vrijdag 24 augustus 2018

Pelgrimeren van Lodève naar Joncels


Van Arles richting Santiago de Compostela

Via Tolosana van Lodève naar Joncels
Donderdag 2 augustus 2018 – 22,2 km
Dag 9: 172,1 – 194,3 km

Arcade van het voormalige kloostergebouw van Joncels



















Op en neer tussen Lodève en Joncels
Met onze auto rijden we om 7:15 uur vanaf camping Les Sources in Soubès naar Joncels. Daar parkeren we de auto om 7:45 uur bij de grote dorpskerk, en dan wachten we op de taxi, die we hier gisteren voor vanmorgen 8:15 uur hebben gereserveerd. De taxi arriveert om 8:05 uur en de chauffeur rijdt ons dan weer terug naar Lodève, om ons bij de VVV af te zetten. Tegenover de VVV drinken we eerst een kop koffie, alvorens we ons dagtraject van vandaag gaan aanvangen.
Onze dagtocht begint vandaag in de Cathédrale Saint-Fulcran van Lodève.
En deze dagmars eindigt later vandaag na 22,2 kilometer in het dorpje Joncels.
Als we vertrekken, is de ochtendtemperatuur 22 graden Celsius, en bij aankomst in Joncels is de temperatuur opgelopen tot 32 graden Celsius. Dat is zo’n vijf graden koeler dan we in de afgelopen dagen gewend waren, en bovendien gaan we vandaag van 178 meter (Lodève) via 635 meter (Col de la Baraque de Bral) weer terug naar 295 meter (Joncels) hoogte, en naarmate de hoogte toeneemt, genieten we onderweg meer van een enigszins verkoelende wind.

Uitzichten na Col de la Défriche
Als we weer buiten de kathedraal komen, lopen we eerst naar het grote plein dat vóór de kathedraal ligt. Daar staat een groot en indrukwekkend monument, ter nagedachtenis aan de gevallenen van drie Franse oorlogen: 1e Wereldoorlog, 2e Wereldoorlog en de Algerijnse oorlog.
Daarna gaan we door het stadscentrum, om over de eeuwenoude stenen boogbrug Pont de Montfort het centrum te verlaten.
Dan gaan we achtereenvolgens over een verharde weg, een halfverhard pad en een steenachtig pad langzamerhand al stijgend Lodève uit, om over de heuvelhellingen via Roque Traucade verder omhoog te gaan in de richting van en tot op de Col de la Défriche.
Daar steken we de doorgaande weg over en aan de overzijde gaan we over een breed en steenachtig pad voortdurend verder omhoog langs de heuvelhellingen. Het uitzicht over de heuvels en dalen wordt steeds mooier en uitgestrekter, waarbij we op een gegeven moment ook steeds meer te zien krijgen van het stuwmeer Lac du Salagou.

Vlinders na Puech Garde
Nadat we de zendmasten van Puech Garde zijn gepasseerd, hebben we het grootste deel van het klimmen wel gehad. Over licht stijgende en dalende brede paden gaan we hoog over verder.
De aardekleuren om ons heen laten mooi zien dat dit heuvellandschap op de verschillende plaatsen zijn eigen ontstaansgeschiedenis heeft.
Vlak voordat we bij de doorgaande D35 aankomen, moeten we nog een heel eind over een heel smal pad, dat grotendeels is overwoekerd met kruiden en struiken. Je merkt dat we waarschijnlijk de eersten zijn die hier vandaag passeren, want we ruimen lopend alle spinnenwebben op die over het pad zijn gebouwd. De mooie kant overigens van dit pad is het feit dat we hier door een paradijs van heel veel verschillende soorten vlinders wandelen. Honderden vlinders fladderen voor en achter ons als we ons tussen de hoog opgaande planten doorwerken. Noem het een vlinderjungle, vlindertuin of vlinderparadijs, zoveel (verschillende) vlinders bij elkaar heb ik nog nooit gezien.

Picknick op een bermmuur van Col de la Baraque de Bral
Als we de D35 bereiken, is zo langzamerhand ook wel het moment aangebroken om een lunchpauze in te lassen. We lopen langs de D35 naar de Col de la Baraque de Bral in de hoop dat we op de col een picknickplaats zullen aantreffen. Een kleine parkeerstrook blijkt er wel te zijn, maar een picknicktafel niet. Wel staat aan de andere zijde van de splitsing een bermmuurtje onder een boom. Die boom geeft aangename schaduw, en bovendien waait hier een heerlijk verkoelende wind. Kortom, een prachtige plek voor een lunchpauze.

Zonnepanelen en een oude Citroën bij Bernagues
We zijn nu op een omslagpunt van de route van vandaag gekomen, want tot op deze col hebben we steeds ten zuiden van de D35 gelopen, en vanaf hier gaan we ten noorden van de D35 in westelijke richting verder.
We lopen in de richting van een zevental windmolens, die verderop boven op de heuveltoppen staan.
Deze brede weg verruilen we voor een smal en stil asfaltweggetje in de richting van Bernagues. Vlak vóór de eerste woningen van dit buurtschap – een hooischuur met een zonnepanelendak – gaan we rechtsaf over een steenachtige karrenspoor verder.
Een oud bordje aan de kant meldt dat het nog zes kilometer is naar Joncels. Iets verderop passeren we een verlaten, geruïneerde boerenhoeve. Als ik door een deurtje in de schuur naar binnen kijk, zie ik vlak achter de deur tussen allerhande rommel het autowrak van een oude Citroën uit de zestiger jaren staan.

Bloei waar je staat
Als we verderop over een hellingpad rond een heuvel lopen, zien we kilometers verder linksvoor ons een dorpje in het heuvellandschap liggen. Dat is waarschijnlijk Joncels.
Nu volgt nog een lang traject van brede steenachtige hellingpaden, die met haarspeldbochten ons voortdurend lager brengen, totdat we een riviertje oversteken.
Daarna gaat het op dezelfde wijze weer omhoog. Ook vandaag is het weer boeiend om te zien welke prachtige – ook bloeiende – planten er op de meest onherbergzame plekken op of naast het pad staan, op door en door droge plekken, tussen stenen en rotsen, en dan toch ook nog prachtig bloeien, zoals bijvoorbeeld de schitterend mooie blauwbloeiende distels.

Webben en rupsen
Als we bij een asfaltweg komen, lijkt het alsof we langs het riviertje ‘easy’ naar Joncels kunnen lopen. Maar niets is minder waar, want de wegwijzer stuurt ons weer een heet breed steenachtige hellingpad op, dat we een heel eind stijgend moeten volgen. Dat pad gaat op een kruispunt vóór ons over in al wéér zo’n smal bospaadje, met weer heel veel stenen, en ook weer sterk overwoekerd door kruiden, struiken en bomen. En ook hier weer veel spinnenwebben en ook een heel groot aantal rupsen die aan de ons inmiddels bekende ‘zijden’ draadjes boven het pad hangen, om door de passant meegenomen te worden. Hoofd, hals, armen en borst zitten continu vol met webdraden, en rupsen hechten zich aan kleding en hoed. Af en toe moet je op een iets opener plek even stoppen om al dat zijden draad en al die rupsen van je huid en kleding te verwijderen; en daarna begint het gewoon vrolijk weer opnieuw.
Maar ook aan dit pad komt weer een eind, en dan steken we op een gegeven moment tweemaal het tweede riviertje over, en dan zien we boven ons ook het dorp Joncels liggen.

Klooster, kerk en VVV dicht in Joncels
Aan de voet van de heuvel waar Joncels op ligt, begint een oud pad van gelegde rotsstenen. In Spanje zou je zoiets een Calzada noemen. Manoeuvrerend over de rotsstenen gaan we omhoog. Gelukkig is er vandaag gemaaid tussen de grote stenen, en bovendien is alles kurkdroog, dus we kunnen de gang naar boven prima maken.
Vlak vóór de hoog overgaande ijzeren spoorbrug slaan we rechtsaf, en dan komt dit rotsstenenpad uit bij de spoorwegovergang van Joncels, bij een groot transformatorstation.
We lopen Joncels in, en komen dan uit aan de stenen poort van de Rue de Chateau.
We lopen door die poort naar binnen, en passeren dan de gite, waar pelgrims zouden kunnen overnachten.
Als je dan even doorloopt naar achteren, kun je door een stenen doorgang naar de binnenplaats van het voormalige klooster lopen.
We volgen de arcade, die nog de restanten vormen van het vroegere dorpsklooster.
Aan het eind komen we dan uit bij de grote kloosterkerk, die nu helaas dicht is. Bij de ingang van de VVV wachten we enkele minuten tot het 15:00 uur is, want dan zou de VVV openen, en zouden we hier een pelgrimsstempel kunnen verkrijgen.
Echter, ook na 15:00 uur komt niemand de VVV openen, dus lopen we door naar de Mairie verderop in het dorp. Van de gemeenteambtenares krijgen we wel een gemeentestempel, maar het bevreemdt haar waarom de VVV nu nog niet open is. Ze biedt ons nog aan om onze waterflessen te vullen, maar dat hoeft niet, omdat onze auto verderop staat, en wij pas morgen verder gaan.
We checken even later nog eens of de VVV al open is, maar die is nog steeds gesloten.

Rusten in de schaduw
Daarom stappen we in onze auto en rijden we via Lunas en Lodève weer terug naar onze camping in Soubès. In Joncels was het 32 graden Celsius, maar op onze camping is de temperatuur 38 graden Celsius. Onze schaduwrijke kampeerplek maakt dat we aangenaam op de camping kunnen verblijven. De was is binnen de kortste keren schoon en droog, dus alles zit mee.

Geen opmerkingen: