maandag 7 december 2015

Stienser avondgebed volgens de liturgie van Taizé

Tweede Zondag van Advent - 6 december 2015 
Het koor van de Sint-Vituskerk tijdens de Taizéviering

De Heer wil ik dienen

Op deze tweede Zondag van Advent komen we vanavond om 19:00 bijeen in het koor van de Grote of Sint-Vituskerk van Stiens. Dit koor is ingericht voor het avondgebed, dat vanavond wordt gehouden volgens de liturgie van Taizé.
De Voorbereidingsgroep, die deze avonddienst voor ons heeft georganiseerd, heet bij binnenkomst en bij aanvang van deze viering alle aanwezigen van harte welkom, en leidt de dienst kort in.
Het thema van deze viering vanavond is:
'De Heer wil ik dienen:
laat er met mij gebeuren
wat u hebt gezegd.'

Zingen & bidden
We beginnen met het intochtslied 'Rjochtsje dyn eagen aloan op de Heare, op Kristus de Heare.'
Aansluitend zingen we afwisselend in het Engels en in het Fries het lied: 'I am sure I shall see the goodness of the Lord in the land of the living / Ja, ik sil sjen de goedens van ús God. Wês sterk, leau yn de Hear.'
Psalm 131, een pelgrimslied van David, wordt als Psalmgebed afgewisseld met het zingen van 'Alleluia'.
Dat beantwoorden we met 'Behüte mich, Gott, ich vertraue Dir, Du zeigst mir den Weg zum Leben / By Jo is freugde, freugde yn oerfloed', gevolgd door 'Wait for the Lord, whose day is near, keep watch, take heart.'

Lezen & zingen
De schriftlezing vanavond is uit Lucas 1: 26-38, waarin wordt verteld dat de maagd Maria een belangrijk teken van leven krijgt.
Dat beantwoorden we op passende wijze met het Magnificat, de lofzang van Maria: Zingt heel mijn ziel voor de Heer.
De lange Stilte daarna wordt gevolgd door Voorbeden, afgewisseld door het zingen van 'Kyrië, eleison', en dat sluiten we dan af met het gezamenlijk bidden van 'Het Onze Vader' en het zingen van: In de Heer vind ik heel mijn sterkte / Al myn hope en al myn freugde.'
Daarna - als de lichten van de kerkzaal zijn gedoofd - geven we elkaar het licht van de brandende kaarsen door, en ondertussen zingen we eerst ingetogen, maar steeds een beetje nadrukkelijker: 'Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft.'
Na het danklied 'Jezus, U bent het licht in ons leven', eindigen we met het slotlied: 'Nunc Dimitis', laat uw dienstknecht gaan; de lofzang van Simeon.
Nu gaat het licht in de kerkzaal weer aan, doven we onze kaarsen, en gaan we heen in stilte. Wie dat wenst, kan nog even blijven, om bijvoorbeeld in de kerk te bidden.

'Opdat het Lichtende Vuur voor altijd bij en in ons blijft'.

Geen opmerkingen: