zondag 15 november 2015

Najaarsbijeenkomst voor pelgrims in de Martinikerk van Groningen

Zaterdag 15 november 2015 
Massale samenzang van 'Le Chant des Pèlerins de Compostelle' in de Martinikerk te Groningen




















Pelgrims van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob
Jaarlijks houdt ons Nederlands Genootschap van Sint Jacob een Najaarsbijeenkomst ergens in het land, op een steeds wisselende locatie. Dit jaar wordt deze Landelijke Najaarsbijeenkomst georganiseerd door de regionale verenigingsafdelingen van de provincies Groningen en Drenthe. Vandaag komen ruim 600 mensen daartoe bijeen in de Martinikerk van de stad Groningen. Honderden pelgrims, waarvan velen inmiddels als pelgrim na een korte of lange pelgrimage op de fiets of wandelend in het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela zijn aangekomen, en waarvan enkelen nog in etappes onderweg zijn, en anderen nog overwegen om het besluit te nemen, of het besluit al hebben genomen om op afzienbare termijn deze bijzondere pelgrimage aan te vangen.

Openingscauserie van professor Jan Lokin
Om 10.00 uur wordt deze pelgrimsdag namens de Groningse en Drentse regiobesturen geopend door Bouwe van Rijn. Durkje en ik wonen deze dag samen bij.
De openingscauserie wordt uitgesproken door Jan Lokin, emeritus hoogleraar (Romeinse) rechtsgeschiedenis. Lokin pelgrimeerde samen met zijn gezin 30 jaar geleden al in opeenvolgende etappes naar Santiago de Compostela; tentje op de rug en dan onderweg op schilderachtige plekken wildkamperend eten en overnachten.
Lokin vertelt dat waar sinds de Middeleeuwen al miljoenen pelgrims met overwegend geestelijke doelen over de eeuwenoude pelgrimspaden naar en in Spanje liepen, dat momenteel veel meer wordt gedaan met cultuurhistorische motieven, zoekend naar zichzelf, als uitdaging, of gewoon vanwege het plezier dat je aan zo'n bijzondere pelgrimstocht beleeft.

Spaanse krankzinnigheid als gedeelde ervaring
Ook meldt Jan Lokin dat in de tijd van de theoloog Voet(ius) in de 17e eeuw veel Jacobus(pelgrims)broederschappen verdwenen, mede vanwege het feit dat men - evenals Voet - de pelgrimage naar het graf van Sint Jacobus beschouwde als een 'Spaanse krankzinnigheid'. Alleen de Jacobusbroederschap van Haarlem bleef bestaan, tot op de dag van vandaag.
Ook gaat Lokin nader in op de eeuwenoude reliekenverering uit de tijd dat de eerste pelgrims richting Santiago de Compostela liepen, en volgens hem is er niets nieuws onder de zon, want een supporter die na een belangrijke voelbalwedstrijd er alles voor doet om het (liefst) bezwete voetbalshirt van zijn bewonderde voetballer te verkrijgen, handelt in lijn met wat de middeleeuwse mens al dreef.
Lokin: Velen hier aanwezig hebben gemeen dat ze allen dezelfde pelgrimstocht hebben gemaakt, en deze 'gedeelde ervaring' is een belangrijk motief om hier vandaag met honderden andere pelgrims de hele dag bijeen te zijn in Groningen.

Blok 1 - Ontstaan van het Groninger landschap
Daarna gaan we uiteen naar diverse locaties voor de verschillende activiteiten van blok 1. Zo zijn er bijeenkomsten over pelgrimeren voor de jeugd, over wandelen, hospitaleren, het vinden van de eigen weg als pelgrim, een hofjeswandeling, en gedurende de hele dag kun je ook de informatiestands in de kooromgang van de kerk bezoeken. Ik ga naar de lezing van de streekhisotricus Reint Wobbes, over het ontstaan van het Groninger landschap.
Noord-Groningen is eigenlijk ontstaan door het droogvallen van de zeebodem. Meerdere lagen zeeklei, zand en veen maakten de Ommelanden in de loop der eeuwen tot een prima leefbaar landschap. Vanaf de hoger gelegen zandgronden van Drenthe en Duitsland kwamen de bewoners naar Noord-Groningen, waar ze wierden (ofwel terpen) opwierpen om daarop te wonen. Zo ontstond een welvarende samenleving, die werd opgevolgd door verschillende volksverhuizingen.
Doordat evangelisten zoals Bonifatius en Ludger het christendom naar deze regio brachten, kwam het christendom in de 8e/9e eeuw de Ommelanden binnen, wat vier eeuwen later resulteerde in het bouwen van kerken, aanvankelijk van hout, maar later ook van het helderrode Groningse baksteen.

Land van kerken, kloosters en borgen
Toen de Ommelanden later ressorteerden onder het bisdom Munster, kwam ook de zogenoemde 'romano-gotiek' deze regio binnen, onder andere herkenbaar aan de meloenvormige koepelgewelven, ook wel 'de glorie van Groningen' genoemd.
Kloosters - zoals bijvoorbeeld het grote Aduarder klooster - hebben ook een grote invloed op het Noord-Nederlandse landschap gehad. De Voorwerken (kloosterboerderijen) droegen eraan bij dat bijvoorbeeld Pools en Baltisch koren in Groningen werd verbouwd.
Daarop volgde in de 16e eeuw de vervening, en zagen we in de 18e eeuw de vooraanstaande graanbaronnen opkomen. De stad Groningen groeide uit tot een stadstaatje, zoals ook Bremen en Hamburg, maar het gebied dat tot en met de 20e eeuw nog zo welvarend was, wordt momenteel gekarakteriseerd als krimpregio en aardbevingsgebied.
Reint Wobbes: Maar nog steeds is het een goddelijk landschap, met veel kerken, en mooie borgen (adellijke huizen).

Blok 2 - Pelgrimage van de ziel
In het tweede programmablok kun je ook naar de statutaire ledenvergadering, en naar bijeenkomsten over onderweg fietsend beleven, over Abt Emo's reis, is er een rondleiding in het Pelstergasthuis, en er is een zangworkshop. Durkje en ik wonen de lezing over 'Pelgrimage van de ziel' bij van professor Frits de Lange, hoogleraar Ethiek aan de Groningse vestiging van de Protestantse Theologische Universiteit.
In de tijd van de postmoderne pelgrimage leven we in een 'Liquid Time', in een vloeibare tijd, waarin we niet weten wie we zijn, in een tijd waarin wij voortdurend onderweg zijn, in een wereld van voortdurend weer nieuwe waarheden, levend in een zogenoemde 'chaosmos'. De Lange zegt dat we niet meer in de wereld van een 'standpunt' leven, maar dat wij in deze wereld 'lopers' zijn. Volgens Frits kunnen we ons leven ook niet meer zien als een project - met een duidelijk begin, pad, doel en eind - maar leven we meer in een soort labyrinth, met ons leven en onze wereld als doolhof, waarin je regelmatig het gevoel hebt dat je niet weet waar je staat, en ook niet waar je naar op weg bent. Mede daarom loopt de aankomst van een pelgrim in Santiago de Compostela regelmatig uit op een teleurstelling, omdat hij of zij daarna weer een nieuwe reis moet bedenken en maken.

Pelgrim van de hemel of pelgrim op aarde
Voor de religieuze mens die in zijn of haar leven onderweg is met de hemel als bestemming, gaat het nog goed, maar wat nu als je niet in die hemel, en niet in het Nieuwe Jeruzalem gelooft, dan is je bestemming niet meer bekend, met als gevolg dat je leven heel anders wordt, want dan begin je je af te vragen: Is dit het nu? Daarom zijn er ook zoveel mensen die altijd het gevoel hebben dat ze 'weg moeten van hier'.
Voor deze mensen maakt het niet meer uit of ze 'weg van hier' dan jaarlijks naar het Terschellinger cultuurfestival Oerol gaan, of dat ze gaan pelgrimeren. Als Oerolganger of als pelgrim ben je dan in zekere zin allemaal gelijk aan elkaar, immers (voortdurend) onderweg, in de overgang, van A naar B.
De Franse pelgrim-auteur Rufin beweert in zijn boek dat het moeilijk is om als pelgrim je pelgrimage te delen met mensen die de pelgrimstocht niet kennen, niet hebben beleefd. Bevindingen zoals 'Ik zocht niets, maar heb het toch gevonden' worden door pelgrims onder elkaar wel begrepen, maar de buitenstaander begrijpt zo'n bevinding niet.
Frits de Lange: Er is geen ander geheim van/in het leven, dan het leven zelf.

Pelgrim als model voor de 21e eeuwse spiritualiteit
Volgens Frits de Lange is de 'Pelgrim als model voor de 21e eeuwse spiritualiteit':

  • trouw aan de aarde - vlucht niet naar de hemel, want weet dat de weg naar de hemel via de aarde loopt, dus blijf de aarde trouw;
  • afgestemd op ... je omgeving, dus let voortdurend op waar je loopt en met wie je loopt. Je reist alleen, maar je bent voortdurend bezig om 'in tune' te komen en te blijven met anderen. Bonhoeffer echter waarschuwde ervoor ons voortdurend te behoeden voor het alleen zijn en voor de gemeenschap.
  • gastvrij - als je een pelgrim (= vreemdeling) in huis haalt. berust dat op vertrouwen, want je weet vooraf niet wie je in huis haalt.
  • levend zonder waarom - waar de theoloog-filosoof Meester Eckhart (1260-1328) beweerde dat de essentie van het leven het leven zelf is, schreef de pelgrim-auteur Rufin dat de essentie van ons leven terug te brengen is naar alleen 'het ene been voor het andere zetten'.
Frits de Lange vraagt zich af of de vraag naar de zin van het leven al dan niet een verkeerde vraag is, want wij zijn toch zo vaak op zoek naar het antwoord op de vraag waarom wij leven.

Blok 3 - Laatmiddeleeuwse pelgrimsinsignes uit Groningse grond
Na de lunch kunnen we ook naar bijeenkomsten over het Drents Landschap en over spiritualiteit. Ik ga naar de presentatie van Hans van Gangelen (van de Stichting Monumenten en Materiaal), over laatmiddeleeuwse pelgrimsinsignes die in de Groninger grond, waaronder ook in de stad Groningen, zijn gevonden.
De presentatie begint met een inleiding over de laatmiddeleeuwse christelijke reliekenverering, in relatie tot de motieven in het leven en in de kunst van die tijd, zoals: strijd om de ziel, het vagevuur, het Einde der tijden & het Laatste Oordeel, over barmhartigheid, over wellust, hoogmoed en straf. Pelgrims hadden in dit godsbeeld overigens een streepje voor. Men ging vooral op pelgrimstocht met devotionele (geloofs)motieven, om de hulp van heiligen aan te roepen, als dankbetuiging en (straf)boetedoening, voor de aflaat en ook wel voor het avontuur.

Teekens die ghy draegt an uwen hoet
Daarna gaat hij nader in op vooral de 54 pelgrimsinsignes die in de bodem van de stad Groningen zijn gevonden.
De standaarduitrusting van een (laat)middeleeuwse pelgrim bestond onder andere uit een Jacobsschelp, een pelgrimstas, een drinkfles, een pelgrimsstok, en een mantel met een hoed, met daarop de pelgrimsinsigne(s). Die insignes waren op straat een herkenningsteken, men dichtte ze heilzame geestkracht toe, dacht dat ze onheil afweerden en ze waren na terugkomst een waardevolle herinnering aan de afgeronde pelgrimage. In de periode van 1200-1550 waren pelgrimsinsignes populair.
De 54 pelgrimsinsignes die in Groningen zijn gevonden, tonen ons voorstellingen van onder andere de sleutel van Petrus, het zwaard van Paulus, de Jacobsschelp, een reliekbuste, bisschopshandschoenen, en we kennen ook spiegelinsignes. De gevonden pelgrimsspelden zijn afkomstig uit Nederland, Groot-Brittannië, België, Duitsland, Frankrijk, Italié en Spanje, Opmerkelijk is dat er tussen de 3.500 bekende pelgrimsinsignes nog geen pelgrimsinsignes zijn gevonden van de Groninger en Friese bedevaartsoorden (zoals Bolsward, Dokkum, Franeker, Hallum, Leeuwarden, Sneek, Stavoren en Ypescolsga).

Blok 4 - De Noord-Spaanse Camino; reis door tijd en taal
In het vierde blok zijn er ook sessies over de wandel-'Tocht om de Noord' en over Pelgrimeren via de Jacobskerken van Groningen en Drenthe. Durkje en ik gaan naar de lezing van Hub Hermans, getiteld 'De Noord-Spaanse Camino; Reis door tijd en taal'. Professor Hub Hermans is bij de RUG hoogleraar Moderne Romaanse letterkunde en cultuurkunde, in het bijzonder de Spaanse.
Aan de hand van twee stripverhalen neemt hij ons in woord en beeld mee op de Camino, over de ons als pelgrims zo bekende wegen, langs markante bouwwerken en door de zo beroemde pelgrimssteden langs de Spaanse Camino,
Eerst bespreekt hij het stripboek 'Ramiro', van Jacques Stoquart, en daarna volgt het stripboek van Judith Vanistendael getiteld 'Pelgrim of niet'.
Stripboeken zoals deze beschrijven de zogenoemde 'intra-historie', ofwel de geschiedenis zoals mensen die door de eeuwen heen ervaren, over wat in de mensen is geworteld, over armen en rijken, over kerken, kastelen, over geloof en over de geschreven teksten uit die tijd.
Het egodocument van Vanistendael laat vooral de spirituele worsteling van de eigentijdse pelgrim zien, handelend over de grote aardse zaken en over de grootse ontmoetingen op de camino.

Le Chant des Pèlerins de Compostelle
En dan - aan het eind van de middag - wordt deze Najaarsbijeenkomst van het Nederlands Genootschap van Sint Jacob op grootse wijze afgesloten met het samen zingen van het wereldberoemde pelgrimslied 'Le Chant dès Pèlerins de Compostelle'.
Tijdens de laatste drie workshopsronde zijn totaal 120 leden bij de zangworkshops geweest, waarin men dit pelgrimslied heeft ingestudeerd.
Als de deelnemers van deze pelgrimsdag allemaal weer terug zijn in het schip van de grote Martinikerk, stellen de 120 koorleden zich op langs de zijwand, en als dan het majestueuze kerkorgel van de Martinikerk wordt bespeeld door organist Eeuwe Zijlstra, wandelen de leden van het gelegenheidskoor naar het orgel, en stellen ze zich onder het orgel op, onderwijl het pelgrimslied zingen. Daarna heffen ze het pelgrimslied nogmaals aan, en dan zingen de honderden aanwezigen met zijn allen uitbundig 'Le Chant des Pèlerins de Compostelle', Een waardige muzikale afsluiting van deze pelgrimsdag, die de pelgrims iets van dat saamhorigheidsgevoel in de refugio's en in de kerken, basilieken en kathedralen langs het pelgrimspad doet herbeleven.
Voordat iedereen naar huis gaat, is er nog 'Café Saint Jacques', een afscheidsdrankje, waarna alle pelgrims weer huiswaarts keren.

3 opmerkingen:

Anoniem zei

Een mooi sfeerbeeld voor iemand die die dag druk was met de ledenvergadering en andere organisatorische zaken. Ik heb zo te lezen het nodige gemist
Joost Bol

Koen Verelst zei

Dag Wiep,

Bedankt voor je leuke en interessante blog! Ik heb de link hiervan ook doorgesturd aan de bestuursleden Groningen/Drenthe.

Hartelijke groet,
Koen Verelst - Winsum

Anoniem zei

Dag Wiep Koehoorn,
Met grote belangstelling je impressie gelezen over de Landelijke Najaarsbijeenkomst van het Genootschap van Sint Jacob op 14 november 2015 in & om de Martinikerk in Groningen. Verrast door je mooie en prachtige inleiding en de samenvattingen van de lezingen die je hebt bijgewoond. Het geeft een mooie indruk over het verloop van de door de regio Groningen/Drenthe georganiseerde bijzondere en geslaagde dag.
Met vriendelijke groet,
Bouwe van Rijn