De camino loopt ook over het erf van oude Galicische boerderijen |
Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela
Camino del Norte & Camino de la Costa > Irún – Santiago de Compostela
Camino del Norte & Camino de la Costa > Irún – Santiago de Compostela
Camino de la Costa van Vilalba naar Baamonde
Maandag 1 augustus 2016 – 19,1 km.
Dag 35: 716 – 735,1 km
Dag 35: 716 – 735,1 km
Galicië is een feest
Nadat we gisteren de caravan
hebben verplaatst van de camping in Barreiros naar Camping El Mesón in Méson da
Cabra, nabij Guitiriz, en we daarvan ook een rustdag hebben gemaakt, waarop we
overigens op heel bijzondere wijze bij en op de camping El Mesón de verjaardag
van Durkje tot laat in de avond met campinggasten en campingpersoneel hebben
gevierd, begint vandaag weer het serieuze werk van de voortzetting van onze
pelgrimstocht over de Camino de la Costa naar Santiago de Compostela. De lucht
was in de afgelopen avond en nacht wisselend helder en bewolkt, en als we
vanmorgen om 6.45 uur opstaan, is het nauwelijks bewolkt, en ziet het er wel
naar uit dat het een volop zonnige dag gaat worden. Als we tegen 8.00 uur met
de auto de camping verlaten, is het overigens nog wel veel kouder dan in de
afgelopen twee weken. We beginnen vandaag te wandelen bij een temperatuur van
11 graden Celsius, maar die loopt gedurende onze wandeletappe nog wel op tot 23
graden Celsius, bij een prachtig zonnig zomers weerbeeld. Wandelen is onder
deze weersomstandigheden een feest op zich, en ook al zou dat niet zo zijn
geweest, dan zou de omgeving er wel een feest van hebben gemaakt, want het
gebied waar we vandaag door heen wandelen, laat Galicië authentiek en op zijn
mooist zien.
Baamonde – Vilalba - Baamonde
We rijden van de camping naar
Baamonde, slechts enkele kilometers vanaf de camping. Daar parkeren we de auto
en vragen we bij het rotondecafé om een taxi. De barkeepster geeft ons het
telefoonnummer van het plaatselijke taxibedrijf. Tijdens het telefoongesprek
horen we dat ze ervoor zullen zorgen dat een collega met de taxi naar ons café
komt.
Naast de ingang van het café
hangt een bord van de ‘Associación de Amig@s Camiño Norte’, en op het menubord
van het café eronder staat een illustratie van een pelgrim, met daaronder de
vermelding dat het café al om 6.30 uur open is, wat voor de vroege pelgrim de
kans biedt om hier dan al te ontbijten, alvorens de dagetappe aanvangt.
Het wachten op onze taxi
duurt nog geen tien minuten, en dan vertrekken we al om van Baamonde naar
Vilalba te worden vervoerd.
Om 8.45 uur staan we klaar in
Vilalba voor onze volgende pelgrimsetappe van Vilalba naar Baamonde, over een
afstand van 19,1 kilometer.
Traditioneel boerenwerk
Via smalle straten en paadjes
wandelen we Vilalba uit, waarbij we onderweg ook een rivier oversteken. Vóór
ons zien we drie pelgrims op alweer de volgende rivieroever hun kampement
opbreken.
Ze hebben hier vannacht in
twee tentjes overnacht naast de Puente Rodríguez, een oude houten brug op
stenen pijlers.
We komen dan spoedig door een
verlaten buurtschap, over een pad dat het boerderijerf van een geheel vervallen
boerderij doorsnijdt.
Even later komen we weer bij
zo’n oude Galicische boerderij, maar hier is te zien dat die toch nog in bedrijf
is. Op het boerderijerf waar we over heen moeten, staat een oude boerenkar met
daarop tamelijk vers gemaaid gras, en de deur van de donkere stal staat open.
Een oude boerin loopt met
emmers over het erf, van de stal naar het huis, en van het huis weer naar de
stal. Je waant je hier in een entourage van een boerenbedrijfje van tientallen
jaren geleden, maar dit is hier in Galicië toch helemaal en heel bijzonder
2016.
Aan de andere kant van het
boerderijerf ligt een uitgestrekte houtopslag om ook in de komende winter(s)
nog te kunnen stoken, maar je vraagt je als passant af of de oude boerin en dit
traditionele boerenbedrijfje nog de tijd zal zijn gegund om al dat hout op te
stoken.
Wat we hier vanmorgen zien,
is waarschijnlijk nog een laatste illustratie van hoe hier vele tientallen
jaren geleden al werd en nog steeds wordt gewerkt.
Hier in Galicië wordt
doorgaans op heel kleine schaal in de boerensector gewerkt. We zien hier
nauwelijks een tractor of tekens van mechanisatie, en als er al een tractor in
een schuur staat, is het een kleine en een heel oud exemplaar van al enkele
tientallen jaren oud. Je mag het als een voorrecht beschouwen dat je hier als
pelgrim (vreemdeling) door dit (hun) land van boeren loopt, alsof je tientallen
jaren terug bent gezet in de tijd. Een heel bijzondere ervaring is dat.
Over oude boerenpaden gaan we
voort, en als we in een iets opener landschap komen, zien we links achter ons
nog heel even de stad Vilalba hoog op en tegen de heuvel liggen.
Je ervaart het grote contrast
tussen de moderne stad en het traditionele platteland van Galicië.
En dan gaan we weer verder
over oude boerenpaden, die oude boerenbedrijven en minieme buurtschappen aan
elkaar verbinden. We lopen over een boerenerf, waar een oude houten boerenkar
in een traditioneel gebouwd schuurtje staat.
Daarnaast staat een hele oude
stenen waterput met een wasplaats.
De binnenwanden van de diepe
waterpunt zijn begroeid met mos en varens.
Iets hogerop, aan een
kruisend asfaltweggetje, komen we langs een oude open wasplaats.
Daarna komen we langs een
boerderij. Enkele kippen scharrelen over het erf; de boerin groet ons. We gaan
voort over schilderachtige oude boerenpaden.
Alba
Als we vlak vóór het dorpje
Alba middels een viaduct over de A8 lopen, staan we ineens weer in een heel
andere wereld, die van modern 2016. Achter ons zien we nog eens de stad Vilalba
op de heuvel liggen, en rechts vóór ons zien we veraf boven op een bergrug een
rij moderne windmolens staan, hoog boven de bomen op de berg en contrasterend
afstekend tegen de bewolkte blauwe lucht.
Bij Alba steken we ook de
N-634 over.
We lopen dan naar de Iglesia
de San Xoan de Alba, met daar pal naast het opvallende neogotische kerkhof.
De torentjes met daarop de
kruisen van de graven steken scherp af tegen de blauwe lucht en de witte
wolken.
Een hondenleven
Voorbij Alba duiken we het
agrarische land weer in van de oude boerenpaden langs vervallen boerderijen.
Op één van die oude paden
loopt een oude boer voor ons uit, een witte hoed op en steunend op zijn stok.
We groeten elkaar vriendelijk en gaan in eigen tempo voort.
Verderop komen we langs een
boerderij, waar een mestkar staat, die hoog is opgeladen met koeienmest.
Het boerenerf enkele meters
verderop van deze boerderij is ronduit een zootje, maar dat wordt dan wel weer
goed bewaakt door twee kettinghonden, die luidruchtig aanslaan als we het erf
passeren.
De meeste – veelal
vervaarlijk uitziende – grote erfhonden liggen hier overigens aan zware
kettingen of zijn opgesloten in zwaar uitgevoerde kennels. Ze hebben letterlijk
een hondenleven, en zijn voor alle passerende pelgrims lawaaierige
blafmachines, die de stilte van het Galicische platteland elke keer ruw
verstoren. Als er dagelijks 50 pelgrims langskomen, blaffen de honden ook 50
keer, dus zeker zo’n tien keer per uur, dus gemiddeld elke dag om de zes
minuten. Wat zouden de hondeneigenaren daar nu zelf van vinden?
Café Americano voor pelgrims
Ter hoogte van de plaatsjes
Saá en Insúa komen we weer bij de N-634. Waar het wandelpad deze doorgaande weg
kruist, staat een café. We hebben nu 10,1 kilometer zonder rustpunt gelopen,
dus we vinden dat we hier onze koffiepauze dubbel en dwars hebben verdiend.
Binnen drinken we de gebruikelijke koppen Café Americano, grote koppen zwarte
koffie, geen melk, geen suiker, alleen stevige koffie voor de pelgrims. Binnen
en buiten bevinden zich meer pelgrims, waaronder een groep van vier Franstalige
pelgrims, en een groep van zo’n zes Engelssprekende pelgrims. De wereld komt
hier bijeen op enkele vierkante meters.
Ponte de Saá over de Río Labrada
Na deze koffiepauze lopen
Durkje en ik aan de overzijde van de N-634 naar de Ponte de Saá, een lange
stenen boogbrug over de Río Labrada, die getuige het nevenstaande
informatiebord enkele jaren geleden is gerestaureerd als werkgelegenheidsproject.
Aan de overzijde van het
riviertjes staan in het veld enkele grote feesttenten, en het ziet ernaar uit
dat hier wellicht in het afgelopen weekend een soort dorpsfeest is
georganiseerd. De tenten moeten nog worden afgebroken en weggehaald.
Penas en Pigara
Al spoedig gaan we weer onder
de N-634 door, om dan verder te gaan in de richting van Penas. Op deze
asfaltweg komen we langs een ouder, traditioneel gebouwd huis, dat momenteel
van binnen en van buiten wordt gerestaureerd. Enkele werklui zijn op het grote
nieuwe dak bezig om houten platen op het geïsoleerde dak te leggen, waarop
later waarschijnlijk dakpannen of hoogstwaarschijnlijk traditionele leien
zullen worden gelegd.
Van Penas lopen we door naar
Pigara. Vlak vóór het oude dorpskerkje van Pigara, gaan we bij het oude
wegkruis midden op de weg rechtsaf, om daarna wederom de N-634 en de A8 te
kruisen.
Langs Santiago in Baamonde
We lopen nu ten westen van de
N-634 in zuidelijke richting naar Baamonde. We komen weer terug bij de N-634 om
dan een behoorlijk eind over de vluchtstrook van deze brede, maar niet al te
drukke weg te lopen. Dit is het minst aantrekkelijke deel van onze etappe van
vandaag, maar ook aan dit stuk komt wel een eind, als we vlak voor het drukke
verkeersknooppunt (N-634 en A6 en A8) iets verder van de weg af onze route
kunnen vervolgen. Met enige bochtenwerk kruisen wij zo ook dit luidruchtige
verkeersknooppunt, om vervolgens de bebouwde kom van Baamonde binnen te lopen.
Daar komen we al vrij spoedig langs een tuin waarin een waarschijnlijk moderne
uitvoering van een wegkruis staat, waarbij op de halve hoogte van het wegkruis
een mooi beeld van Sint Jacob (Santiago) is verwerkt.
Aankomst in Baamonde
In de verte zien we vóór ons
vier pelgrims lopen. Al snel zien we dat de Nederlandse pelgrims Paul &
Monique daar ook bij zijn; het Enschedese pelgrimsechtpaar dat we in de
afgelopen dagen onderweg al eerder hebben ontmoet. We spreken hen nog vlak vóór
de grote pelgrimsherberg van Baamonde. Zij zijn om 7.30 uur uit Vilalba vertrokken,
en hadden twee dagen geleden al vernomen dat deze grote herberg met 92 bedden
de komende nacht niet beschikbaar is voor pelgrims. Ze hebben veiligheidshalve
vooraf dan ook al elders in Baamonde een slaapplaats gereserveerd, dus zij zijn
in elk geval zeker van een bed voor de komende nacht. Morgen lopen ze evenals
wij naar Miraz. Zij gaan op zoek naar hun overnachtingsadres, en wij lopen door
naar de auto in het centrum van Baamonde, om dan om 13.00 uur in Baamonde nog
enkele boodschappen in de supermarkt te halen, alvorens we terugrijden naar
onze camping in Mesón da Cabra, nabij Guitiriz.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten