maandag 3 augustus 2015

Pelgrimeren van A Fonsagrada naar Cádavo Baleira

De ochtendmist trekt op tussen Villardongo en Pedrafitelas



















Van Le Puy-en-Velay naar Santiago de Compostela

Camino del Norte & Camino Primitivo > Irún – Santiago de Compostela

Camino Primitivo van A Fonsagrada naar Cádavo Baleira
Donderdag 16 juli 2015 – 24,4 km.
Dag 32: 659,3 – 683,7 km

Koele start in de mist van A Fonsagrada
Om 6.45 uur gaat de wekker en tegen 8.00 uur wandelen Durkje en ik vanmorgen onze camping in A Fonsagrada af.
Eerst lopen we over het asfaltweggetje ongeveer een kilometer bergopwaarts, naar de bebouwde kom van A Fonsagrada. Daar pakken we de doorgaande pelgrimsroute weer op, op de plaats waar we gisteren de route verlieten om toen naar onze camping af te dalen.
De temperatuur is ongeveer 13 graden Celsius. In combinatie met de dichte mist is dat nog wel aan de behoorlijk frisse kant voor de start van onze etappe van vandaag, van A Fonsagrada naar Cádavo Baleira, over een afstand van 24,4 kilometer.


O Padrón
Zo’n anderhalve kilometer voorbij A Fonsagrada komen we door het dorpje O Padrón, waar ook een refugio is.
Twee jongens beginnen tijdens onze doorkomst nu ook hun dagetappe. Achter elkaar lopen we over een smal voetpad tussen struikgewas naar de doorgaande verkeersweg.
Als we de weg over zijn gestoken en voorbij de begraafplaats het bos in wandelen, ontmoeten we wederom de Spaans-Nederlandse moeder Agata met haar achtjarige zoon Felix, die wij in de afgelopen dagen ook steeds hebben ontmoet. We wandelen een eindje met zijn vieren met elkaar op, en op het moment dat we een beklimming in moeten zetten, lopen wij een eind voor hen uit.
Verderop – ter hoogte van Vilardongo - komen we langs een ezel aan een ketting. Vanwege de lengte van de ketting kan deze ezel het weiland verlaten om ook een deel van de berm langs het pad van de camino te begrazen.

Alto de Montouto
We lopen over prachtige wandelpaden, soms stijgend, dan weer dalend. Hier en daar passeren we een alleenstaande woning, en soms ook een boerderij of een kudde koeien in het weiland.
De wandelpaden door de velden, en over heuvelhellingen zijn prima toegankelijk, maar af en toe moeten we even heel voorzichtig bergaf of bergopwaarts over rotsachtige stukken pad.
Vanwege de ochtendmist blijft het uitzicht nogal beperkt, maar naarmate de tijd vordert, breekt de zon af en toe heel even licht door en kun je dan iets meer van het landschap in de mist aanschouwen.
Voorbij Pedrafitelas gaat het alsmaar bergopwaarts, want we zijn bezig met de beklimming van de Alto de Montouto. Als we bij Montouto zijn – vlak onder de col – komen we langs de kleine kapel, die hier vrij recent nog is gerestaureerd. Het is hier meer koud dan koel, vanwege de mist en de stevige koude wind.
Dit is ook de locatie waar de Castillaanse koning Pedrol de Wrede rond 1357 opdracht gaf om de zogenoemde Real Hospital de Santiago de Montouto – een pelgrimshospitium - te bouwen. Daarvan resteert alleen nog de ruïne.
We lopen nog even door naar en over de Alto de Motouto. Hoog rijzen de rotsen op boven op de bergtop, en af en toe kunnen we een deel van de windmolens boven op deze bergkam in de mist zien staan. We horen wel de voortdurend draaiende windmolens. Enkele staan stil.
Voorbij de Alto de Motouto wordt het ons heel gemakkelijk gemaakt, want er volgt nu een kilometers lang bospad omlaag met een geringe hellingshoek, dus we kunnen lange tijd op genoeglijke wijze over de hellingspaden tussen hoge bomen, grassen, varens en heide geleidelijk afdalen.

Prima halteplaats in Paradavella
Dit gemakkelijke pad komt uit in het dorpje Paradavella, precies op de plaats waar een plaatselijke horeca-ondernemer een bar met een overdekt en openlucht-terras heeft. Het is hier gezellig, want al veel meer passerende pelgrims hebben er voor gekozen om hier hun pauzeplek van te maken. De dorpsnaam Paradavella betekent in deze context heel passend: halteplaats.
Ook nadat wij plaats hebben genomen op het overkapte deel van het terras komen er nog enkele pelgrims vanuit de bergen aan bij deze bar. Hier genieten we van onze koffiepauze. De waard draait gezellige muziek uit de sixties, en hij heeft het super druk. Hij neemt bestellingen op, maakt alle bestellingen in de keuken zelf klaar, serveert het uit, en rekent af. Ondertussen heeft hij nog voldoende tijd om in het voorbijgaan op het terras goed contact te onderhouden met alle terrasgasten, maar ondertussen loopt hij wel zo’n beetje de benen onder zijn lijf vandaan, zo druk heeft hij het. Maar hij blijft vrolijk en vriendelijk. Een buitengewone, gezellige pauzeplek, letterlijk midden op de camino. Een echte aanrader om hier even op adem te komen. Ondertussen scoor ik hier ook nog even twee stempels voor onze pelgrimspaspoorten, want het stempel ligt binnen op tafel klaar voor wie een stempel wenst te zetten in zijn of haar pelgrimspas.
Als we na deze genoeglijke pauze het dorp in en door lopen, en dan ook langs het dorpscafé komen dat aan de verkeersweg ligt, zien we dat daar geen enkele gast op het terras of in het café zit. De eerste uitbater voorin het dorpje palmt dus alle klandizie in, ten koste van deze tweede die verderop langs de route midden in het dorp zit. Dit beeld zie je vaak zo in Spaanse dorpen aan de camino.

De beproeving van A Lastra
Vanuit Paradavella lopen we naar A Degolade.
Daarna volgt de uitdagende beproeving van deze pelgrimsdag, want vanaf A Degolade volgen veel en lange stukken buitengewoon steile hellingpaden bergopwaarts. We prijzen ons gelukkig met het feit dat de zon nog maar pas is doorgebroken en dat we doorgaans over beboste hellingpaden lopen, waar het zonlicht en de warmte daarvan niet tot nauwelijks doordringt; maar voortgaan op het hellingpad betekent hier alleszins hard werken. Een deel van het hellingpad is een hol pad, met hoog opgaande rotswanden aan beide zijden.
Via het dorpje O Couto komen we uiteindelijk na nog zo’n steil stuk uit bij de rand van de bebouwde kom van A Lastra.
Dit dorp heeft ook een bar met terras langs de doorgaande weg, dus het zou een goede pauzeplek kunnen zijn, ware het niet dat het op niet al te grote afstand van Paradavelle ligt. Dus wij gaan eerst maar door op de route. Maar de beproeving van zojuist is nog lang niet ten einde, want ook na A Lastra gaat het nog steeds steil bergop. Vlak buiten A Lastra zien we dan ook dit dorp al in de diepte achter ons liggen.

Fontaneira
En we blijven maar stevig klimmen, want we moeten uiteindelijk over de Alto de Fontaneira, om in het dorp Fontaneira aan te komen. Omdat Fontaneira het laatste dorp is waar we vanmiddag nog doorheen komen, en er hier ook een prima café met schaduwrijk terras is, kiezen Durkje en ik ervoor om hier onze tweede pauze van vandaag te genieten.
Jammer dat de plaatselijke kerk naast het café is gesloten, want deze kerk is gewijd aan de heilige Jacobus, en binnen zouden we een beeld van de apostel te paard kunnen aanschouwen.
Buiten Fontaneira komen we bij een oude hórreos weer uit bij de doorgaande verkeersweg. Een grote hond aan een ketting blaft zich daar de longen bijkans uit zijn lijf zolang wij naderen, voorbijgaan en verder lopen. Als het leven van deze kettinghond bestaat uit een hele dag pelgrims toeblaffen, kun je rustig stellen dat dat een behoorlijk doelloos bestaan voor zo’n erfhond betekent.

Alto de Carballín
En nu beginnen we aan het laatste deel van onze dagetappe. We moeten een eindje klimmen. Als we dat doen op de verkeersweg ter hoogte van O Trebeiro komt uit tegengestelde richting een fietser de berg op. Ik roep hem toe, want hij rijdt op een Gazelle, zie ik, dat moet dus wel een Nederlander zijn, denk ik, hetgeen ook het geval blijkt te zijn. Hij vertelt ons dat hij op de terugweg is naar Nederland vanuit Portugal. Later op de dag ontmoeten we hem weer op onze camping in A Fonsagrada, waar hij de komende nacht overnacht in zijn tentje.
Wij moeten nog de Alto de Carballín over. We volgen enkele goed toegankelijke paden door dit bergachtig gebied.

Cádavo Baleira
Als we over de Alto de Carballín zijn gegaan, krijgen we op een gegeven moment onze plaats van bestemming voor vandaag in zicht: het dorpje Cádavo Baleira, in de gemeente Baleira. Dan volgt nog een steile afdaling naar Cádavo Baleira.
Bij de refugio komen we Cádavo Baleira binnen. De deur staat open, en er lopen twee gasten rond bij de ingang. Wij gaan het dorp in en lopen door de hoofdstraten, op zoek naar een taxi. Als we de hoofdstraten hebben gezien, maar nog geen taxi hebben gevonden, spreek ik een cafébaas aan die in de deuropening met enkele mannen staat te praten. Op mijn vraag aan hem waar we een taxi kunnen vinden, wijst hij mij op de man die links naast mij staat. Dat blijkt de taxichauffeur van het dorp te zijn. Hij neemt ons mee naar zijn garage, rijdt de auto naar buiten, en dan brengt hij ons terug naar onze camping in A Fonsagrada. Daar rijden we al om 15.00 uur het terrein op. We hebben de tocht van 24,4 kilometer vandaag in een snelle wandeltijd afgelegd van 6,5 uren. Een prachtige etappe met prima wandelweer, met een acceptabele koude start en een temperatuur die opliep tot 26 graden Celsius met een verfrissende wind, dus helemaal goed voor zo’n etappe door Galicië. 

Geen opmerkingen: