maandag 9 mei 2016

Pelgrimeren van Golegã naar Tomar

Zaterdag 30 april 2016
Varken slachten in de buitenlucht in São Caetano

























Caminho Portugués de Santiago van Golegã naar Tomar
Zaterdag 30 april 2016 – 29,7 km.
Dag 7: 121,6 – 151,3 km

Ontbijt in Casa da Tia Guida
We hebben voor vandaag de etappe van Golegã naar Tomar in de planning, over een afstand van 29,7 kilometer met regelmatig klimmen en afdalen, dus we staan vanmorgen betrekkelijk vroeg op om 6.45 uur.
Voor alle zes hotelgasten staat vanmorgen het ontbijt al klaar in de grote stijlvolle eetkamer aan de voorzijde van deze statige voormalige dorpsboerderij. De andere vier gasten zijn al vertrokken, dus we ontbijten met zijn tweeën.
De hoteleigenares, van wie haar grootouders vroeger in dit grote herenhuis woonden, vult alle ontbijt-ingrediënten ruimschoots aan, en ze geeft aan dat we daarvan ook het lunchpakket voor onderweg mogen klaarmaken en meenemen. Ze vertelt dat ze gymnastiekleerkracht is op een school, en dat zij en haar man hun geërfde huis er als hotel bij exploiteren om dit huis in goede staat te houden en om er naast hun baan zo mogelijk ook nog iets bij te verdienen.

Afscheid van Golegã
Bij het afscheid vertelt ze waar we in Golegã drinken voor onderweg kunnen kopen, en als we dat hebben gekocht, wandelen we over het dorpsplein langs de kerk naar de rand van de bebouwde kom.
Onderweg worden we door twee honden – staande boven op een hoge tuinmuur - met luidruchtig geblaf verwelkomd, en bovenal ten afscheid weggeblaft.

Varken slachten en stierenvechten
Langs de doorgaande asfaltweg wandelen we in noordelijke richting. We komen eerst langs het buurtschap Casal Branco.
Ter hoogte van de driesprong van Malã slaan we linksaf.
Dan komen we de plaats São Caetano binnen bij het stenen Tempeliersmonument.
Zoals zoveel plaatsen hier in de regio wordt de plaatsnaam aangegeven met een decoratief tegeltableau.
De route voert ons door het centrum van dit dorp. Daar passeren we twee mannen die in de buitenlucht een varken op een lang tafelblad hebben liggen, dat ze slachten.
De grote barbecue staat ernaast en als ik hen vraag of het varken straks wordt gegrild, krijg ik een bevestigend antwoord.
De jongste man, die goed Engels spreekt, vertelt dat er hier in het dorp vandaag stierenvechten is, en bij zo’n dorpsfeest moet dan ook goed worden gegeten.
Aan de overzijde van de straat op een braakliggend terrein staan inderdaad al forse ijzeren hekken, waar het stierenvechten later vandaag plaats zal vinden. Maar eerst moet het varken vanochtend worden geslacht.
We lopen verder door het dorp, en dan is duidelijk te zien dat het hier met al die boerderijruïnes voornamelijk vergane glorie is.

Quinta da Cardiga
Direct buiten Casa Caetano komen we bij de Quinta da Cardiga, een voormalig en bovenal groot boerderijcomplex.
Als we de quinta voorbij zijn, zien we dat dit grote bouwwerk aan de rivier de Taag staat.
Onder de stenen boogbruggen stroomt een snelstromend riviertje uit in de Taag.
Durkje en ik laten Quinta da Cardiga achter ons.

Vila Nova Barquina
Over een steenachtig pad lopen we naar Vila Nova Barquina. Rechts van ons wordt een grote akker geëgd. Enkele ooievaars strijken neer op deze akker, op zoek naar voedsel.
Bij de ingang van het dorp, nabij de school, grazen enkele schapen in een olijfhof.
In het dorp ontmoeten we het Duitse pelgrimsstel. Ze maken zich bezorgd om de vele blaren die de Duitse op beide voeten heeft. Ze zijn op zoek naar een café om een taxi te bellen, die haar naar Tomar kan brengen. Hij wil en kan wel verder lopen naar Tomar. Wij gaan verder en komen dan over de dorpsrotonde.
Vlak buiten Vila Nova Barquina staat een café langs de weg. We gaan er naar binnen voor een kop koffie, en ontmoeten daar de twee Belgische pelgrims, die zojuist gereed zijn om verder te trekken,

Dopen in Atalaia
Het volgende dorpje waar we binnenwandelen, is Atalaia.
Daar staat een mooie kerk langs de weg, die we gaan bezoeken.
Binnen treffen we een familie aan, als gezelschap voor een in een doopjurk gekleed meisje van ruim een jaar. Ze is het middelpunt van alle belangstelling.
Eén van de familieleden vraagt waar we vandaan komen. Op onze herkomst wordt enthousiast gereageerd, want – zo blijkt – dit meisje is de dochter van een Nederlandse moeder en een Portugese vader. De jonge moeder is afkomstig uit Amsterdam, vertelt ze. Verder ontmoeten we ook nog een familielid van haar uit Almere. Ze zijn allen naar deze kerk gekomen, om deze doopplechtigheid bij te wonen. Een feestelijke dag, en er worden dan ook binnen en buiten veel foto’s van de kleine meid gemaakt.
In het koor krijgen we uitleg van een Portugese vrouw over het beeld van de heilige Fátima in deze kerk.

Klimmen en dalen in eucalyptusbos
We verlaten Atalaia om buiten het dorp een eucalyptusbos in te gaan.
De eucalyptusbomen steken prachtig af tegen de helderblauwe lucht.
Nu begint dan toch ook het serieuze klimwerk. Gelukkig wordt de route ook in het bos goed bewegwijzerd met gele pijlen, waarvan een aantal zijn gemaakt van geel bespoten keien.
We dalen en stijgen, en bij elke klim is het weer een verrassing wat we zullen aantreffen over de top.
Sommige beklimmingen zijn behoorlijke uitdagingen. Het gaat niet erg hoog, maar de kei-achtige ondergrond noodzaakt wel tot voorzichtig klimwerk.

Bananen in Grou
Na een prachtige route door een heerlijk geurend eucalyptusbos wandelen we het dorpje Grou binnen.
Bij deze plaatsnaam moeten we natuurlijk direct denken aan het Friese Grou, zo’n twintig kilometer ten zuiden van onze woonplaats Stiens.
In Grou staat een bestelbus van een groentenboer. Een groep klanten van Grou staat bij de achterzijde van de bestelbus om iets bij de venter te kopen. Wij willen wel graag enkele bananen kopen, en daartoe krijgen we alle voorrang. Tijdens het afwegen van de bananen vraagt één van de Grou-sters uit welk land we afkomstig zijn. Als we onze nationaliteit bekend maken, reageert hij enthousiast, want – zo vertelt hij – hij is vroeger ook in Amsterdam en Rotterdam geweest.
In gesprek met de Portugezen bij de groentenboer
Als we bij de moderne kerk van Grou onze bananen eten, passeren de Zweeds-Amerikaanse en de Duitse pelgrim. De Duitser vertelt dat zijn vrouw vanuit Vila Nova Barquina met een taxi is vertrokken naar Tomar.
Even later verlaten ook wij Grou.

Geen café en geen taxi
Zo’n anderhalve kilometer verder komen we in het plaatsje Asseiceira.
We komen langs een dorpscafé en dorpskruidenier. Op het terras ontmoeten we de twee Belgische pelgrims en de Duitse pelgrim. Wij vullen bij de dorpssupermarkt onze voorraad drinken aan, en gaan dan verder, want we willen pas pauzeren in het café in het volgende dorpje, zo’n half uur verderop, in Guerreira.
Maar die vlieger gaat niet op, want als we bij dat café (dat in onze wandelgids staat vermeld) arriveren, blijkt het gesloten te zijn. Daarom lopen we door naar het verkeersknooppunt van Glorieta, ongeveer een kilometer verderop.

Lunch in het wachtlokaal van Glorieta
Onderweg daar naar toe staat er een taxichauffeur langs de weg om pelgrims op te vangen. Hij probeert ons over te halen om ons met de taxi naar Tomar te vervoeren, maar daar gaan we niet op in. Hij meldt nog dat we dan nog wel zeven kilometer moeten lopen, maar ook dat haalt ons niet over om in de taxi te stappen.
Wij lopen moedig door naar Glorieta, hopend op een café aldaar. Ook nu weer hebben we geen geluk, want het stationscafé van Glorieta is gesloten. Het stationsgebouw wordt gerenoveerd en is gesloten, op één deur na. Als we die deur openen, blijkt achter die deur het wachtlokaal van het station te zijn. We gaan hier naar binnen en nemen plaats op de houten bank om daarop te lunchen. Bij onze lunch nemen we ook weer fruit; nu geen banaan, maar de twee sinaasappels die we gisteren onderweg kregen aangeboden van de Portugees bij de waterzuiveringsinstallatie van Azzancha.

Laatste zware loodjes
Voorbij Glorieta gaat het verder over een karrenspoor parallel aan een spoorlijn.
We naderen de bebouwing van Casal Marmelo.
En even later lopen we de bebouwde kom van Casal Marmelo binnen.
Het volgende dorpje dat we doorkomen, is Casal das Bernardas.
Als we later al de stad Tomar in zicht hebben, buigt de route af naar het dorp Cabecas, en om daar te komen, moeten we over een asfaltweg nog behoorlijk klimmen.
Bij Cabecas buigen we af naar rechts, en ook dan is het klimmen nog niet voorbij, want de route brengt ook nog hoger, naar de Alto do Piolhinho.
Maar dan is het met het klimmen eindelijk gedaan, want dan buigen we af naar het lager gelegen São Lourenco. Daar gaan we onder het spoor door, en dan komen we bij een café en een kapel bij de doorgaande weg richting Tomar.

Tomar
Even later wandelen we de stad Tomar binnen, onze bestemming voor vandaag. Het is nu 15.05 uur, dus we hebben de 29,7 kilometer – zeker gezien het vele klimmen en dalen - vlot gelopen, namelijk in zeven uren. Later op de dag hoorden we van twee Italiaanse pelgrims dat ze een uur eerder waren vertrokken uit Golegã en ook om ongeveer drie uur in Tomar arriveerden, dus dan hebben wij het in een prima wandeltempo doorlopen.
Aan de rand van Tomar passeren we een bijzonder woonkampement, waarvan veel huisjes op tamelijk armoedige wijze zijn gebouwd van allerlei soorten hout en ijzer.
Wij lopen alsmaar rechtdoor naar het centrum van Tomar, waar we een overnachtingsplek vinden in het hostel Cavaleiros de Cristo.

Gezellige avond in de stad
Het is hier in Tomar een gezellige boel. Waarschijnlijk zal hier vanavond en morgen wel behoorlijk feest worden gevierd. Jongeren lopen nu al met vlaggen over de schouders. Morgen is het 1 mei, de Dag van de Arbeid, hier ook een nationale feestdag. Wij eten vanavond in een restaurant in het gezellige voetgangersgebied in het stadscentrum van Tomar, met uitzicht op het oude kasteel van de Tempeliers van Tomar. In het restaurant ontmoeten we weer het Duitse pelgrimsstel, dat we bij aankomst in het centrum van Tomar vanmiddag ook al hadden ontmoet. Zij had na aankomst met de taxi als kwartiermaker gefungeerd en voor hen beiden al een geschikte overnachtingsaccommodatie gevonden in het centrum, tegenover dit restaurant.

Geen opmerkingen: