Maandag 25 april 2016
Smal oeverpad langs de Rio Trancão voorbij de rivierbrug van Sacavém |
Caminho Portugués de Santiago van Torre Vasco da Gama
naar Alverca do Ribatejo
Maandag 25 april 2016 – 20,3 km.
Dag 2: 9,2 – 29,5 km
Dag 2: 9,2 – 29,5 km
Vroeg ontbijt aan de Taag
Het voor een pelgrim eigenlijk
te luxe hotel waarin we vannacht overnachtten, hebben we gisteravond op
passende wijze geneutraliseerd met een eenvoudige doch voedzame maaltijd in het
restaurant van het hotel, en vanmorgen vroeg zetten we die versobering voort
met een ontbijt voor pelgrims, in de buitenlucht.
Om 7.45 uur checken we al uit
bij de hotelbalie, en dan kopen we aan de overzijde van de brede straat bij een
bakkerswinkeltje een aantal verschillende broodjes. Daarmee wandelen we naar de
oever van de Taag, waar we op de boulevard langs deze brede rivier een bankje
zoeken, waarop we genieten van een heerlijk ontbijt in de buitenlucht. Het is
onbewolkt, dus we zitten lekker in de zon, met een prachtig uitzicht over de
Taag.
Ontbijten aan de Taag in Torre Vasco da Gama |
Om 8.25 uur zijn we klaar met
het ontbijt en vertrekken we voor onze tweede pelgrimsdag, op dezelfde
plaats waar we gisteren onze eerste dag eindigden.
Theedrinken met Catharina van Braganza
We lopen in noordelijke
richting langs de oever van de Taag. Langs deze rivier is een prachtig
wandelpad aangelegd, dat ons eerst in de richting van de Ponte Vasco da Gama
voert, de 17 kilometer lange brug die de beide oevers van de Taag
verbindt.
Voordat we onder deze hoge
brug door gaan, passeren we eerst nog een replica van het standbeeld van
Catharina van Braganza, die in 1662 trouwde met Charles II, en die
waarschijnlijk thee en theetijd introduceerde aan het Britse hof.
Langs de Rio Trancão voorbij Sacavém
Voorbij de Ponte Vasco da
Gama komen we uit op de plaats waar de Rio Trancão uitmondt in de Rio Tejo
(Taag).
Hier buigen we naar het
westen af, om over de zuidoever van de Rio Trancão in de richting van Sacavém
te lopen.
In Sacavém steken we via een
brug de Rio Trancão over, en dan volgen we direct aan de overzijde van de
rivier de andere zijde van de rivieroever.
Nu volgt een smal pad over de
hoge oever, door de vallei van de Rio Trancão.
Onderweg passeren we het
eerste betonnen wegwijzerpaaltje van de Caminho de Fátima, waarop kleine
steentjes liggen, op de wijze zoals je dat ook ziet op de Spaanse camino’s. Het
zijn deze kleine steentjes, die passerende pelgrims op dergelijke plekken
deponeren als een vorm van denken aan iets wat hen zorgen baart, of verdriet,
of wellicht ook verheugt en/of wat tot dankbaarheid stemt.
Wandelaars en mountain bikers door de riviervallei
Wat nu volgt, is een mooie
route door de prachtige riviervallei. We weten inmiddels dat een Brits
wandelend stel een eind achter ons loopt, maar later vandaag zien we hen niet
weer.
Enkele mountain bikers
passeren ons vanuit tegengestelde richting. Een vader met zijn dochter – ieder
ook op een mountain bike - willen Durkje passeren op het smalle pad, maar het
kleine meisje komt daarbij ten val en belandt onderaan in een greppel. Gelukkig valt het mee, en kan ze er zelf
ook nog om lachen. Ze gaan even later weer vrolijk verder, en passeren ons een
eindje verderop.
Een stoere tocht door een schilderachtig landschap
We genieten van de
schilderachtige bloemenpracht van alle soorten bloeiende planten aan
weerszijden van het pad, en ook verderop in de groene vallei. Dit deel van de
route is trouwens het eerste off road-pad dat we voorbij Lissabon bewandelen.
Verderop, op een breed
landbouwpad, komt een boer met een tractor ons tegemoet.
In een bijna droge
rivierbedding staat een groep aronskelken majestueus prachtig in bloei.
Bij een oude fabrieksruïne
ontmoeten we de terreinfietsende vader met zijn dochter weer. Hij vertelt dat
ze zojuist even hebben gepauzeerd, want ze moeten ook regelmatig iets eten en
drinken onderweg. De man vertelt dat hij met zijn dochter een lange mountain bike-tocht
maakt, en dat zijn echtgenote hen straks weer met de auto terughaalt naar huis.
Mooi dat er ook in Portugal vaders zijn die met hun jonge dochters al
zulke stoere fietstochten maken.
Van Granja via Casal do Freixo
naar Alpriata
Even later passeren we de
plaats Granja. We zien zo langzamerhand wel uit naar een aangename koffiepauze,
en we weten dat er in het volgende dorpje een dorpscafé is waar we onze
koffiestop kunnen hebben.
Met een lichte klim van zo’n
50 meter lopen we van Granja naar Casal do Freixo.
Dat is eigenlijk een soort
buurtschap, dat als tweelingdorp nagenoeg één geheel vormt met het dorpje
Alpriata, dat we dan ook direct al binnenwandelen. Aan de rand van het
dorpspleintje staat een oude barbecue, waarop enkele vissen worden gegrild.
Niemand die erbij staat.
Hier in Alpriata verlaten we
voor heel even de doorgaande caminho-route, omdat iets van de route af aan de
doorgaande weg van het dorp een bar is. Daar is het gezellig druk, met een
aantal mannen die elkaar binnen en buiten het café ontmoeten. Er wordt
samen koffie of iets sterkers gedronken, ze kijken samen voetbal op tv, en een
aantal zijn druk met elkaar in gesprek op het smalle terras aan de straatzijde.
Binnen kopen we enkele koppen
koffie, we vullen hier onze voorraad drinkflesjes weer bij, en we kopen een
stuk kaas, zodat we onderweg ook weer nieuw beleg hebben. Zo vervult dit
dorpscafé de functie van café en enige detailhandel.
Bamboebosje in een vallei
Na deze gezellige terraspauze
waarin we flink eten en drinken, kunnen we weer gesterkt verder. We wandelen
Alpriata uit, en buigen dan een eind verder af over een veldpad. We lopen hier
door een dal in een mooi heuvelachtig landschap. In deze vallei gaan we door
een enigszins moerasachtig bamboebosje, waar een drassig pad doorheen loopt.
Het veldpad brengt ons in de
richting van de snelweg A1, die we verderop parallel volgen over een smal pad
aan de voet van deze hooggelegen autosnelweg.
Póvoa de Santa Iria
We gaan onder de A1 door en
komen dan al weer in een uitgestrekt stedelijk gebied. We wandelen de
plaats Póvoa de Santa Iria binnen.
De route gaat verder in de
richting van de Taag. We volgen een steenachtig pad, en verderop een betonnen
voet- en fietspad. De route van de beide caminho’s wordt hier overigens door de
burgerlijke gemeente perfect bewegwijzerd, onder andere met hun eigen
duidelijke routebordjes waarop beide caminho’s steeds weer worden vermeld.
Op de plaats waar het pad
uitkomt bij de rivieroever van de Taag, is een gezellig recreatiegebied met een
klein paviljoen, waar je het een en ander aan eten en drinken kunt kopen. We
zoeken een schaduwrijke plek op het terras. Bij de bar bestel ik in het Engels
twee koppen thee. Toch niet de moeilijkste bestelling, zou je denken. De
jongeman die achter de bar staat, wordt deze bestelling echter nu al te moeilijk,
dus hij roept zijn baas en bazin erbij, omdat deze Engelstalige bestelling voor
hem toch echt een stap te ver is. De beide horecaondernemers spreken echter
prima Engels, dus die thee, dat komt wel goed. Ze vertellen dat ze vorig jaar
in mei in Amsterdam op vakantie waren, en dat ze toen ook zo hebben
genoten van de Keukenhof.
Zuidafrikanen en flamingo’s in de uiterwaarden
Na deze theestop gaan we
verder met het laatste deel van de route van vandaag. Nu volgt een vrij nieuw
vlonderpad, dat over een grote afstand door de natte uiterwaarden van de Taag
gaat, die geheel vol staat met prachtig bloeiende planten. Aan de zijde van de
Taag zien we ook nog groepen flamingo’s fourageren. Kortom, een prachtig natuurgebied
om doorheen te gaan.
We ontmoeten halverwege een
echtpaar dat hier in de buurt woont. Hij komt van origine uit deze regio, heeft
enkele jaren in Zuid-Afrika gewerkt, ontmoette daar deze Zuidafrikaanse vrouw,
met wie hij trouwde, en inmiddels wonen ze hier weer in de buurt. Hij werkt bij
de vliegmaatschappij TAP Portugal.
Ze geven ons allerlei tips
ter bezichtiging, waaronder het luchtvaartmuseum verderop, en ze leggen ook uit
hoe we straks het beste een overnachtingsaccommodatie kunnen vinden voorbij
Alverca de Ribatejo, in Verdelha de Baixo.
Daarna wandelen we verder
door dit uitgestrekte natuurgebied, en verderop komen we dan bij het spoor, dat
we via de parallelle weg volgen tot aan de rand van de bebouwde kom van Alverca
de Ribatejo.
Alverca de Ribatejo
Bij het treinstation van
Alverca de Ribatejo lopen we langs het luchtvaartmuseum. We gaan via de
stationstrappen door het stationsgebouw over de sporen heen, om aan de
overzijde de plaats Alverca de Ribatejo in te lopen.
Eerst volgen we nog een eindje
de camino-borden, en dan buigen we aan de rand van het dorp af naar het
dorpscentrum, waar we in een supermarkt onze boodschappen voor morgen halen.
Daarna lopen we verder van de
caminho-route af, om anderhalve kilometer verderop te arriveren in het nabijgelegen
dorp Verdelha de Baixo.
Opmerkelijk is dat een grote
plaats als Alverca de Ribatejo geen enkel hotel heeft, en dat we in Verdelha de
Baixo nota bene direct al vier overnachtingsaccommodaties op rij vinden in één
straat.
Een ware gastheer voor pelgrims in Verdelha de Baixo
Bij het eerste adres krijgen
we geen gehoor als we aanbellen, maar iets verderop is het Alfa
10-hospedaria-hotelcomplex, waar we direct en vriendelijk aan een hotelkamer
worden geholpen. Het tariefbord geeft een kamerprijs aan van 37 euro, maar de
hoteleigenaar vraagt ons maar 30 euro voor de kamer. Hij is goed op de hoogte
van pelgrimeren, blijkend uit het feit dat hij direct ook aanbiedt om zijn
hospedaria-stempel in onze pelgrimspaspoorten te zetten, en als hij ons buitenom
naar de hotelkamer brengt, wijst hij ons ook direct hoe en waar we onze was
kunnen doen, en waar we de was kunnen ophangen om te drogen. En hij geeft ons
ook nog een plattegrond, waarop hij heeft aangetekend hoe wij morgen vanuit
zijn hotel het beste weer op de camino kunnen opstappen. Kijk, dat is nog eens gastvrij
meedenken met de pelgrim. Al met al is dit dus een prima onderkomen voor de
komende nacht.
We hebben de tweede
pelgrimsdag er al weer op zitten, met prachtig zomers weer. Een hele dag volop
zonneschijn met een temperatuur die zeker tot boven de 25 graden Celsius
opliep.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten