Van Arles richting Santiago de Compostela
Via Tolosana van Boissezon naar Castres
Via Tolosana van Boissezon naar Castres
Vrijdag 10 augustus 2018 – 16,4 km
Dag 16: 311,6 – 328 km
Beeld van Sint Jacob in Castres |
Frisse start
Met onze auto rijden Durkje
en ik om 7:30 uur vanaf camping Le Plô in Le Bez naar Boissezon. Deze gezellige
middelgrote familiecamping is voor ons als pelgrims in de afgelopen dagen een
prima uitvalsbasis geweest, waar we aan het eind van een wandeldag graag weer
terug kwamen.
Als we wegrijden, is het 14
graden Celsius. Zo koel hebben we het in deze zomerpelgrimage ’s morgens nog
niet gehad.
We parkeren de auto om 7:45
uur op het gemeenschappelijke parkeerterrein voor de dorpelingen van Boissezon,
en dan lopen we naar de brug over de rivier, in het centrum van Boissezon.
Hier begint onze volgende
etappe, over een afstand van 16,4 kilometer van Boissezon naar de stad Castres.
Op het moment dat bij de Chemin-richtingwijzer van het dorp komen, ziet Durkje
van links de Franse pelgrim op ons af lopen, de pelgrim die wij gisteren en
eergisteren al hebben ontmoet, die vandaag nog tot Castres loopt, om dan
aanvang volgend jaar zijn tocht naar Santiago de Compostela vanuit Castres te
hervatten. We lopen een eindje met elkaar op.
Bergen en zon
Omdat zijn tempo lager is,
gaan Durkje en ik alvast vooruit. We zullen hem vandaag vast nog wel eens
ontmoeten.
Vanuit Boissezon moeten we
direct al behoorlijk klimmen. Voordeel daarvan is dat we dan al spoedig een
mooi uitzicht krijgen over de omgeving, in dit geval op de op grote afstand van
ons liggende bergen van de Montagne Noir.
De ochtendmist trekt langzaam
op, dus we krijgen steeds meer te zien van deze imposante bergrug.
Bij een oude boerderij houden
we links aan.
We lopen over een mooi bospad
langs de rand van een bosperceel. De zon probeert hier en daar tussen de bomen
door te schijnen, en waar het bladerdek dat toelaat, ontstaat een prachtig
lichteffecten, dat dan sterk contrasteert met de donkere delen onder de bomen.
Verrassende kerkplafondschildering in Noailhac
Vandaag komen we maar door
één dorp tussen Boissezon en Castres, namelijk door Noailhac.
Omdat we vandaag niet zo’n
grote afstand afleggen, hebben we tijd om Noailhac te bekijken. Bij het kleine
dorpspleintje gaan we derhalve niet direct het dorp weer uit, maar lopen we
door naar beneden, naar de brede kerk van Noailhac.
We zien dat de kerkdeur
helaas dicht is, maar op goed geluk lopen we toch om de kerk heen. Daar
ontmoeten we een vrouw bij haar auto, die ons direct vraagt of wij wellicht de
kerk willen bezichtigen. Zij blijkt de kerksleutel bij zich te hebben, en loopt
met ons mee naar de kerkdeur om die voor ons te openen. We kunnen de kerk nu
in.
Het zonlicht van de heerlijke
ochtendzon schijnt perfect door de mooie kerkramen.
Wat ons direct opvalt, zijn
de plafondschilderingen over het gehele plafond van de kerkzaal.
Doordat het zo donker is in
de kerk kunnen we niet zien wat er op het plafond is geschilderd, maar met
behulp van de lens van de fotocamera zien we dat het iets moois is.
Ik maak een aantal foto’s met
de camera, waarop goed is te zien welke mooie schilderingen het kerkplafond
heeft.
De Mondriaan-fresco van Noailhac
De vrouw met de kerksleutel
legt op ons verzoek ook uit waar we het gemeentehuis van Noailhac kunnen
vinden. Omdat we in deze Mairie graag een gemeentestempel willen halen ter
gelegenheid van onze doorkomst in het dorp, lopen we naar de Mairie en vragen
de ambtenaar naar het stempel. Bij de kennismaking vertelt hij dat hij het
hoofd is van deze Mairie, dus we maken ons over dat stempel geen zorgen, want
hij zal vast bevoegd zijn om te stempelen. De vriendelijke man weet precies wat
er van hem wordt verwacht, dus in een ommezien heeft hij onze
pelgrimspaspoorten afgestempeld. Een tweede ambtenaar wil nog even weten waar
we vanmorgen zijn gestart, en waar we vandaag naar toe lopen, maar voordat ik
dat kan vertellen, heeft de hoogste in rang het goede antwoord al aan zijn
collega gegeven. Ik bevestig zijn voorzet.
Als we naar buiten lopen, zie
ik op de lange muur tegenover de Mairie een grote muurschildering van een
Mondriaan. Verrast stap ik weer naar binnen en vertel de heren wat ik
constateer. Zij vertellen dat een inwoner van het dorp de schildering had
gemaakt, en dat zij geen idee hadden wat het voorstelde, maar als ik hen vertel
wat dit is, spreekt hen dat bijzonder aan. Vanaf vandaag zal deze
muurschildering er altijd een verhaal bij hebben voor hen.
Als twee andere
gemeentewerkers met een werkbus het terrein op rijden, en zij van hun collega’s
te horen krijgen wat de muurschildering voorstelt, horen zij rustig aan wat het
verhaal van de muurschildering is, maar hun non-verbale communicatie maakt wel
duidelijk dat het voor deze beide heren niet meer wordt dan een muur met verf
erop.
Gastvrij Noailhac
Ons was al verteld dat
Noailhac geen café-bar heeft, maar wel een restaurant, dat overigens pas om 11:00
uur opent. Het is nu nog maar 9:00 uur, dus een kop koffie zit er vanmorgen
hoogstwaarschijnlijk niet in. Als we langs het restaurant lopen, zie ik dat een
zijdeur open staat. Op goed geluk probeer ik toch maar twee koppen koffie te
scoren bij een dame die ik binnen ontmoet. En ja hoor, die koffie komt er, dus
binnen enkele minuten zitten wij aan een klein tafeltje in de hal van het
restaurant met ieder een kopje koffie. Voor totaal drie euro voor de koffie is
ook deze missie weer geslaagd. Pelgrims worden vaak goed behandeld, en
bovendien ontmoeten wij hier in deze regio eigenlijk alleen maar vriendelijke
en gastvrije mensen. Dat maakt het pelgrimeren zo verrassend, boeiend en
aangenaam.
Mooie voortzetting door bos en veld
Na de koffie verlaten we
Noailhac, en merken buiten de bebouwde kom dat de aangekondigde klim voor ons
inderdaad de volgende uitdaging is. En ook nu weer met als resultaat een mooi
uitzicht over de omgeving.
Over mooie stijgende en
dalende bospaden wandelen we door bospercelen en langs weiden.
De zon schijnt aangenaam en
zorgt voor een heerlijke wandeltemperatuur. De boslucht vervolmaakt de goede
sfeer.
We passeren weer een oude
boerderij in Doulatgès, en gaan over het erf verder over een veldpad.
Zojuist hebben we de Franse
pelgrim ingehaald. Wij vertellen hem wat wij in Noailhac allemaal hebben
gedaan, en hij vertelt dat hij bij binnenkomst direct is doorgelopen. Daarom
had hij ons in Noailhac dus ingehaald, en heeft een tijd vóór ons gelopen. Op
het mooie veldpad van Doulatgès naar Les Gourgs vergroten wij de afstand tussen
hem en ons weer. Wie weet ontmoeten we hem later vandaag nog eens. Onze
ervaring heeft ons geleerd dat dat zomaar weer eens kan gebeuren.
Saint-Hippolyte
Voorbij Les Gourgs komen we
op een asfaltweg langs Le Castelet, en vanaf dat moment zullen wij vandaag
alleen nog over verharde wegen gaan. Na enkele kilometers arriveren we in
Saint-Hippolyte, een buitendorp van Castres.
Vanuit het hooggelegen
Saint-Hippolyte zien we eerste bebouwing van Castres in het dal liggen: een
lange strook bedrijventerreinen en daarna de woongebouwen.
Pelgrimsbeeld van Castres
Vanaf het moment dat we de
eerste huizen van de bebouwde kom van Castres passeren, volgt een kilometers
lang traject door de buitenwijken van de stad, richting oude stadscentrum.
Daarbij komen we langs een langgerekt kazerneterrein met eerst een terrein waar
het rollend materieel zoals trucks en tanks staan, en daarna volgen de
soldatenverblijven.
Vlak vóór de binnenstadsring
komen we bij het pelgrimsbeeld van Castres.
Dit beeld van de weer en wind
trotserende pelgrim lijkt wel wat op een zelfde soort pelgrimsbeeld dat wij
kennen van het Spaanse O Cebreiro.
Het hier beroemde beeld staat
hier op een mooie plek, bij de entree van de oude binnenstad van Castres.
Sint Jacobus als apostel-pelgrim
Door de binnenstadspromenade
gaan we naar de Eglise Saint-Jacques-de-Villegoudou, staande aan de Place
Saint-Jacques.
We gaan de kerk in om deze te
bezoeken.
In de kerk vinden we een
aantal uiteenlopende Jacobalia. Zo zien we in een prachtig kerkraam Sint
Jacobus afgebeeld als apostel (met Bijbel) en als pelgrim (met staf en
kalebas). Opmerkelijk is dat de naam onder in het kerkraam niet meer zichtbaar
is, maar het is onmiskenbaar de patroon van deze kerk en van de pelgrims.
Links van het koor bij de
ingang van een nis staat hooggeplaatst een groot beeld van Sint Jacobus, ook
hier weer afgebeeld als apostel (met bijbelboekrol) en als pelgrim (met staf en
kalebas). Ook de Jacobsschelpen op Jacobus de Meerdere zijn pelgrimshoed
benadrukken zijn status als pelgrim.
Jacobsschelpen in de kerk van Sint Jacob
Onder het beeld van Sint
Jacob staat tegen een pilaar tussen het koor en een zijkapel een houten
voorwerp, dat wel lijkt op een rond zitbankje. Het bovenvlak bevat een mooi
gestileerde Jacobsschelp, die is uitgesneden en ingelegd in het houten
bovenvlak.
De lessenaar voorin de kerk
bij het koor verbeeldt een pelgrim, met hoed, staf en kalebas.
En wie deze lessenaar
aandachtig bekijkt, ziet dat op de onderzijde van het lessenaarsblad een
Jacobsschelp is afgebeeld met een kruis rechtop en een kruis op de kop aan
beide zijden van de Jacobsschelp.
Ook op een schilderij zie ik
een Jacobsschelp.
Vroeger werden - en ook
tegenwoordig nog wel worden - mensen gedoopt met het water uit een
Jacobsschelp.
Het schilderij in deze
Sint-Jacobskerk laat zien dat er wordt gedoopt door het water vanuit de
Jacobsschelp over het hoofd van de dopeling te laten stromen.
Pont Neuf
Buiten de kerk lopen we
verder door de binnenstad, naar de Pont Neuf.
Dit is de oude stadbrug van
Castres.
Het is de beroemde plek van
de veelkleurige oude huizen van de handwerkslieden.
Deze huizen staan pal boven,
langs de rivier.
Good practice van de ambtenares van Castres
Omdat we geen kerkstempel van
de Sint-Jacobskerk hebben kunnen krijgen, wandelen we snel door naar het
stadhuis van Castres. Daar zal het vast wel lukken om een gemeentestempel te
krijgen. Maar, als we bij de voordeur arriveren, blijkt het Hôtel de Ville net
tien minuten geleden gesloten te zijn voor de middagpauze.
Als we even staan te
overleggen wat we nu gaan doen, komt een oudere mevrouw op ons af. Ze vraagt of
we assistentie nodig hebben. We vertellen haar dat we graag een gemeentestempel
in onze pelgrimspaspoorten willen hebben, maar dat het stadhuis net gesloten
is. Ze zegt ons te zullen helpen, vraagt ons achterom het gebouw met haar mee
te lopen. Onderweg haalt ze haar telefoon uit haar handtas en belt. Ik hoor dat
ze vertelt dat wij (pelgrims) hier buiten staan te wachten op een stempel, of
iemand ons kan komen helpen. Resultaat is dat er een andere dame bij de
achterdeur van het stadhuis verschijnt, die de deur opent, ons binnenlaat, en
direct twee stempels in onze pelgrimspaspoorten plaatst. Ondertussen staat de
vrouw buiten ook nog een ander te woord.
Als zij buiten zijn
uitgesproken, vragen we haar hoe ze dit voor ons kon regelen. Ze vertelt dat ze
in het stadhuis op het buro van de burgemeester van Castres werkt. Wij bedanken
haar voor haar adequate hulp aan ons, en voor het mooie resultaat van de
stempels in onze credentials. We hebben onderweg in de afgelopen dagen al zo vaak
vriendelijke en behulpzame Fransen ontmoet, maar deze mevrouw krijgt hierbij
toch ook een bijzondere vermelding, want wat is dit een mooi voorbeeld van
gastvrijheid en dienstbaarheid van deze mevrouw van de gemeente Castres. Voor
ons allen is zij een goed voorbeeld van dienstbaar zijn aan de onbekende medemens.
Cathédrale Saint-Benoît
Vanuit het binnenterrein van
dit stadhuis lopen we rechtdoor de kathedraal van Castres in.
We maken een ronde door deze
Cathédrale Saint-Benoît, om ook dit grote Godshuis met een welverdiend bezoek
te vereren.
Office de Tourisme helpt
Het is nu al 12:30 uur en we
hebben nog geen lunchpauze gehad, dus nu lopen we eerst naar het grote
stadsplein verderop in de stad, waar we te midden van alle terrassen en
marktkramen eerst ons brood eten en daarna als dorstlesser een pot thee
bestellen en leegdrinken op één van de terrassen op het plein.
Inmiddels is de temperatuur
vandaag opgelopen van 14 naar 29 graden Celsius.
Daarna lopen we naar de VVV,
waar we de VVV-medewerker vragen om voor ons een taxi te regelen voor
aanstaande zondagochtend in Dourgne en voor nu één die ons terug kan brengen
naar Boissezon. Dat gaat allemaal vlot en goed, en dan hoeven we maar ongeveer
een kwartier buiten bij het stadstheater te wachten op de aanrijdende taxi, met
daarin de chauffeur die ons gisteren van Boissezon naar Anglès bracht.
In Boissezon zet hij ons
vanmiddag af bij onze auto, waarna we met onze auto terugrijden naar camping Le
Plô in Le Bez.
Morgen gaan we met de caravan
weer verhuizen naar een volgende camping voorbij Castres, om dan vanaf zondag
de laatste serie pelgrimsdagen op de volgende etappes te beleven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten