dinsdag 16 augustus 2016

Pelgrimeren van Vilalba naar Baamonde

De camino loopt ook over het erf van oude Galicische boerderijen



















Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela

Camino del Norte & Camino de la Costa > Irún – Santiago de Compostela
Camino de la Costa van Vilalba naar Baamonde
Maandag 1 augustus 2016 – 19,1 km.
Dag 35: 716 – 735,1 km


Galicië is een feest
Nadat we gisteren de caravan hebben verplaatst van de camping in Barreiros naar Camping El Mesón in Méson da Cabra, nabij Guitiriz, en we daarvan ook een rustdag hebben gemaakt, waarop we overigens op heel bijzondere wijze bij en op de camping El Mesón de verjaardag van Durkje tot laat in de avond met campinggasten en campingpersoneel hebben gevierd, begint vandaag weer het serieuze werk van de voortzetting van onze pelgrimstocht over de Camino de la Costa naar Santiago de Compostela. De lucht was in de afgelopen avond en nacht wisselend helder en bewolkt, en als we vanmorgen om 6.45 uur opstaan, is het nauwelijks bewolkt, en ziet het er wel naar uit dat het een volop zonnige dag gaat worden. Als we tegen 8.00 uur met de auto de camping verlaten, is het overigens nog wel veel kouder dan in de afgelopen twee weken. We beginnen vandaag te wandelen bij een temperatuur van 11 graden Celsius, maar die loopt gedurende onze wandeletappe nog wel op tot 23 graden Celsius, bij een prachtig zonnig zomers weerbeeld. Wandelen is onder deze weersomstandigheden een feest op zich, en ook al zou dat niet zo zijn geweest, dan zou de omgeving er wel een feest van hebben gemaakt, want het gebied waar we vandaag door heen wandelen, laat Galicië authentiek en op zijn mooist zien.

Baamonde – Vilalba - Baamonde
We rijden van de camping naar Baamonde, slechts enkele kilometers vanaf de camping. Daar parkeren we de auto en vragen we bij het rotondecafé om een taxi. De barkeepster geeft ons het telefoonnummer van het plaatselijke taxibedrijf. Tijdens het telefoongesprek horen we dat ze ervoor zullen zorgen dat een collega met de taxi naar ons café komt.
Naast de ingang van het café hangt een bord van de ‘Associación de Amig@s Camiño Norte’, en op het menubord van het café eronder staat een illustratie van een pelgrim, met daaronder de vermelding dat het café al om 6.30 uur open is, wat voor de vroege pelgrim de kans biedt om hier dan al te ontbijten, alvorens de dagetappe aanvangt.
Het wachten op onze taxi duurt nog geen tien minuten, en dan vertrekken we al om van Baamonde naar Vilalba te worden vervoerd.
Om 8.45 uur staan we klaar in Vilalba voor onze volgende pelgrimsetappe van Vilalba naar Baamonde, over een afstand van 19,1 kilometer.

Traditioneel boerenwerk
Via smalle straten en paadjes wandelen we Vilalba uit, waarbij we onderweg ook een rivier oversteken. Vóór ons zien we drie pelgrims op alweer de volgende rivieroever hun kampement opbreken.
Ze hebben hier vannacht in twee tentjes overnacht naast de Puente Rodríguez, een oude houten brug op stenen pijlers.
We komen dan spoedig door een verlaten buurtschap, over een pad dat het boerderijerf van een geheel vervallen boerderij doorsnijdt.
Even later komen we weer bij zo’n oude Galicische boerderij, maar hier is te zien dat die toch nog in bedrijf is. Op het boerderijerf waar we over heen moeten, staat een oude boerenkar met daarop tamelijk vers gemaaid gras, en de deur van de donkere stal staat open.
Een oude boerin loopt met emmers over het erf, van de stal naar het huis, en van het huis weer naar de stal. Je waant je hier in een entourage van een boerenbedrijfje van tientallen jaren geleden, maar dit is hier in Galicië toch helemaal en heel bijzonder 2016.
Aan de andere kant van het boerderijerf ligt een uitgestrekte houtopslag om ook in de komende winter(s) nog te kunnen stoken, maar je vraagt je als passant af of de oude boerin en dit traditionele boerenbedrijfje nog de tijd zal zijn gegund om al dat hout op te stoken.
Wat we hier vanmorgen zien, is waarschijnlijk nog een laatste illustratie van hoe hier vele tientallen jaren geleden al werd en nog steeds wordt gewerkt.
Hier in Galicië wordt doorgaans op heel kleine schaal in de boerensector gewerkt. We zien hier nauwelijks een tractor of tekens van mechanisatie, en als er al een tractor in een schuur staat, is het een kleine en een heel oud exemplaar van al enkele tientallen jaren oud. Je mag het als een voorrecht beschouwen dat je hier als pelgrim (vreemdeling) door dit (hun) land van boeren loopt, alsof je tientallen jaren terug bent gezet in de tijd. Een heel bijzondere ervaring is dat.
Over oude boerenpaden gaan we voort, en als we in een iets opener landschap komen, zien we links achter ons nog heel even de stad Vilalba hoog op en tegen de heuvel liggen.
Je ervaart het grote contrast tussen de moderne stad en het traditionele platteland van Galicië.
En dan gaan we weer verder over oude boerenpaden, die oude boerenbedrijven en minieme buurtschappen aan elkaar verbinden. We lopen over een boerenerf, waar een oude houten boerenkar in een traditioneel gebouwd schuurtje staat.
Daarnaast staat een hele oude stenen waterput met een wasplaats.
De binnenwanden van de diepe waterpunt zijn begroeid met mos en varens.
Iets hogerop, aan een kruisend asfaltweggetje, komen we langs een oude open wasplaats.
Daarna komen we langs een boerderij. Enkele kippen scharrelen over het erf; de boerin groet ons. We gaan voort over schilderachtige oude boerenpaden.

Alba
Als we vlak vóór het dorpje Alba middels een viaduct over de A8 lopen, staan we ineens weer in een heel andere wereld, die van modern 2016. Achter ons zien we nog eens de stad Vilalba op de heuvel liggen, en rechts vóór ons zien we veraf boven op een bergrug een rij moderne windmolens staan, hoog boven de bomen op de berg en contrasterend afstekend tegen de bewolkte blauwe lucht.
Bij Alba steken we ook de N-634 over.
We lopen dan naar de Iglesia de San Xoan de Alba, met daar pal naast het opvallende neogotische kerkhof.
De torentjes met daarop de kruisen van de graven steken scherp af tegen de blauwe lucht en de witte wolken.

Een hondenleven
Voorbij Alba duiken we het agrarische land weer in van de oude boerenpaden langs vervallen boerderijen.
Op één van die oude paden loopt een oude boer voor ons uit, een witte hoed op en steunend op zijn stok. We groeten elkaar vriendelijk en gaan in eigen tempo voort.
Verderop komen we langs een boerderij, waar een mestkar staat, die hoog is opgeladen met koeienmest.
Het boerenerf enkele meters verderop van deze boerderij is ronduit een zootje, maar dat wordt dan wel weer goed bewaakt door twee kettinghonden, die luidruchtig aanslaan als we het erf passeren.
De meeste – veelal vervaarlijk uitziende – grote erfhonden liggen hier overigens aan zware kettingen of zijn opgesloten in zwaar uitgevoerde kennels. Ze hebben letterlijk een hondenleven, en zijn voor alle passerende pelgrims lawaaierige blafmachines, die de stilte van het Galicische platteland elke keer ruw verstoren. Als er dagelijks 50 pelgrims langskomen, blaffen de honden ook 50 keer, dus zeker zo’n tien keer per uur, dus gemiddeld elke dag om de zes minuten. Wat zouden de hondeneigenaren daar nu zelf van vinden?

Café Americano voor pelgrims
Ter hoogte van de plaatsjes Saá en Insúa komen we weer bij de N-634. Waar het wandelpad deze doorgaande weg kruist, staat een café. We hebben nu 10,1 kilometer zonder rustpunt gelopen, dus we vinden dat we hier onze koffiepauze dubbel en dwars hebben verdiend. Binnen drinken we de gebruikelijke koppen Café Americano, grote koppen zwarte koffie, geen melk, geen suiker, alleen stevige koffie voor de pelgrims. Binnen en buiten bevinden zich meer pelgrims, waaronder een groep van vier Franstalige pelgrims, en een groep van zo’n zes Engelssprekende pelgrims. De wereld komt hier bijeen op enkele vierkante meters.

Ponte de Saá over de Río Labrada
Na deze koffiepauze lopen Durkje en ik aan de overzijde van de N-634 naar de Ponte de Saá, een lange stenen boogbrug over de Río Labrada, die getuige het nevenstaande informatiebord enkele jaren geleden is gerestaureerd als werkgelegenheidsproject.
Aan de overzijde van het riviertjes staan in het veld enkele grote feesttenten, en het ziet ernaar uit dat hier wellicht in het afgelopen weekend een soort dorpsfeest is georganiseerd. De tenten moeten nog worden afgebroken en weggehaald.

Penas en Pigara
Al spoedig gaan we weer onder de N-634 door, om dan verder te gaan in de richting van Penas. Op deze asfaltweg komen we langs een ouder, traditioneel gebouwd huis, dat momenteel van binnen en van buiten wordt gerestaureerd. Enkele werklui zijn op het grote nieuwe dak bezig om houten platen op het geïsoleerde dak te leggen, waarop later waarschijnlijk dakpannen of hoogstwaarschijnlijk traditionele leien zullen worden gelegd.
Van Penas lopen we door naar Pigara. Vlak vóór het oude dorpskerkje van Pigara, gaan we bij het oude wegkruis midden op de weg rechtsaf, om daarna wederom de N-634 en de A8 te kruisen.

Langs Santiago in Baamonde
We lopen nu ten westen van de N-634 in zuidelijke richting naar Baamonde. We komen weer terug bij de N-634 om dan een behoorlijk eind over de vluchtstrook van deze brede, maar niet al te drukke weg te lopen. Dit is het minst aantrekkelijke deel van onze etappe van vandaag, maar ook aan dit stuk komt wel een eind, als we vlak voor het drukke verkeersknooppunt (N-634 en A6 en A8) iets verder van de weg af onze route kunnen vervolgen. Met enige bochtenwerk kruisen wij zo ook dit luidruchtige verkeersknooppunt, om vervolgens de bebouwde kom van Baamonde binnen te lopen. Daar komen we al vrij spoedig langs een tuin waarin een waarschijnlijk moderne uitvoering van een wegkruis staat, waarbij op de halve hoogte van het wegkruis een mooi beeld van Sint Jacob (Santiago) is verwerkt.

Aankomst in Baamonde

In de verte zien we vóór ons vier pelgrims lopen. Al snel zien we dat de Nederlandse pelgrims Paul & Monique daar ook bij zijn; het Enschedese pelgrimsechtpaar dat we in de afgelopen dagen onderweg al eerder hebben ontmoet. We spreken hen nog vlak vóór de grote pelgrimsherberg van Baamonde. Zij zijn om 7.30 uur uit Vilalba vertrokken, en hadden twee dagen geleden al vernomen dat deze grote herberg met 92 bedden de komende nacht niet beschikbaar is voor pelgrims. Ze hebben veiligheidshalve vooraf dan ook al elders in Baamonde een slaapplaats gereserveerd, dus zij zijn in elk geval zeker van een bed voor de komende nacht. Morgen lopen ze evenals wij naar Miraz. Zij gaan op zoek naar hun overnachtingsadres, en wij lopen door naar de auto in het centrum van Baamonde, om dan om 13.00 uur in Baamonde nog enkele boodschappen in de supermarkt te halen, alvorens we terugrijden naar onze camping in Mesón da Cabra, nabij Guitiriz.

Geen opmerkingen: