Van Arles richting Santiago de Compostela
Via Tolosana van Lodève naar Joncels
Via Tolosana van Lodève naar Joncels
Donderdag 2 augustus 2018 – 22,2 km
Dag 9: 172,1 – 194,3 km
Arcade van het voormalige kloostergebouw van Joncels |
Op en neer tussen Lodève en Joncels
Met onze auto rijden we om 7:15
uur vanaf camping Les Sources in Soubès naar Joncels. Daar parkeren we de auto
om 7:45 uur bij de grote dorpskerk, en dan wachten we op de taxi, die we hier
gisteren voor vanmorgen 8:15 uur hebben gereserveerd. De taxi arriveert om 8:05
uur en de chauffeur rijdt ons dan weer terug naar Lodève, om ons bij de VVV af
te zetten. Tegenover de VVV drinken we eerst een kop koffie, alvorens we ons
dagtraject van vandaag gaan aanvangen.
Onze dagtocht begint vandaag
in de Cathédrale Saint-Fulcran van Lodève.
En deze dagmars eindigt later
vandaag na 22,2 kilometer in het dorpje Joncels.
Als we vertrekken, is de
ochtendtemperatuur 22 graden Celsius, en bij aankomst in Joncels is de
temperatuur opgelopen tot 32 graden Celsius. Dat is zo’n vijf graden koeler dan
we in de afgelopen dagen gewend waren, en bovendien gaan we vandaag van 178
meter (Lodève) via 635 meter (Col de la Baraque de Bral) weer terug naar 295
meter (Joncels) hoogte, en naarmate de hoogte toeneemt, genieten we onderweg
meer van een enigszins verkoelende wind.
Uitzichten na Col de la Défriche
Als we weer buiten de
kathedraal komen, lopen we eerst naar het grote plein dat vóór de kathedraal
ligt. Daar staat een groot en indrukwekkend monument, ter nagedachtenis aan de
gevallenen van drie Franse oorlogen: 1e Wereldoorlog, 2e
Wereldoorlog en de Algerijnse oorlog.
Daarna gaan we door het
stadscentrum, om over de eeuwenoude stenen boogbrug Pont de Montfort het
centrum te verlaten.
Dan gaan we achtereenvolgens
over een verharde weg, een halfverhard pad en een steenachtig pad langzamerhand
al stijgend Lodève uit, om over de heuvelhellingen via Roque Traucade verder omhoog
te gaan in de richting van en tot op de Col de la Défriche.
Daar steken we de doorgaande
weg over en aan de overzijde gaan we over een breed en steenachtig pad
voortdurend verder omhoog langs de heuvelhellingen. Het uitzicht over de
heuvels en dalen wordt steeds mooier en uitgestrekter, waarbij we op een
gegeven moment ook steeds meer te zien krijgen van het stuwmeer Lac du Salagou.
Vlinders na Puech Garde
Nadat we de zendmasten van
Puech Garde zijn gepasseerd, hebben we het grootste deel van het klimmen wel
gehad. Over licht stijgende en dalende brede paden gaan we hoog over verder.
De aardekleuren om ons heen
laten mooi zien dat dit heuvellandschap op de verschillende plaatsen zijn eigen
ontstaansgeschiedenis heeft.
Vlak voordat we bij de
doorgaande D35 aankomen, moeten we nog een heel eind over een heel smal pad,
dat grotendeels is overwoekerd met kruiden en struiken. Je merkt dat we
waarschijnlijk de eersten zijn die hier vandaag passeren, want we ruimen lopend
alle spinnenwebben op die over het pad zijn gebouwd. De mooie kant overigens
van dit pad is het feit dat we hier door een paradijs van heel veel
verschillende soorten vlinders wandelen. Honderden vlinders fladderen voor en
achter ons als we ons tussen de hoog opgaande planten doorwerken. Noem het een
vlinderjungle, vlindertuin of vlinderparadijs, zoveel (verschillende) vlinders
bij elkaar heb ik nog nooit gezien.
Picknick op een bermmuur van Col de la Baraque de Bral
Als we de D35 bereiken, is zo
langzamerhand ook wel het moment aangebroken om een lunchpauze in te lassen. We
lopen langs de D35 naar de Col de la Baraque de Bral in de hoop dat we op de
col een picknickplaats zullen aantreffen. Een kleine parkeerstrook blijkt er
wel te zijn, maar een picknicktafel niet. Wel staat aan de andere zijde van de
splitsing een bermmuurtje onder een boom. Die boom geeft aangename schaduw, en
bovendien waait hier een heerlijk verkoelende wind. Kortom, een prachtige plek
voor een lunchpauze.
Zonnepanelen en een oude Citroën bij Bernagues
We zijn nu op een omslagpunt
van de route van vandaag gekomen, want tot op deze col hebben we steeds ten
zuiden van de D35 gelopen, en vanaf hier gaan we ten noorden van de D35 in
westelijke richting verder.
We lopen in de richting van
een zevental windmolens, die verderop boven op de heuveltoppen staan.
Deze brede weg verruilen we
voor een smal en stil asfaltweggetje in de richting van Bernagues. Vlak vóór de
eerste woningen van dit buurtschap – een hooischuur met een zonnepanelendak –
gaan we rechtsaf over een steenachtige karrenspoor verder.
Een oud bordje aan de kant
meldt dat het nog zes kilometer is naar Joncels. Iets verderop passeren we een
verlaten, geruïneerde boerenhoeve. Als ik door een deurtje in de schuur naar
binnen kijk, zie ik vlak achter de deur tussen allerhande rommel het autowrak
van een oude Citroën uit de zestiger jaren staan.
Bloei waar je staat
Als we verderop over een
hellingpad rond een heuvel lopen, zien we kilometers verder linksvoor ons een
dorpje in het heuvellandschap liggen. Dat is waarschijnlijk Joncels.
Nu volgt nog een lang traject
van brede steenachtige hellingpaden, die met haarspeldbochten ons voortdurend
lager brengen, totdat we een riviertje oversteken.
Daarna gaat het op dezelfde
wijze weer omhoog. Ook vandaag is het weer boeiend om te zien welke prachtige –
ook bloeiende – planten er op de meest onherbergzame plekken op of naast het
pad staan, op door en door droge plekken, tussen stenen en rotsen, en dan toch
ook nog prachtig bloeien, zoals bijvoorbeeld de schitterend mooie
blauwbloeiende distels.
Webben en rupsen
Als we bij een asfaltweg
komen, lijkt het alsof we langs het riviertje ‘easy’ naar Joncels kunnen lopen.
Maar niets is minder waar, want de wegwijzer stuurt ons weer een heet breed
steenachtige hellingpad op, dat we een heel eind stijgend moeten volgen. Dat
pad gaat op een kruispunt vóór ons over in al wéér zo’n smal bospaadje, met
weer heel veel stenen, en ook weer sterk overwoekerd door kruiden, struiken en
bomen. En ook hier weer veel spinnenwebben en ook een heel groot aantal rupsen
die aan de ons inmiddels bekende ‘zijden’ draadjes boven het pad hangen, om
door de passant meegenomen te worden. Hoofd, hals, armen en borst zitten
continu vol met webdraden, en rupsen hechten zich aan kleding en hoed. Af en
toe moet je op een iets opener plek even stoppen om al dat zijden draad en al
die rupsen van je huid en kleding te verwijderen; en daarna begint het gewoon
vrolijk weer opnieuw.
Maar ook aan dit pad komt
weer een eind, en dan steken we op een gegeven moment tweemaal het tweede
riviertje over, en dan zien we boven ons ook het dorp Joncels liggen.
Klooster, kerk en VVV dicht in Joncels
Aan de voet van de heuvel
waar Joncels op ligt, begint een oud pad van gelegde rotsstenen. In Spanje zou
je zoiets een Calzada noemen. Manoeuvrerend over de rotsstenen gaan we omhoog.
Gelukkig is er vandaag gemaaid tussen de grote stenen, en bovendien is alles
kurkdroog, dus we kunnen de gang naar boven prima maken.
Vlak vóór de hoog overgaande
ijzeren spoorbrug slaan we rechtsaf, en dan komt dit rotsstenenpad uit bij de
spoorwegovergang van Joncels, bij een groot transformatorstation.
We lopen Joncels in, en komen
dan uit aan de stenen poort van de Rue de Chateau.
We lopen door die poort naar
binnen, en passeren dan de gite, waar pelgrims zouden kunnen overnachten.
Als je dan even doorloopt
naar achteren, kun je door een stenen doorgang naar de binnenplaats van het
voormalige klooster lopen.
We volgen de arcade, die nog
de restanten vormen van het vroegere dorpsklooster.
Aan het eind komen we dan uit
bij de grote kloosterkerk, die nu helaas dicht is. Bij de ingang van de VVV
wachten we enkele minuten tot het 15:00 uur is, want dan zou de VVV openen, en
zouden we hier een pelgrimsstempel kunnen verkrijgen.
Echter, ook na 15:00 uur komt
niemand de VVV openen, dus lopen we door naar de Mairie verderop in het dorp.
Van de gemeenteambtenares krijgen we wel een gemeentestempel, maar het
bevreemdt haar waarom de VVV nu nog niet open is. Ze biedt ons nog aan om onze
waterflessen te vullen, maar dat hoeft niet, omdat onze auto verderop staat, en
wij pas morgen verder gaan.
We checken even later nog
eens of de VVV al open is, maar die is nog steeds gesloten.
Rusten in de schaduw
Daarom stappen we in onze
auto en rijden we via Lunas en Lodève weer terug naar onze camping in Soubès.
In Joncels was het 32 graden Celsius, maar op onze camping is de temperatuur 38
graden Celsius. Onze schaduwrijke kampeerplek maakt dat we aangenaam op de
camping kunnen verblijven. De was is binnen de kortste keren schoon en droog,
dus alles zit mee.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten