paar aftandse wandelschoenen staan boven op een betonnen paal waarop een caminopijl is geschilderd.
Ook vandaag komen we weer langs veel weiden en akkers met de stellages waarop druivenranken zijn gebonden en die hebben overwoekerd.
Dan zien we op een gegeven moment de kerk staan van Vitorino dos Piâes. Naast deze kerk staat het parochiehuis van deze parochie.

Facha en de Sierra da Nora
We gaan weer klimmen door een op de kaart als groen aangegeven gebied, in de richting van Facha.
Voordat we bij Facha langs lopen, komen we langs een grote boerderij, de zogenoemde Quinta da Portela.
In het logo van deze quinta staat een gans in een Sint-Jacobsschelp.
Enkele honderden meters verder lopen we langs de ingang van het huis van Sint Jacob, hier aangeduid als Casa de San Tiago. Naast het naambordje staat een beeldje van Sint Jacob in een nis in de tuinmuur.
Vlak daarna zien we de bergrug van de Sierra da Nora oprijzen.

Een opwekkende pauze
We lopen door het dorpje Seara. Iets verderop – langs de N-203 – komen we langs een café-snackbar. Vanaf hier is het nog ongeveer 6 kilometer naar Ponte de Lima. Een mooie plek voor onze tweede pauze. Op het overdekte terras zitten pelgrims die we onderweg al hebben ontmoet. En binnen – waar het veel koeler is – zit een grote groep Amerikaanse pelgrims. We nemen binnen plaats in de koelte, en bestellen twee tosti’s en twee café Americana’s. Wat is dat lekker op zo’n hete dag als vandaag. Een hartige hap en een kop koffie en later twee flesjes ijskoud bronwater erbij doen ons bijzonder goed.
Afgekoeld en gevoed en gelaafd gaan we vol goede moed verder; nog zes kilometer naar Ponte de Lima.

32 graden Celsius
We lopen door dorpjes zoals Ante, Paco en Barros. De weg die we volgen, is volgens ons een oude. Het is een zogenoemde calzada, die over de heuvelhelling loopt.
We komen langs een waterbron, waar het frisse water heerlijk stroomt.
In de wateropvangbak onder de waterkraan zwemmen drie goudvissen.
Naast de waterkraan zien we een tegeltableau van Sint Jacob in een kleine nis.
Prachtig zijn de geel- en paarsgekleurde bloemen in de berm langs de calzada.
Aan een tuinmuur waar we aan voorbij lopen, hangt een naambord van de caminho, met ernaast een klein tegeltje waarop verschillende pelgrimagesymbolen staan.
Heel veel mensen die aan deze pelgrimsroute wonen, laten op eigen wijze zien dat ze op één of andere manier iets van de pelgrimage aan de voorbijtrekkende pelgrims willen laten zien.
Bij Barros gaan we over de kleine oude stenen boogbrug over de Rio Trovela. Daar zit de groep Amerikaanse pelgrims, die zojuist nog in het café zat. Ze zitten daar in de schaduw uit te puffen van de hitte van vanmiddag. De temperatuur is al opgelopen tot 32 graden Celsius.

Aankomst in Ponte de Lima
Dan volgen nog de laatste kilometers totdat we Ponte de Lima in wandelen.
We krijgen een prachtig uitzicht over de nieuwe en de oude rivierbrug over de Rio Lima.
Daarna wandelen we door de prachtige door bomen overgroeide promenade langs de rivier. Op deze warme zondagmiddag wandelen hier veel Portugezen, dus het is een gezellige boel in Ponte de Lima.
Bij de VVV in het centrum van Ponte de Lima informeren we of men ons een passende pelgrims-overnachtingslocatie kan aanbevelen. De VVV-medewerkster belt Pension São João, iets verderop, voorbij de oude romaanse rivierbrug, en vertelt ons dat we daar wel terecht kunnen.
Wij lopen verder over de promenade langs de rivier Rio Lima. Hier staan twee grote bronzen beeldengroepen.
Verderop zien we de oude Romaanse stenen rivierboogbrug van Ponte de Lima.
Een open rijtuig dat door een paard wordt getrokken, komt ons tegemoet.
We checken in in ons pension, en de vriendelijke gastvrouw biedt aan dat we ook alle was aan haar mogen geven, dan zal zij ervoor zorgen dat alles gewassen wordt. Van dat aanbod maken we dankbaar gebruik.
We hebben een prachtige overnachtingsplek gevonden in een heel gezellige stad aan de Rio Lima, dus de lange wandeling van vandaag naar deze mooie plek was het alleszins waard.

Geen opmerkingen: