Einde van onze 2e pelgrimage bij de kathedraal van Santiago de Compostela |
Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela
Camino del Norte & Camino Primitivo > Irún – Santiago de Compostela
Camino Primitivo van Pedrouzo naar Santiago de Compostela
Vrijdag 24 juli 2015 – 20,1 km.
Dag 38: 797,1 – 817,2 km
Einde van een drie jaren durende tweede pelgrimage
Vandaag wordt het een gedenkwaardige dag, want Durkje en ik gaan vandaag de laatste etappe lopen van de Camino Primitivo, en daarmee is het vandaag ook de laatste etappe van onze hele pelgrimage van het Franse Le Puy-en-Velay (2013) via de Spaanse Camino del Norte (2014) naar het Spaanse bedevaartsoord Santiago de Compostela (2015).
Deze laatste etappe van Pedrouzo naar Santiago de Compostela liepen Durkje en ik tijdens onze eerste pelgrimage ook al eens op 21 oktober 2012, maar toen als laatste etappe van de Camino Francés.
Pedrouzo
We staan vanmorgen om 6.45
uur op om een uur later met onze auto van de camping in Monterroso naar
Pedrouzo te rijden. Om 8.30 uur zijn we in Pedrouzo om onze laatste etappe van
deze zomervakantie en daarmee de laatste etappe van onze tweede pelgrimage aan
te vangen.
We lopen een klein eindje
Pedrouzo uit om daar – in O Burgo – de pelgrimsroute weer op te pakken, waar we
er gisteren van afweken om de bebouwde kom van Pedrouzo in te wandelen.
We lopen door een bosperceel
achter de plaats Pedrouzo langs, en komen dan aan de andere zijde van het dorp
weer in Pedrouzo uit. Daar lopen we dan trouwens vervolgens ook direct Pedrouzo
al weer uit, om in een volgend bosperceel de route te vervolgen. Deze hele
zomerpelgrimage hebben we alle dagen schitterend weer gehad, maar vandaag gaat
het weer op de valreep toch nog enig roet in het eten gooien. Het is zwaar
bewolkt en de lichte motregen begint wat heviger te worden, net zo hevig dat
het op de grens ligt van wel of niet in de poncho lopen. Durkje kiest voor de
poncho, ik (nog) niet.
Door bos en dorp
Vanuit Pedrouzo lopen we over
een schilderachtig mooie holle weg door een evenzo mooi bosperceel.
Het bos vangt de motregen op,
die al vrij snel ophoudt, dus we kunnen prima verder zonder regenkleding. Af en
toe breekt zelfs heel even de zon door op de plaatsen waar tussen de dikke
wolken even de helderblauwe lucht zichtbaar is.
We lopen door dorpjes zoals
San Antón, Amenal en Cimadevilla. En ook vandaag weer vóór en achter ons de
lange stoet van medepelgrims. Alhoewel het gezelschap van pelgrims bijzonder
gevarieerd is, valt ons dit jaar op hoeveel jongeren de camino lopen; dit jaar
betrekkelijk veel jongeren van tussen de 15 en 25 jaar, en dan vooral de
jongste leeftijdsklasse van rond de 15 en 16 jaar. En wat ons ook opvalt, is
het feit dat het merendeel van de pelgrims geen zware, meerdaagse bepakking
draagt. Aan het aantal transportbusjes onderweg kun je ook zien dat het steeds
meer dan voorheen gebruik wordt om je zware bagage met een auto te laten
vervoeren van slaapplaats naar slaapplaats. De meesten lopen momenteel dus met
een klein rugzakje met het minimum aan spullen voor één dag.
Santiago Airport
We komen op de plaats waar de
autosnelweg A54 van Santiago de Compostela richting Lugo (tot nader order) stopt
bij de rotonde die de overgang vormt van de A54 naar de N547 richting Pedrouzo.
Bij die rotonde staat een manshoog standbeeld, met daarop een pelgrimsstaf met
kalebas en Jacobsschelp. Bovenin is de naam Santiago uitgebeiteld. Veel
pelgrims laten zich bij deze steen fotograferen. Dat de naam Santiago hier al
verschijnt, betekent niet dat we al in Santiago zijn, want we hebben nog zeker
13 kilometers te gaan vanaf dit punt.
Wel is het zo dat we nu bij
het vliegveld van Santiago de Compostela zijn. Op het moment dat we langs het
begin van de startbaan lopen, horen we het geluid van een startklaar vliegtuig.
Even later horen en zien we dat een vliegtuig van Easy Jet vertrekt.
In het hekwerk dat rond het
begin van de startbaan staat, hebben pelgrims in de loop van de tijd allerlei
persoonlijke zaken achtergelaten. In het hekwerk hangen bijvoorbeeld sokken,
schoenen, sjaals, hoeden, linten en ondergoed, en daartussen heeft men van her
en der opgeraapte takjes kruisen in het hekwerk gestoken. We lopen langs al
deze memoria langs het vliegveld.
Stempelen in Paio
We steken een verkeersweg
over en komen dan in het dorpje Paio. Langs een terras dat vol pelgrims zit,
lopen we direct door naar de kleine dorpskerk, die op een kleine verhoging
midden in het dorp is gebouwd.
Bij de ingang van de kerk
vraagt een Spaanse pelgrim of Durkje een foto van hem met zijn pelgrimerend
gezelschap wil maken. Als dank en in ruil daarvoor maakt hij vervolgens een
foto van ons beiden, staande vóór de ingang van dit kerkje van Paio.
We gaan het kerkje in om het
interieur te bezichtigen.
In de kerk is ook een
stempeltafel tegen de kerkmuur geplaatst, waar we zelf een kerkstempel in onze
pelgrimspassen zetten.
Wasplaats Lavacolla
Voorbij Paio gaan we door een
tunnel onder een verkeersweg door. Evenals op veel andere plaatsen in deze
regio zijn een aantal van de rechtopstaande betonnen tunnelwand-elementen
uitgevoerd met een grote Jacobsschelp.
Als we vandaag bijna de
eerste tien kilometers hebben gelopen, komen we in het dorpje A Lavacolle.
We komen langs de dorpskerk
met de begraafplaats.
Tegenover de kerk gaan we
naar beneden om daar in één van de café’s langs de doorgaande weg een kop
koffie te gaan drinken.
Na deze koffiepauze klimmen
we weer naar de kerk, en daarna gaan we in de afdaling naar het riviertje dat
langs A Lavacolla stroomt.
Al in de Middeleeuwen staken
de pelgrims hier het riviertje de Lavacolla over. Men waste zich hier dan zo
goed mogelijk om de stank van dagen, weken, maanden pelgrimeren af te wassen,
om zo enigszins opgefrist daarna te arriveren bij het graf van de apostel
Jacobus, in de kathedraal van Santiago de Compostela.
San Marcos
Via Villa Maior gaan we richting San Marcos. Daar passeren we eerst de plaatselijke camping, waar
slechts drie tenten staan. Op het campingterras is het wel druk, want veel
pelgrims verkiezen deze plek als rustplaats, en om hier iets te eten en te
drinken. Bij de ingang van de camping staat een markthandelaar die met
Santiago-souvenirs ook goede zaken doet.
Het weer vandaag is tot nu
toe bijzonder wisselvallig. Veelal is het droog, maar af en toe valt hier toch
even enige lichte motregen. Enkele malen gebruiken we al lopend enige minuten de
paraplu. In San Marcos gaat de motregen langzamerhand over in lichte regen, dus
dan is voor ons beiden het moment aangebroken om toch nog met regenponcho’s
verder te lopen. Zo komen we aan in het centrum van San Marcos.
We gaan San Marcos niet in,
want we willen over de uitvalsweg van San Marcos direct richting Monte do Gozo.
Monte do Gozo
Op Monte do Gozo is het bij
onze aankomst al een drukte van belang.
Gelukkig is de kapel van San
Marcos open en kunnen we die bezichtigen.
We moeten even in de rij
staan om in de kapel een pelgrimsstempel in onze pelgrimspaspoorten te kunnen
zetten.
Zo kunnen we deze keer dan
toch met het ‘sello’ van de ‘Capilla San Marcos’ verder richting Santiago de
Compostela.
We pauzeren hier kort, en
raken in gesprek met enkele leden van een Engelstalig pelgrimsgezelschap, waarvan
de leden afkomstig zijn uit de Verenigde Staten en Australië.
Dan gaan we iets hogerop naar
het monument. Op dat moment kunnen we rechts van ons voor het eerst onze
bestemming Santiago de Compostela kilometers verderop zien liggen.
We lopen naar de top, waar
het immense monument staat, dat hier is opgericht ter gelegenheid van het
bezoek van wijlen paus Johannes Paulus II in 1992.
Achter de kapel staat ook nog
een klein gedenkteken als aandenken aan het bezoek van deze voormalige paus.
Berg van de vreugde
Monte do Gozo is de ‘Berg van
de Vreugde’, want wie hier eeuwen geleden na een lange pelgrimstocht na alle
ontberingen onderweg de top van de Monte do Gozo bereikte, en hier voor het
eerst de torens van de kathedraal van Santiago de Compostela aanschouwde, werd
door vreugdevolle emoties bevangen en huilde en zong om die emotie een plaats
te geven.
Tijdens onze eerste
pelgrimage hebben we bij de kapel direct de camino-route hervat op de weg naar
beneden, naar de stad. Toen ontdekten we dat we daardoor het beroemde
pelgrimsmonument van Monte do Gozo niet passeerden.
En juist dat standbeeld van
de twee uitbundige pelgrims moet je toch eigenlijk niet missen, voordat je
Santiago de Compostela in wandelt.
Daarom zoeken we het pad van
de zijweg die je even moet bewandelen om links van de kapel, en achter het
pausmonument toch naar dit beroemde pelgrimsbeeld te gaan.
Staande bij deze twee hele
grote pelgrimsbeelden kun je pas echt goed de bedevaartsstad Santiago de
Compostela van bovenaf bekijken.
Bij de kapel staat helaas
niet een wegwijzer die je erop wijst hoe je bij dit pelgrimsmonument kunt
komen. Een aantal pelgrims volgt ons van het pausmonument naar het
pelgrimsmonument, en als ze even later na ons zijn gearriveerd, wordt ook hun
bezoek aan dit beroemde standbeeld uiteraard middels veel foto’s vereeuwigd.
De kathedraal in zicht
Daarna lopen we weer terug
naar het pausmonument, en gaan we langs de kapel door de berm langs de
asfaltweg naar beneden, naar de pelgrimsstad Santiago de Compostela. Het regent
licht en waait hard, dus het is bijna niet te doen om de cameralens droog te
houden om een foto van onze aankomst in dit bedevaartsoord te maken. Toch lukt
het ons wel.
Vanaf het moment dat we de
buitenwijken van de stad in lopen, knapt het weer op. De regen stopt en de zon
begint te schijnen. We lopen een heel eind de route van de camino door de stadsstraten,
alvorens we voor het eerst de kathedraaltorens in de stad zien.
Bij een bakker kopen we
onderweg enkele heerlijke grote rozijnenkoeken, die we direct opeten, om met
een gevulde maag straks het stadscentrum te betreden. Een meisje staat achter
de toonbank van de bakkerswinkel, en bedient ons keurig.
Praza da Immaculada
Daarna lopen we nog een eind
door, en dan komen we in het oude stadscentrum van Santiago de Compostela. Hier
is het een drukte van belang. Stadsbewoners, toeristen en pelgrims zoeken allemaal
hun weg door de smalle stadsstraatjes. En dan arriveren we op het Praza da
Immaculada bij het Convent.
En als je dan naar links
kijkt, sta je ineens oog in oog met de kathedraal van Santiago de Compostela.
Eén van de torens staat momenteel in de steigers wegens restauratiewerkzaamheden.
We arriveren vandaag (de 24e)
op de dag vóór de naamdag van Sint Jacobus (25 juli), dus er zijn vandaag en
morgen allemaal festiviteiten op deze landelijke feestdag. Overal lopen
filmploegen voor diverse televisieopnames en naast de ingang van de kathedraal,
bij de toegangskerkdeur voor de pelgrims staat een televisieauto van Televisie
Galicia.
Bij de pelgrimsdeur staat een
bewaker, en die wijst ons op het bord dat je – ook als pelgrim – uit
veiligheidsoverwegingen niet met je rugzak de kathedraal in mag. Na de
rugzakbomincidenten wereldwijd heeft de kathedraal besloten dat niemand hier meer
met een rugzak naar binnen mag. Wij mogen er dus zo niet in. Begrijpelijk, en
we wisten dat ook wel, maar voor veel pas gearriveerde pelgrims is dat vast en
zeker een teleurstelling.
Emoties bij aankomst op Plaza del Obradoiro
Daarom lopen we om de
kathedraal heen naar het grote plein, door de Pazo de Xelmírez, het overdekte voetpad
naast de kathedraal, waar je nagenoeg altijd de klanken hoort van de Galicische
doedelzakspeler.
We komen dan op het grote
plein en zien daar het stadhuis van Santiago de Compostela.
Tegenover dit gemeentehuis is
de voorkant van de immense kathedraal, met daarin het graf van de apostel Sint
Jacobus, waar deze hele pelgrimage, de kathedraal en alles wat daarmee te maken
heeft, om draait.
Dit plein is de
ontmoetingsplek bij uitstek voor al die pelgrims die het graf van Sint Jacob
hebben bereikt. Hier op het plein dansen pelgrims, hier wordt gehuild, omarmd
en waar de één heel uitbundig viert, zit een andere pelgrim in diepe stilte
diens aankomst na zoveel kilometers en dagen te verwerken. Hier wordt gezongen,
gelachen, getelefoneerd en gefotografeerd; en dat alles onder het oog van al
die honderden familieleden en toeristen die hier naar toe zijn gekomen om dit
voor velen zo emotionele moment mee te maken. Zij zien het wel aan, maar zij
zullen nooit werkelijk voelen wat een pelgrim bij aankomst voelt na zoveel
dagen van afzien en ontbering, van inkeer en geluk.
We vragen een andere pelgrim
of ze ons samen enkele malen wil fotograferen op dit Plaza del Obradoiro, met
de kathedraal op de achtergrond. Ze maakt enkele mooie foto’s van en voor ons,
als dierbare herinnering aan deze bijzondere dag, die wij samen hier bij aankomst
- dankbaar voor alle goeds - beleven.
En elke dag aanschouwen de
ogen van de beelden van de Sint Jacobus in het front van de kathedraal de
aankomst en de emoties van de pelgrims die hier op het plein vóór de kathedraal
het eind van hun korte of (hele) lange pelgrimstocht vieren.
Wachten in Rúa do Vilar
Omdat we nu met onze rugzak
niet de kathedraal in mogen, en hier morgen toch weer zullen zijn, maar dan zonder
rugzak, gaan we direct na aankomst door naar het pelgrimsburo van de bisschop
van Santiago de Compostela. Als we in de Rúa do Vilar arriveren bij de ingang
van het pelgrimsburo, zien we dat er al een lange rij staat vóór de ingang van
de binnenplaats van het pelgrimsburo.
Het is ons direct duidelijk
dat we behoorlijk wat geduld moeten oefenen in de wachtrij, alvorens wij hier
onze pelgrimspaspoorten kunnen overleggen ten kantore van de bisschop, als
bewijs dat we de route van het Franse Le Puy-en-Velay tot aan het Spaanse
Santiago de Compostela hebben gepelgrimeerd. Er zit niets anders op dan
achteraan te sluiten in de rij, om straks onze Compostelane, ons getuigschrift
van de bisschop in ontvangst te mogen nemen, als bewijs van onze tweede
pelgrimage naar Santiago de Compostela.
Na zo’n twintig minuten
wachten zijn we zover dat we bij de toegangspoort van de binnenplaats van het
pelgrimskantoor staan. Achter ons zien we de nieuwe wachtenden, die na ons
arriveerden. Daarachter zien we op de achtergrond een deel van de kathedraal.
Onze pelgrimstocht aanvaard, de Compostelane verdiend
Na 70 minuten in de wachtrij
te staan wachten, is voor Durkje het moment gekomen dat ze het pelgrimsburo in
mag met haar pelgrimspaspoorten, om haar welverdiende Compostelana in ontvangst
te mogen nemen.
Daarbij bestaat nu ook de
mogelijkheid om er een extra verklaring bij te krijgen, waarop staat waar je
pelgrimstocht aanving, en hoeveel kilometers je vandaar hebt afgelegd om in
Santiago de Compostela te arriveren.
Durkje wordt bij loket 6
geholpen, en ik mag enkele minuten later op de gongslag naar binnen om me bij
loket 5 te melden.
De medewerker van het
pelgrimsbureau bestudeert aandachtig de tientallen stempels in mijn twee pelgrimspaspoorten.
Daarna mag ik het formulier met mijn persoonlijke gegevens en mijn motieven als
pelgrim invullen, en dan verklaart de medewerker mijn pelgrimage als
geaccepteerd, en vult hij voor mij de Compostelane in.
Daarbij krijg ik dan
vervolgens ook de schriftelijke verklaring waarop staat wat mijn startpunt (Le
Puy-en-Velay) en het kilometrage (1.525 km) van mijn pelgrimage was.
Huiskamer van de Lage Landen
In de wachtrij had Willem mij
zojuist al als Nederlander gespot. Willem is samen met Willeke voor de huidige
periode van veertien dagen als vrijwilliger van het Nederlands Genootschap van
Sint Jacob aanwezig in het pelgrimsburo om de Nederlandse pelgrims die hier
arriveren te verwelkomen en te ontvangen. Het Nederlands Genootschap van Sint
Jacob – waar Durkje en ik lid van zijn – is het enige pelgrimsgenootschap dat
in Santiago de Compostela een eigen huiskamer heeft op de bovenverdieping van het
pelgrimsburo. Nadat we de Compostelane in ontvangst hebben genomen, gaan Durkje
en ik naar boven, om een bezoek te brengen aan deze zogenoemde ‘Huiskamer van
de Lage Landen’, waar we worden ontvangen en een kop koffie krijgen aangeboden.
We krijgen nog een stempel
van ons Nederlands pelgrimsgenootschap in onze pelgrimspaspoorten en onze namen
en pelgrimsgegevens worden genoteerd in het pelgrimsregister dat op de tafel
ligt in de Huiskamer. Uit ons volgnummer blijkt dat dit jaar al meer dan 1.400
Nederlandse pelgrims zich na hun aankomst in Santiago de Compostela hebben
gemeld in de Huiskamer van het genootschap. We horen dat eerder vandaag ook de
Spaans-Nederlandse moeder Agata met haar zoontje Felix zijn gearriveerd. We
hebben hen in de afgelopen dagen enkele malen ontmoet op de Camino Primitivo.
Zij hebben dus hun Spaanse pelgrimstocht inmiddels ook voltooid. Op het moment
dat wij in de Huiskamer zijn, arriveert ook Boudewijn, een andere Nederlandse
pelgrim.
Na een uurtje nemen we
afscheid en gaan we de stad weer in.
Nog eens naar de kathedraal
Ook op het Praza dos Praterias
is het een drukte van belang.
Bij de ingang van het museum
naast de kathedraal staat de welbekende mimespeler die een pelgrim uitbeeldt.
Hij wordt vergezeld door een mime-engel. Ze hebben een groot model van de
botafumeiro bij zich, van het wierookvat van de kathedraal van Santiago de
Compostela.
We lopen langs de kathedraal naar het Plein van Galicië, waarvan we van ons bezoek van 2012 weten dat daar een taxi-standplaats is. Daar nemen we een taxi, die ons terugrijdt naar Pedrouzo. Daar hebben we vanmorgen onze auto geparkeerd. Vanuit Pedrouzo rijden we via Palas de Rei weer terug naar onze camping in Monterroso. Maar eerst stoppen we nog in Palas de Rei, want we willen deze gedenkwaardige dag samen op passende wijze en feestelijk afsluiten, door eerst als avondeten nog een heerlijk Pelgrimsmenu te nemen in één van de vele restaurantjes die er zijn in het altijd gezellige pelgrimsstadje Palas de Rei.
We lopen langs de kathedraal naar het Plein van Galicië, waarvan we van ons bezoek van 2012 weten dat daar een taxi-standplaats is. Daar nemen we een taxi, die ons terugrijdt naar Pedrouzo. Daar hebben we vanmorgen onze auto geparkeerd. Vanuit Pedrouzo rijden we via Palas de Rei weer terug naar onze camping in Monterroso. Maar eerst stoppen we nog in Palas de Rei, want we willen deze gedenkwaardige dag samen op passende wijze en feestelijk afsluiten, door eerst als avondeten nog een heerlijk Pelgrimsmenu te nemen in één van de vele restaurantjes die er zijn in het altijd gezellige pelgrimsstadje Palas de Rei.
Onze 2e pelgrimage: van Le Puy-en-Velay
naar Santiago de Compostela
In deze zomervakantie van
2015 hebben we in de 14 dagen waarin we de Camino Primitivo van Oviedo naar
Santiago de Compostela bewandelden 310,9 kilometer afgelegd. Dat is gemiddeld
ruim 22 kilometer per dag.
Nu hebben we daarmee de
gehele Camino del Norte (2014 & 2015), met de hele Camino Primitivo (2015) in
het verlengde daarvan, over een afstand van 817,2 kilometer afgelegd in totaal 38
dagen. Dat is gemiddeld ongeveer 21,5 kilometer per dag.
Onze – deze - tweede pelgrimage
(van 2013 tot en met 2015) liep van het Franse Le Puy-en-Velay tot aan het
Spaanse Santiago de Compostela.
We hebben die 1.637 kilometers
lange pelgrimstocht in 73 dagen gelopen; dat is gemiddeld bijna 22,5 kilometer
per dag.
Ultreia!
Ultreia!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten